VVD


13-4-2006

VVD steunt plan experimenten Schiphol

De CROS, een orgaan waarin sector en omwonenden met elkaar overleggen over het Schipholbeleid, wil ruimte voor experimenten om te bekijken of anders en beter kan worden gevlogen.

In de CROS bestaat daarvoor een breed draagvlak. De VVD wil die ruimte graag geven. Het Kabinet vindt dat de wet daarvoor moet worden aangepast. Maar dat zou wel eens veel tijd kunnen kosten. `Als sector en omwonenden samen het initiatief nemen om zowel voor omwonenden als voor de sector de situatie te verbeteren, dan moet je daar snel op inspelen', aldus VVD woordvoerder Paul de Krom. `Natuurlijk moet dat zorgvuldig gebeuren. Maar we moeten niet vervallen in een juridisch steekspel waardoor dit soort breed gedragen initiatieven worden ontmoedigd. De VVD wil dat het Kabinet hier snel op inspeelt, met of zonder formele wetswijziging'. De VVD stelt voor dat het Kabinet, vooruitlopend op eventuele wetswijziging, een convenant sluit met de CROS om tijdwinst te boeken.

Hieronder treft u de inbreng van VVD woordvoerder Paul de Krom. Alleen het gesproken woord geldt.

De VVD fractie hecht groot belang aan het uitvoeren van experimenten van nieuwe ideeën om het stelsel zoals dat is vastgelegd in de wet te verbeteren, voordat veranderingen in wetgevingsbeton wordt gegoten. Dat is de vorige keer niet gebeurd. Het huidige stelsel mag dan wel formeel aan de geluidsnormeringen voldoen, maar de inflexibiliteit en het wantrouwen zijn niet weggenomen.

Binnen de CROS bestaat nu groot draagvlak om te gaan experimenteren. Inmiddels zijn zeven projecten geselecteerd. De VVD fractie juicht dit initiatief toe. Het gebeurt niet al te vaak dat omgeving en sector op één lijn zitten. Die kans mogen we hier in Den Haag dus absoluut niet voorbij laten gaan. Wat mijn fractie betreft moet de constructieve opstelling van de CROS worden beloond. De CROS vraagt ruimte en vrijheid om die experimenten uit te voeren, met als startdatum één november. Mijn fractie wil alles op alles zetten om dat mogelijk te maken. Natuurlijk moet dat zorgvuldig gebeuren. Maar het mag ook niet lang duren anders verloopt het momentum en bestaat de kans dat het initiatief uitmondt in teleurstelling.

De Staatssecretaris reageert in de brief van 24 februari positief op het verzoek, maar ziet geen mogelijkheden dat te doen zonder de wet aan te passen. Immers, experimenteren kan leiden tot afwijking van de in de wet vastgelegde voorschriften. In juni moet een wetsvoorstel bij de Kamer liggen dat vervolgens in november in werking treedt. Mijn fractie zet vraagtekens bij deze aanpak.

In de eerste plaats heb ik gelet op alle procedures (inzage, MER, Raad van State, behandeling Eerste en Tweede Kamer etc.) ernstige twijfel of dit tijdschema realistisch is.

Ten tweede: inherent aan experimenteren is dat effecten van veranderingen niet volledig vooraf vast staan. Om dat te weten gebruik je immers het experiment. Als we nu weer een wettelijk traject gaan optuigen en daarmee de experimenteerruimte dichttimmeren schieten we het doel voorbij. Juridisering van de hele discussie ligt op de loer. Wetgeving moet geen belemmering zijn en de vrijheid onnodig inperken.

Ten derde dreigt bij die aanpak het gevaar te ontstaan dat wij ons hier in Den Haag weer inhoudelijk gaan bemoeien met de initiatieven die worden ontplooid en zo de CROS feitelijk voor de voeten gaan lopen. Dat is fnuikend voor het proces dat binnen de CROS is opgestart.

Ik vraag de Staatssecretaris hoe zij aankijkt tegen een aanpak via een convenant, af te sluiten tussen de Staatssecretaris en de CROS. Dat heeft bovengenoemde nadelen niet. Nadeel kan wel zijn dat de bestuursrechter hoge motveringseisen zal stellen aan een besluit tot niet-handhaving. Dat zou kunnen worden voorkomen door duidelijk vast te leggen dat de experimenten binnen strikte randvoorwaarden (doel, projectteam, tijdelijkheid, handhaving, monitoring, rapportage, communicatie, evaluatie etc.) zullen plaatsvinden en dat per saldo geen verslechtering van het leefmilieu zal plaatsvinden. Bovendien moet worden vastgelegd dat het de bedoeling is dat - bij bewezen succes van een experiment - de verandering uiteindelijk in de wet wordt vastgelegd. Een alternatief zou kunnen zijn een ministeriele beschikking waarin ruimte wordt geboden in het kader van de experimenten van de wet af te wijken. In het geval van baanonderhoud gebeurt dat ook. Graag een reactie op deze voorstellen.

Het Kabinet neemt binnenkort het besluit naar aanleiding van de evaluatie van Schiphol. Ik ga daar inhoudelijk niet op vooruitlopen, ondanks de berichten die al in de pers zijn verschenen. Dat zou de zorgvuldigheid schaden die nu juist zo belangrijk is in dit complexe en gevoelige dossier. Wel wil ik ingaan op het rapport van de Process Commissie Derksen. Ik complimenteer de Commissie met haar werk, ook al constateer ik dat de Commissie verder is gegaan dan haar opdracht. Uit het eindrapport spreekt betrokkenheid en zorgvuldigheid. Kritiek wordt gepaard aan een positief oordeel over het proces in het algemeen. Overigens rijst bij mij de vraag hoe de Staatssecretaris de `nazorg' gaat doen. De opgebouwde credits mogen niet worden verspeeld door een rommelige of incomplete afhandeling. Kan zij hier op ingaan? Wat doet de Staatssecretaris met de aanbevelingen en opmerkingen uit het eindrapport?

De opmerkingen van de Commissie in het zevende advies over de mogelijke valkuilen heb ik goed tot mij genomen. Ik herken ze ook allemaal. De grootste gevaren zijn dat iedereen weer de gebruikelijke loopgraven betrekt, de discussie verzandt in een eindeloze reeks rapporten en de regie verloren gaat. We zien nu alweer, nog voordat het kabinet een besluit heeft genomen, dat iedereen de gebruikelijke stellingen weer betrekt. De Kamer, het Kabinet, de omwonenden en de sector hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid om te voorkomen dat dat gebeurt. Een dergelijk resultaat kent alleen maar verliezers. Mijn vraag aan de Staatsecretaris is welke maatregelen zij ziet om te voorkomen dat we met z'n allen in die valkuilen trappen. Of anders gezegd: ik ben benieuwd naar haar reactie op de waarschuwingen van de Commissie. Mijn tweede vraag is welke rol zij ziet voor Schiphol in dit proces. Schiphol is uiteindelijk de eigenaar van de problemen met de buren. Mijn verwachting is dat Schiphol zelf een voortrekkersrol zal vervullen. Graag een reactie hierop.