Jaarverslag 2005
Statenvergadering van 21 juni 2006
---
Gedeputeerde Staten van Fryslân
14 maart 2006
Jaarverslag 2005
Provincie Fryslân
Voor inlichtingen:
Provincie Fryslân
Provinciehuis
Bezoekadres: Tweebaksmarkt 52, Leeuwarden
Postadres: Postbus 20.120
8900 HM Leeuwarden
Website: www.fryslan.nl
E-mail: provincie: provincie@fryslan.nl
E-mail: Afdeling FP&C: fpc@fryslan.nl
Telefoon: 058-2925973 (afdeling Financiën en Planning en Control)
Fax: 058-2925125
Inhoudsopgave
Hoofdstuk Pagina
1 Inleiding 5
1.1 Algemeen 5
1.2 Leeswijzer 5
1.3 Accenten aanpak en opzet Jaarverstukken 2005 5
1.4 Samenstelling provinciebestuur en opbouw
provinciale organisatie 7
1.4.1 Samenstelling provinciebestuur 7
1.4.2 Organogram provinciale organisatie 9
2 Jaarrekening in één oogopslag 11
2.1 Uitkomst 11
2.2 Kerngegevens 11
2.3 Verloop van de lasten en baten verdeeld naar kostensoorten 13
2.4 Exploitatieoverzicht per programma 15
3 Programmaverantwoording 17
3.1 Programma 1 - Bestuur en veiligheid 19
3.2 Programma 2 - Verkeer en vervoer 33
3.3 Programma 3 - Water 57 3
3.4 Programma 4 - Milieu 69
3.5 Programma 5 - Landelijk gebied 97
3.6 Programma 6 - Economie, recreatie en
toerisme 107
3.7 Programma 7 - Sociaal beleid en zorg 119
3.8 Programma 8 - Kultuer, taal en underwiis 135
3.9 Programma 9 - Ruimte 156
3.10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 169
Overzicht Algemene dekkingsmiddelen 179
Overzicht Onvoorzien 180
4 Paragrafen 181
4.1 Inleiding 181
4.2 Paragraaf 1 - Provinciale heffingen 181
4.3 Paragraaf 2 - Weerstandsvermogen 183
4.4 Paragraaf 3 - Onderhoud kapitaalgoederen 188
4.5 Paragraaf 4 - Financiering 190
4.6 Paragraaf 5 - Verbonden partijen 193
4.7 Paragraaf 6 - Grondbeleid 199
4.8 Paragraaf 7 - Bedrijfsvoering 200
4.9 Paragraaf 8 - Inhuur externe adviseurs 210
4.10 Paragraaf 9 - Handhaving 212
4.11 Paragraaf 10 - Majeure programma's en projecten 215
4.11.1 Friese Meren Projecten 215
4.11.2 Kompas 216
4.11.3 Interreg 217
4.11.4 Plattelânsprojekten 218
4.11.5 POP 219
4.11.6 ICES 220
4.11.7 Infrastructuur 220
Jaarverslag 2005
5 Bijlagen 222
5.1 Overzicht subsidies aan instellingen 222
5.2 Begrippenlijst 226
5.3 Afkortingenlijst 227
5.4 Provinciemonitor 229
4
Jaarverslag 2005
1 Inleiding
1.1 Algemeen
Voor u ligt het Jaarverslag 2005. Het Jaarverslag 2005 samen met de Jaarrekening 2005 wordt u,
overeenkomstig artikel 201 en 202 van de Provinciewet, aangeboden door Gedeputeerde Staten.
In de jaarlijkse planning & controlcyclus vormen de Jaarstukken na de Kaderbrief, de Begroting
en de Tussentijdse rapportages het sluitstuk. De jaarstukken vormen een belangrijk onderdeel van
de planning en controlcyclus.
De Jaarstukken zijn ingericht volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten (BBV) en volgens de door u vastgestelde Financiële verordening 2005.
Het jaar 2005 wordt financieel afgesloten met een positief resultaat van 7,4 miljoen.
Dit resultaat wijkt af van het aan u gepresenteerde rekeningsaldo van 7,6 miljoen in de
Kaderbrief Begroting 2007. Dit is het gevolg van een aantal correcties dat onlangs bekend is
geworden.
In de Jaarrekening vindt u een nadere analyse van het saldo en de bestemming daarvan.
De relatie van de Begrotingen en de Jaarstukken op basis van het Besluit Begroting en
Verantwoording is als volgt:
Provinciale Staten stellen de begroting en de jaarstukken vast. De accountantsverklaring heeft
betrekking op de Jaarrekening, waarbij de consistentie tussen Jaarrekening en het Jaarverslag een
aandachtspunt is.
Gedeputeerde Staten stelt de Productenraming en Productenrealisatie vast evenals de Informatie
voor derden.
De Productenrealisatie en Informatie voor derden zijn net als bij de begroting samengevoegd tot 5
één document. Dit door ons vast te stellen document wordt voor u ter inzage gelegd.
Overeenkomstig artikel 204 van de Provinciewet dienen wij vervolgens vóór 15 juli de door u
vastgestelde Jaarstukken naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties toe te zen-
den. Dit vereist dat de Jaarstukken zoals de afgelopen jaren gebruikelijk was in de laatste week
van juni door u worden vastgesteld.
Het Jaarverslag 2005 geeft de belangrijke ontwikkelingen en resultaten over 2005 weer.
1.2 Leeswijzer
Het Jaarverslag 2005 is de spiegel van de Beleidsbegroting 2005 en begint in hoofdstuk 2 met de
jaarrekening in één oogopslag. Enkele in het oog springende onderdelen worden daarin in een
meerjarig perspectief gezet.
Hoofdstuk 3 en 4 vormen samen de programmaverantwoording. In deze hoofdstukken treft u de
belangrijke prestaties 2005 aan. In hoofdstuk 3 komen de verschillende programma's aan de
orde. De voorgeschreven paragrafen worden in hoofdstuk 4 gepresenteerd. De wijzigingen in de
paragrafen worden beschreven in paragraaf 4.1.
In hoofdstuk 5 wordt het jaarverslag afgesloten met een aantal bijlagen, waarin ondermeer een
overzicht van de in 2005 verstrekte subsidies aan instellingen, een begrippenlijst, een overzicht
van de meest gebruikte afkortingen in de provinciale jaarstukken en een provinciemonitor (IPO)
van een viertal provinciale beleidsterreinen.
1.3 Accenten aanpak en opzet Jaarverstukken 2005
Bij de behandeling van de Jaarstukken 2004 is door u een aantal aandachtspunten dan wel verbe-
terpunten naar voren gebracht welke onze speciale aandacht hebben gevraagd bij het opstellen
van de jaarstukken 2005.
Jaarverslag 2005
Voorts is er nog een aantal andere aandachtspunten die van belang zijn voor het opstellen van de
Jaarstukken 2005.
Deze punten zijn:
1. de rapportage over doelen en resultaten
2. verbetering kwaliteit analyses van de financiële afwijkingen
3. begrotingsrechtmatigheid
4. deelname F.G. Kordes Trofee
5. Burgerjaarverslag 2005
1. Rapportage over doelen en resultaten
Voor de Jaarstukken 2005 is er in november/december 2005 een afzonderlijk MD-traject gehou-
den over de rapportage van de doelen en resultaten van de Begroting 2005.
De Jaarstukken zijn de contramal van de Begrotingsstukken. In de trainingen van het MD-traject
jaarstukken is de rapportage over doelen en resultaten voor de Jaarstukken 2005 aan de orde
geweest.
In de Jaarstukken 2005 is daarmee geprobeerd zoveel mogelijk de externe effecten van het beleid
zichtbaar te maken en minder accent te leggen op procesinformatie. Het vinden van een goede
balans daarin vraagt in de komende jaren nog de nodige aandacht.
2. Analyse van de financiële afwijkingen
Ook de verbetering van de toelichting op de financiële afwijkingen tussen begroting en jaarreke-
ning hebben in de afgelopen periode de nodige aandacht gekregen. Geconstateerd wordt dat deze
ten opzichte van de Jaarrekening 2004 een verbetering hebben ondergaan, maar voor de komen-
6 de jaren nog extra aandacht vergen.
3. Begrotingsrechtmatigheid
Met ingang van de jaarrekening 2004 krijgt de provincie Fryslân, naast een oordeel over de
getrouwheid, ook een oordeel over de rechtmatigheid van de externe accountant. Dit houdt in
dat de accountant beoordeelt of de Jaarrekening in overeenstemming met relevante wet- en regel-
geving tot stand is gekomen. Bij de Jaarrekening 2004 is een goedkeurend oordeel verkregen
over de rechtmatigheid.
Onderdeel van de rechtmatigheid is de Begrotingsrechtmatigheid (Begrotingscriterium).
Het Begrotingscriterium is in de Jaarrekening 2004 als "Overzicht Samenvatting begrotings-
onrechtmatigheid" opgesteld.
Voor de Jaarrekening 2005 is dit overzicht verbeterd. Zie Samenvatting in de Jaarrekening 2005
onder hoofstuk 3.2.11.
4. Deelname aan F.G. Kordes Trofee
Al zo'n tien jaar wordt jaarlijks de Kordes-Trofee uitgereikt voor de beste verslaggeving en
prestatieverantwoording door publieke organisaties. Deloitte levert voor de jury de voorzitter en
de secretaris. Tot dusverre hebben wij nog niet meegedaan.
De jury beoordeelt het jaarverslag aan de hand van een aantal criteria. Ons huidige Jaarverslag
beantwoordt hier nog niet geheel aan. Daarom achtten wij het nog niet zinvol het Jaarverslag
2004 voor een beoordeling in te zenden.
Dit neemt niet weg dat voor de 10e Kordes-Trofee in 2004 acht provincies hun Jaarverslag heb-
ben ingezonden.
