Provincie Utrecht

Aanjaagteam is welkom in de provincie Utrecht

18-4-2006 -

Gemeenten, corporaties en ontwikkelaars zijn blij met de komst van het aanjaagteam woningbouw van de provincie Utrecht. Uit gevoerde gesprekken blijkt dat er veel vragen zijn en dat een groot aantal woningbouwlocaties om acties vraagt. Betrokken partijen zien een duidelijke rol voor de provincie waar het aanjagen van woningbouw betreft.

Het aanjaagteam startte begin 2006 met het actief benaderen van bij woningbouw betrokken partijen. Met alle gemeenten, vrijwel alle woningcorporaties en een aantal aannemers zijn eerste gesprekken gevoerd om eventuele knelpunten te inventariseren. Het aanjaagteam heeft inmiddels een helder beeld van problemen en wensen. Zo zorgt de complexiteit van regels en procedures vaak voor vertraging. Ook is er vraag naar kennisuitwisseling over bijvoorbeeld grondbeleid en projectfinanciering. Vaak start de bouw later of helemaal niet, omdat een ontwikkelaar nog niet voldoende woningen heeft verkocht. In kleinere gemeenten is er volgens marktpartijen vaak onvoldoende ambtelijke capaciteit. Locaties blijven hierdoor liggen en het ontbreekt soms aan een heldere kijk op prioriteiten. Gemeenten op hun beurt hebben soms problemen met vooral grotere corporaties en ontwikkelaars. De schaalgrootte van deze organisaties maakt onderhandelingen complexer.

Van inventarisatie naar oplossingen
De komende maanden zoomt het aanjaagteam dieper in op de bouwlocatieproblematiek en gaat over tot het aandragen van oplossingen voor concrete problemen. Het aanjaagteam brengt partijen aan tafel en op deze wijze kan de provincie als mediator optreden op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. Procedures zijn sneller te doorlopen door overleg te voeren in de voorbereidingsfase. Ook voert het aanjaagteam meer gesprekken met ontwikkelende bouwers om te kijken hoe aan deze zijde knelpunten zijn op te lossen. Naast deze locatiegerichte aanpak, komen er bijeenkomsten die tot doel hebben private en publieke partijen bij elkaar te brengen en kennisuitwisseling te stimuleren.