Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : IZ. 2006/0807
datum : 13-04-2006
onderwerp : Verslag Landbouw- en Visserijraad van 20 maart 2006 bijlagen : 1

Geachte Voorzitter,

Hierbij breng ik u verslag uit van de Landbouw- en Visserijraad die op 20 maart jl. in Brussel plaatsvond.

De Raad heeft nieuwe regels voor streekproducten vastgesteld, er is gesproken over het Franse memorandum over het GLB en Commissaris Fischer Boel heeft aangekondigd met een voorstel te komen voor crisismaatregelen voor de pluimveesector. Verder heeft de Raad van gedachten gewisseld over de EU-strategie omtrent duurzame ontwikkeling en heeft de Commissie informatie gegeven over de laatste ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza en de WTO-onderhandelingen.

In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de voorstellen die zonder discussie zijn aangenomen.

Situatie op de pluimveemarkt

Een groot aantal lidstaten heeft de afgelopen maanden aangedrongen op extra maatregelen om de situatie op de pluimveemarkt te verlichten. Ook ik heb aangegeven aanvullende maatregelen wenselijk te achten. Hoewel er op dit moment geen sprake is van een grote veterinaire crisis, is de consumptie in de meeste lidstaten fors gedaald. De marktordeningen voor pluimveevlees en eieren bieden momenteel alleen de mogelijkheid tot het verlenen van exportrestituties. Daarnaast is er de mogelijkheid om - beperkt - staatssteun te verlenen. Zoals verwacht, kondigde Commissaris Fischer Boel aan met een voorstel tot wijziging van de marktordeningen voor pluimveevlees en eieren te komen. Deze wijziging moet de juridische basis scheppen voor extra marktmaatregelen die in aanmerking komen voor communautaire cofinanciering. De Commissaris liet weten geen concrete maatregelen voor te stellen en de lidstaten de vrijheid te willen laten om maatregelen voor te stellen die zij het best toegesneden achten op de specifieke situatie in hun land. Inmiddels is het voorstel gepresenteerd en het Europees Parlement heeft hierover al een positief advies uitgebracht. Het voorstel ligt ter besluitvorming voor aan de Raad van 25 april a.s.

Ik steun de Commissie in haar voornemen om de mogelijkheden van de marktordening voor pluimveevlees zodanig aan te passen dat extra marktmaatregelen mogelijk worden. Wel moet daarbij worden voorkomen dat handelsverstoringen optreden.

Memorandum over de implementatie van het hervormde GLB en de toekomst

De Franse minister Bussereau presenteerde een memorandum over de implementatie van het hervormde Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de toekomst ervan. Hij ging onder meer in op toekomstige uitdagingen, waaronder verdere vereenvoudiging van regelgeving, het optrekken van het plafond van de minimis-steun, het gebruik van vrijwaringsclausules om sterke invoerstijgingen te voorkomen en het belang van risico- en crisisbeheer. Hij gaf aan dat het memorandum in nauwe samenwerking met een groot aantal lidstaten was opgesteld, waarbij hij Duitsland met name noemde. Het stuk kon dan ook op brede steun rekenen. Commissaris Fischer Boel dankte de lidstaten die het memorandum ondertekend hadden voor hun bijdrage. Ze gaf aan dat de elementen die in het memorandum aan de orde komen, een plek moeten krijgen in het bredere debat over de toekomst van het GLB. Daarbij refereerde ze aan de voorziene rapportage van de Commissie over de midterm review van het GLB in 2008 en aan de algemene evaluatie van de EU-uitgaven in 2008/9.

Streekproducten

De Raad heeft de twee voorstellen goedgekeurd die betrekking hebben op de drie beschermingscategorieën voor streekproducten die de EU sinds 1992 kent, namelijk beschermde oorsprongsbenaming (BOB), beschermde geografische aanduiding (BGA) en gegarandeerde traditionele specialiteit (GTS). De bestaande regels moesten worden aangepast vanwege een WTO-panel dat was aangespannen door de VS en Australië. Hoewel het beroepslichaam concludeerde dat de EU-regelgeving op hoofdlijnen WTO-conform is, moest de EU wel haar regels voor de registratie van producten uit derde landen aanpassen. Zo kunnen producenten uit derde landen voortaan rechtstreeks bij de Commissie een aanvraag indienen. Ook is de voorwaarde dat aanvragen uit derde landen ook in het land van herkomst bescherming moeten genieten, geschrapt.

