Ministerie van Buitenlandse Zaken

Gaarne bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Van Bommel en Herben over godsdienstvrijheid in Algerije. Deze vragen werden ingezonden op 29 maart 2006 met kenmerk 2050610650.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Van Bommel (SP) en Herben (LPF) over godsdienstvrijheid in Algerije.

Vraag 1

Klopt het bericht dat Algerije onlangs een wet heeft aangenomen die strafbaar stelt om televisieprogramma's te vertonen met als doel moslims tot het christelijke geloof te bewegen?

Antwoord

In Algerije is op 28 februari jl. een presidentiële verordening uitgevaardigd die de regels bepaalt van de beoefening van religie, islam uitgezonderd. Daarin worden activiteiten die gericht zijn op de bekering van moslims tot een ander geloof verboden.

Vraag 2

Wat is de precieze inhoud en strekking van deze wet? Wat zijn de motieven voor de totstandkoming ervan, mede gelet op het feit dat de afgelopen jaren de godsdienstvrijheid in Algerije juist verbeterde? Hoe beoordeelt u de inhoud van deze wet?

Antwoord

Uitgangspunt van de verordening is de bescherming van vrije geloofsbeleving voor zover deze in erkende huizen van eredienst plaatsvindt. Deze wet is ingegeven om het proselitisme tegen te gaan. In de meeste Arabische landen is proselitisme verboden of wordt dit sterk ontmoedigd. Hoewel de verordening uitgaat van het beginsel van vrije geloofsbeleving, bestaat er onduidelijkheid over de definitie van de huizen van eredienst waartoe deze wordt beperkt. Hierdoor bestaat eveneens onduidelijkheid over de wijze van toepassing van deze verordening en of deze inderdaad een beperking van de vrijheid van godsdienst inhoudt.

Vraag 3

Bent u bereid om op basis van artikel 2 van de in september 2005 in werking getreden Associatieovereenkomst Europese Unie-Algerije, te stimuleren dat de Europese Unie in de politieke dialoog met Algerije haar zorg uitspreekt over deze wet en dat de Europese Unie dit land aanspreekt op zijn verplichtingen om de godsdienstvrijheid te waarborgen?

Antwoord

Er vindt op het ogenblik overleg plaats teneinde nadere informatie in te winnen over de toepassing van deze verordening. Op basis van de in september 2005 in werking getreden associatieovereenkomst kan de EU in de politieke dialoog met Algerije het thema godsdienstvrijheid aan de orde stellen.


---- --