Den Haag, 18 april 2006
Vragen van het lid Arib(PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over rimpelvullers
1. Bent u op de hoogte van de berichten over verminking van het gezicht ten gevolge van de permanente rimpelvuller Dermalive?
2. Vindt u het juist dat de Inspectie geen toezicht kan uitoefenen en geen verbod kan uitvaardigen tegen het inspuiten van permanente rimpelvullers, terwijl bekend is dat deze rimpelvullers tot onherstelbare verminkingen kunnen leiden?
3. Bent u van mening dat geen sprake hoeft te zijn van toezicht of verbod op permanente rimpelvullers, omdat mensen die verminkingen aan het gezicht hebben vanwege inspuiting van permanente rimpelvullers, zich uit eigen vrije wil en zonder medische noodzaak hebben laten inspuiten of staat u op het standpunt dat de overheid een taak heeft in het beschermen van mensen tegen dit soort (para)medische ingrepen die ernstige gevolgen kunnen hebben?
4. Bent u bereid het middel Dermalive en andere permanente rimpelvullers zo snel mogelijk onder de Warenwet of onder de geneesmiddelenwet te brengen, zodat wél ingegrepen kan worden? Onder welke wettelijke regeling zou het wel mogelijk zijn om dit soort middelen onmiddellijk te verbieden wanneer ernstige signalen als deze naar voren komen?
5. Wordt een middel als Dermalive in de Verenigde Staten ook toegelaten? Zo nee, welke argumenten heeft men om dit middel niet toe te laten en waarom gelden deze wel in de VS en niet in Nederland?
6. Vindt u het acceptabel dat in feite iedereen zo maar middelen kan inspuiten, die onvoldoende zijn onderzocht en die tot ernstige verminkingen kunnen leiden?
7. Vindt u een CE-keurmerk nog steeds voldoende voor een stof die in het lichaam wordt ingespoten, waarbij een kans bestaat op chronische nadelige gevolgen? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u hier aan doen?
8. Bent u nu bereid een verplichte registratie in te voeren voor deze middelen, waarbij wordt geregistreerd waar het middel wordt toegediend, door wie, bij wie, wanneer en met welke korte en lange termijn resultaten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven en wanneer?
9. Bent u bereid de Inspectie voor de gezondheidszorg een onderzoek te laten uitvoeren naar de omvang van dit probleem?
10. Bent u bereid deze vragen vóór plenaire behandeling van de Wijziging van de warenwet te beantwoorden? *
Algemeen Dagblad,15-4-2006
---
Met vriendelijke groet,
Chantal Linnemann
Secretaresse Voorlichting
Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid
Plein 2
K 104
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Tel: 070 318 2694
Fax: 070 318 2800
c.linnemann@tweedekamer.nl
Partij van de Arbeid