Voor ons is het dan de vraag of wij inzending niet moeten overwegen van het Jaarverslag 2005.
Daarvoor zijn de jurycriteria naast onze aanpak gelegd om na te gaan welke aspecten tot dusverre
in onze verslaggeving onderbelicht zijn gebleven en is nagegaan welke verbeterpunten wij kun-
nen meenemen in het samenstellen van de Jaarstukverslag 2005.
Het merendeel van de acties past in het ontwikkelingstraject van de Jaarstukken, dat vanaf 2004
is ingezet. Met de inzending van de Jaarverslag geeft de jury ook adviezen voor verbetering van
onderdelen.
Jaarverslag 2005
Door het bovenstaande is het verantwoord om met de Jaarverslag 2005 in 2006 deel te nemen
aan de F.G. Kordes Trofee.
5. Burgerjaarverslag 2005
Op grond van art. 175 lid 2 Provinciewet moet de Commissaris van de Koningin jaarlijks verslag
uitbrengen over de kwaliteit van dienstverlening en de kwaliteit van de procedures op het gebied
van burgerparticipatie. Ook de kwaliteit van afhandeling van klachten, bezwaar en beroep wordt
meegenomen in het burgerjaarverslag.
Het burgerjaarverslag is de afgelopen twee jaar in een aparte uitgave verschenen welke visueel
een grote gelijkenis vertoonde met het persoonlijke jaarverslag van de Commissaris van de
Koningin.
Ook het Burgerjaarverslag 2005 zal een aparte uitgave blijven maar voor wat betreft het informa-
tie verwerving- en verwerkingstraject is als eerste stap in onderlinge afstemming van de provin-
ciale verslagen aansluiting gezocht bij de Jaarstukken voor 2005.
De behandeling van dit verslag aan uw Staten vindt plaats in uw vergadering van 21 juni 2006.
In deze vergadering vindt ook de behandeling plaats van de Jaarstukken 2005.
1.4 Samenstelling provinciebestuur en opbouw provinciale organisatie
1.4.1 Samenstelling provinciebestuur
drs. E.H.T.M. Nijpels
Commissaris van de Koningin
---
Portefeuille
· Algemene coördinatie en externe betrekkingen
· Openbare orde en veiligheid
· Strandvonderij
· Coördinatie Vereniging van Friese Gemeenten (VFG)
· Communicatie
Secretaris mr. J.Wibier
Secretaris
· Algemeen directeur provinciale organisatie
· Secretaris College van Gedeputeerde Staten
Jaarverslag 2005
Gedeputeerde J. Ploeg
Gedeputeerde (CDA) en loco-CdK
Portefeuille
· Bestuurlijke organisatie
· Juridische zaken/rechtsbescherming
· Financiën en bedrijfsvoering
· Personeel en organisatie
· Sociaal beleid en Zorg
· Projectgedeputeerde uitvoering Westergo-convenant
· Gebiedsgedeputeerde Plattelânsprojekten Midden Fryslân
Gedeputeerde dr.A.J. Mulder
Gedeputeerde (PvdA)
Portefeuille
· Recreatie en toerisme
· Fries Merenproject
· Arbeidsmarktbeleid
8 · Duurzaamheid/duurzame energie
· Algemene en specifieke Friese cultuur
· Kunst en cultuur
· Taal en letteren
· Monumentenzorg, cultuurhistorie en archeologie
· Bibliotheken, archieven en media
· Onderwijs en wetenschappen
· Projectgedeputeerde uitvoering Leeuwarden Convenant/Ontwikkelingskader
· Gebiedsgedeputeerde Plattelânsprojekten Zuidwest Fryslân
Gedeputeerde T. Baas
Gedeputeerde (VVD)
Portefeuille
· Algemeen milieubeleid uitvoering provinciaal milieubeleidsplan
Milieuvergunningen en -toezicht
· Verkeer en (openbaar) vervoer w.o. coördinatie Zuiderzeelijn
· Ontwerp en uitvoering wegeninfrastructuur
· Beheer en onderhoud droge en natte infrastructuur
· Waterwegen, vaarwegen en scheepvaartinspectie
· Projectgedeputeerde uitvoering A-7 convenant en
· Vernieuwbouw Provinsjehûs
· Gebiedsgericht milieubeleid; ROM Z.O.-Fryslân
· Gebiedsgedeputeerde Plattelânsprojekten Zuidoost Fryslân
Jaarverslag 2005
Gedeputeerde mr.A.M.Andriesen
Gedeputeerde (PvdA)
Portefeuille
· Ruimtelijke Ordening
· Planologisch toezicht
· Wonen en Volkshuisvesting
· Plattelandsbeleid
· Coördinatie plattelandsprojecten
· Stads- en dorpsvernieuwing
· Natuurbeleid (incl. Flora- en Faunawet)
· Landschapsbeleid
· Landinrichting
· Land- en tuinbouw
· Visserijbeleid
· Gebiedsgedeputeerde Plattelânsprojekten Waddeneilanden
Gedeputeerde P. Bijman
Gedeputeerde (CDA)
Portefeuille
· Europa 9
· Internationale contacten
· Neue Hanze Interregio (NHI)
· North Sea Commission
· Internationaal Waddenbeleid
· Bestuurlijke kaders algemeen economisch beleid
· Uitvoering sociaal-economisch beleid
· Coördinatie KOMPAS
· Midden- en kleinbedrijf, industrie en diensten
· Mijnwet
· Waterhuishouding
· Gebiedsgedeputeerde Plattelânsprojekten Noardwest Fryslân
· Gebiedsgedeputeerde Plattelânsprojecten Noordoost Fryslân
1.4.2 Organogram provinciale organisatie
Op de volgende pagina is het voor 2005 geldende organogram van onze organisatie opgenomen.
Jaarverslag 2005
TABEL ORGANOGRAM 2005
STATENGRIFFIE
Statengriffier
Adjunct statengriffier
Afdeling
Communicatie
Bestuurs- &
Afdeling Concernstaf
Interne Controle &
Accountancy
Algemeen directeur/secretaris
Adjunct directeur/loco secretaris
Projecten & Concerncontrol
Programma's
- Bouwurk
10
1 november 2005
Jaarverslag 2005
2 Jaarrekening in één oogopslag
2.1 Uitkomst
De Jaarrekening over 2005 sluit met een positief saldo van 7,4 miljoen.
2.2 Kerngegevens
Per 31 december 2005 × 1 mln
Exploitatie omzet 306,4
Boekwaarde investeringen 53,4
Algemene reserve 16,6
Overige reserves en voorzieningen 168,5
Geldleningen o/g 0,9
Geldleningen u/g 58,5
Formatie (feitelijke formatie per 31 december 2005,
vast en tijdelijk exclusief Provinciaal bestuur en PB e.d.) 813
Aantal medewerkers 924
Provinciale opcenten 61,0 punten
Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening
2000 2001 2002 2003 2004 2005 11
Exploitatie
Lasten (× 1mln) 228,8 270,6 308,9 309,9 348,0 306,4
Baten (× 1mln) 244,2 279,7 317,1 319,4 351,2 313,8
Reserves (Baten)(× 1mln) 44,7 21,6
Rekeningsaldo/Resultaat na bestemming
(× 1mln) 15,4 9,1 8,2 9,5 3,2 7,4
Balanstotaal (×1mln) 221,2 225,7 233,9 228,4 210,7 224,5
Provinciale opcenten (in%) per 1 april:
Opcenten Fryslân 50,6 50,6 50,6 58,6 60,1 61,0
Opcenten gem. 12 provincies 58,4 58,8 60,3 62,5 67,0 69,3
wettelijk toegestane opcenten 76,0 80,0 84,8 89,9 94,7 99,0
opbrengst per opcent in Fryslân (×1000) 449 457 508 533 558 592
hoogste opbrengst per auto in de meest voorkomende gew. klasse:
gewichtsklasse 951-1050 kg (bedrag × 1) 93,0 93,0 93,0 107,0 110,0 111,0
gewichtsklasse 1051-1150 kg (bedrag × 1) 116,0 116,0 116,0 135,0 138,0 140,0
gewichtsklasse 1151-1250 kg (bedrag × 1) 140,0 140,0 140,0 162,0 166,0 169,0
gewichtsklasse 1251-1350 kg (bedrag × 1) 163,0 163,0 189,0 194,0 197,0
Jaarverslag 2005
Exploitatie
lasten baten rekeningsaldo
350
300
250
o'so's
200
150
in miljoenen eurin miljoenen eur 100
50
---
12 2000 2001 2002 2003 2004 2005
Provinciale opcenten
120
100
80
60
40
Aantal opcentenAantal opcenten 20
---
2000 2001 2002 2003 2004 2005
opc. Fryslân gem. 12 prov wettelijk toegest
Jaarverslag 2005
2.3 Verloop van de lasten en baten verdeeld naar kostensoorten
tabel 3 Verloop van de Lasten verdeeld naar kostensoort (bedragen ×1 mljn euro)
Bedragen × 1 mln Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening
2000 2001 2002 2003 2004 2005
apparaatskosten 45,9 51,82 58,2 61,7 61,3 58,4
kapitaallasten 12,4 12,04 11,8 17,9 0,0 10,6
overdrachtsuitgaven 104,9 109,24 122,8 141 61,5 69,5
toevoeging aan de
reserves/voorzieningen* 40,3 67,31 83,2 62,2 186,7 138,0
overige administratieve boekingen 11,3 4,0
goederen en diensten 24,4 27,32 32,2 26,5 24,0 25,8
overig 0,9 2,88 0,7 0,6 3,3 0,1
Totaal 228,7 270,6 308,9 309,9 348,0 306,4
* t/m 2003 is conform de CV'95
tabel 3 Verloop van de Baten verdeeld naar kostensoort (bedragen ×1 mljn euro)
Bedragen × 1 mln Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening
2000 2001 2002 2003 2004 2005
uitkering prov fonds 72,5 79,1 83,1 86,6 78,7 81,3 13
belasting en leges 23,6 27,0 29,8 30,9 34 36,8
huren, dividend en rente 19,9 29,8 32,0 22,1 21,2 19,9
doeluitkering 82,3 93,0 90,2 91,3 96,1 120,4
administratieve boekingen 13,8 8,4
goederen en diensten 5,8 4,3 4,4 5,1 5,9 11,8
totaal baten voor bestemming 204,2 233,2 239,5 236,0 249,7 278,6
beschikking over de reserve 39,9 46,5 77,6 76,5 101 35,2
overig 6,9 0,5 0,0
Totaal 244,1 279,7 317,1 319,4 351,2 313,8
resultaat 15,4 9,1 8,2 9,5 3,2 7,4
Jaarverslag 2005
Lasten 2005
19%
3%
23%
46%
0% 8% 1%
apparaatskosten
kapitaallasten
overdrachtsuitgaven
overige administratieve boekingen
goederen en diensten
overig
14 toevoeging aan Reserves
Baten 2005
11% 0%
3% 26%
4%
12%
6%
38%
uitkering prov. fonds
belasting en leges
huren, dividend en rente
doeluitkering
goederen en diensten
overige administratieve boekingen
beschikking over de reserve
overige
Jaarverslag 2005
2.4 Exploitatie per programma
Bedragen ×1.000
Programma Baten Lasten Onttrekking Toevoeging
reserves reserves
1 1.429 14.871 368 -
2 65.364 107.956 7.448 1.269
3 852 9.107 2.566 -
4 12.938 26.479 518 43
5 1.445 9.750 796 860
6 1.677 22.805 14.241 -
7 34.244 43.366 1.962 -
8 7.004 31.213 891 -
9 7.376 16.299 517 -
10 146.299 6.140 5.843 16.232
Exploitatie per programma
Baten Lasten Onttr. res Toev.res.
160000 15
140000
120000
100000
1.000) 1.000)××
o (o ( 80000
EurEur
60000
40000
20000
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
programma
Jaarverslag 2005
3. Programmaverantwoording
De stand van zaken over het Bestuursakkoord 2003-2007 is u in een afzonderlijke notitie `Na
1000 dagen' samen met de Kaderbrief Begroting 2007 aangeboden. Deze notitie geeft een ver-
antwoording van het tot op heden in de huidige bestuursperiode uitgevoerde beleid.
De programmaverantwoording 2005 bestaat uit de rapportage over de realisatie van de program-
ma's en het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Daarnaast wordt inzicht gegeven in het
gebruik van het geraamde bedrag voor Onvoorzien. Dit bedrag voor Onvoorzien is opgenomen
in Overzicht 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.
Als spiegel voor het Jaarverslag zijn voor u de programmadoelen uit de begroting 2005 (die is
geënt op de jaarschijf 2005 uit het Bestuursakkoord) weergegeven en in tabelvorm de doelen en
gewenste resultaten van de Thema's.
De indeling van de tabel met de exploitatiecijfers is vanaf 2005 afgestemd op de tabel zoals deze
bij de 2e Bestuursrapportage 2005 is gehanteerd (structurele budgetten, tijdelijke budgetten en
apparaatskosten). De bedrijfsvoeringskosten zijn alleen op programmaniveau weergegeven.
De bedrijfsvoeringkosten (overhead) worden aan de programma's toegerekend via een verdeel-
sleutel die gebaseerd is op het aantal directe uren. Dit is voor het gehele concern toegelicht in
het Jaarverslag hoofdstuk 4, Paragraaf Bedrijfsvoering.
De programmaverantwoording biedt verder per Programma/Thema inzicht in:
· De mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd;
· De mate waarin de gewenste resultaten zijn gerealiseerd;
· De gerealiseerde baten en lasten met toelichting;
· De investeringen met toelichting; 17
· De voorzieningen met toelichting.
In de rapportage per Thema is een toelichting gegeven op de financiële afwijkingen van meer
dan 100.000 (op lasten en baten) tussen Begroting na wijziging en de realisatie.
Kolom memo reserves
Aangezien de mutaties op de reserves volgens de nieuwe BBV voorschriften buiten de program-
ma's worden gehouden, hebben wij in dit hoofdstuk ervoor gekozen om een extra kolom toe te
voegen aan de cijfers waarbij de correcties welke aan het eind van het jaar verricht zijn zichtbaar
te maken. Deze posten worden namelijk gedekt door te beschikken over c.q. het vormen van
reserves. Deze posten leveren dus geen daadwerkelijk saldo op.
Jaarverslag 2005
3.1 PROGRAMMA 1 BESTUUR EN VEILIGHEID
Portefeuillehouder: J.Ploeg
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Het scheppen van voorwaarden voor het effectief en democratisch besturen van de provincie
Fryslân in goede communicatie met de Friese bevolking.
Doelenrealisatie 2005
In welke mate is het doel bereikt (kwantitatief en kwalitatief)?
Binnen het programma Bestuur en Veiligheid wordt een zeer divers aantal doelen weergegeven.
Het gaat daarbij om doelen als het functioneren van het Provinciaal Bestuur in al haar geledingen
tot zeer direct meetbare zaken als toezicht op de gemeentefinanciën.
Met name voor de meer algemene doelen als het functioneren van het Provinciaal Bestuur is het
moeilijk in concrete termen over doelenrealisatie te spreken. In die gevallen zal het hieronder
slechts in beperkte mate mogelijk zijn concrete resultaten te vermelden.
In 2005 heeft een evaluatie van de invoering van het duale stelsel plaatsgevonden. De resultaten
van die evaluatie zijn in de Staten besproken en er is een aanvang genomen met de invoering
van de op basis daarvan afgesproken verandering van werkwijze.
19
Het gesprek met de gemeenten over de versterking van de bestuurskracht is in 2005 voortgezet.
Het rapport van een door de Staten ingestelde commissie over dit onderwerp is in een statenver-
gadering besproken.
Voor de Eilandgemeenten is een belangrijke stap voorwaarts gezet door invoering van de
Eilanderraad. Een mede door de provincies Noord-Holland en Fryslan gesubsidieerd video-con-
ferencingsysteem betekent een belangrijke bijdrage aan de samenwerking tussen deze gemeenten.
De Friese gemeenten hebben in 2005 in grote meerderheid hun rampenplannen aangepast aan de
nieuwe wettelijke eisen.
Met de instelling van de Bestuurscommissie Veiligheid, Rampenbestrijding en Volksgezondheid is
een belangrijke stap richting de Friese Veiligheidsregio gezet.
Op 1 juli 2006 zal de Hulpverleningsdienst Fryslân, de bestuurlijke fusie tussen GGD/GHOR en
de Regionale Brandweer, een feit zijn.
In een tweetal tussenrapportages hebben wij de voortgang van het Dereguleringsproject gemeld
In 2006 zullen op dit onderdeel concrete resultaten worden geboekt.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 7.529 7.332 7.237 95 0 95
- Tijdelijke programmabudgetten 287 1.506 760 746 0 746
- Apparaatskosten 2.587 3.167 3.199 -32 0 -32
Subtotaal lasten thema's 10.402 12.005 11.196 809 0 809
- Bedrijfsvoeringskosten 3.577 3.274 3.675 -400 0 -400
Totaal Lasten 13.979 15.280 14.871 409 0 409
Baten
- Structurele programmabudgetten 772 1.111 1.429 -318 0 -318
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -708 708
Totaal Baten 772 1.111 1.429 -318 -708 390
Lasten-Baten 13.207 14.169 13.442 726 708 19
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde Vermeer- Vermin- Boekwaarde
20 van de deringen deringen van de
investeringen investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 281 335 82 533
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken 0 0 0 0
Totaal 281 335 82 533
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Bestaande risico's 790 34 0 755
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 0 0 0 0
Totaal 790 34 0 755
Jaarverslag 2005
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
1.1 Ondersteuning Provinciale Staten
Doel Rapportage
Het in het kader van duaal bestuur effectief en U wordt afzonderlijk gerapporteerd middels
efficiënt laten functioneren van Provinciale het jaarverslag 2005 van de Statengriffie.
Staten, zowel het individuele statenlid als het
bestuursorgaan in zijn geheel. Zie ook rapportage bij gewenste resultaten.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Adequate ondersteuning voor het effectief en Het resultaat is behaald door middel van het
efficiënt laten functioneren van Provinciale organiseren en ondersteunen van ca. 120
Staten. bijeenkomsten zoals Statenvergaderingen,
presidium, Statencommissies, werkbezoeken en
ad hoc commissies.
Door een opschoning van het verouderde 21
mailingbestand en digitalisering zijn de druk-
kosten sterk gedaald.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 2.584 2.788 2.603 184 0 184
- Tijdelijke programmabudgetten 26 97 42 55 0 55
- Apparaatskosten 44 40 7 33 0 33
Totaal Lasten 2.654 2.924 2.652 272 0 272
Baten
- Structurele programmabudgetten 77 338 412 -74 0 -74
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -15 15
Totaal Baten 77 338 412 -74 -15 -59
Lasten-Baten 2.577 2.586 2.240 346 15 331
Toelichting op de exploitatie
Lasten
De onderbesteding wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere uitgaven op drukkosten als gevolg
van het opschonen van het sterk verouderde mailingbestand en digitalisering. Daarnaast zijn er
lagere uitgaven m.b.t. het stateninformatiesysteem en activiteiten van PS zoals hoorzittingen en
ontvangsten en vrijval bij tijdelijke budgetten.
