Gemeente Alkemade
Voorwoord
Voor u ligt het coalitieprogramma voor de periode 2006-2008 (2010). Het is een ambitieus
programma voor (in principe) de komende anderhalf jaar en is erop gericht het goede van de
gemeente te behouden en waar mogelijk verder uit te bouwen. De uitvoering van de
voornemens moet leiden tot een goed ontwikkeld beleid met een zodanig draagvlak dat het
ook in de nieuw te vormen gemeente kan worden geïmplementeerd.
Het coalitieprogramma is geformuleerd in algemene termen. Om de uitvoering van de
voornemens voor de gemeenteraad meetbaar en daarmee controleerbaar te maken, wordt het
te vormen college van burgemeester en wethouders de opdracht meegegeven een en ander te
concretiseren. Op basis van te formuleren kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren moet voor
de raad inzichtelijk worden gemaakt in hoeverre het geformuleerde beleid beantwoord aan het
doel dat ermee wordt beoogd.
Wij realiseren ons dat wij met dit coalitieprogramma een stevig beroep doen op de
gemeentelijke organisatie. Naast alle lopende zaken en de voornemens die in dit programma
zijn opgenomen, zorgt immers ook de voorgenomen fusie voor een behoorlijke werkdruk. De
extra inspanning die wordt gevraagd, betaalt zich naar onze mening echter in die zin terug dat
hetgeen in de komende periode wordt bereikt in belangrijke mate richting zal geven aan het
beleid van de nieuw te vormen gemeente. Wij willen daarbij benadrukken dat voor wat betreft
de fusie zorgvuldigheid voor snelheid gaat en dat de plannen en uit te voeren
beleidsvoornemens uit dit coalitieprogramma niet door het fusietraject worden belemmerd.
Ten slotte nog dit. Wij hebben gekozen voor het opstellen van een coalitieprogramma en dit
ter vaststelling in de raad te brengen. De raad neemt hierover een formeel besluit. Na
besluitvorming kan het coalitieprogramma worden bestempeld als raadsprogramma.
Roelofarendsveen, 13 april 2006
CDA
PvdA
VVD
---
Coalitieprogramma 2006-2008 (2010)
1. Bestuur
- fusie met Jacobswoude
De raad van de gemeente Alkemade heeft besloten te fuseren met de gemeente Jacobswoude.
De beoogde fusiedatum is 1 januari 2008. In deze raadsperiode staat het streven om de fusie
op deze datum te realiseren voorop. Het fusieproces moet echter zorgvuldig en met voldoende
burgerparticipatie kunnen worden doorlopen. Deze burgerparticipatie is gericht op het
verkrijgen van draagvlak bij de burgers voor het visiedocument en de wederzijdse afstemming
van beleid. Themaplatforms of andere inspraakvormen voor burgers, verenigingen en
belangenorganisaties kunnen een bijdrage leveren aan deze participatie.
De afstemming van het beleid en de financiën van de beide gemeenten moet op verantwoorde
wijze kunnen plaatsvinden. De werkzaamheden die voortvloeien uit het fusieproces mogen
niet ten koste mogen gaan van de ontwikkeling van het Braassemerland, de invoering van de
WMO en het realiseren van diverse andere projecten in de gemeente. Indien tijdens het
fusieproces blijkt dat aan (één van) deze voorwaarden niet kan worden voldaan, kan de
beoogde fusiedatum ter discussie worden gesteld.
Bij het inrichten van de nieuwe organisatie moet een kwaliteitsslag worden gemaakt. Er moet
een goed geoutilleerd ambtenarenapparaat worden neergezet dat het taken pakket (nu en in de
toekomst) goed kan uitvoeren. De organisatie moet rekening houden met de participatie van
dorps- en wijkraden bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. Deze raden worden actief
gestimuleerd en hebben inspraak in dorps- en wijkaangelegenheden op basis van daartoe
uitgewerkt beleid. In het komende anderhalf jaar moet dit zijn beslag krijgen.
