| |Nr. |2006-178 | | |Arnhem|11 april 2006 | | |, | |VEEL ANIMO VOOR VERPLAATSINGSREGELING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ 70% mogelijke verplaatsingen gemeld
Gedeputeerde Harry Keereweer, onder andere verantwoordelijk voor de reconstructie van het landelijk gebied in Gelderland, zegt blij te zijn met zoveel belangstelling voor de verplaatsingsregeling intensieve veehouderij, maar betreurt het tegelijkertijd dat er op dit moment niet meer financiële middelen beschikbaar zijn. In de eerste aanmeldingsperiode blijken 45 bedrijfslocaties in aanmerking te kunnen komen voor de verplaatsingsregeling. De aanmeldingen maken duidelijk dat er een goede regeling is die in een duidelijke behoefte voorziet. Gedurende de uitvoeringsperiode van 12 jaar van de reconstructie worden meerdere openstellingen voorzien. Dat in de eerste openstelling gelijk 70% van de mogelijke verplaatsers zich meldt, geeft nu een financieel probleem.
Belangstellenden voor de verplaatsingsregeling konden zich aanmelden van 15 december 2005 - 17 februari 2006. Van de 56 aangemelde locaties voor bedrijfsverplaatsing voldeden 45 locaties aan de hoofdcriteria van de regeling. Dit is een relatief groot aantal aanmeldingen voor een eerste openstelling van de verplaatsingsregeling. Ook bij de overige reconstructieprovincies is het aantal aanmeldingen relatief hoog.
Voor 2006 is 11 miljoen euro beschikbaar en dat blijkt te weinig om alle aanvragen te kunnen honoreren. Gedeputeerde Staten zijn nu genoodzaakt op grond van de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderijen de aanvragen te beoordelen op prioriteit. GS kunnen de bedrijven met de hoogste prioriteit subsidie toekennen. Naar verwachting kunnen ongeveer 20 te verplaatsen bedrijfslocaties worden gehonoreerd. De overige aanmeldingen zullen vooralsnog op grond van de regeling vanwege onvoldoende beschikbare middelen een weigering krijgen.
De verplaatsingsregeling geeft uitvoering aan de reconstructieplannen die vorig jaar zijn vastgesteld. Volgens het reconstructieplan mogen intensieve veehouderijen in zogenaamde extensiveringsgebieden, waar de natuur voorrang krijgt, niet verder uitbreiden vanwege de te hoge mate van ammoniakuitstoot. Voor bedrijven die willen groeien zijn gebieden geselecteerd waar dat wel mogelijk is, de zogenaamde landbouwontwikkelingsgebieden. Een van de voorwaarden is dat de verplaatsing van het moment van honorering tot aan de verplaatsing zelf binnen drie jaar plaatsvindt.
De Dienst Landelijk Gebied (DLG) voert in opdracht van de provincie momenteel taxaties uit. Deze kunnen in mei afgerond zijn en dan wordt duidelijk hoeveel de verplaatsingen gaan kosten. Per bedrijf kan de prioriteit worden bepaald door de verplaatsingkosten te relateren aan de milieuwinst. Gedeputeerde Staten verwachten de prioritering in juni/juli 2006 duidelijk te hebben en op dat moment voor een totaalbedrag van E 11 miljoen verplaatsingssubsidies toe te kennen.
Financiering
GS hebben bij de openstelling van de eerste tender 11 miljoen euro beschikbaar gesteld. Daarvan komt 8 miljoen uit provinciale middelen en 3 miljoen van het rijk. In de komende jaren hebben Provinciale Staten in de begroting al extra geld gereserveerd. Voor de jaren 2007 tot 2010 elk jaar 2,5 miljoen euro (totaal 7,5 miljoen). Voor de rijksbijdrage lopen op dit moment onderhandelingen over het Investeringsbudget Landelijke Gebied (ILG) voor de periode 2007-2013. In 2007 is er zodoende opnieuw geld om een aantal verplaatsingen te kunnen honoreren.
Provincie Gelderland