College van Beroep voor het bedrijfsleven
Bij herleving recht op WW-uitkering rust bewijslast omtrent
arbeidsverleden bij Uwv
Naar het oordeel van de Raad heeft het Uwv gehandeld in strijd met
artikel 3:2 van de Awb door, nadat hij zelf de gegevens omtrent het
arbeidsverleden van betrokkene heeft vernietigd en die gegevens niet
duurzaam heeft opgeslagen in zijn verzekerdenadministratie, de
bewijslast met betrekking tot het arbeidsverleden volledig bij
betrokkene te leggen. Het Uwv kan zich niet met vrucht beroepen op een
interne werkinstructie, op grond waarvan WW-gevalsdossiers gedurende
vijf jaar worden bewaard. Het Uwv had zich kunnen en moeten realiseren
dat in een geval als het onderhavige, waarbij sprake is van een
zogenoemd "slapend" recht op WW-uitkering die termijn zo kort is, zo
dit al niet behoorde te leiden tot het bewaren van het dossier, toch
in ieder geval de daarin vermelde gegevens duurzaam behoorden te
worden opgeslagen. Het Uwv is op grond van de wettelijke bepalingen
gehouden om gegevens vast te leggen in een verzekerdenadministratie en
om die gegevens "tenminste vijf kalenderjaren" beschikbaar te houden.
In het geval aan de herleving van het recht op WW-uitkering geen
termijn is verbonden, had het Uwv de gegevens omtrent het
arbeidsverleden in ieder geval duurzaam moeten opslaan in zijn
verzekerdenadministratie.
LJ Nummer
AV8803
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 13 april 2006 Naar boven