Antwoorden op kamrvagen van Arib over het bericht dat de morning-afterpil
vaker wordt verkocht
Kamerstuk, 19-4-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2672584
19 april 2006
Antwoorden van de minister op Kamervragen van het Kamerlid Arib over
het bericht dat de morning-afterpil vaker wordt verkocht. (2050610490)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de verkoop van de
morning-afterpil in het afgelopen jaar flink is gestegen? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de stijging van de verkoop van de
morning-afterpil met ongeveer 40 procent een zorgelijke en
verontrustende ontwikkeling is?
Antwoord 2
Vooralsnog vind ik de stijging van de verkoop van de morning-afterpil
geen verontrustende ontwikkeling. Uit het onderzoek Seks onder je 25e
is gebleken dat pil- en condoomgebruik onder jongeren onder de 25 jaar
is toegenomen ten opzichte van 10 jaar geleden. Over de gehele
bevolking is het anticonceptiegedrag ook niet verslechterd. Het
condoomgebruik onder jongeren en jongvolwassenen is stabiel (68% in
2005, bron: 'Veilig Vrijen en condoomgebruik bij jongeren en
jongvolwassenen, stand van zaken december 2005', Rutgers Nisso Groep).
Het pilgebruik is weliswaar licht afgenomen (een trend die reeds in
2002 is ingezet), maar daar staat tegenover een toename van het
gebruik van andere methoden van anticonceptie (zoals het
hormoonhoudend spiraaltje en de anticonceptie-ring of -pleister). Dit
kan onder andere het gevolg zijn van financiële overwegingen van
vrouwen, omdat zij bij bijvoorbeeld gebruik van het hormoonhoudend
spiraaltje vijf jaar lang beschermd zijn tegen zwangerschap.
De hogere verkoopcijfers van de morning-afterpil staan dus niet in
directe verhouding met wijzigingen in het anticonceptiegedrag.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de oorzaken van deze stijging van de verkoop van de
morning-afterpil ten opzichte van 2004? Deelt u de mening dat de
stijging van de verkoop van de morning-afterpil te maken kan hebben
met uw besluit om de vergoeding van anti-conceptiemiddelen uit het
basispakket te schrappen?
Antwoord 3
Ik denk dat er meerdere oorzaken kunnen zijn voor de stijging van de
verkoop van de morning-afterpil bij de fabrikant. Sinds medio 2005 is
de morning-afterpil zonder recept verkrijgbaar bij apotheek en
drogist. Drogisten zullen op dat moment een voorraad hebben moeten
aanleggen, wat sowieso tot een éénmalige afzetstijging voor de
fabrikant leidt. Daarnaast is de drempel om de pil aan te schaffen
lager, aangezien men niet meer langs een arts hoeft voor een recept.
Het lijkt mij niet aannemelijk dat de stijging van de verkoop van de
morning-afterpil te maken heeft met het besluit vergoeding van
anticonceptiemiddelen uit het basispakket te schrappen. Zoals gezegd
laat het gebruik van anticonceptiemiddelen vooralsnog geen
significante daling zien. Dit zal mede te maken hebben met het feit
dat anticonceptiemiddelen (inclusief de morning-afterpil) nog steeds
worden vergoed aan vrouwen tot 21 jaar, en een groot aantal
zorgverzekeraars anticonceptie voor vrouwen vanaf 21 jaar heeft
opgenomen in de aanvullende verzekering.
Ik ben bereid onderzoek te doen naar de oorzaken van de
verkoopstijging, zoals ik donderdag 6 april jl. tijdens het debat in
de Tweede Kamer over de Geneesmiddelenwet ook heb aangegeven. Zodra de
uitkomsten van dit onderzoek bekend zijn zal ik de Tweede kamer
hierover informeren.
Vraag 4
Heeft u reeds inzicht in de abortuscijfers over het jaar 2005? Deelt u
de mening dat het aantal ongewenste zwangerschappen is gestegen? Kunt
u aangeven in welke leeftijdscategorieën het aantal ongewenste
zwangerschappen is toe- of afgenomen? Zijn de kosten die voortvloeien
uit het aantal ongewenste zwangerschappen, toegenomen?
Antwoord 4
Ik heb nog geen inzicht in de abortuscijfers over 2005. Het aantal
ongewenste zwangerschappen is meetbaar in het aantal abortussen en
voor een gedeelte in het aantal tienerzwangerschappen (die uiteraard
voor een deel gewenst zijn). In 2004 is het aantal
tienerzwangerschappen gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar.
Het totaal aantal abortussen is in dat jaar licht gestegen, maar
tegelijkertijd is het aantal abortussen onder tieners gedaald
(Landelijke abortusregistratie 2004, Rutgers Nisso Groep). Vrouwen in
de leeftijdsgroep 20-24 jaar hebben het hoogte risico op een abortus.
In deze leeftijdsgroep is het aantal abortussen toegenomen. Het aantal
vrouwen dat in aanmerking kwam voor een vergoeding van de abortus is
met 1% gestegen. De extra kosten die hieruit voortvloeien zijn niet
hoog. De stijging in het aantal abortussen is nog geen trend te
noemen. De cijfers over 2005 zullen uitwijzen of de stijging doorzet
en dus of het aantal ongewenste zwangerschappen stijgt.
Vraag 5
Is er een relatie te leggen tussen het aantal ongewenste
zwangerschappen en uw besluit om de vergoeding voor
anti-conceptiemiddelen uit het basispakket te schrappen?
Antwoord 5
Die relatie is niet te leggen. Mijn besluit, de vergoeding voor
anticonceptiemiddelen uit het basispakket te schrappen, heeft niet
geleid tot een significante verslechtering van anticonceptiegedrag. In
2004 heeft een stijging plaatsgevonden van het aantal abortussen, met
name in de leeftijdsgroep 20-24 jaar, maar het is nu nog niet
duidelijk of de stijging van het aantal abortussen voortduurt.
Hiervoor moet ik de abortuscijfers over 2005 afwachten.
Vraag 6
Kunt u cijfers verschaffen die inzichtelijk maken in hoeverre er
onveilig wordt gevreeën? Is er sprake van een toename van seksueel
overdraagbare ziektes?
Antwoord 6
Er wordt minder onveilig gevreeën dan tien jaar geleden. Zoals al
gezegd is het pil- en condoomgebruik onder jongeren onder de 25 jaar
toegenomen (Onderzoek Seks onder je 25e):
1995 2005
Niets gebruikt 15% 11%
Condoom 69% 79%
Pil 36% 46%
Pil en condoom 24% 37%
Het condoomgebruik onder jongeren en jongvolwassenen is stabiel (68%
in 2005, bron: 'Veilig Vrijen en condoomgebruik bij jongeren en
jongvolwassenen, stand van zaken december 2005', Rutgers Nisso Groep).
Desondanks is er de laatste paar jaren een toename in het aantal HIV
en chlamydia infecties. Dit is deels te verklaren door het actief test
beleid. Het aantal syfilis en gonorroe infecties is gedaald
(Thermometer SOA en HIV, Stand van zaken maart 2006, RIVM).
Vraag 7
Deelt u de mening dat het gebruik van onveilige anti-conceptiemiddelen
is toegenomen sinds u de vergoeding van anti-conceptiemiddelen uit het
basispakket heeft geschrapt?
Antwoord 7
Naar mijn mening bestaat er geen relatie tussen het toegenomen gebruik
van de morning-afterpil en de gewijzigde vergoeding van
anticonceptiemiddelen per 1 januari 2004. Zoals reeds eerder opgemerkt
is het pilgebruik de afgelopen jaren weliswaar licht afgenomen, maar
worden alternatieve anticonceptiemethoden vaker toegepast. Verder is
het ook niet zo dat de morning-afterpil niets kost: deze kost namelijk
ruim EUR 12 per keer. Een vrouw die ter voorkoming van zwangerschap
een aantal keer de morning-afterpil gebruikt in plaats van de normale
anticonceptiepil is al snel duurder uit (de in Nederland meest
gebruikte anticonceptiepil kost ca. EUR 35 per jaar).
Vraag 8
Hoeveel vrouwen hebben in 2005 gebruik gemaakt van de
aftrekmogelijkheid "buitengewone uitgaven bij ziekte", waardoor zij
een deel van hun ziektekosten vergoed konden krijgen? Geldt deze
regeling ook nog sinds de invoering van de zorgtoeslag?
Antwoord 8
De gegevens van de Belastingdienst bevatten geen onderverdeling naar
mannen en vrouwen. Er kan daarom geen uitspraak worden gedaan over het
aantal vrouwen dat gebruik heeft gemaakt van de buitengewone
uitgavenregeling. De buitengewone uitgavenregeling geldt ook nog na
invoering van de zorgtoeslag.
Vraag 9
Deelt u de mening dat uw bezuinigingsmaatregel een efficiënte
uitwerking heeft?
Hoe wilt u gaan stimuleren dat meer mensen veilige
anti-conceptiemiddelen hanteren?
Antwoord 9
De bezuinigingsmaatregel op anticonceptie levert EUR 70 mln per jaar
op, het beoogde budgettaire effect wordt daarmee gerealiseerd.
Ik stimuleer het gebruik van veilige anticonceptiemiddelen primair
door middel van de veilig vrij campagne. Uiteraard financier ik een
groot aantal organisaties die zich bezig houden met preventie op het
gebied van seksuele gezondheid (zie onder andere het Preventieplan soa
en hiv). Tevens ben ik bezig met een herziening van de medische en
seksuologische hulpverlening, zodat vragen op het gebied van
anticonceptie en seksualiteit beter laagdrempelig behandeld kunnen
worden.
1) "Morning-afterpil vaker verkocht", NRC, 25 maart 2006
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport