19-4-2006
De minister van VROM heeft het wetsvoorstel Grondexploitatiewet op een
aantal punten vereenvoudigd en verbeterd. Belangrijkste aanpassing is
het schrappen van de verplichting voor de gemeenteraad om een
exploitatieverordening vast te stellen. Dit naar aanleiding van het
schriftelijk verslag van de Tweede Kamer over de Grondexploitatiewet
(november 2005). De Nota van wijziging en de nota naar aanleiding van
het verslag zijn op 11 april aan de Tweede Kamer gezonden.
De Tweede Kamer kon zich vinden in de hoofdlijnen van het
wetsvoorstel, maar had nog veel vragen en enkele suggesties voor
verbetering. Het wetsvoorstel is daarom op een aantal punten
gewijzigd. De belangrijkste zijn:
* De verplichting voor een gemeenteraad om een
exploitatieverordening vast te stellen is geschrapt. Dat betekent:
minder regels, meer flexibiliteit;
* De rechtsbescherming tegen exploitatieplannen is voor
belanghebbenden verduidelijkt en gestroomlijnd. Tegen alle
besluiten in het wetsvoorstel kan bij de bestuursrechter beroep
worden ingesteld. Als een bepaalde rechterlijke instantie heeft
geoordeeld over een exploitatieplan, worden bij die rechter ook de
beroepzaken ingediend tegen opvolgende besluiten, zoals een
herziening van het exploitatieplan of een beroep tegen een
eindafrekening van het exploitatieplan;
* Het beroep tegen herzieningen van een exploitatieplan is ingeperkt
tot herzieningen waarbij structurele wijzigingen zijn aangebracht.
Tegen trendmatige aanpassingen en dergelijke is geen beroep meer
mogelijk. Deze wijziging helpt de uitvoeringskosten van het
wetsvoorstel te beperken;
* Het is mogelijk gemaakt om in de beginfase te werken met globale
bestemmingsplannen en exploitatieplannen. Beide kunnen op een
later moment in de planning gedetailleerd worden. Hierdoor passen
de plannen beter in het ontwikkelingsproces van bouwlocaties;
* Afspraken over bovenplanse verevening worden gebonden aan het
kader van een structuurvisie als bedoeld in de nieuwe Wet
ruimtelijke ordening. Dat kan een gemeentelijke, regionale of
provinciale structuurvisie zijn. Dit biedt meer duidelijkheid en
zekerheid aan alle betrokkenen.
Gemeenten en provincies krijgen met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening
en de Grondexploitatiewet instrumenten in handen om hun rol in de
ontwikkeling van de ruimte goed te kunnen uitvoeren. Meer zeggenschap
over de grond is een belangrijke factor voor ruimtelijke ontwikkeling
en woningbouw. De Grondexploitatiewet bevat nieuwe regels voor de
verdeling van de grondexploitatiekosten, voor eisen ten aanzien van
woningbouwcategorieën en voor de inrichting van het gebied bij
particuliere bouwlocaties.
De mogelijkheden die de Grondexploitatiewet biedt voor onder meer het
uitgeven van kavels aan particulieren zodat zij hun eigen woning
kunnen laten bouwen, kunnen voor zowel gemeenten als marktpartijen een
verandering betekenen. In reacties van marktpartijen is ten aanzien
van dit onderdeel van de wet enige koudwatervrees te bespeuren. De
minister van VROM heeft de overtuiging dat de partijen in de
uitvoeringspraktijk manieren zullen vinden om de eigen positie van de
woonconsument goed gestalte te geven, zonder dat dit leidt tot
vertragingen in het bouwproces.
Indien de Tweede Kamer de vragen voldoende beantwoord vindt, kan de
behandeling van het wetsvoorstel vóór de zomer plaatsvinden.
Download
* Aanbiedingsbrief aan Tweede Kamer
* Nota van wijziging
* Nota naar aanleiding van het verslag
* Verslag Vaste Commissie VROM TK november 2005: zie
http://www.overheid.nl, Officiële Publicaties, Kamerstukken Eerste
en Tweede Kamer, vergaderjaar 2005, publicatienummer 30218,
volgnummer 5
Meer informatie
* Dossier grondbeleid: http://www.vrom.nl/grondbeleid
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer