Archeologische vondsten op Rodetorenplein roepen veel vragen op
Datum uitgave: 12-04-2006
Onderzoek van de archeologische vondsten op het Rode Torenplein wijzen uit dat Zwolle in de dertiende eeuw groter was dan vermoed. Tijdens de opgravingen zijn naast de restanten van de funderingen van de Jan Baghstoren, zware houten palen gevonden. Van deze palen zijn monsters genomen voor een onderzoek naar jaarringen. Bestudering van deze monsters leverde op, dat alle palen zijn gekapt in het jaar 1243. Dit betekent dat de huizen op het Rode Torenplein kort daarna zijn gebouwd.
Deze ontdekking geeft aan dat de noordkant van de grote Aa vlak na 1230, het jaar waarin Zwolle stadsrechten kreeg, met houten huizen is bebouwd. Naast antwoorden roept deze datering natuurlijk ook vragen op. De belangrijkste vraag is of deze huizen binnen een bakstenen stadsmuur waren gelegen of net er buiten. Van een stadsmuur uit de 13de eeuw zijn op deze plek geen sporen teruggevonden. De opgraving op de locatie Achter de Broeren in 2004 heeft aangetoond dat Zwolle daar in de 13de eeuw al een bakstenen stadsmuur had. Tot nu toe is de vraag waar deze oudere stadsmuur bij het Rodetorenplein precies heeft gelegen, nog niet beantwoord.
Archeologisch onderzoek heeft de laatste jaren veel informatie opgeleverd over de ontwikkeling en geschiedenis van Zwolle. Met name de vondst van de 13de-eeuwse stadsmuur in 2004 heeft veel stof doen opwaaien. Veel oude theorieën over de ontwikkeling van Zwolle konden hierdoor naar het rijk der fabelen worden verwezen.
Toch zijn er nog veel onduidelijkheden over de ontwikkeling en ontstaansgeschiedenis van Zwolle. Dit betekent dat er nog veel archeologisch onderzoek nodig is. Archeologie is voor deze vroege geschiedenis van de stad de enige bron die antwoord kan geven op de vele vragen.
Bron: Afdeling Communicatie
Gemeente Zwolle