Jaarverslag 2005
Baten
Deze baten zijn de afrekening van de fractieassistentie over 2003. De extra inkomsten worden
veroorzaakt doordat een van de fracties reeds de niet geraamde afrekening van 2004 heeft over-
gemaakt.
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 210 0 0 210
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken 0 0 0 0
Totaal 210 0 0 210
Toelichting per investering
Deze investering betreft de ict-voorzieningen voor de Statenleden.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 138 34 0 103
22 Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 0 0 0 0
Totaal 138 34 0 103
Toelichting per voorziening
Uit deze voorziening worden verplichtingen, bijv. wachtgeld, betaald aan oud-statenleden.
1.2 Ondersteuning Gedeputeerde Staten
Doel Rapportage
Het effectief en efficiënt laten functioneren van Zie rapportage bij gewenste resultaten.
het college van Gedeputeerde Staten, zowel het
individuele Gedeputeerde Staten-lid als het
collectief.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Adequate ondersteuning voor het effectief en Dit betreft de personele kosten van het College
efficiënt laten functioneren van het College alsmede de kosten van de secretariële/ambte-
van Gedeputeerde Staten. lijke ondersteuning.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 2.347 1.451 1.242 208 0 208
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 425 620 547 74 0 74
Totaal Lasten 2.771 2.071 1.789 282 0 282
Baten
- Structurele programmabudgetten 20 22 21 1 0 1
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 20 22 21 1 0 1
Lasten-Baten 2.752 2.049 1.768 281 0 281
Toelichting op de exploitatie
De onderbesteding wordt in belangrijke mate veroorzaakt door lagere uitgaven op de posten per-
sonenvervoer, pensioenen oud-leden GS en apparaatskosten.
Bij personenvervoer betreft het een foutieve boeking op dit thema. De kosten zijn niet bij dit
thema geboekt, maar bij thema 1.3 Ondersteuning CdK.
Daarnaast staat hier een post apparaatskosten verkeerd geraamd. Deze hadden bij thema 1.5
Communicatie moeten staan. 23
De onderbesteding op pensioenen oud-leden GS wordt veroorzaakt doordat aan minder leden een
pensioen is uitgekeerd.
De uitkeringen aan oud leden van Gedeputeerde Staten is 63.000 lager uitgevallen vanwege het
lager aantal leden waaraan een uitkering moest worden betaald.
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 70 335 82 323
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken 0 0 0 0
Totaal 70 335 82 323
Toelichting per investering
Deze investering betreft de dienstauto's voor GS en de CdK.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 652 0 0 652
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 0 0 0 0
Totaal 652 0 0 652
Jaarverslag 2005
Toelichting per voorziening
Uit deze voorziening worden de pensioenen van oud-leden GS betaald.
1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin in zijn rol als rijksorgaan
Doel Rapportage
Het bijdragen aan en het bevorderen van een Zie rapportage bij gewenste resultaten.
goed functionerend openbaar bestuur door het
ondersteunen van de Commissaris van de
Koningin (CdK) met name in zijn functie als
rijksorgaan.
Gewenste resultaten Rapportage
1. De CdK voldoet aan de wettelijk gestelde In het burgerjaarverslag is door de CdK verslag
voorschriften in zijn rol als rijksorgaan. gedaan van de kwaliteit van de provinciale
dienstverlening evenals meetbaar inzicht gege-
ven in de mate waarin burgers betrokken zijn
bij de totstandkoming van het provinciaal
beleid (burgerparticipatie). Het burgerjaarver-
slag is in 2005 bekroond als beste provinciaal
24 jaarverslag
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves reserves
Lasten
- Structurele programmabudgetten 181 585 763 -178 0 -178
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 419 472 495 -23 0 -23
Totaal Lasten 600 1.057 1.259 -202 0 -202
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 600 1.057 1.259 -202 0 -202
Toelichting op de exploitatie
De overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door te hoge uitgaven op de posten personen-
vervoer en representatie. De overschrijding op personenvervoer is te wijten aan een foutieve boe-
king op dit thema, de kosten van GS staan per abuis hier geboekt. Zie ook de toelichting bij
thema 1.2 Ondersteuning GS.
De overschrijding op representatie komt omdat er naast de reguliere uitgaven ook extra evene-
menten waren zoals het jubileumbezoek van de koningin en Sail Amsterdam.
Jaarverslag 2005
1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten
Doel Rapportage
Het bevorderen van een gezonde financiële Zie rapportage bij gewenste resultaten.
positie van de Friese gemeenten.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Geen gemeenten onder repressief toezicht. In 2005 stond de gemeente Franekeradeel
onder preventief toezicht. Eind 2005 is dit
omgezet in het zogeheten toezicht op maat.
Voor 2006 geldt voor Franekeradeel weer het
normale regime.
2. Het openbaar bestuur van Fryslân is op Project Zelfevaluatie gemeenten:
deugdelijke en bestuurlijk toereikende wijze In een notitie aan Provinciale Staten van
georganiseerd. december 2005 hebben Gedeputeerde Staten
aangekondigd gebiedsgericht overleg met
gemeenten te zullen voeren. Na afloop van
deze gesprekken zal het college van
Gedeputeerde Staten de Provinciale Staten en de 25
Vereniging van Friese Gemeenten over de
resultaten daarvan informeren.
Project samenwerking eilandgemeenten:
In maart 2005 heeft de samenwerking een
nieuwe impuls gekregen door de installatie van
de Eilanderraad- en college.
Tevens is de deelname van de provincie aan
het systeem van videoconferencing van de
Waddengemeenten gerealiseerd.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 288 288 0 0 0
- Apparaatskosten 238 305 269 36 0 36
Totaal Lasten 238 593 557 36 0 36
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 238 593 557 36 0 36
Jaarverslag 2005
1.5 Communicatie en externe betrekkingen
Doel Rapportage
Het soepel en beheersbaar laten verlopen van Op hoofdlijnen verlopen de interne en externe
de interne en externe communicatie van de communicatie naar wens. Met name vanuit de
Provincie Fryslân en het vergroten van de media was er meer aandacht voor het handelen
bekendheid van het functioneren van de pro- van de provincie. Of dit daadwerkelijk tot een
vincie. vergroting van de bekendheid van het handelen
van de provincie heeft geleid is niet gemeten.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Adequate ondersteuning van de ambtelijke In de beleidsontwikkeling is steeds vaker in een
organisatie. vroeg stadium aandacht voor de communicatie.
Communicatieadviseurs zijn ingezet om te advi-
seren bij diverse grote projecten zoals het streek-
plan, PVVP, Milieubeleidsplan, Fries museum en
kaderrichtlijn water. Door de intensievere
betrokkenheid bij de uitvoering van de diverse
communicatieplannen heeft dit geleid tot een
26 verbetering van de communicatie. Het gebruik
van de website is opnieuw toegenomen. Via o.a.
de provinciale productencatalogus kan de bezoe-
ker van de site eenvoudig informatie vinden.
Hierdoor neemt het aantal directe contacten in
de publieksvoorlichting af. De inspanningen op
dit terrein verschuiven naar het uitbreiden en
onderhouden van de informatie op de website.
Organisatieontwikkeling, de tijdelijke verhuizing
in 2007 en daaropvolgende nieuwbouw zorg-
den voor extra inspanningen op het gebied van
de interne communicatie, naast de reguliere
inzet voor het personeelsblad en het intranet.
2. Adequate ondersteuning van het provinciaal De ondersteuning van het college van GS is in
bestuur. 2005 versterkt. Alle leden van het college
beschikken over een eigen adviseur bij de afde-
ling Communicatie. Ten behoeve van CdK en
gedeputeerden werden speeches, publicaties en
perscontacten gecoördineerd c.q. voorbereid.
3. Adequate voorlichting van de massamedia. De media werden geïnformeerd via de regulie-
re persconferentie na de GS-vergadering. Dit
gebeurde zo'n 30 keer. Daarnaast zijn er over
tal van onderwerpen nog aparte persconferen-
ties belegd. Er werden ruim 370 persberichten
verstuurd en zo'n 1300 persvragen beant-
woord. Dat is een toename van zo'n 25% ten
opzichte van 2004. De media zijn tevreden
over de mediavoorlichting van de provincie.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 348 107 80 27 0 27
- Tijdelijke programmabudgetten 50 121 54 68 0 68
- Apparaatskosten 744 859 987 -128 0-128
Totaal Lasten 1.143 1.088 1.121 -33 0 -33
Baten
- Structurele programmabudgetten 19 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 -68 0 68
Totaal Baten 19 0 0 0 -68 68
Lasten-Baten 1.124 1.088 1.121 -33 68 -100
Toelichting op de exploitatie
Er is 68.000, tijdelijke budget doorgeschoven naar 2006. Tevens is er een overschrijding van
op apparaatskosten, grotendeels veroorzaakt door de volgende posten:
· extra advies en coördinatie, veroorzaakt doordat er gedurende het jaar capaciteitsuitbreiding
heeft plaatsgevonden die niet in de oorspronkelijke raming was opgenomen.
· advies en ondersteuning GS, de overschrijding komt omdat deze apparaatskosten bij thema 1.2 27
Ondersteuning GS geraamd staan, maar hier geboekt zijn.
Jaarverslag 2005
1.6 Bestuurlijke Zaken
Doel Rapportage
Bevorderen van de kwaliteit van het bestuur. Zie rapportage bij gewenste resultaten.
Gewenste resultaten Rapportage
1. De belangen van Fryslân worden integraal en Evaluatie SNN-structuur:
interprovinciaal op toereikende wijze behar- In 2005 is de evaluatie van de SNN-structuur
tigd. Er wordt samengewerkt met internatio- op gang gekomen. Een gewijzigde manier van
nale partners om maximaal Europese fond- toedeling van Rijks- en Europese gelden aan de
sen te benutten voor het realiseren van doe- Noordelijke overheden voor de periode 2007-
len van de provincie. 2011 vormt de aanleiding voor deze evaluatie.
In 2006 zal dit worden afgerond, mee in het
zicht van de Statenverkiezingen in 2007.
Toekomstige positie provincies in het staats-
bestel:
In december heeft in Provinciale Staten een eer-
ste discussie plaats gevonden over de toekomsti-
ge positie van de provincies in ons staatsbe-
28 stel. Deze discussie zal in 2006 worden voort-
gezet. Daarbij zullen aanbevelingen van de
commissie Alders over het interbestuurlijk toe-
zicht een belangrijke rol spelen.
2. De rechtsbescherming voor de Friese burgers In 2005 zijn er 28 hoorzittingen van de
tegen besluiten van het provinciaal bestuur is Externe Commissie bezwaarschriften Awb en
toereikend georganiseerd. klachten-afhandeling gehouden en zijn er
62 adviezen uitgebracht.
In het najaar van 2005 is de nieuwe folder
`Klacht of Bezwaarschrift indienen bij de
Provincie' uitgebracht.
3. De provinciale regelgeving is getoetst op de In 2005 is de dereguleringstoets uitgevoerd op
dereguleringsmogelijkheden en aangepast aan alle provinciale verordeningen inclusief de
de Europese regelgeving. Europees rechtelijke aspecten. In mei en
november 2005 is hierover een tussenrapporta-
ge uitgebracht aan Provinciale Staten. De resul-
taten van de dereguleringstoets worden meege-
nomen in het in januari 2006 te starten project
Wetgeving.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 1.143 1.584 1.622 -37 0 -37
- Tijdelijke programmabudgetten 210 1.001 377 624 0 624
- Apparaatskosten 516 628 654 -26 0 -26
Totaal Lasten 1.868 3.213 2.652 561 0 561
Baten
- Structurele programmabudgetten 63 218 379 -160 0 -160
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -625 625
Totaal Baten 63 219 379 -160 -625 465
Lasten-Baten 1.806 2.994 2.273 721 625 96
Toelichting op de exploitatie
Lasten
Bij de tijdelijke budgetten is de onderbesteding in zijn geheel doorgeschoven naar 2006. Het
betreft voor het grootste deel budgetten van Interreg en E-Fryslân.
29
Baten
Er zijn extra, niet-geraamde inkomsten ontvangen in 2005. Deze inkomsten hebben een inciden-
teel karakter en het betreft de budgetten:
30.000, - afrekening oud project.
70.000, - niet geraamde, doorgeschoven inkomsten uit het BTW compensatiefonds.
60.000, - achterstallige bijdrage voor de SNN-contactfunctionaris van Groningen en
Drenthe.
Jaarverslag 2005
1.7 Openbare orde en veiligheid
Doel Rapportage
Het bijdragen aan en het bevorderen van een Zie rapportage bij gewenste resultaten.
veilige Friese samenleving.
Gewenste resultaten Rapportage
1. De provincie is voorbereid op het bestuurlijk In 2005 hebben er twee oefeningen plaats
coördineren van de bestrijding van crises. gevonden.
De uitbesteding van het Milieu Alarmnummer
(MAN), per 1-1-2006, is voorbereid.
2. De provincie werkt nauw samen met andere In 2005 zou er een nieuwe risicokaart worden
partners op het gebied van hulpverlening en gerealiseerd op basis van de landelijke richtlij-
crisisbestrijding. nen. Vanwege de landelijke ontwikkeling en
discussie over het vermelden van effectafstan-
den is dit doorgeschoven naar 2006.
30 3. De Friese gemeenten hebben een als vol- Op basis van de Wet Kwaliteitsbevordering
doende beoordeeld rampen- en rampenbe- Rampenbestrijding hebben vrijwel alle gemeen-
strijdingsplan. ten hun rampenplannen aangepast en voldoen
daarmee aan de huidige vereisten. Begin 2006
zullen de laatste gemeenten volgen.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 117 178 111 67 0 67
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 201 243 241 2 0 2
Totaal Lasten 318 421 352 69 0 69
Baten
- Structurele programmabudgetten 121 133 110 23 0 23
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 121 133 110 23 0 23
Lasten-Baten 197 288 242 47 0 47
Jaarverslag 2005
1.8 Secretariaten Coördinatiecollege Waddengebied / Stuurgroep Waddenprovincies
Doel Rapportage
Bestuurlijke samenwerking over de duurzame Bestuurlijke samenwerking vindt plaats in het
bescherming en ontwikkeling van de Coördinatiecollege Waddengebied (CCW) en in
Waddenzee, de Noordzee en de Eems-Dollard het Regionaal Coördinatiecollege
als natuurgebied. Binnen deze doelstelling zijn Waddengebied (RCW).
menselijke activiteiten met een economische
en/of recreatieve betekenis mogelijk. Het (CCW) heeft driemaal bestuurlijk overleg
gevoerd en het RCW zes keer. De belangrijkste
agendapunten waren het Waddenfonds, de
bestuurlijke organisatie en de PKB Waddenzee.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Gezamenlijk (interprovinciaal) kader voor De Stuurgroep Waddenprovincies heeft in
beleid en beheer van het Waddenzeegebied. 2005 vier keer vergaderd. Belangrijkste agenda-
punten, naast de hierboven genoemde voor
RCW en CCW waren: de trilaterale regerings-
conferentie op Schiermonnikoog, aanmelding
Waddenzee op wereld erfgoedlijst, vervolg 31
Wadden Sea Forum en opheffing Interregionale
Wadden Sea Co-operation). In december is
besloten het secretariaat van de Stuurgroep
terug te gaan brengen tot een interprovinciale
coördinatiefunctie.
In 2005 heeft de Stuurgroep 12 keer advies
uitgebracht over aanvragen voor vergunningen
en 14 keer over ontheffingen in het kader van
haar adviesrol op grond van de
Natuurbeschermingswet 1967 (oude Nb-wet).
Per 1 oktober 2005 is de (nieuwe)
Natuurbeschermingswet 1998 in werking
getreden. Op grond van deze nieuwe Nb-wet
is 2 keer geadviseerd aan het ministerie van
LNV over aanvragen voor vergunningen.
Daarnaast zijn in 2005 voor de periode 2005
2008 168 wadloopvergunningen verstrekt,
waarvan 7 aan wadlooporganisaties en 161 aan
individuele gidsen, terwijl 18 natuurcentra een
ontheffing hebben gekregen. Verder is in 2005
de in 2004 gehouden reddingsoefening geëva-
lueerd.
In een jaarrapportage de in 2003 gestarte proef
van verantwoord droogvallen geëvalueerd.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 198 638 814 -176 0 -176
- Tijdelijke programmabudgetten 612 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 810 638 814 -176 0 -176
Baten
- Structurele programmabudgetten 128 399 507 -108 0 -108
- Tijdelijke programmabudgetten 345 0 0 0 0 0
Totaal Baten 473 399 507 -108 0 -108
Lasten-Baten 336 239 307 -68 0 -68
Toelichting op de exploitatie
Bij beide secretariaten is er sprake van hogere lasten. Rekening houdend met de hogere baten
verloopt dit voor het Coördinatie College Waddengebied nagenoeg budgettair neutraal. Voor de
Stuurgroep Waddenprovincies geldt dat in de door haar vastgestelde begroting rekening is gehou-
den met deze hogere lasten, deze zijn echter niet meer verwerkt in de provinciale begroting.
32
Jaarverslag 2005
3.2 PROGRAMMA 2 VERKEER EN VERVOER
Portefeuillehouder:T. Baas
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Bereikbaarheid is essentieel voor het functioneren van de Friese samenleving. Wij zetten daarom
in op een adequate bereikbaarheid van Fryslân, zowel over de weg als over het spoor en het
water. Mobiliteit heeft echter ook negatieve gevolgen, onder andere voor de verkeersveiligheid.
Daarom werken wij continu aan de verbetering hiervan. Tevens willen wij schade aan milieu,
natuur en landschap zo veel mogelijk voorkomen en beperken. Waar mogelijk sturen wij de ont-
wikkeling van de mobiliteit zodanig dat congestie vermindert. Dit betekent dat we het gebruik
van fiets en openbaar vervoer stimuleren, evenals het goederenvervoer over water en spoor. Bij
dit alles vormt het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan uit 1999 het kader.
Doelenrealisatie 2005
Voorbereiding infrastructurele maatregelen.
In 2005 hebben we volop gewerkt aan de verdere voorbereiding van de majeure provinciale
wegenprojecten zoals De Centrale As, de N381 en de Noordwesttangent. De Centrale As is veel-
vuldig in het nieuws geweest en dit project houdt de gemoederen in vooral Noordoost Fryslân
flink bezig. Na een geslaagde inspraakperiode werken we in goed overleg met alle betrokkenen
verder aan de realisering van de Centrale As.
Van de Rijksprojecten is Rijksweg A7 Sneek eind
2005 in uitvoering genomen. In december zijn de 33
overeenkomsten met de samenwerkende partijen
feestelijk ondertekend. De studie rond knooppunt
Joure is in de laatste fase. De te treffen maatrege-
len zijn ondertussen bekend. Wij hebben veelvul-
dig overleg gehad met het ministerie van Verkeer
en Waterstaat over de noodzakelijke financiering.
Eind 2005 heeft de minister een bedrag van 10
miljoen toegezegd.
De bouw van de aquaducten Jeltesloot,
Galamadammen en Woudsend is begonnen, terwijl
de Middelseeroute in 2005 is gereedgekomen.
Vele kleinere projecten zijn in 2005 opgeleverd.
Enkele voorbeelden zijn de N354 bij
Scharnegoutum, het fietspad tussen Metslawier en
Engwierum en diverse voorzieningen op de N351
tussen Makkinga en Oldeholtpade.
De eerste fase van de Stroobossertrekweg, het
Friese onderdeel van het internationale project
`Shared space' is nagenoeg afgerond.
De beschikbare middelen voor de kleine en reguliere wegenprojecten zijn toereikend om de
geplande maatregelen tot en met 2007 uit te voeren. Er zijn echter te weinig middelen beschik-
baar voor de projecten die met ingang van 2008 moeten worden uitgevoerd. Deze projecten zijn
daarom indicatief opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer dat u in septem-
ber 2005 ter informatie is aangeboden.
Jaarverslag 2005
Mobiliteitsontwikkeling.
In tegenstelling tot de lichte daling in 2004 laten de permanente telpunten op de provinciale
wegen in 2005 weer een stijging (2.5%) van de automobiliteit zien. Deze groei manifesteert zich
vooral op die provinciale wegen waarvan in 2004 de wegwerkzaamheden zijn afgerond, zoals de
N369 gedeelte Betonwei Langewyk. Deze wegwerkzaamheden zorgden in 2004 voor de lichte
daling op de provinciale wegen waarbij het verkeer zich afwikkelde over de rijks- en gemeente-
lijke wegen. Het is een goede ontwikkeling wanneer het verkeer nu weer wordt onttrokken aan
de erftoegangswegen. Rond de zomer ontvangt u van ons ter informatie de rapportage
Verkeersgegevens 2005. De rijksgegevens zijn dan ook bekend. De geconstateerde groei past
binnen de tendens die we sinds 1986 kunnen waarnemen.
Verkeersveiligheid.
In het jaarverslag van vorig jaar Verkeersdoden in Fryslân
hebben we geconcludeerd dat 100
het aantal jaarlijkse dodelijke
slachtoffers een grillig verloop 80
kent. Helaas zijn er in 2005 in 60
het Friese verkeer 8 slachtoffers
meer te betreuren dan in 2004, AantalAantal 40
namelijk 46 verkeersdoden. Als 20
we kijken naar het meerjaren
verloop dan is er gelukkig nog 0
steeds sprake van een dalende
tendens. Wij blijven ons onver- 1986 1989 1992 1995 1998 2001 2004 2007 2010
34 minderd inzetten voor de ver- Jaar
keersveiligheid in Fryslân, en
gaan voor 25% verkeers-
slachtoffers in 2010.
Fryslân is een echt `fytslân'.
Het gebruik van de fiets in onze provincie is na een lichte daling weer terug op het niveau van
1995. Landelijk gezien daalt het aantal verplaatsingen per fiets per dag echter nog steeds. Wij
willen het huidige aandeel fietsverkeer op de afstanden tot 7.5 kilometer in ieder geval behouden
en het aandeel op afstanden tot 15 kilometer vergroten.
Om meer informatie over het gebruik van de fiets in Fryslân te verkrijgen, hebben wij in juli
2005 aan 4.000 huishoudens in Fryslân een enquête voorgelegd. We waren uitermate tevreden
over de hoge respons van 46% en de resultaten worden gebruikt bij de verdere stimulering van
het fietsverkeer. De uitkomsten laten zien dat de respondenten in zijn algemeenheid tevreden zijn
met de kwaliteit van de fietsvoorzieningen in onze provincie.
Openbaar Vervoer.
Nadat we in 2004 geconfronteerd werden met de Rijksbezuinigingen, hebben we in 2005 een
nieuw provinciaal beleidskader ontwikkeld: `OVentuur'. Samen met de provincie Groningen heb-
ben we de regionale treindiensten in Noord-Nederland aanbesteed. Binnen de beschikbare midde-
len is het aantal sneldiensten tussen Leeuwarden en Groningen uitgebreid van 6 naar 12 ritten
per dag in beide richtingen. De infrastructurele mogelijkheden om het aantal treinritten tussen
Sneek en Leeuwarden eveneens uit te breiden worden nog onderzocht.
Fryslân Feilich Foarút.
Niet in de laatste plaats heeft het jaar 2005 in het teken gestaan van de inspraak op het ontwerp
Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan (PVVP). Diverse burgers, ondernemingen en andere maat-
schappelijke instellingen hebben hun reactie gegeven. Daarnaast heeft intensief overleg met de
overige overheden in Fryslân plaatsgevonden. De reactienota hebben wij in november 2005 vast-
gesteld en is naar alle insprekers gestuurd. Sommige reacties hebben geleid tot een aanpassing.
Het concept PVVP 2006 hebben wij daarop u eind 2005 voor besluitvorming aangeboden.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 74.661 80.907 91.753 -10.846 0 -10.846
- Tijdelijke programmabudgetten 4.607 10.697 3.826 6.871 0 6.871
- Apparaatskosten 8.291 7.579 7.124 455 0 455
Subtotaal lasten thema's 87.559 99.183 102.703 -3.520 0 -3.520
- Bedrijfsvoeringskosten 9.990 5.012 5.252 -240 0 -240
Totaal Lasten 97.550 104.195 107.956 -3.760 0 -3.760
Baten
- Structurele programmabudgetten 47.504 53.672 65.159 -11.488 -46 -11.442
- Tijdelijke programmabudgetten 336 227 205 21 -5.434 5.455
Totaal Baten 47.839 53.899 65.364 -11.466 -5.480 -5.987
Lasten-Baten 49.710 50.297 42.591 7.706 5.480 2.227
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen 35
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 462 564 -1 1.027
Opgeleverde werken 7.922 578 222 8.278
Onderhanden werken 15.649 24.728 18.555 21.822
Totaal 24.033 25.871 18.777 31.127
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 103 17 0 86
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 29.933 61.316 64.756 33.373
Totaal 30.035 61.333 64.756 33.459
Jaarverslag 2005
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
2.1 Planvorming en -programmering
Doel Rapportage
Het bieden van heldere, actuele en breed Na vaststelling van het PVVP 2006 beschikken
gedragen beleidskaders; inzichtelijke program- we over een actueel en breed gedragen beleids-
mering van investeringen en overige inspan- kader. In het Uitvoeringsprogramma Verkeer
ningen; inzicht in effecten van beleid. en Vervoer hebben wij een overzichtelijke pro-
grammering opgenomen. Met het verzamelen
en publiceren van mobiliteitsgegevens geven
wij inzicht in de effecten van het beleid.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Een actuele visie op verkeer en vervoer- Deze actuele visie is geformuleerd in het PVVP
beleid. 2006. Dit PVVP hebben wij u eind 2005 ter
36 besluitvorming aangeboden.
2. Bestuurlijke uitspraken over het gewenste Op 18 mei 2005 heeft u de nota `Strategisch
onderhoudsniveau van provinciale wegen en onderhoudsbeleid Provinciale Infrastructuur'
vaarwegen. voorlopig vastgesteld. Hiermee is gekozen voor
onderhoudsscenario 2 als richtinggevend voor
een nadere uitwerking. De beoogde vergelij-
king tussen scenario 1 en scenario 2 om tot
een definitief besluit te kunnen komen, hebben
wij dit jaar uitgewerkt en wordt begin 2006
aan u voorgelegd.
3. Jaarlijks inzicht in ontwikkelingen en effec- Dit inzicht hebben wij geboden door middel
ten van beleid; waar nodig bijstellingen van van de Monitor die jaarlijks in SNN-verband
beleid. wordt opgesteld en door het publiceren van
verkeersgegevens. Zo hebben wij bijvoorbeeld
in 2005 een enquête uitgevoerd naar het
gebruik van de fiets als vervoermiddel in onze
provincie.
4. Een jaarlijks terugkerend overzichtelijk In september 2005 hebben wij het
uitvoeringsprogramma. Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer
2006 vastgesteld. Binnen dit programma is ook
het Meerjarenprogramma Infrastructuur (MPI)
2006 2009 opgenomen. Het uitvoeringspro-
gramma is u eind september 2005 ter informa-
tie aangeboden.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 228 5.065 4.969 96 0 96
- Tijdelijke programmabudgetten 98 233 99 134 0 134
- Apparaatskosten 322 578 562 15 0 15
Totaal Lasten 647 5.876 5.631 245 0 245
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 15 0 0 0 -133 133
Totaal Baten 15 0 0 0 -133 133
Lasten-Baten 632 5.876 5.631 245 133 112
Toelichting op de exploitatie
Het resultaat van de baten en lasten van 112.000 wordt veroorzaakt aan de lastenkant bij de
structurele programmabudgetten. Oorzaken zijn lagere rentelasten bij het Meerjaren Programma
Infrastructuur (MPI), een terugstorting voor het MPI-project `Wyldpaed' en een positief saldo bij
de stelpost MPI kapitaallasten.
37
Jaarverslag 2005
2.2 Verbetering provinciale infrastructuur
Doel Rapportage
Een verbeterd en uitgebreid provinciaal wegen- Jaarlijks worden werken aan het provinciale
en vaarwegennet overeenkomstig het PVVP. wegen- en vaarwegennet uitgevoerd die het
functionele gebruik ervan en de verkeersveilig-
heid bevorderen.
De majeure projecten die in een uitbreiding
van het wegennet voorzien zoals de Centrale
As, de N381 en de Noordwesttangent zijn ver-
der voorbereid. Voor de aquaducten is de uit-
voering gestart. De eerste fase van de
opwaardering van het PM-kanaal die in 2007
moet zijn afgerond verloopt conform planning.
