Antwoorden op kamervragen van Kant over het niet overnemen van machtigingen
voor hulpmiddelen door zorgverzekeraars
Kamerstuk, 19-4-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2672589
19 april 2006
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Kant over het niet
overnemen van machtigingen voor hulpmiddelen door zorgverzekeraars.
(2050610380)
Vraag 1
Wat is uw reactie op berichten dat men zijn hulpmiddel moet inleveren
zodra men overstapt naar een nieuwe zorgverzekeraar, en moet wachten
op een machtiging van de nieuwe zorgverzekeraar voordat men wel of
niet een hulpmiddel krijgt?
Antwoord 1
Deze berichten ken ik niet. Ook van Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
heb ik niet vernomen dat er recent dergelijke berichten zijn
ontvangen.
Vraag 2
Blijft u bij uw uitspraak dat dit onaanvaardbaar is? ')
Antwoord 2
Voor zover dit nog steeds plaatsvindt, acht ik dit onwenselijk. Ik ga
er echter vanuit dat dit incidenten zijn en dat dit in onderling
overleg tussen de verzekerde en zorgverzekeraar kan worden opgelost.
Vraag 3
Hoe rijmt u dit met artikel 2.5.3. van de Invoerings- en
Aanpassingswet Zvw, op grond waarvan zorgverzekeraar worden verplicht
worden de afgegeven machtiging voor hulpmiddelen over te nemen zonder
dat een convenant nodig is? ²) ³)
Antwoord 3
Zoals gezegd dienen de zorgverzekeraars de machtigingen over te nemen.
Vraag 4
Geldt dit artikel ook in de toekomst voor overstap naar een andere
zorgverzekeraar?
Antwoord 4
Neen, juridisch gezien is het overgangsrecht geschreven voor de
overgang naar een nieuw verzekeringsstelsel, de overgang van de
Ziekenfondswet naar de Zorgverzekeringswet. Indien een verzekerde
overstapt per 1 januari 2007 naar een andere zorgverzekeraar dient hij
er dus rekening mee te houden dat indien hij zijn bruikleenartikelen
bij dezelfde zorgaanbieder wil blijven afnemen, het noodzakelijk is
dat ook zijn nieuwe zorgverzekeraar daar een contract mee heeft
gesloten. Ook kan hij met zijn nieuwe zorgverzekeraar afspreken dat
het in bruikleen verstrekken van hulpmiddelen naadloos in elkaar
overloopt.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het voor patiënten niet nodig moet zijn om de
wet in de hand te nemen om continuering van het gebruik van de
hulpmiddelen te bewerkstelligen?
Antwoord 5
Uiteraard moet het overgangsrecht door de zorgverzekeraars juist
worden toegepast. Wel vind ik het van belang dat iedere verzekerde
zich verdiept in zijn zorgovereenkomst, zodat hij een goede afweging
kan maken of hij met een bepaalde zorgverzekeraar in zee wil gaan. Dit
is niet alleen van belang voor bijvoorbeeld het vergelijken van de
premies en de serviceverlening die tussen zorgverzekeraars kan
verschillen, maar ook voor de vraag of de zorgverzekeraar een contract
heeft gesloten met de zorgaanbieders van zijn keuze.
Vraag 6
Hebt u, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg over de voortgang
Zorgverzekeringswet van 25 januari 2006, hierover gesproken met
Zorgverzekeraars Nederland (ZN)? Zo ja, hoe verklaart u het dat de
zorgverzekeraars de machtiging toch niet overnemen? Zo neen, bent u
van plan nogmaals in gesprek te gaan met ZN?
Antwoord 6
Uit een ambtelijk gesprek met ZN is niet gebleken dat machtigingen
niet worden overgenomen. Nu u spreekt over `berichten' valt ook niet
te achterhalen welke problemen zich concreet voordoen. Dat er mogelijk
incidenteel bij de overstap naar een nieuwe zorgverzekeraar soms de
overname van een machtiging niet soepel is verlopen valt uiteraard
niet uit te sluiten. Zie ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Wat gaat u doen om te voorkomen dat zorgverzekeraars machtigingen niet
overnemen?
Antwoord 7
Uit genoemd gesprek met ZN is gebleken dat de zorgverzekeraars bekend
zijn met het overgangsrecht en hier ook uitvoering aangeven. Ik ga er
vanuit dat dit afdoende is.
') Kamerstuk 30 124, nr. A
²) Aanhangsel-Handelingen nr. 534 vergaderjaar 2005-2006
³)Kamerstuk 29 689, nr. 75
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport