Persbericht
Nieuwe maatregel tegen overlastgevende criminaliteit
12 april 2006
Minister Donner van Justitie bereidt een wetsvoorstel voor dat het
mogelijk maakt verdachten die overlast veroorzaken direct een
voorlopige maatregel op te leggen. Dit kan een straat- of
contactverbod zijn, maar ook het begin van een therapie of behandeling
tegen agressie of verslaving.
Hij voert daarmee een motie uit van de Kamerleden Weekers, Van Haersma
Buma en Wolfsen waarin zij om een zodanige regeling vragen. De
bevoegdheid is nodig om de belangen van burgers te beschermen die zich
door verdachten in hun vrijheden beperkt voelen, zoals de in de motie
genoemde groep van slachtoffers en getuigen van strafbare feiten.
De bewindsman kondigt het wetsvoorstel aan in een brief aan de Tweede
Kamer. De nieuwe bevoegdheid versterkt de aanpak van lichtere
strafbare feiten omdat het openbaar ministerie in de huidige situatie
geen gedragsmaatregel kan opleggen. Ook biedt de bevoegdheid uitkomst
bij minder zware delicten waarvoor voorlopige hechtenis meestal een te
zwaar middel is. De gedragsmaatregel kan dan een effectieve bijdrage
leveren in de aanpak van overlast. Voor toepassing van deze maatregel
is nodig dat tegen de verdachte ernstige bezwaren bestaan en dat er
een groot gevaar is voor herhaling of voortzetting van het strafbare
feit, zodat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is.
In de brief schrijft minister Donner dat het tijd is voor een extra
inspanning voor de aanpak van feiten die ieder op zichzelf beschouwd
in strafrechtelijk opzicht wellicht minder zwaar zijn, maar die juist
door de massaliteit en door de effecten ervan op de samenleving vragen
om nieuwe initiatieven, ook binnen de strafrechtsketen.
Bij de voorbereiding van het wetsvoorstel wordt bekeken aan welke
justitiële autoriteit of autoriteiten de bevoegdheid het best kan
worden toebedeeld; denkbaar is immers dat in bepaalde gevallen de
rechter-commissaris eerder in aanmerking komt dan de officier van
justitie. Om zoveel mogelijk recht te doen aan de strekking van de
motie gaat de bewindsman ook na of er meer gebruik kan worden gemaakt
van bestaande strafrechtelijke instrumenten zoals de mogelijkheden die
de rechter-commissaris nu al heeft om de openbare orde te handhaven.
Verder zullen de capacitaire en organisatorische gevolgen van de
introductie van de nieuwe bevoegdheid in beeld moeten worden gebracht.
Een en ander mag niet ten koste gaan van de uitvoering van de andere
taken van het openbaar ministerie.
Ministerie van Justitie