ActueelUitgebreid zoeken Naar menu
Zoekveld ____________________ Uitgebreid zoeken
Artikel 1 Grondwet blijft inspiratie voor maatschappelijke discussie
12 april 2006
Artikel 1 Grondwet behoeft geen aanvullende non-discriminatiegronden.
Dat heeft de Commissie "rechtsgevolgen opname non-discriminatiegronden
artikel 1 Grondwet" geconcludeerd. Deze commissie werd ingesteld door
minister Pechtold voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
naar aanleiding van een debat in de Tweede Kamer in maart 2005 over de
wenselijkheid van uitbreiding van artikel 1 Grondwet.
---
Artikel 1 van de Grondwet somt een aantal gronden op waarop niet
gediscrimineerd mag worden; godsdienst, levensovertuiging, politieke
gezindheid, ras en geslacht, en eindigt met: 'op welke grond dan ook'.
Het opnemen van nieuwe gronden in artikel 1 biedt slechts beperkte
juridische meerwaarde en kan resulteren in een inflatoir effect op de
bestaande gronden, terwijl tegelijkertijd internationale verdragen en
nationale wetgeving al voldoende rechtsbescherming bieden. De
Commissie stelt dat het consequent aanpassen van de Grondwet aan
formele wetgeving tot voortdurende aanpassing van de Grondwet zal
leiden. Zij acht veelvuldige aanpassing van de Grondwet aan lagere
wetgeving bovendien in strijd met het fundamentele karakter van de
Grondwet. Dit staat in het advies dat de Commissie vandaag
overhandigde aan minister Pechtold voor Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties.
Het kabinet kwam eerder tot vergelijkbare conclusies. In een reactie
op het rapport gaf minister Pechtold aan de gronden vooral als
voorbeelden te zien. "Dit zal nog wel niet het eindsignaal zijn. Maar
wat mij betreft staat overeind dat dit debat geen verliezers kent. De
discussie zal zich niet enkel op het juridische maar ook op het
maatschappelijke vlak moeten blijven ontwikkelen. Elke dag; voor de
deur van de discotheek én in het parlement."
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties