Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Economische Zaken
Persbericht ministerraad
13 april 2006

Liberalisering postmarkt: 1 januari 2008

De ministerraad heeft op voorstel van minister Brinkhorst van Economische Zaken ingestemd met een wetsvoorstel om de Nederlandse postsector op 1 januari 2008 volledig te liberaliseren. Dit valt samen met de datum waarop de Duitse postmarkt wordt geliberaliseerd.

De datum 1 januari 2008 is gekozen om eventuele problemen rondom BTW- ongelijkheid die een internationaal 'level playing field' in de weg kunnen staan zoveel mogelijk te voorkomen. Het kabinet zal de bevestiging van deze datum vastleggen in het licht van de ontwikkelingen rond de BTW-toepassing en de verdere Europese liberaliseringsvoorstellen. Duitsland heeft de intentie om de BTW-vrijstelling voor Deutsche Post te beperken of op te heffen, zodat er geen ongelijke behandeling ten opzichte van andere postbedrijven op de geliberaliseerde markt zal bestaan. Engeland heeft deze intentie niet en is in het bijzonder gekant tegen een BTW op postzegels, wat in de praktijk betekent een BTW op de consumentenpost.

Volgens de Engelse regering zijn de effecten van de BTW-vrijstelling in de praktijk beperkt. Zij zal gegevens hierover leveren. Daarnaast heeft zij toegezegd nauwgezet de ontwikkelingen op de zakelijke postmarkt te volgen. De Nederlandse regering zal zich blijven inspannen om de ongelijke BTW- behandeling voor postbedrijven op de Britse markt zoveel mogelijk weg te werken. Inmiddels heeft de Europese Commissie een inbreukprocedure gestart tegen zowel het Verenigd Koninkrijk als Duitsland op het punt van de BTW- heffing. Dit betekent een steun in de rug van de Nederlandse positie.

Het wetsvoorstel maakt volledige liberalisering van de postmarkt mogelijk. De volledige liberalisering moet leiden tot meer keuze mogelijkheden, lagere prijzen, en betere kwaliteit van de postdiensten. Dit effect zal vooral effect hebben op de zakelijke markt. Deze markt verstuurt 92 procent van de post in Nederland.

Het wetsvoorstel kent drie hoofdonderdelen. Regels voor postvervoersbedrijven, de universele dienst en toezicht en handhaving. Regels voor postvervoerbedrijven: In de nieuwe wet zijn regels opgenomen voor alle postaanbieders. In de huidige Postwet staan alleen regels voor de concessiehouder. In dit deel van de wet worden vertrouwelijkheid, het grondwettelijk briefgeheim, gewaarborgd bij het vervoer van post. Universele dienst: Dit deel van de wet waarborgt de aanwijzing van de universele dienst. Dit betekent dat op alle punten van het Nederlands grondgebied permanent een basispakket postdiensten van een bepaalde kwaliteit worden aangeboden tegen prijzen die voor alle gebruikers betaalbaar zijn. De normen voor de universele dienstverlening zijn in overeenstemming met de Europese postrichtlijn. Toezicht en handhaving: De OPTA ziet toe op alle postvervoerbedrijven bij het uitvoeren van de in de wet vastgelegde verplichtingen zoals de regels met betrekking tot briefgeheim, de regels met betrekking tot een goede marktwerking en de regels die gelden tussen bedrijven die post vervoeren.

Op dit moment heeft TNT NV nog het wettelijk monopolie op het verzenden van poststukken die afzonderlijk ten hoogste 50 gram wegen. Dit is ongeveer 50 procent van alle verzonden brieven. Bij het in werking treden van de nieuwe postwet vervalt dit wettelijk monopolie.

Met het wetsvoorstel wordt ook het advies van de Raad Van State en het onderzoeksrapport van Ecorys naar mogelijke belemmeringen voor concurrerende (buitenlandse) postvervoerbedrijven op de postmarkt van Duitsland en Engeland naar de Tweede kamer gestuurd. Ecorys komt tot de conclusie dat de problematiek zich in wezen beperkt tot de BTW ongelijkheid.

RVD, 13.04.2006