Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
34 Vragen van mevrouw N.R. Schipper
(vragen binnengekomen op 4 april 2006
En antwoorden van het college verzonden op 13 april 2006)

Toelichting:
Het park Bloeyendael is een openbaar toegankelijk natuurgebied dat een relatie heeft met andere groene gebieden aan de oostzijde van de stad, onder meer via het gebied van de Zilveren Schaats en de Minstroom.
Het park wordt mede beheerd door de Stichting Bloeyendael, waarin veel stadsbewoners actief zijn. Mede door de inzet van deze bewoners heeft het park een verrassend hoge natuurwaarde.

De fractie van GroenLinks heeft vernomen dat er besprekingen gaande zijn tussen de gemeente Utrecht en provincie Utrecht over een mogelijke verkoop van het park Bloeyendael aan de provincie.

Onlangs heeft Provinciale Staten besloten tot gedeeltelijke nieuwbouw van het Provinciehuis.
Zowel het provinciale Streekplan als het gemeentelijke bestemmingsplan laten bouwen in park Bloeyendael nu niet toe.
GroenLinks maakt zich zorgen over de mogelijke bouwplannen van de provincie in dit natuurgebied.

1. Is het waar dat er tussen gemeente en provincie besprekingen zijn gericht op een mogelijke aankoop van het park Bloeyendael door de provincie Utrecht?

Zo ja, van wie is het initiatief uitgegaan en wat is de aanleiding van deze besprekingen?

Er is een eerste verkennend ambtelijk overleg tussen provincie en gemeente gevoerd over de randvoorwaarden waarbinnen overdracht (verkoop, uitgifte in erfpacht) van Park Bloeyendael tot de mogelijkheden zou kunnen behoren. Het ambtelijk vooroverleg is niet meer dan een voorlopige oriëntatie op de wederzijdse standpunten. Het initiatief voor het overleg is uitgegaan van de provincie.

2. Gaan de besprekingen over de verkoop van het gehele park Bloeyendael of slechts een gedeelte?

De verkenning gaat over het park als geheel omdat het park ook als geheel (ecologisch) moet worden beheerd. Verkoop is de meest vergaande optie. Uitgifte in erfpacht is in de ambtelijke verkenning als de meest voor de hand liggende mogelijkheid genoemd.

3. Is er door het College een principe-besluit tot verkoop genomen?

Zo ja, wanneer en met welke motivatie, wat is voor het College de reden om dit park te verkopen?

Neen.

4. Is er door de provincie medewerking gevraagd aan een artikel 19 procedure voor wijziging van de bestemming van (een deel van) park Bloeyendael?

Neen.

5. Is het College met GroenLinks van mening dat het medebeheer door Stichting Bloeyendael van het park Bloeyendael van grote waarde is?

Voor het College is de inzet van de vrijwilligers van de Stichting Bloeyendael in het medebeheer van Park Bloeyendael essentieel en onmisbaar. Het beheerplan van het park (1992) is in samenwerking tussen de gemeente en de Stichting Bloeyendael tot stand gekomen en in het dagelijkse beheer van het park is die samenwerking sindsdien nog verder versterkt. Zonder de Stichting Bloeyendael en haar vrijwilligers zou het park niet zijn wat het nu is: een ecologische parel aan de rand van onze stad. Het College is er alles aan gelegen die waarde voor de stad ook voor de toekomst te garanderen.


6. Deelt het College de mening van GroenLinks dat vormen van medebeheer, zoals bij park Bloeyendael, een belangrijke vorm is van participeren van bewoners? En misschien wel een manier is om 'de kloof' tussen 'de burger' en 'de politiek' te verkleinen?

De vrijwilligers van de Stichting Bloeyendael leveren een onmisbare bijdrage aan het ecologisch beheer van het park. In het genoemde ambtelijke overleg is ongewijzigde voortzetting van de rol van de Stichting Bloeyendael uitgangspunt. Conditio sine qua non is dat die rol nu en in de toekomst is gewaarborgd. Wij zullen met de stichting bespreken hoe daaraan invulling is te geven.
Aanvullende investeringen van de provincie kunnen een kans zijn om het park op een hoger kwaliteitsniveau te brengen, waar zowel het park, de bezoekers uit de stad als de stichting Bloeyendael en haar vrijwilligers voordeel bij hebben.

7. Op welk moment stelt het College haar medebeheerder van het park op de hoogte van de verkoop van het park, gesteld dat het College verkoop van (gedeelte van) het park overweegt?

Wij hebben opdracht gegeven de stichting onverwijld van de vraag van de provincie op de hoogte te stellen, hetgeen inmiddels op 6 april 2006 plaats gevonden heeft en het oordeel van de stichting te betrekken bij de verdere oriëntatie op de mogelijkheden. Het College zal niet alleen de Stichting Bloeyendael, maar ook andere belanghebbenden informeren en raadplegen alvorens - conform de gebruikelijke, voorgeschreven procedures - een besluit tot overdracht in overweging te nemen.


---- --