Den Haag, 13 april 2006
Vragen van het lid Dijsselbloem (PvdA) aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
over inburgeringsprogramma's voor oudkomers
* Klopt het dat gemeenten regelmatig geconfronteerd worden met uitgeplaatste nieuwkomers die over een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd (VOT) beschikken? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het?
* Klopt het dat, omdat deze groep niet tot de doelgroep Win behoort, de gemeenten voor de bekostiging van de inburgeringsprogramma's voor deze groep zijn aangewezen op Web-middelen, oudkomersmiddelen en Win-reserves?
* Klopt het dat genoemde middelen in veel gemeenten reeds zijn uitgeput en dus niet gebruikt kunnen worden voor inburgeringsprogramma's van genoemde groep? Zo ja, hoe moeten gemeenten deze inburgeringsprogramma's volgens u dan bekostigen?
* Deelt u de analyse dat deze problematiek voor een groot deel veroorzaakt wordt (of werd) door lange asielprocedures en achterstanden bij de IND, omdat deze groep daardoor al langer dan vijf jaar legaal in Nederland verbleef op het moment van vergunningverlening, waardoor een vergunning voor onbepaalde tijd werd afgegeven?
* Is het volgens u voor de integratie van deze groep van groot belang dat zij snel met een inburgeringsprogramma kunnen starten? Zo ja, hoe gaat u er dan voor zorgen dat dit ook gebeurt?
Janna Stamkot
Medewerker Voorlichting
PvdA 070-3182765
J.Stamkot@Tweedekamer.nl
Partij van de Arbeid