Beste redactie,
Bijgaand stuur ik u de verklaring van dijkgraaf Henk Tiesinga over de cross compliance. Deze heeft de dijkgraaf zojuist uitgesproken in de Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland.
Reactie dijkgraaf Henk Tiesinga, naar aanleiding van de gebeurtenissen rond de cross compliance. Uitgesproken tijdens de Algemene Vergadering van 11 april 2006
Geacht bestuur,
Naar aanleiding van de gebeurtenissen in de afgelopen periode rond waterschap Zuiderzeeland wil ik als Dijkgraaf afrondend enkele zaken hieromtrent belichten.
Ten eerste moet ik constateren dat er hier en daar nogal gedateerde beelden bestaan over het waterschap.
De nu aanwezige 26 opgeschaalde regionale wateroverheden zijn net zo als gemeenten en provincies deel van onze gedecentraliseerde eenheidstaat. De staatrechtelijke positie is niet onderscheidend. De functionele existentionele taak wel. De typering van doelcorporatie (belangenbehartiger van een categorie) die ik nog vaak hoor stamt m.i. ook uit dat verleden. Als één van de medeoverheden doen wij, naast de aloude waterbeheertaak, mee in het proces van regionale beleid- cq. gebiedsontwikkeling.
Integraal waterbeheer raakt aan ruimtelijke ordening, natuurontwikkeling, milieubeleid, economie en land- en tuinbouw. Men zal ons dan ook steeds vaker over deze thema's horen.
In de afgelopen jaren hebben we kunnen merken dat het voor onze partners, zowel publiek als privaat, wel even wennen was dat er een sterker geluid uit dit huis kwam. Dat gaf wel eens wrijving. Maar wrijving geeft energie. Deze energie heeft er, en zal zeker ook in de toekomst, leiden tot accentuering van beleid. Per saldo verscherping van keuzes in de Algemene Democratie en dat is winst. Een voorbeeld hiervan is het op de agenda staande omgevingsplan van de provincie Flevoland. Voor de officiële inspraak termijn hebben we in een gezamenlijk traject al heel veel kunnen verscherpen. De zes nu opgestapte AV-leden hebben dit proces heel nadrukkelijk meegemaakt. Ook zij hebben meegepraat over alle zaken die in het bestuur speelden en niet alleen over zaken aangaande hun eigen categorie.
Het is een uitdaging voor u als bestuur om onze positie verder te ontwikkelen en te markeren. Ook binnen het bestuur zijn er soms grote verschillen van inzicht. Meestal leidt dit na discussie tot een gezamenlijk gedragen richting. Echter niet altijd zoals we rond de Cross compliance hebben ervaren.
Voornoemde processen spelen zich af in de openbaarheid. Veel hierover was, en naar ik hoop is, in de toekomst toegankelijk via de media. Een goede zaak dat burgers deze discussies kunnen blijven volgen. Het is een kunst om daarin de goede nuanceringen aan te brengen. Journalistiek is ook een moeilijk vak.
In onze vorige vergadering heeft de heer Michielsen namens zes bestuursleden het woord gevoerd. Tijdens deze toespraak zijn er nogal wat pijlen op het waterschap afgeschoten die nadien in regionale en nationale media zijn herhaald.
Rechtdoende aan onze organisatie, het bestuur en het college wil ik een aantal zaken rechtzetten die krom geslagen zijn en waardoor mensen onterecht beschadigd dreigen te worden:
1. De zwakke inbreng en de top down benadering binnen de Unie van Waterschappen:
Na onze bespreking in september 2005 werden twee zaken duidelijk: het onderwerp ligt gevoelig en een meerderheid is voor directe doormelding van de spontane controles. Afgesproken is de discussie in de Unie van Waterschappen af te wachten en deze te betrekken bij de definitieve besluitvorming. Zo is geschied. Tijdens deze Unie discussie koos men voor het tussenjaar 2006, alvorens in 2007 alles door te melden. Het zou onze Heemraden door "de zes" zeer kwalijk zijn genomen als toen ingebracht was dat de meerderheid van ZZL neigt naar totale doormelding vanaf 2006. In dit geval was geen dominante inbreng een belangrijke bijdrage om de positie die "de zes" wensten niet te verslechteren. Ook na wat er hier gebeurd is, is er binnen de Unie van Waterschappen verder gesproken. Vorige week kwam het onderwerp ter sprake in de Commissie Watersystemen waarin alle waterschappen zijn vertegenwoordigd. Unaniem was er steunt voor de Unielijn en onbegrip voor de bestuurscrisis bij Zuiderzeeland. Hetzelfde gebeurde bij de Commissie Water en Emissies. De kritiek van top down gedrag ontgaat me dan. Samen met de Unievoorzitter en vice-voorzitter heb ik vorige week een overleg over o.a. dit thema gevoerd met de LTO - Nederland. We waren het er al snel over eens dat de nu gevolgde aanpak het meest profijtelijke is voor de land- en tuinbouw.
