WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : DN. 2006/978
datum : 13-04-2006
onderwerp : Natuurbeleving in basisonderwijs.
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
In uw brief d.d. 21 maart 2006 (kenmerk 06-LNV-B-24) vraagt u naar de
stand van zaken betreffende de toezeggingen die ik heb gedaan naar
aanleiding van de Kamervragen rond het thema jeugd, natuur en
gezondheid, door u samengevat als 'Natuurbeleving in het
basisonderwijs'.
Middels deze brief informeer ik u over de activiteiten die LNV reeds
onderneemt om natuurbeleving bij de jeugd te bevorderen en over het
contact daarover met mijn collega Van der Hoeven.
Aanleiding
In de afgelopen jaren is in het natuurbeleid veel geïnvesteerd in het
beschermen en ontwikkelen van natuur vanuit een ecologische
invalshoek. Dit is en blijft belangrijk voor de natuur als basis voor
een duurzame samenleving. Toekomstige generaties mogen van deze natuur
gaan genieten maar zullen er tevens zorg voor moeten dragen. Daarvoor
is het echter essentieel dat de jeugd van nu op jonge leeftijd reeds
een verbondenheid met deze natuur ontwikkelt. Bovendien heb ik de
stellige overtuiging dat natuur en groen voor kinderen een
basisbehoefte vormen en dat de natuur er voor hen niet alleen dient te
zijn, maar ook beleefd, geroken en geproefd moet kunnen worden, als
essentieel onderdeel van hun opvoeding en ontwikkeling.
Het blijkt echter dat een groot deel van de jeugd niet of nauwelijks
met de natuur in aanraking komt en hier kennis over ontwikkelt.
Uw vragen tijdens de begrotingsbehandeling van LNV oktober jl.
ondersteunen dan ook mijn initiatieven om de jeugd meer in direct
contact te brengen met de natuur om hen heen en meer aandacht te
richten op het belang van deze natuur.
Het probleem reikt hiermee verder dan alleen het natuurbeleid. Het
raakt ook aan de fysieke en sociaal-emotionele gezondheid van
kinderen, die juist in de natuur volop kunnen bewegen, frisse lucht
inademen en zich ontspannen. Dit is zeer belangrijk, mede gezien de
recente onderzoeken die aangeven dat 31% van de kinderen te dik is en
hiermee samenhangend slechts 3% van de kinderen in de stad voldoende
beweegt. In deze context zie ik dan ook goede mogelijkheden om met het
stimuleren van directe natuurbeleving vanuit mijn beleidsterrein bij
te kunnen dragen aan een gezonde jeugd.
Huidige activiteiten
Mijn ministerie zet zich reeds middels tal van activiteiten in om
direct contact van de jeugd met hun natuurlijke leefomgeving te
bevorderen. Ik noem hier een aantal belangrijke inspanningen:
* 'Regeling draagvlak natuur': de 'Regeling draagvlak natuur'
ondersteunt onder meer een scala aan natuur- en milieueducatieve
projecten, waarvan een belangrijk deel betrekking heeft op de
jeugd. Middels concrete projecten stimuleer ik bovendien een goede
doorwerking van natuur en natuurbeleving in het onderwijs. Als
recent project vanuit de Universiteit Utrecht, het Natuurcollege
en SBB noem ik het project 'Natuur-Onderwijs Buiten';
* 'Leerlijn Natuur': voor primair tot beroepsonderwijs heb ik een
'Leerlijn Natuur' laten ontwikkelen;
* Themasite 'Natuurlijk' op Kennisnet: ik heb een themasite voor het
voortgezet onderwijs en het (V)MBO laten ontwikkelen op Kennisnet
met als doel het bevorderen van kennis over en inzicht in de
natuur in relatie tot het natuurbeleid. Voor het basisonderwijs is
natuur als thema in de bestaande structuur van Kennisnet
opgenomen;
* Onderzoek: via ondersteuning van diverse onderzoeken wordt het
belang van een directe natuurbeleving voor de jeugd verder
onderbouwd. In het algemeen wordt de jeugd als doelgroep
structureel ingebed bij de kennisaansturing;
* Nota Natuur- en Milieueducatie: in samenwerking met de ministeries
van VROM en OCW werk ik momenteel aan een nieuwe nota Natuur- en
Milieueducatie (NME), die in de loop van dit jaar aan uw Kamer zal
worden aangeboden. Deze nota zal de visie van de rijksoverheid
beschrijven op het maatschappelijk belang van NME en indien nodig
nieuw beleid formuleren;
* 'Groen in en om de stad': in het kader van 'Groen in en om de
stad' (GIOS) zet ik mij actief in voor meer groen in en om de
stad. Kwetsbare groepen waaronder jongeren vormen hierbij een
belangrijke doelgroep.