Elke wethouder is binnen zijn eigen dossier verantwoordelijk voor het verloop van het
fusieproces. Een goede samenwerking binnen b&w is op dit onderwerp onontbeerlijk, waarbij
de burgemeester fungeert als algemeen aanspreekpunt voor fusieaangelegenheden.
- de werkwijze van de raad
De raad vergadert maandelijks. Evenals in de vorige raadsperiode worden drie commissies
ingesteld, nl.:
· ruimtelijke ordening, openbare werken en milieuzaken;
· welzijnszaken;
· bestuurszaken en financiën.
Regionale aangelegenheden komen aan de orde in de commissie bestuurszaken en financiën,
tenzij er aanleiding is deze in de andere commissies aan de orde te stellen. De aan de raad
aangeboden raadsvoorstellen zijn voorzien van alternatieve oplossingsrichtingen zodat de raad
daadwerkelijk iets te kiezen heeft. Burgers, maatschappelijke organisaties, ondernemingen en
verenigingen worden in een zo vroeg mogelijk stadium bij de plan- en beleidsvorming
betrokken. Dit kan zowel in commissievergaderingen als in afzonderlijke bijeenkomsten,
waarbij burgers en belangenorganisaties actief worden benaderd en gestimuleerd om deel te
nemen aan (thema)discussies om hun bijdrage te leveren aan de kaderstelling voor het te
formuleren beleid.
---
- communicatie
De communicatie naar de burger moet regelmatig, kort, helder en inzichtelijk plaatsvinden.
Hierbij moeten alle moderne communicatiemiddelen worden benut.
Het college van b&w heeft een actieve informatieplicht in de richting van de raad. Daarvoor
heeft de raad een protocol actieve informatieplicht vastgesteld. Hieraan moet op
gestructureerde wijze invulling worden gegeven.
- handhavingsbeleid
Het handhavingsbeleid wordt vorm gegeven op basis van een thematische invulling met een
daaraan gekoppelde prioriteitsstelling. Ten opzichte van voorgaande jaren wordt een meer
gematigde aanpak van handhaving voorgestaan, waarbij het effect van de handhaving meer in
lijn is met een acceptabele belasting van het ambtelijk apparaat. De algemene plaatselijke
verordening wordt zodanig aangepast dat voor het kappen van bomen op particulier terrein
geen voorafgaande vergunning is vereist.
In zijn algemeenheid moeten de procedures rond het verlenen van vergunningen en het
verstrekken van documenten op orde zijn. Dit kan door het geven van een impuls aan de
digitalisering van het aanvragen van vergunningen en documenten (digitaal loket) en daar
waar mogelijk door vereenvoudiging van regelgeving, zodat de doorlooptijd van aanvragen
wordt verkort.
2. Veiligheid
- openbare orde en verkeersveiligheid
Ter voorkoming van kleine ergernissen (in het gras parkeren, het openbaar groen vernielen,
overlast van boten in de polder, vuilnisbakken die rondslingeren en niet worden opgehaald
etc.) wordt invulling gegeven aan het begrip "meer blauw op straat" door de aanstelling van
een bijzondere opsporingsambtenaar. In dat kader krijgt ook de overlast door te hard varen in
de polder meer (handhavende) aandacht. Het inrichten van 30-km-zones en het aanleggen van
rotondes wordt voortgezet.
-apv
De APV wordt zo snel mogelijk aangepast aan die van de omringende gemeenten, met name
om overbodige en te gedetailleerde regelgeving terug te dringen.
3. Verkeer en openbare ruimte
- onderhoud wegen
Het achterstallig onderhoud aan wegen moet worden weggewerkt. Dit heeft hoge prioriteit,
met name in relatie tot de verkeersveiligheid. Ook de aanleg van vrijliggende voet- en
fietspaden draagt hieraan bij.
- openbaar vervoer
Er moeten goede verbindingen zijn tussen de verschillende kernen door middel van openbaar
vervoer. Hiertoe wordt het buurtbusproject voortgezet en de OV-taxi gehandhaafd.
---
- openbare ruimte
Aan het onderhoud van de waterwegen dient voldoende aandacht te worden besteed door
middel van (het uitvoeren van) een baggerplan en een plan voor het onderhoud van
beschoeiingen.
