Raad voor de Journalistiek

Actuele Zaken / Uitspraken

Hieronder volgt een samenvatting van een uitspraak van de Raad voor de Journalistiek. Voor de volledige uitspraken wordt u verwezen naar de website: www.rvdj.nl waar u bij "De uitspraken" met behulp van het bij de samenvatting vermelde volgnummer de uitspraak kunt opvragen.

NVM, Schieland Borsboom NVM Makelaars en C.J. Borsboom / Kassa (VARA)

Uitspraak: deels gegrond

Klagers maken bezwaar tegen een uitzending van het televisieprogramma Kassa, waarin aandacht is besteed aan de handelwijze van makelaars. De klacht betreft allereerst het opnemen en uitzenden van fragmenten van telefoongesprekken zonder medeweten van de opgebelde makelaars. Verweerders hebben beoogd hun kijkers te informeren omtrent misstanden in de branche van makelaars. Deze misstanden zouden onder meer erin zijn gelegen dat sommige makelaars meewerken aan de zogeheten stroman-constructie. Het is niet onzorgvuldig dat verweerders in het kader van hun onderzoek de telefoongesprekken met de makelaars hebben opgenomen, zonder die makelaars daarvan in kennis te stellen. Naar het oordeel van de Raad biedt de inhoud van de volledige telefoongesprekken echter onvoldoende grondslag voor de conclusie dat de bedoelde misstanden bestaan. De telefoongesprekken geven geen blijk van enige misstand noch wordt daarmee het publiek geïnformeerd over feiten en bijzondere omstandigheden die de ernst van de situatie scherper naar voren doen komen. Door toch tot uitzending van fragmenten van die telefoongesprekken over te gaan, hebben verweerders derhalve journalistiek onzorgvuldig gehandeld. (vgl. RvdJ 2005/30 en 2005/10)
Daarnaast is in de uitzending de essentie van de telefoongesprekken weggelaten en is ten onrechte geconcludeerd dat een aantal van de gebelde makelaars hun medewerking daadwerkelijk zou hebben verleend aan de stroman-constructie.
Verder laat de vormgeving van de uitzending de kijker weinig ruimte voor een andere conclusie dan dat de handelwijze van menig makelaar niet deugt. Voor een dergelijke zeer ernstige beschuldiging is bij uitstek een deugdelijke grondslag vereist, maar die ontbreekt. Ook op dit punt is de klacht gegrond. (vgl. RvdJ 2004/98)
Door het achterwege laten van wederhoor bij de gebelde makelaars zijn geen grenzen van journalistieke zorgvuldigheid overschreden, nu die makelaars volledig onherkenbaar zijn gebleven en aan de vice-voorzitter van de NVM om commentaar is gevraagd.
In de uitzending is tevens een bepaalde casus geschetst. De Raad acht het aannemelijk dat door de wijze waarop dat is gebeurd, Borsboom wél in de uitzending is herkend en daarop is aangesproken. Gesuggereerd is dat Borsboom in de uitoefening van zijn beroep onoorbaar heeft gehandeld. Borsboom en diens onderneming worden aldus zodanig in hun beroeps- c.q. bedrijfsuitoefening gediskwalificeerd, dat verweerders die beschuldigingen niet hadden mogen publiceren zonder wederhoor toe te passen. Door dit na te laten hebben zij jegens Borsboom c.q. zijn onderneming journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
Ten slotte heeft de Raad zich uitgelaten over de wijze waarop de vice-voorzitter van de NVM in de uitzending om commentaar is gevraagd. Het zou verkieslijker zijn geweest indien verweerders bij de voorbereiding van de uitzending ter zake meer openheid van zaken hadden gegeven, ten einde de vice-voorzitter van de NVM in staat te stellen daarop direct in dezelfde uitzending adequaat te reageren. Daardoor zou ook het publiek wellicht beter zijn geïnformeerd; het is de vraag of het publiek dat de gewraakte uitzending heeft gezien, ook heeft gekeken naar een latere uitzending, waarin de vice-voorzitter opnieuw aan het woord is gelaten. Dat verweerders dat hebben nagelaten is echter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, niet van zodanige aard dat zij daarmee grenzen hebben overschreden. (vgl. RvdJ 2003/23 en 2001/48)
Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: bandopnames, bronnen, hoor en wederhoor, verzwijgen eigen identiteit

- Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2006/21