Daarnaast werk ik samen met andere maatschappelijke partijen om
natuurbeleving bij de jeugd te stimuleren, zoals in het kader van de
volgende activiteiten:
* Rondetafelgesprekken: ter verkenning van de strategieën om de
aandacht voor natuur bij de jeugd te versterken heeft er reeds in
het najaar van 2005 een aantal rondetafelgesprekken plaatsgevonden
met een aantal maatschappelijke partijen op het gebied van jeugd
en/of natuur. Deze gesprekken hebben geresulteerd in waardevolle
aanbevelingen waarmee we in de toekomst aan de slag kunnen gaan;
* 'Binding van Jongeren met Natuur': tevens laat ik met een aantal
partners (onder andere Vereniging Natuurmonumenten,
Vogelbescherming Nederland en De Vlinderstichting, verenigd in de
'WILDzoekers') de beweegredenen verkennen van jongeren om actief
betrokken te zijn bij de natuur. Doel is de verdere uitwerking van
de juiste strategie(ën) om hen meer bij natuur en milieu te
betrekken;
* Staatsbosbeheer (SBB): SBB wil bij het bevorderen van directe
natuurervaringen op jonge leeftijd een belangrijke rol spelen. Ik
juich dit toe en heb hier in het kader van mijn jaarlijkse
opdrachtverlening aan SBB dan ook specifiek aandacht besteed.
SBB pakt dit onderwerp actief op en zal zich specifiek gaan
richten op het versterken van de samenhang tussen beleving van,
inspiratie door en kennis over de natuur bij kinderen van 4 tot 12
jaar. SBB geeft hier reeds uiting aan door het aanleggen van
Speelbossen en het bijdragen aan de organisatie van de jaarlijkse
Boomfeestdag.
Tevens zet mijn ministerie zich in voor goede initiatieven op het
gebied van natuur en gezondheid, die ik van groot belang acht voor de
jeugd, zoals:
* 'Ga voor Gezond': in samenwerking met het NIGZ, de ministeries van
VWS en VROM en verschillende maatschappelijke partijen ondersteun
ik een nationale schoolcompetitie voor het basisonderwijs. Middels
deze competitie willen we de groeiende ongezonde leefstijl van
kinderen op een leuke manier aanpakken en alle initiatieven en
lesprogramma's rondom gezondheid met elkaar verbinden;
* 'Natuur & Gezondheid': met de ministeries VROM en VWS heb ik aan
de Raad voor Ruimtelijk Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO), de
Gezondheidsraad en overig betrokken raden een advies gevraagd ter
vergroting van het inzicht in de mate waarin de natuur een
positieve waarde heeft voor de gezondheid. Het eerste deeladvies,
waarin de bestaande wetenschappelijke kennis op dit gebied in
kaart is gebracht, is reeds verschenen. Momenteel loopt het tweede
deeladvies. Dit moet onder meer resulteren in een kennisagenda op
het gebied van natuur en gezondheid;
* 'Vitamine G': dit onderzoeksproject van de universiteiten van
Wageningen, Utrecht en het NIVEL zal de relatie tussen groen en
gezondheid nader kwalificeren en kwantificeren;
* Zorgboerderijen: samen met het ministerie VWS ondersteun ik het
Landelijk Steunpunt Landbouw & Zorg. Hierdoor kunnen zogenaamde
zorgboerderijen onder andere jongeren voor wie op een of andere
wijze de gangbare wegen niet meer werken, een extra kans bieden om
tot rust, ontspanning en herwonnen zelfvertrouwen te komen.
Tenslotte heb ik het voornemen om de Raad voor het Landelijk Gebied te
verzoeken dit jaar een beleidsadvies uit te brengen over jeugd en de
natuur om hen heen, mede gezien de aanwijzingen voor gunstige effecten
van de natuur op hun gezondheid en ontwikkeling.
Vanuit mijn ministerie wordt dus al vanuit verschillende invalshoeken
aan het onderwerp jeugd, natuur en gezondheid gewerkt. Behalve mijn
eigen inspanningen en die van Staatsbosbeheer zijn ook vele andere
maatschappelijke actoren, zoals andere terreinbeherende organisaties,
natuur- en milieuorganisaties en jongerenorganisaties zoals de
Nationale Jeugdraad actief bezig om het contact tussen jeugd en de
natuur te bevorderen. Ik zal mijn inspanningen blijven voortzetten en
andere betrokken actoren blijven stimuleren dit ook te doen, dan wel
op te pakken.
Vernieuwde aanpak - Jongeren centraal
Hoewel ik ervan overtuigd ben dat de huidige inzet een gunstig effect
heeft, is er aanleiding om na te gaan of nieuwe methoden en aanpakken
nodig zijn om het contact tussen de jeugd en de natuur optimaal te
stimuleren. Een belangrijke rol is hierbij naar mijn mening weggelegd
voor de jongeren zelf. Hoe kijken zij tegen dit probleem aan en wat
zien zij als kansrijke nieuwe aanpakken en activiteiten? Om hen actief
te betrekken wil ik een jeugdpanel instellen, zodat toekomstige
activiteiten ook volgens ideeën van de jongeren zelf ingericht kunnen
worden.
Samenwerking
Om onze inspanningen zo effectief en efficiënt mogelijk te laten zijn,
is in de eerste plaats een goede samenwerking tussen alle betrokken
partijen - zowel overheden als maatschappelijke organisaties -
vereist.
Ik heb inmiddels contact gehad met minister Van der Hoeven. Daarbij
heb ik de zorg van de Kamer over kennis van de natuur bij en directe
natuurbeleving van de jeugd overgebracht. Wij zullen binnenkort verder
spreken over de mogelijkheden om binnen de grenzen van het
onderwijsbeleid jeugd en natuur weer dichter bij elkaar te brengen.
Daarnaast wordt interdepartementaal overlegd met de ministeries VWS en
VROM. Hierbij worden de mogelijkheden tot samenwerking op het gebied
van de jeugd verkend, zodat onze inspanningen optimaal zullen
bijdragen aan een gezonde jeugd in een gezonde leefomgeving.
Tot slot
Uw vragen betreffende het onderwerp komen vanuit verschillende
invalshoeken: gebrek aan algemene kennis en beleving van natuur, het
geringe bezoek door jongeren aan de natuur, de positie van de natuur
in het onderwijs, de mogelijkheden voor jongeren om de natuur in hun
nabije omgeving te beleven, het gebrek aan (groene)
speelmogelijkheden. Dit rechtvaardigt een brede aanpak. Staat u mij
overigens toe in dit verband op te merken dat de activiteiten van LNV
ten opzichte van jeugd op basisscholen zich breder uitstrekken dan het
bevorderen van alleen natuurbeleving. Zo wordt er bijvoorbeeld op het
thema voedsel(kwaliteit) gewerkt met het instrument van de
Smaaklessen. Met deze lessen wil LNV bevorderen dat de jeugd
geprikkeld wordt om zich in voedsel te interesseren.
Zoals aangekondigd ga ik momenteel na welke nieuwe methoden of
activiteiten nodig zijn om natuurbeleving bij de jeugd verder te
stimuleren en hoe dat vanuit het Rijk kan worden gefaciliteerd. Ik ben
daarom voornemens u in de loop van dit jaar een analyse van de
mogelijkheden en een bijbehorend plan van aanpak te doen toekomen.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit