Ross kan leren van Vliegenthart

PH Nieuwsbrief 211.10

ROSS KAN LEREN VAN VLIEGENTHART BIJ HET WEGWERKEN VAN WACHTLIJSTEN IN JEUGDZORG

Staatsssecretaris Ross en Minister Hoogervorst onderhandelen dezer dagen met Minister Zalm over extra geld om de wachtlijsten bij de jeugdzorg weg te werken. Het is de enige sector waarvoor zij voor 2007 extra geld vragen. Deze mededeling deed Hoogervorst in zijn toespraak op het Nederlands Congres Volksgezondheid, dat op 12 en 13 april plaatsvond in De Doelen te Rotterdam. Aan dat congres namen bijna 600 professionals, beleidsmakers en onderzoekers op het terrein van preventie deel. Het beleidsvoornemen van Ross en Hoogervorst doet denken aan dat van Staatssecretaris Vliegenthart in het laatste jaar van Paars 2. Zij had toen te maken met lange wachtlijsten in de ouderenzorg. Ook zij vroeg en kreeg extra middelen van Zalm om wachtlijsten bij thuiszorg, verzorgingshuizen en verpleeghuizen weg te werken. Het VWS beleid was toen erop gericht om concrete projectvoorstellen uit te lokken gericht op het verkorten van wachttijden. Er ging geen ongelabeld geld naar zorgkantoren of zorgaanbieders. Uit stad en land kwamen toen vele initiatieven naar voren, waarvan de meeste werden gehonoreerd. Het beleid van Vliegenthart werkte: tot op de dag van heden ontbreken wachtlijsten in de ouderenzorg, al komen er nu signalen uit het veld dat ze weer toenemen. Het beleid van Vliegenthart zouden zorgonderzoekers thans zandzakkenbeleid noemen. Als de stroom van zorg zoekenden niet meer is in te dammen en te kanaliseren, als de zorgpolder dus dreigt te overstromen, moeten er op zwakke plekken projecten komen, ofwel in een metafoor zandzakken worden gelegd daar waar de dijken dreigen door te breken. Discussie over schuldvraag, verantwoordelijkheden van de dijkgraaf en decentralisatie naar polderbestuurders zijn dan even niet interessant. Gelet op de ervaringen bij het wegwerken van wachtlijsten voor ouderenzorg lijkt het de moeite van het overwegen waard om thans dezelfde aanpak te volgen in de sector jeugd.

JEUGDPROFESSIONALS AARZELEN OVER EXTRA GELD OM WACHTLIJSTEN WEG TE WERKEN

Wat ontbreekt in de jeugdzorg zijn ten eerste horizontale ketens ofwel wijknetwerken tussen bijvoorbeeld jeugdartsen, huisartsen, leerkrachten, peuterspeelzaalleidsters en profesionals van bureaus jeugdzorg. Wat ten tweede ontbreekt zijn verticale ketens tussen bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg, bureaus jeugdzorg, jeugdpsychiatrische afdelingen van instellingen en 24-uurs voorzieningen voor kinderen. Hier moet gaan gelden dat de verwijsprocedures van de jeugdgezondheidszorg aansluiten op de intake procedures van de bureaus jeugdzorg. Verder moet de samenwerking tussen beide inniger worden, door bijvoorbeeld jeugdartsen aan te stellen bij de bureaus en voorposten van de bureaus te openen binnen de jeugdgezondheidszorg. Alleen extra geld pompen in de jeugdgezondheidszorg of in de Bureaus jeugdzorg, het is de vraag of dat zin heeft. Deze conclusie kwam naar voren tijdens een workshop van meer dan 100 deelnemers op het Nederlands Congres Volksgezondheid, dat op 12 en 13 april plaatsvond in De Doelen te Rotterdam. Aan dat congres namen bijna 600 professionals, beleidsmakers en onderzoekers op het terrein van preventie deel. De Amsterdamse hoogleraar Volksgezondheid prof.dr. Niek Klazinga en jeugdarts Ineke van Eerdenburg openden het debat in de genoemde workshop. Laatstgenoemde trad op als bestuurder van de beroepsorganisatie van jeugdartsen, de AJN, en noemde twee patiëntencasussen om te demonstreren, dat de samenwerking tussen jeugdgezondheidszorg soms goed en soms slecht loopt. De eerste casus betrof een scholiere met eetstoornissen die uitstekend en bijtijds werd opgevangen. De tweede betrof een achtjarige jongen, een druktemaker, wiens gedrag tot grote spanningen in het gezin leidde. Alle hulpverleners waren ervan op de hoogte, maar niemand voelde zich verantwoordelijk om hulp te bieden. Ondergetekende leidde het debat. Het was voor de eerste keer dat ik mij met loopmicrofoon bewoog te midden van vele professionals. Bij de voorbereiding van het debat viel op, dat geen enkele directeur van een Bureau Jeugdzorg bereid was het debat mede te openen. We hadden er vijf benaderd.

EERSTELIJN EN ZIEKENHUIS GAAN VOOR PREVENTIE
In de Haagse binnenstad functioneert het gezondheidscentrum Rubenshoek. De huisartsen aldaar verwijzen patiënten met overgewicht naar een bewegingsprogramma, dat financiëel wordt ondersteund door zorgverzekeraar Delta LLoyd en de Gemeente Den Haag. Het project heet Bewegen op recept. De eerste evaluatie uitkomsten zijn de volgende: 80% van de verwezen patiënten sport meer, 70% gebruikt minder medicijnen en het huisartsenbezoek daalt. Deze gegevens staan vermeld in de brochure Zorg in Beweging , die de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF) presenteerde tijdens het Nederlands Congres Volksgezondheid op 12 en 13 april. In die brochure staan nog drie initiatieven beschreven van zorgaanbieders die preventieve programma's aan bieden. Dat zijn het Big Move programma van het Amsterdamse gezondheidscentrum Venserpolder, de integrale aanpak van overgewicht bij kinderen van het Slotervaart ziekenhuis te Amsterdam en het Hartslag 2 programma van het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Dit laatste programma is gericht op het het gunstig beïnvloeden van rookgedrag, voeding, beweging en omgaan met stress van hartpatiënten. De twee genoemde eerstelijnsprojecten vormden onderwerp van een brede en boeiende discussie tijdens een volle workshop, die de NPHF samen met andere organisaties had georganiseerd tijdens het genoemde congres. Auteur van de brochure Zorg in Beweging is NPHF medewerker Petra van Wezel. Wie de brochure digitaal wil ontvangen, stuurt een mail naar secretariaat@nphf.nl

REGULIERE EN ALTERNATIEVE ARTSEN VINDEN ELKAAR
Als homeopathische arts én patiënt geloven in homeopathie, werkt de behandeling vrijwel altijd. Als de een er wel in gelooft en de ander niet, werkt de behandeling in 50% van de gevallen. Geloven beiden er niet in, dan werkt homeopathie vrijwel nooit. Deze stelling kwam naar voren tijdens een debat op zaterdag 8 april in de Gemeente Bibliotheek te Utrecht. Dat debat vond plaats tussen Cees van der Smagt namens de Vereniging tegen Kwakzalverij, twee homeopathische artsen en een fysiotherapeut-acupuncturist. Ondergetekende leidde het debat waaraan in totaal circa 90 personen deelnamen. Wat opviel is dat alternatieve én reguliere professionals benadrukten dat zij elkaar aanvulden en geen vijandigheden uitwisselden tijdens de discussie in de bibliotheek. Beiden keurden de schorsing goed door de tuchtrechter van de professionals die Sylvia Millecam ten onrechte te lang op een alternatieve manier behandelden. Beide groepen wezen ook op het gevaar van oplichters die aan kankerpatiënten in doodsnood waardeloze therapieën aanbieden tegen veel geld. Het laatst uitgekomen nummer van filosofieblad Ode kreeg aandacht. Daarin wordt het effect onderzocht van geloven in de therapie binnen de reguliere geneeskunde. Ook daar speelt deze factor mee. In zorgonderzoek heet het effect van deze factor het Placebo effect. Het blad Ode spreekt van het Kusje-op-de-knie-effect van bijvoorbeeld de vader die op de pijnlijke knie van zijn gevallen kind een kusje geeft.

ENGELSE HUISARTSEN ZIJN MEESTAL NIET VERPLICHT OM DIENSTEN TE DOEN

In Nieuwsbrief 207 stond een bericht dat huisartsen verdwijnen uit de Engelse spoedzorg. Enkele lezers wezen erop dat dat bericht te stellig is. Voor ondergetekende was dit aanleiding om nadere informatie te vragen aan twee Engelse huisartsen, Sue Davidson uit Southampton en de Nederlandse Gilles de Wildt die als huisarts werkt in Birmingham. Ik geef een samenvatting van hun reacties. Sinds april 2004 zijn niet alle Engelse huisartsen verplicht om zorg te bieden buiten kantoortijd. Een aantal huisartsenpraktijken is nog steeds verantwoordelijk voor de 24 uurs zorg. Andere praktijken hebben, tegen inkomensderving, ervoor gekozen om die verantwoordelijkheid over te dragen aan Primary Care Trusts (PCT's), de organisaties die binnen de NHS de eerstelijn en ziekenhuizen aansturen. Deze PCT's regelen de spoedzorg van huisartsen buiten kantoortijd op drie manieren: 1. Ze betalen waarneemgroepen die vroeger alle NAW diensten regelden. Sommige van die waarneemgroepen gingen daarmee na 1 april 2004 door.2. De PCT's betalen commerciële bureaus die de diensten organiseren. Die huren via advertenties huisartsen daarvoor in. 3. Via de NHS Direct komen buiten kantoortijden telefonische verzoeken binnen om huisartsenhulp. Deze vezoeken worden deels direct via de telefoon afgehandeld door verpleegkundigen die binnen huisartsenstandaarden werken. Na triage geeft NHS Direct ongeveer de helft van de verzoeken door aan de waarneemgroep of het commercieel bureau die het patientengebied verzorgt. Dat kan leiden tot een bezoek aan de huisartsenpost of een visite. NHS Direct kan ook onmiddelijk een ambulance inschakelen. Het resultaat van de wijziging in de formele taakstelling per 1 paril 2004 is ten eerste, aldus Gilles de Wildt, dat de meeste Engelse huisartsen geen of nauwelijks diensten meer draaien. Ten tweede: er zijn voldoende vrijwilligers onder de huisartsen om deze diensten te doen. Een overzicht van spoedzorg door huisartsen buiten kantoortijden is te vinden op de website van de Engelse huisartsen vereniging, de Royal College of General Practitioners. De URl van deze website is www.rcgp.org.uk

PRESTATIE INDICATOR WERKT AVERECHTS IN ENGELSE SPOEDZORG

De Spoed Eisende Hulpafdelingen (SEH's) van Engelse ziekenhuizen kennen tegenwoordig prestatie indicatoren waarover ze verantwoording moeten afleggen aan massamedia, inspectie en aan de besturen van de NHS. Één van die indicatoren luidt, dat een SEH patiënt binnen vier uur behandeld is. Deze indicator leidt ertoe, zo viel een Nederlandse, professionele bezoeker van een Engelse SEH op, dat ambulances met patiënt staan te wachten op het parkeerterrein op een seintje van de SEH dat zij hun patiënt mogen inklaren. Op die manier blijft de SEH werken binnen haar indicator van vier uur. Er is sprake van een averechts effect, dat op drie manieren is tegen te gaan. Ten eerste door de indicator te laten gelden vanaf het moment dat de ambulance arriveert en de ambulanceverpleegkundige zich voor de eerste keer met patiënt aanmeldt bij de SEH. Ten tweede zouden SEH's ook rapportcijfers van verwijzers en patiënten moeten gebruiken als indicator voor de kwaliteit van zorg. Dan zou dat geparkeerd worden ongetwijfeld leiden tot onvoldoendes. Ten derde zijn er ketenindicatoren denkbaar voor ambulancezorg en SEH zorg tezamen, bijvoorbeeld de totale doorstroomtijd voor beide tezamen en de mate van congruente diagnostiek In Nederland doen VUmc hoogleraar Joost Bierens en zijn medewerker Betty Hoogervorst onderzoek naar intelligente indicatoren voor spoedzorg warbij averechtse effecten zijn uitgesloten. Wil je meer over hun studie weten, stuur dan een email naar jbierens@vumc.nl Accountantskantoor Deloitte en het Julius Centrum organiseren de elf dagdelen durende Masterclass Prestatie indicatoren en management Control . Daar leer je om te gaan met prestatie indicatoren als management instrument en te integreren in het financiële management. Wil je aan deze masterclass deelnemen? Surf dan naar www.integratedcare.nl en klik door naar Nascholingsagenda.

COMA PATIËNTEN IN SOAPSERIES HERRIJZEN VAKER DAN IN HET ECHT

In de periode van 1 januari 1995 tot 15 mei 2005 verschenen negen soapseries op de Amerikaanse televisie. Daarin raakten 64 personages in een coma. Onderzoekers Casarett c.s. vergeleken de gevolgen van deze coma's met die uit een meta analyse over de sterftekans van coma patiënten in het echt. Deze is voor comateuse trauma patiënten in de soap serie 6% en in werkelijkheid 67%. Voor comateuse niet-traumapatiënten bedragen deze sterftekansen 4% respectievelijk 53%. Van de overlevenden in de soapseries was de wederopstanding vrijwel altijd zonder blijvende beperkingen. Dat gold voor 89% van de traumapatiënten en voor 91% van de niet trauma patiënten. In het echt bedragen deze percentages één respectievelijk zeven procent. Deze onderzoeksresultaten kwamen aan de orde tijdens de afsluiting van de cursus Gezondheidsrecht van het Julius Centrum. Die vond eind maart plaats. De Nijmeegse oncoloog Verhagen sloot de reeks van elf colleges voor niet-juridisch gesschoolde professionals af met een boeiende verhandeling over de relatie recht en medische beslissingen rond het levenseinde van comateuse patiënten. Hij en de andere docenten wezen op het gevaar dat medische informatie uit soapseries en andere amusementsprogramma's leiden tot een verkeerde beeldvorming over de herstelkansen van coma patiënten. Zij gebruikten daarbij het hier besproken artikel, dat in het kerstnummer 2005 van de British Medical Journal verscheen. Je kunt het downloaden via www.bmj.com De cursus Gezondheidsrecht gaat weer van start in januari 2007.

STAGIAIRS GEZOCHT VOOR INVENTARISATIE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG - PROGRAMMA'S

In de Geestelijke gezondheidszorg (GGz) wordt steeds meer gewerkt met zorgprogramma's, bijvoorbeeld voor mensen met schizofrenie of stemmingsstoornissen. Overal worden deze programma's thans ingevoerd. Hoe snel gebeurt dat? Wat zijn de eerste ervaringen? Welke voor- en tegenspoed ontmoeten initiatiefnemers? Deze vragen trachten onderzoekers van het Julius Centrum en het Trimbos Instituut te beantwoorden. Zij hebben daarbij de hulp nodig van stagiairs die een vragenlijst onderzoek onder leidinggevenden van zorgprogramma's willen uitvoeren. De begeleisding berust bij drs. Adrie Peters van het julius Centrum en drs. Henk Verburg van het Trimbos Instituut. Ben jij zesdejaars medisch stagiair in Utrecht? Of wil je afstuderen bij een faculteit Sociale Wetenschappen, zorgwetenschappen of vergelijbare studierichting? Ben je tenminste acht weken beschikbaar? Stuur dan een email naar Adri Peters op a.peters@umcutrecht.nl. Je kunt hem ook bellen op 06 3397 6383

CERTIFICERING EN KWALITEIT VAN ZORG STAAN CENTRAAL OP 10 MEI IN NIEUWEGEIN

De Nederlandse Vereniging voor Kwaliteit van Zorg (NVKZ) organiseert op 10 mei, 1300 -1700 uur een studiemiddag over certifiering en accreditering en het werken met prestatie indicatoren. De conferentie heet De toekomst van certificering. Als sprekers treden op CBO senior beleidsmedewerker Marius Buiting, HKZ directeur Laurie Ickenroth, RVB voorzitter van het CWZ ziekenhuis te NIjmegen Jaap van den Heuvel als ook IGZ inspecteur Jenneke van Veen. Een forum discussie sluit de conferentie af. Wil je op de hoogte raken van actuele ontwikkelingen rond certificering en prestatie-indicatoren? Ga dan op 10.5 naar het Nieuwegein's Business Center. Het entreegeld bedraagt 192,50 voor niet NVKZ leden. Leden krijgen korting. Wil je meer informatie of wil jij je inschrijven? Surf dan naar www.nvkz.nl of sturu een email naar nvkz@nvkz.nl

VERPLEEGKUNDIGEN HERIJKEN HUN BEROEP OP 11 MEI OP HET VUMC

Op de Dag van de Verpleging, op 11 mei, 900 - 1600 uur organiseert het VUmc samen met het tijdschrift TVZ en de vereniging VU Windesheim een symposium onder de titel Verpleegkundige kennis maakt beter: de verpleegkundige als zorgvelener en regisseur. Technologische ontwikkelingen, toenemende betrokkenheid van de patiënt, bejegening van patiënten en hun familie, veiligheid en voeding vragen om een herijking van het verpleegkundige beroep. De kern van het verpleegkundige beroep zijn tegenwoordig de functies zorgverlener en regisseur. Tijdens het symposium komen de genoemde ontwikkelingen in relatie tot het verpleegkundige beroep uitvoerig aan de orde in diverse workshops. Verpleegkundig corifee en RVB lid van het Vlietland Ziekenhuis te Schiedam Janneke van Vliet sluit het symposium af. Ben jij verpleegkundige?Heb jij hart voor je beroep? Ga dan naar dit symposium. Het inschrijfgeld bedraagt slecht 110 euro. Je schrijft je in via website www.paog.info Je kunt ook een email sturen naar paog@vumc.nl

VERANTWOORDING
Hierbij ontving je de wekelijkse nieuwsbrief van de Disciplinegroep Public Health van het Julius Centrum. Wil je de brief niet meer ontvangen, laat dat dan weten. Wil je meer weten of een activiteit bijwonen naar aanleiding van een bericht, neem dan contact op. Wil je delen van de nieuwsbrief verspreiden onder collega's, doe dat. Je collega's kunnen zich ook aanmelden voor rechtstreekse toezending. Je meldt je aan en af door een mail te sturen naar PH.Nieuwsbrief@planet.nl Bij afmelding graag vermelden welke versie (bv 200.1, 200.2, etc) je ontving.

De nieuwsbrief is gericht aan een aantal relaties van de Disciplinegroep: collega's binnen en buiten het Julius Centrum, pao- en keuzeblok studenten, gastdocenten, stage-verleners aan co assistenten Sociale Geneeskunde, onderzoeksrelaties, subsidiënten en overigen die geïnteresseerd zijn in Utrechts Volksgezondheids onderwijs en in onderzoek naar zorginnovaties, ketenzorg en transmurale zorg. De Nieuwsbrief verschijnt wekelijks op zondag of maandag. Eerdere edities tref je aan vanaf nr 65 op de internetsite www.integratedcare.nl Opsteller van deze nieuwsbrief is:

Guus Schrijvers
Hoogleraar Structuur en functioneren van de
Gezondheidszorg
Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen
en Eerstelijnsgeneeskunde
Universitair Medisch Centrum Utrecht
email: a.j.p.schrijvers@umcutrecht.nl
tel 030 250 9359