Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag Directie Politieke Zaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum18 april 2006BehandeldA.P. van Wiggen
KenmerkDPZ/TND-086/2006Telefoon070-3485284
Blad 1 Fax 070-3484638
Bijlage(n)1Andre-van.wiggen@minbuza.nl
BetreftBeantwoording vragen van het lid Wilders inzake het gebruik van islamgerelateerde woorden door de EU
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Wilders over het voornemen van de Europese Unie om bepaalde islamgerelateerde woorden niet meer door EU-officials en politici te laten gebruiken. Deze vragen werden ingezonden op 12 april 2006 met kenmerk 2050611660.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Wilders (Groep Wilders) over het gebruik van islamgerelateerde woorden door de EU.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Europese Unie in het geheim een lexicon in voorbereiding heeft met richtlijnen voor EU-officials en politici waarin wordt gesteld dat woorden als islamitisch terrorisme, islamisme, fundamentalisme en jihad niet meer gebruikt mogen worden omdat ze volgens een woordvoerder van de Europese Unie "de problemen alleen maar vergroten" en men van mening is dat dergelijk woordgebruik ook ongepast is omdat "het woord islam vrede betekent"? 1)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Deelt u de mening van de Europese Unie dat met het inperken van een bepaald woordgebruik belangrijke problemen worden opgelost of deelt u de mening dat dit enkel een teken is van valse politieke correctheid en zuiver dhimmi-gedrag?
Antwoord
In het kader van het EU Actieplan Radicalisering en Rekrutering is binnen de EU de afspraak gemaakt dat de Raad en de Commissie als onderdeel van een brede communicatiestrategie zullen werken aan de ontwikkeling van een emeenschappelijke lijst van definities. Goede communicatie is belangrijk om radicaliserings- en rekruteringsprocessen tegen te gaan. De strategie is met name bedoeld om in het publieke debat aan te geven voor welke democratische waarden de EU staat. Het gebruik van terminologie in dat debat die de islam als zodanig verbindt met terrorisme, is niet correct en onwenselijk. Dit betekent vanzelfsprekend niet dat begrippen als "islamisme", "fundamentalisme" en "jihad" niet meer zouden mogen worden gebruikt. Ik heb het belang van correct gebruik van begrippen nog eens benadrukt bij het in ontvangst nemen van het WRR-rapport "Dynamiek in islamitisch activisme" op 12 april j.l.
Vraag 3
Bent u bereid met kracht afstand te nemen van dit Europese voornemen?
Antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 2
Vraag 4
Wilt u deze vragen vóór dinsdag 18 april a.s. 12.00 uur beantwoorden?
Antwoord
Ja
1) Reuters, 11 april 2006
Ministerie van Buitenlandse Zaken