Als in bestaande wijken als gevolg van bouwactiviteiten openbaar groen verdwijnt (muv het
Braassemerland), wordt dit zoveel mogelijk elders gecompenseerd.
4. Lokale economie
- bedrijventerreinen
Op korte termijn moet een onderzoek plaatsvinden op basis waarvan een economische
structuurvisie wordt opgesteld. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek en de inhoud
van de op te stellen visie zal moeten worden bepaald op welke wijze de huidige
bedrijventerreinen moeten worden uitgebreid ten behoeve van het vergroten van de
werkgelegenheid (2500 extra huishoudens in de komende 20 jaar) en welke locatie daarvoor
het meest geschikt is. Daarbij moeten items als financiële consequenties, consequenties voor
het landschap, bereikbaarheid, soort bedrijvigheid, etc. worden meegenomen.
- OZB-fonds voor bedrijven
In deze raadsperiode wordt de discussie gestart over het inrichten van een
OZB/baatbelastingfonds voor bedrijven. Deze discussie moet plaatsvinden aan de hand van
(de uitkomsten van) een onderzoek naar de haalbaarheid en wenselijkheid van een dergelijk
fonds en in overleg met de lokale ondernemingen.
5. Onderwijs
- de huisvesting
Als uitgangspunt geldt dat de scholen in de wijken c.q. de dorpen gehandhaafd blijven. Wel
moet een onderzoek worden gestart naar een zogenaamde nieuwe school. In een nieuwe
school wordt modern onderwijs gegeven in een modern schoolgebouw. De faciliteiten en
huisvesting zijn afgestemd op de vereisten van deze tijd waarbij voldoende ruimte wordt
geboden om ook het principe van de Brede School te realiseren. Bij de uitvoering van het
onderzoek dienen in ieder geval de SSBA en de WBA te worden betrokken. Bij de
nieuwbouwplannen van de Mariaschool moet waar mogelijk al rekening worden gehouden
met deze nieuwe vereisten en de te verwachten uitbreidingen in verband met de ontwikkeling
van het Braassemerland. Verdere prioriteitsstelling is afhankelijk van het meerjaren-
onderhoudsplan huisvesting onderwijs.
- de leerlingen
De scholing van leerlingen met een leer- en ontwikkelingsachterstand vindt zoveel mogelijk
plaats binnen het bestaand basisonderwijs. Daarnaast voert de gemeente een actief beleid om:
· de taalachterstand in de gemeente terug te dringen;
· het spijbelen en voortijdig schoolverlaten terug te dringen;
· het bewegings- en zwemonderwijs te stimuleren.
- voortgezet onderwijs
Het voorgezet onderwijs moet groeimogelijkheden worden geboden, teneinde een breder
scholingsaanbod te bieden.
---
6. Cultuur, sport en recreatie
- locaties cultuur en sport
In Nieuwe Wetering dient deze periode een nieuw onderkomen voor de muziekvereniging
DGV en de stichting cultureel centrum Nieuwe Wetering te worden gerealiseerd. De
sportparken blijven zo lang mogelijk behouden in de wijken. Om dit te realiseren moet de
gemeente bereid zijn hierin op korte termijn te investeren, in het bijzonder in de oostelijke
kernen. Integraal onderzoek zal moeten uitwijzen hoe moet worden omgegaan met een groei
van het ledenaantal onder sportverenigingen als gevolg van de groei van het inwoneraantal.
- ondersteuning verenigingen
Het beoefenen van sport in de gemeente voor alle bevolkingsgroepen wordt blijvend
gestimuleerd.
Verenigingen moeten worden ondersteund door middel van een verenigingenportaal. Hierop
kunnen zij kennis met elkaar delen, elkaar van dienst zijn, activiteiten op elkaar afstemmen en
zo mogelijk gezamenlijk middelen genereren. Een financiële ondersteuning wordt geboden
door de verenigingen vrijstelling te verlenen van het betalen van leges en OZB. Voorwaarde
hierbij is dat het voordeel dat hierdoor ontstaat voor de dorpshuizen en andere partijen die
ruimten verhuren, aan de verenigingen/gebruikers wordt doorberekend door bijvoorbeeld een
huurverlaging.
- monumentenbeleid
Het monumentenbeleid blijft bestaan en heeft tot doel het in stand houden c.q. conserveren
van waardevolle gebouwen bezien vanuit de beleving van het openbaar gebied. De eigenaar
moet een hoge mate van handelingsvrijheid houden omdat hij zelf (bijna) alle kosten betaalt.
Het moet dus ook de eigenaar zijn die bepaalt of hij kiest voor restauratie of voor nieuwbouw
in authentieke staat. De monumentencommissie moet haar werk vanuit deze uitgangspositie
verrichten.
- recreatie
In de gemeente worden kleinschalige, recreatieve activiteiten voor eigen inwoners
ontwikkeld. Dit kan bijvoorbeeld op locaties waar de land- en tuinbouw zijn primaire functie
verliest. Onder dergelijke activiteiten worden ook verstaan de aanleg van wandel- en
fietspaden. Daarnaast kan gedacht worden aan schaalvergroting van recreatie, passend bij de
maat van de gemeente en gericht op de eigen inwoners en de inwoners van de regio. Hiermee
wordt de recreatieve functie, ook in het Braassemerland en langs de oevers van de Braassem
of de Wijde Aa, gestimuleerd. Kleinschalige verblijfsrecreatie (trekkershutten) behoort
eveneens tot de mogelijkheden. Versterking van de recreatieve functie mag echter geen
belemmering vormen voor de plannen van de Aanpassingsinrichting Ade.
7. Werk, inkomen en zorg
- gezondheidscentrum
De gemeente stelt alles in het werk om een gezondheidscentrum te realiseren. Het is van het
grootste belang dat in de gemeente een goed geoutilleerd centrum wordt opgezet. De locatie is
daarbij een (nog) niet definitief ingevuld gegeven. De woningbouwvereniging kan als
mogelijke partner worden betrokken bij de realisatie van het gezondheidscentrum.
---
- WMO
De invoering van de WMO vraagt en krijgt alle aandacht. Het is van groot belang dat dit in
samenwerking met de gemeente Jacobswoude wordt opgepakt. Van het college van b&w
wordt verwacht dat zij met het college van b&w van Jacobswoude op zeer korte termijn
afstemming pleegt om te komen tot een gemeenschappelijke visie, waarbij uitbesteding of de
uitvoering zelf ter hand nemen expliciet wordt meegenomen. Aan een definitief besluit moet
een goed kwalitatieve vergelijking ten grondslag liggen, waarbij ook de financiële aspecten
worden meegenomen. Het oprichten van een WMO-platform voor belangenorganisaties moet
bijdragen aan het kunnen meedenken en praten over de uitvoering van het WMO-beleid,
eventuele bijsturing en evaluatie.
- bijstand
Er moet actief voorlichting worden gegeven over de mogelijkheden die de Wet Werk en
Bijstand biedt. Dit moet worden ingezet als middel om te voorkomen dat voor de bijstand
bestemde gelden onbenut blijven.
8. Volksgezondheid en milieu
- volksgezondheid
De gemeente voert een actief beleid ter voorkoming van alcohol- en drugsgebruik. Illegale
handel in drugs wordt streng en doeltreffend aangepakt. De geluidshinder van Schiphol, de
A4 en de HSL wordt nadrukkelijk gevolgd en er wordt alert gereageerd op overlast bij de
daarvoor bestemde instanties. Rijksnormen moeten worden nageleefd.
- milieu
De gemeente gaat voort met het verder ontwikkelen van de aansluiting van de riolering in het
buitengebied of het bieden van alternatieven daarvoor.
Het milieubeleid wordt adequaat gehandhaafd in samenwerking met maatschappelijke
organisaties, het bedrijfsleven en consumenten.
9. Bouwen aan ruimte
- sociale woningbouw
Het realiseren van sociale woningbouw in de gemeente heeft de hoogste prioriteit. Op korte
termijn moet worden onderzocht of het bouwen van betaalbare woningen, met als
streefbedrag 133.000,-, in het Braassemerland haalbaar is. Daarnaast moeten op korte
termijn kleine inbreilocaties wordt ontwikkeld zodat aan het eind van deze raadsperiode
(2008) minimaal een start is gemaakt met de bouw van betaalbare woningen. Als blijkt dat
betaalbaar bouwen voor starters in het Braassemerland niet haalbaar is, moet onderzoek
worden gedaan naar alternatieve mogelijkheden buiten dit gebied.
- ontwikkeling Braassemerland
De ontwikkeling van het Braassemerland is de belangrijkste opgave voor de gemeente in de
komende jaren. Om dit als gemeente goed te kunnen vormgeven en begeleiden is het
noodzakelijk dat:
· aan de hand van een planning inzicht wordt geboden in de verschillende fasen van de
ontwikkeling van het gebied;
· een projectstructuur worden opgezet die op afstand van de gemeente komt te staan;
---
· lering wordt getrokken uit hetgeen zich bij de ontwikkeling van De Bloemen (en eerdere
bouwprojecten) heeft afgespeeld;
· de aanbevelingen uit het rapport dat is verschenen naar aanleiding van het onderzoek naar
De Bloemen (en andere bouwprojecten) worden uitgevoerd;
· de woningbouwvereniging bij de ontwikkeling van het Braassemerland wordt betrokken.
In zijn algemeenheid geldt dat de woningbouwvereniging bij te ontwikkelen bouwprojecten
de mogelijkheid moet krijgen in renderende/winstgevende projecten mee te doen om
onrendabele toppen te financieren.
- faciliteiten doelgroepen
Om de starters en minder kapitaalkrachtigen mogelijkheden te bieden een woning te kopen,
worden extra faciliteiten geschapen. Er wordt een sociaal woningbouwfonds ingesteld, te
voeden uit de bouw van duurdere, vrije-sector woningen. Daarnaast wordt een startersfonds
ingericht waaruit rentevrije leningen kunnen worden verstrekt. Verder wordt de constructie
voorgestaan van gedeeld eigendom, zodat het fonds zichzelf kan blijven bedruipen. Ook
collectief opdrachtgeverschap en maatschappelijk gebonden eigendom (grondprijs) zijn goede
instrumenten die moeten worden benut.
10. Financieel beleid
- algemeen
De gemeente voert een solide financieel beleid op basis van de zogenaamde Zalm-norm. Dat
betekent dat tegenvallers worden opgevangen met extra bezuinigingen of het schrappen van
nieuw of bestaand beleid en niet met hogere belastingen. Meevallers worden niet gebruikt
voor extra uitgaven, maar toegevoegd aan de algemene reserve. Er wordt een beleid gevoerd
gericht op het geleidelijk ontkoppelen van de reserves en de exploitatiebegroting. Hiermee
wordt bereikt dat uitgaven uit de reserves niet per definitie, als gevolg van renteverlies, leiden
tot een tekort op de exploitatiebegroting.
- reservebeleid
De reservepositie van de gemeente moet op orde worden gebracht. De (bestemmings)reserves
en voorzieningen wordt slechts aangesproken voor het doel waarvoor zij zijn ingesteld. Het
aanspreken van de vrije reserve is slechts aan de orde na een gedegen afweging van alle
mogelijke alternatieven.
- belastingen
Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheid en wenselijkheid tot invoering van
(meerdere) lokale belastingen. Voor bedrijven wordt een OZB/baatbelastingfonds ingevoerd.
Dit betekent dat de door de bedrijven opgebrachte extra belasting in een fonds wordt gestort
waaruit speciaal op de bedrijven gerichte voorzieningen worden gefinancierd.
- financiële faciliteiten voor betaalbaar wonen
In hoofdstuk 9 is al aangegeven dat het realiseren van sociale woningbouw de hoogste
prioriteit heeft. Daartoe wordt niet alleen een startersfonds ingericht, maar wordt ook een
reserve sociale woningbouw aangelegd. Beiden dienen ter ondersteuning van het streven de
prijzen voor de sociale woningbouw op een aanvaardbaar niveau te houden.
---
---- --