2. Bewuste eenzijdige en onvolledige informatieverstrekking door het College:
De cross compliance is gebaseerd op bestaande artikelen uit Europese richtlijnen en verordeningen. Volgens het Ministerie van LNV gaat het over reeds bestaande verplichtingen die voor alle landbouwers in de Europese Unie gelijk zijn, het level playing field (voor iedereen geldt hetzelfde) genoemd. Richtlijnen worden geïmplementeerd in nationale wetgeving. Verordeningen zijn rechtstreeks bindend voor lidstaten en burgers. Het geheel van verschillende vormen van regelgeving, is gedefinieerd als wetgeving. Wetgeving moet gehandhaafd worden daarover zijn we het eens. In ons gedecentraliseerde bestuur is de handhaving van de 18 cross compliance artikelen verdeeld over de rijks- en decentrale overheden. De keus is nu; alle handhaving teruggeven aan de Rijksoverheid (i c AID en inspectie Verkeer en Waterstaat) of doorgaan op de manier waarop het reeds georganiseerd is. De waterschappen maar ook de andere koepels (IPO/VNG) hebben volgens LNV in het BLOM (bestuurlijk landelijk overleg handhaving) gekozen voor de voortzetting van de bestaande praktijk. Ook u hebt steeds aangegeven dat het handhaven en de huidige wijze van handhaven door het waterschap ons dierbaar is.
In beide gevallen speelt doormelden van spontane meldingen. Het Ministerie van LNV is voor ons als lidstaat van de EU de bevoegde autoriteit en het aanspreekpunt. Volgens het Ministerie van LNV geldt het volgende:
Naast de controle van 1% van alle landbouwers, schrijft de Verordening (EG) nr. 1782/2003 voor dat elke vastgestelde niet-naleving van een of meerdere randvoorwaarden moet leiden tot een korting op de inkomenssteun. Dit communautaire uitgangspunt is de basis voor de doormeldingen.
De EU wil naleving van maatschappelijke voorwaarden door agrarische ondernemers voldoende borgen. Er is daarom gekozen voor een tweeledig controlestelsel: een percentage van 1% van alle landbouwers zal steekproefsgewijs worden gecontroleerd op basis van een risicoanalyse en voorts worden overige niet-nalevingen van de Randvoorwaarden GLB die tijdens reguliere controles van de betrokken regelgeving gemeld bij de CCA, de coördinerende controle autoriteit, i.c. de AID.
Er is geen eigenstandige bepaling in de Europese verordeningen die doormeldingen door de betrokken controle-instanties expliciet regelt. Die verantwoordelijkheid vloeit namelijk rechtstreeks voort uit de betrokken verordeningen die uit hun aard rechtstreeks bindend zijn voor overheid en burger in elke lidstaat in de Unie.
Op basis van deze motivering is volgens de minister doormelding vanaf 2005 reeds verplicht. Vanuit deze visie heeft ons college gemeend geen valse verwachtingen voor de toekomst te moeten wekken. Overigens is in de bemiddelingspoging aangeboden, en in de vorige vergadering van de AV door het college verwoord dat indien deze motivering van het college niet valide blijkt, het AV besluit zijn rechtskracht verliest.
Van onvolledige en onjuiste informatie is dus geen sprake en het willens en wetens riskeren van een bestuurscrisis wat ons is verweten, ook zeker niet. Duidelijk werd mij kenbaar gemaakt dat "de zes"niet meer wilden!
Afsluitend, het is een unicum wat hier is gebeurd. Het bewust terugtreden van "de zes" is, zoals door hen zelf gezegd hun democratisch recht, ook al gooit men daarmee de belangenbehartiging van de doelgroep te grabbel. Maar het jezelf bestuurlijk ophangen aan een tot principe opgeklopte zaak die materieel niets voorstelt, is op zijn zachts gezegd onverstandig. Dat daarnaast het waterschap en haar bestuurders klikgedrag, nazi- en Stasi- praktijken wordt verweten, vind ik ronduit stuitend en veroordeel ik ten zeerste. Ik ga ervan uit dat anderen dat ook doen.
Mijn analyse is dat het ten diepste in deze discussie niet gaat over handhaving, maar dat een beperkt aantal agrarische voormannen de GLB- besluiten in 2003 vastgelegd in het Verdrag van Luxemburg, nog steeds niet kan accepteren. Toen is besloten een deel van de Europese product ondersteuning te vervangen door inkomens cq. bedrijfstoelagen gekoppeld aan randvoorwaarden; de cross compliance. Een thema wat hier duidelijk niet aan de orde is.
Volgende week krijgen alle agrariërs in ons beheersgebied een uitgebreide nieuwsbrief. Ik ga er vanuit dat zij daaruit de juiste conclusies zullen trekken.
Dank u wel.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met hoofd Communicatie Joop de Jager 06-1132 4194.
---- --
Waterschap Zuiderzeeland