Hoewel een grote meerderheid van lidstaten met het voorstel heeft ingestemd, heb ik tegengestemd. Naar mijn oordeel bood het Commissievoorstel uiteindelijk onvoldoende waarborg voor het naast elkaar bestaan van lang bestaande handelsmerken en nadien geregistreerde geografisch beschermde aanduidingen. De Commissie heeft aangegeven de wetgeving op korte termijn te evalueren, waarbij ook andere elementen dan WTO-conformiteit worden meegenomen. Ik heb de nadrukkelijke verwachting uitgesproken dat de coëxistentie van bestaande handelsmerken en geografisch beschermde aanduidingen dan alsnog op een bevredigende manier wordt geregeld.

Strategie duurzame ontwikkeling

In juni 2001 heeft de Europese Raad in Göteburg de Europese Strategie voor Duurzame Ontwikkeling (SDO) aangenomen. Deze strategie heeft als doelstelling structurele veranderingen in economie en samenleving te bewerkstelligen, die bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Het Oostenrijkse voorzitterschap wil tijdens de Europese Raad van juni een herziene SDO aannemen. Ter voorbereiding op de Europese Raad sprak ook de Landbouw- en Visserijraad over de strategie. Als algemene aanzet gaf de voorzitter aan dat de hervormingen van 2003 en 2004 het beleid minder handelsverstorend hebben gemaakt. Bovendien is de betaling van inkomenssteun nu afhankelijk van randvoorwaarden op het terrein van dierenwelzijn, milieu, leefomgeving en volksgezondheid. Ook is de uitstoot van CO2 door de sector fors gedaald. Met mij beaamden de meeste ministers dit geluid van de voorzitter. Verder heb ik aangegeven het belangrijk te vinden om vervolg te geven aan deze verduurzaming. Het plattelandsbeleid biedt hier mogelijkheden voor. Ten aanzien van de visserij heb ik aangegeven te denken aan de verdere afbouw van moderniseringssteun en meerjarige beheersmaatregelen.

Diversen

a) Aviaire influenza

Commissaris Kyprianou informeerde de Raad over de laatste ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza. Ook meldde hij dat de vaccinatieplannen van Frankrijk en Nederland inmiddels waren goedgekeurd. Hij spoorde de lidstaten aan meer aandacht te schenken aan het verhogen van het bewustzijn bij reizigers, onder andere door het voorstel voor een reizigersverklaring goed te keuren. Kyprianou liet verder weten dat de Commissie goede vorderingen maakt met het oprichten van expertteams die bij een nieuwe uitbraak in lidstaat kunnen worden ingezet. Ik heb de Commissaris bedankt voor de informatie en voor de goedkeuring van het Nederlandse vaccinatieplan. Daarbij heb ik aangegeven dat Nederland op 16 maart is begonnen met het vaccineren van hobbypluimvee.

b) WTO-onderhandelingen

Commissaris Fischer Boel informeerde de Raad kort over laatste ontwikkelingen in de WTO-onderhandelingen. Ze stelde vast dat er nog steeds geen substantiële vooruitgang is geboekt. De Commissie blijft inzetten op parallelliteit in de onderhandelingen over landbouw en andere onderwerpen. Zij gaf voorts aan dat het uitgangspunt van de Commissie blijft om de afbouw van exportrestituties te baseren op budgetafspraken en niet op afspraken over het volume.

c) Afschaffen voorfinanciering exportrestituties

Commissaris Fischer Boel maakte haar voornemen kenbaar om binnenkort het systeem van voorfinanciering van exportrestituties af te schaffen.

Ter ondersteuning hiervan refereerde ze aan een kritisch rapport van de Europese Rekenkamer over dit systeem en aan het gegeven dat bij de huidige rentevoet het systeem van voorfinanciering weinig meer voorstelt. Binnenkort zal een concreet voorstel in het beheerscomité worden gedaan.

d) Internationale Olijfolieraad

Italië en Spanje hielden een pleidooi om de vrijwillige bijdrage van de EU aan de Internationale Olijfolieraad te hervatten, voornamelijk vanwege de promotieactiviteiten die de Olijfolieraad verricht.

De Commissie had enkele jaren geleden besloten haar bijdrage op te schorten, omdat ze meende dat er eerst een reorganisatie van de Olijfolieraad nodig was. Hoewel deze reorganisatie inmiddels is doorgevoerd, liet Commissaris Fischer Boel weten de uitvoering daarvan te willen afwachten. Daarbij wees ze op het feit dat de promotie van olijfolie in derde landen voor cofinanciering in aanmerking komt. Tevens meldde ze dat de export van olijfolie de laatste jaren gestaag is toegenomen, daarmee suggererend dat het lidmaatschap van de Internationale Olijfolieraad niet van groot belang is.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

Bijlage 1

Op het gebied van landbouw en visserij is het volgende punt als A-punt, dat wil zeggen zonder verdere discussie, door de Raad aangenomen:

* Aanneming van een verordening van de Raad (EG) nr. 1786/2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen.