College van Beroep voor het bedrijfsleven


Op basis procesregeling gevoerde uitstelbeleid rechtbank. Hoogte grondslag

Nadat de rechtbank eerdere verdagingsverzoeken heeft ingewilligd, heeft de rechtbank onder verwijzing naar de toen van toepassing zijnde procesregeling bestuursrecht uitvoerig gemotiveerd om welke redenen zij de verzoeken om de zittingen van 26 november en 1 december 2004 te verdagen heeft afgewezen. De Raad ziet geen aanknopingspunt dat het uitstelbeleid volgens de procesregeling onjuist is toegepast door de rechtbank. De Raad ziet er daarbij niet aan voorbij dat betrokkene met toepassing van art. 8:56 van de Awb is uitgenodigd en niet op de voet van art. 8:59 van de Awb is opgeroepen om in persoon of bij gemachtigde te verschijnen.
De vastgestelde hoogte van de grondslag van de WAZ, waardoor betrokkene geen minimuminkomen ontvangt, is niet in strijd met het IVBPR of met de artikelen 23 en 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Voor zover in deze bepalingen een recht op een bepaalde levensstandaard is opgenomen, en voor zover deze bepalingen al rechtstreeks van toepassing zijn, waarborgen deze bepalingen geen 100% van het wettelijk minimuminkomen in Nederland.

LJ Nummer

AV5296

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 13 april 2006 Naar boven