Gewenste resultaten Rapportage
1. De wegenprojecten die zijn opgenomen in Jaarlijks wordt het Uitvoeringsprogramma
het Uitvoeringsprogramma verkeer en ver- Verkeer en Vervoer opgesteld en ter kennisge-
voer (onderdeel Meerjaren Programma ving aan u aangeboden. In het nieuwe pro-
Infrastructuur (MPI)) zijn voorbereid en uit- gramma staan voor de jaren 2005 2008 32
38 gevoerd overeenkomstig de daarin opgeno- kleine en reguliere wegenprojecten voor uit-
men planning. voering opgenomen. Binnen het programma
wordt een uitgebreide stand van zaken van de
opgenomen projecten gegeven. Kortheidshalve
verwijzen wij hier verder naar het uitvoerings-
programma 2006 dat wij in september 2005
hebben vastgesteld. Binnen dit nieuwe pro-
gramma is in 2005 vertraging opgetreden bij
de projecten N358 afslag Kaleweg, N354
Follega en N354 Dearsum. Deze projecten
staan nu gepland in 2006.
Met de gemeente Franekeradeel is overeen-
stemming bereikt over de gezamenlijke finan-
ciering van de 2e fase van de rondweg
Franeker.
Net als in 2004 hebben we ook dit jaar een
aantal kleine projecten versneld uitgevoerd, dan
wel in uitvoering genomen. Het betreft in
totaal 11 kleine projecten op het gebied van
verkeersveiligheid en leefbaarheid.
Voor de Centrale As zijn in de eerste helft van
2005 diverse studies afgerond (o.m. de milieu
effect rapportage) op grond waarvan wij en de
college's van B&W van Dongeradeel,
Dantumadeel en Tytsjerksteradiel medio 2005
in principe hebben ingestemd met het voor-
keurstracé Centrale As.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
2. De vaarwegenprojecten die zijn opgenomen Ook deze projecten die onder meer in het
in het Uitvoeringsprogramma verkeer en kader van het Fries Meren Project worden uit-
vervoer (onderdeel MPI) zijn voorbereid en gevoerd, zijn opgenomen in het uitvoerings-
uitgevoerd overeenkomstig de daarin opge- programma.
nomen planning. De Middelseerûte is in 2005 afgerond, waarbij
aanvullend nog een brug in Sneek extra is ver-
hoogd.
De aquaducten Galamadammen, Jeltesloot en
Woudsend zijn in uitvoering.
Voor de 2e fase rondweg Woudsend zijn de
tracés vastgesteld en is het krediet voor voorbe-
reiding en grondaankoop beschikbaar gesteld.
Vervolgens is de ontwerpdetaillering in gang
gezet.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten 39
- Structurele programmabudgetten 546 212 203 10 0 10
- Tijdelijke programmabudgetten 1.169 -777 -879 102 0 102
- Apparaatskosten 1.084 983 847 137 0 137
Totaal Lasten 2.798 419 171 248 0 248
Baten
- Structurele programmabudgetten 11 25 25 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 314 50 0 50 13 37
Totaal Baten 324 75 25 50 13 37
Lasten-Baten 2.474 344 146 198 -13 211
Toelichting op de exploitatie
Het resultaat tussen de baten en lasten van 211.000 wordt veroorzaakt aan de lastenkant bij de
tijdelijke programmabudgetten (65.000) en apparaatskosten (137.000):
· Het tijdelijk Kompas krediet 65.000 tijdelijke verkeersmaatregelen is niet tot besteding
gekomen.
· De 137.000 betreft een onderbesteding op de apparaatskosten van de voorbereiding aquaduc-
ten en de Centrale As. De betreffende uren zijn ten laste van het project gebracht en daardoor
is een onderbesteding ontstaan op de exploitatie.
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 0 0 0 0
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken 3.753 6.211 4.665 5.299
Totaal 3.753 6.211 4.665 5.299
Jaarverslag 2005
Toelichting per investering
De uitgaven van de onderhanden werken hebben betrekking op diverse verbeteringen en uitbrei-
dingen van de provinciale infrastructuur. Het betreft hier onder meer de planfasestudie Centrale
As met de Trechtering Alternatieven, de Mer voor de N381, het Shared Space project
Stroobossertrekweg, de Friese Meren projecten voorontwerp spoorbrug Akkrum en de aquaducten
Galamadammen, Jeltesloot en Woudsend.
2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur
40
(geel dik provinciale wegen, N-nummers, lichtgeel dun Rijkswegen, A-nummers)
(blauw dik provinciale vaarwegen Staat A)
Jaarverslag 2005
Doel Rapportage
Een goed aangelegd, beheerd en onderhouden Het provinciaal vaarwegbeheer bevat ca.
netwerk van (vaar)wegen en daarin opgeno- 650 kilometer vaarweg voor zowel de beroeps-
men provinciale eigendommen dat voldoet aan vaart als de recreatievaart. het provinciaal vaar-
de uitgangspunten van het PVVP, voldoet aan wegbeheer omvat tevens de bediening van
de wettelijke vereisten en vastgestelde beleids- 65 beweegbare bruggen en 17 sluizen. Het
kaders, veilig gebruikt kan worden, afgestemd provinciaal wegbeheer betreft ca. 520 kilome-
is op de specifieke gebruiker, duurzaam in ter hoofdrijbaan, ca. 130 kilometer parallelweg
stand gehouden wordt en beschikbaar is. en ca. 200 kilometer fietspad, plus de daarbij
behorende vele vaste kunstwerken.
In 2005 is hieraan uitvoering gegeven door: de
aanleg van nieuwe wegen danwel aanpassingen
aan bestaande wegen en het oplossen van
onveilige situaties door uitvoering van klein-
schalige maatregelen zoals fiets- en snelheids-
maatregelen in combinatie met de vernieuwing
van deklagen op een aantal wegen. Ten aanzien
van het wegverhardingsonderhoud van hoofd-
rijbanen, parallelwegen en fietspaden is klein-
schalig reparatiewerk verricht en is de belijning
opgefrist. Daar waar nodig is de bebording
vervangen. De bermen zijn conform het beleid
gemaaid en de beplanting is daar waar nodig 41
gesnoeid. Een aantal bomen is vanwege onder-
houd, de slechte conditie of vanwege klachten
gesnoeid, gekapt of gerooid. Tijdens de winter-
periode zijn de wegen veilig berijdbaar gehou-
den door regelmatig en op tijd preventief zout
te strooien. Slechts op één moment (2 maart )
heeft het verkeer door extreme sneeuwval echt
last gehad van winterse omstandigheden.
Daarnaast zijn andere overheidsdiensten geas-
sisteerd bij verkeersongevallen en is waarnodig
de provinciale weg na een ongeval weer
schoon en veilig gemaakt.
De uitgevoerde werken zijn tot stand gekomen
op basis van de uitgangspunten van het PVVP
m.b.t. veiligheid, bereikbaarheid en beschik-
baarheid en gefinancierd uit middelen voor
beheer en onderhoud, het MPI (Meerjaren-
programma Infrastructuur), de Knelpuntenpot
en Versnellingslijst, de middelen van het con-
venant Grootscheepsvaarwater en diverse vor-
men van exogene financiering zoals de BDU
(rijks)middelen, Europese middelen, bijdragen
van gemeenten enz.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het doelmatig instandhouden van het De brug- en sluisbediening is uitgevoerd over-
(vaar)wegennet en daarin gelegen provincia- eenkomstig het door de provincie vastgestelde
le eigendommen onder andere door functio- bedieningsregiem. Verder is de bediening
neel beheer en onderhoud van wegdek, ber- mede namens de gemeente Opsterland en de
men en bermsloten, oevers, bruggen en slui- gemeente Ooststellingwerf verzorgd van brug-
zen, bebording en bebakening en overige gen op de Turfroute en ten behoeve van diver-
voorzieningen voor het weg- en vaarwegver- se andere brugbeheerders in combinatie met
keer. Het toezien op een veilig gebruik, afstandsbediening.
garanderen van de gereglementeerde afme-
tingen voor de gebruikers en bediening van De bruggen en sluizen worden regelmatig
bruggen en sluizen volgens de vastgestelde geïnspecteerd en schoon gehouden. Daar waar
provinciale verordeningen. nodig wordt onderhoud gepleegd. Groot
onderhoud staat op de meerjarenplanning. In
het kader daarvan zijn enkele bruggen geschil-
derd en is één sluis droog gezet, zijn sluisdeu-
ren gerepareerd en wanden hersteld.
In het kader van optimaliseren bedrijfsvoering
is de onderhoudstoestand van alle bedrijfsge-
bouwen (uiteenlopend van kantoren tot opslag-
loodsen) van de sector PW onderzocht.
Conclusie van het onderzoek was dat van
42 achterstallig onderhoud niet gesproken kan
worden en dat de jaarlijkse kosten van onder-
houd binnen de reguliere budgetten kunnen
worden opgevangen.
Het district onderhoudt en beheert een aantal
oorlogsgraven volgens afspraak met de stichting
'40-45 als ware het in eigendom.
Op basis van dagelijkse inspecties en uitvoering
van weginspecties (na een Europese aanbeste-
ding van deze activiteit) door het Zweedse
bedrijf Ramböl is een planning voor klein(er)
onderhoud en groot onderhoud opgesteld.
Deze planning is gedurende het jaar uitge-
voerd.
Voor wat betreft Grootscheepsvaarwater is
geconstateerd dat de beschikbare middelen
geen gelijke tred hebben met wat er nodig is
voor het instandhouden van de oeververdedi-
ging. Enkele noodreparaties waren noodzakelijk
(waarbij een forse in het PM-kanaal nabij
Bergum). Er is een onderzoek gestart naar een
beter (financieel) onderhoudsscenario.
Jaarverslag 2005
Rapportage
In de Dokkumer Ee zijn drempels weggebag-
gerd en werd een baggeronderhoudsplanning
opgezet waarvan delen reeds in 2005 werden
uitgevoerd.
Langs de provinciale vaarwegen is veel werk
verricht aan maaien, snoeien en oeveronder-
houd. Ten aanzien van het oeveronderhoud is
grootonderhoud gepleegd door damwand te
vervangen door nieuwe damwand of door een
natuurvriendelijke oever. De vaarweg naar
Drachten is voor een deel gebaggerd. Alle
werkzaamheden zijn volgens het bestaande of
nieuwe beleid (baggerwerkzaamheden) uitge-
voerd. De onderhoudswerkzaamheden hebben
bestaan uit damwandreparaties, weghalen van
ondieptes, reparaties aan afrastering, maaien
van oevers, verwijderen van gevaarlijke objec-
ten die niet in de vaarweg thuishoren, schoon-
houden en conserveren van kunstwerken
(voornamelijk bruggen) en het beheren van
diverse baggerdepots. In opdracht van de
Marrekrite gewerkt aan het onderhoud en ver-
beteren van recreatieve voorzieningen langs de 43
provinciale vaarwegen.
De volgende MPI-werken zijn opgeleverd en
functioneel in gebruik genomen: aanpak van
kruispunten, herinrichting, OV voorzieningen
en een fietstunnel in de N351 (Makkinga
Oldeholtpade), wegenwerken met kunstwerken
nabij Scharnegoutum (N354) als onderdeel van
de Middelseeroute, bouwweg Woudsend in de
aanloop naar de realisatie van het aquaduct te
Woudsend
Van het MPI zijn de volgende werken aanbe-
steed en deels in uitvoering genomen: Afslag
Kaleweg Surhuisterveen, Rotonde Tzummarum,
Maatregelen Heerenveen Rottum, Ontsluiting
Kooiloane Ferwerd, N910
Stroobossertrekweg in het kader van Shared
Space, het fietspad tussen Metslawier en
Engwierum (N358), N383 Berlikum Sint
Annaparochie.
Jaarverslag 2005
Rapportage
Uitvoering van het programma van de
Versnellingslijst. Voorbeelden van deze uitge-
voerde werken zijn snelheidsbeperkende maat-
regelen zoals de aanpak van de kom Twijzel
(N357), passeerstroken t.b.v. het landbouwver-
keer op de parallelweg van de N 381, VRI aan-
passing te Zwartewegsend, kleinschalige maat-
regelen in de parallelweg Leeuwarden Stiens,
nieuwe VRI te Lemmer, herinrichting
Schoterlandseweg betreffende de traverses
Jubbega en Hoornsterzwaag, asfaltering hoofd-
fietsroutes N355, N356, N358 en N913
Uitgevoerd is ook een programma van de
Knelpuntenlijst, de uitvoering van kleine
onvoorziene veiligheidsaanpassingen ter voor-
koming van hinder en ergernis bij betrokke-
nen. Het gaat hier om kleinschalige aanpassin-
gen met geringe investeringen zoals daar zijn,
attentieverbetering van een tweetal kruispunten
op de N381, maatregelen tegen bermdoor-
schrijding Rinsumageest en Steenendam en her-
44 stel middeneiland rotonde Oldeberkoop.
Groot onderhoud is in 2005 op basis van uit-
gevoerde inspecties en gerealiseerd op de weg-
vakken in de provinciale weg N361 (gedeelte
Lauwersoog Metslawier) en de N351
(gedeelte Oosterwolde Wolvega). In samen-
hang met het laatste werk is ook uitvoering
gegeven aan de uitvoering van het provinciale
beleid m.b.t. de inrichting van de weg naar
wegcategorie overeenkomstig het PVVP voor
het traject Oosterwolde Makkinga.
Uitvoering is gegeven aan hoogwaardige OV
voorzieningen zoals abri's, fietsenstallingen en
het verbeteren van de OV toegankelijkheid
voor minder validen.
In voorbereiding is een `pilot innovatieve aan-
besteding' van een fietsburg in de fietsverbin-
ding Metslawier Engwierum. Aanbesteding en
uitvoering moet nog plaatsvinden.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 27.754 26.730 38.214 -11.484 0 -11.484
- Tijdelijke programmabudgetten 1.569 8.494 3.152 5.342 0 5.342
- Apparaatskosten 6.349 5.135 4.947 187 0 187
Totaal Lasten 35.672 40.359 46.313 -5.954 0 -5.954
Baten
- Structurele programmabudgetten 8.136 11.497 22.697 -11.200 -1.335 -9.865
- Tijdelijke programmabudgetten 6 160 188 -28 -2.840 2.812
Totaal Baten 8.142 11.657 22.885 -11.228 -4.176 -7.052
Lasten-Baten 27.530 28.702 23.428 5.275 4.176 1.099
Toelichting op de exploitatie
Het saldo wordt grotendeels veroorzaakt door restanten van twee tijdelijke kredieten welke vrij-
vallen. Het betreft hier het tijdelijke krediet voor depot Trijehûs (vrijval 370.000). Het werk is
vertraagd in verband met een gewijzigde werkmethodiek. Er komt een verzoek tot herbesteding
van deze middelen. Het ander tijdelijke krediet betreft versnelde infra (vrijval 195.000). Hier
kon een van de geplande werken (Noordwolde-Zuid) niet gerealiseerd worden in verband met 45
respectievelijk problemen met de wegenoverdracht en grondaankoop. Verder is er een restant
(445.000) aan kapitaalslasten. Dit betreft onderdelen welke nog niet zijn afgerekend of reeds
afgeschreven zijn, maar waar nog niet tot vervanging is overgegaan. Het resterende bedrag ont-
staat doordat er meer uren aan investeringswerken zijn besteed dan begroot wat een restant op
de exploitatie oplevert en compensabele BTW welke door derden aan ons is vergoed.
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 462 564 -1 1.027
Opgeleverde werken 7.922 578 222 8.278
Onderhanden werken 12.744 10.306 6.527 16.523
Totaal 21.129 11.449 6.749 25.828
Toelichting per investering
Onderdeel afgerekende werken:
Het betreft hier een viertal afrekeningen, de realisatie van de afstandsbediening van de bruggen
Oldelamer en Oldetrijne, het realiseren van de afkoop van het lichtmasten areaal.
Verder is het project Spoorbrug administratief afgehandeld en is het fietspad tussen Hurdegaryp-
Leeuwarden afgerekend.
Onderdeel opgeleverde werken:
Een drietal werken zijn opgeleverd, te weten reconstructie Harkema-Rottevalle, reconstructie
kruispunt N356 Boppewei Westerein en vervangen brug in de hoofdweg N355 over de
Stroobossertrekvaart. In 2006 worden de werken definitief afgerekend.
Jaarverslag 2005
Onderdeel onderhanden werk:
Een zevental werken zijn in de afrondingsfase welke in 2006 definitief afgehandeld worden.
De overige projecten zitten in de voorbereiding/uitvoeringsfase.
Voor een overzicht van deze projecten verwijzen wij u naar Bijlage 6.6 van de Jaarrekening
2005.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 103 17 0 86
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 12.669 18.927 21.917 15.660
Totaal 12.771 18.973 21.917 15.745
Toelichting per voorziening
Onderdeel voorziening bestaand risico's:
Dit betreft de voorziening Sanering Grond Woudagemaal,
Onderdeel voorzieningen m.b.t. van derden verkregen middelen met specifieke besteding:
Voor een drietal voorzieningen betreft het voorzieningen voor het financiële beheer van projec-
46 ten. Na afrekening van deze projecten worden deze voorzieningen beëindigd.
De projecten waarvoor de provincie het financieel beheer voert zijn Staande Mastroute,
Middelseerûte en Lits-lauwersmeerroute.
Voor een tweetal voorzieningen betreft het investeringswerken die door derden gefinancierd wor-
den. Hier geldt eveneens dat na afrekening de voorziening beëindigd zal worden. De werken zijn
opwaardering vaarweg Lemmer-Delfzijl en Nieuwbouw brug Stroobos. Verder is het beheer en
onderhoud Grootscheepsvaarwater ondergebracht in een voorziening. Uit deze voorziening wor-
den verbeteringswerken aan het Prinses Margrietkanaal en Van Harinxma-kanaal gefinancierd.
2.4 Openbaar Vervoer
Doel Rapportage
· Het beperken van de terugloop van het aan- · Op basis van de laatst beschikbare cijfers uit
deel van het openbaar vervoer in het geheel 2003 blijkt dat het gemiddelde aantal ver-
van de verplaatsingen. plaatsingen per persoon per dag met het
openbaar vervoer in Fryslân vanaf 2001 op
hetzelfde niveau van 0,08 is gebleven.
Hierbij is sprake van een toenemend gebruik
van de trein tegenover een afnemend
gebruik van de bus. Ter vergelijking, het
gemiddelde aantal verplaatsingen per per-
soon per dag met de auto en met de
(brom)fiets/lopen bedraagt in 2003 respec-
tievelijk 1,55 en 1,48.
· Een goed netwerk tussen stedelijke en · Het aantal treinsneldiensten tussen
regionale centra. Groningen en Leeuwarden is uitgebreid van
6 naar 12 ritten per dag in beide richtingen.
Alle treinen rijden door naar Harlingen
Haven.
Jaarverslag 2005
Rapportage
De infrastructurele mogelijkheden om het
aantal treinritten tussen Sneek en
Leeuwarden op werkdagen uit te breiden
van 2 naar 3 per uur in beide richtingen
worden onderzocht.
· Een passende ontsluiting van het landelijk · In het kader van OVentuur is een nieuw
gebied. concept ontwikkeld voor kleinschalig OV.
· Een aanzienlijk kortere reistijd per openbaar · De reistijd naar de Randstad is in 2005 op
vervoer tussen Noord-Nederland en de hetzelfde peil gebleven. Wel is uit de ont-
Randstad. werpdienstregeling 2007-2012 van de
Nederlandse Spoorwegen gebleken dat op
het huidige net de reistijden zullen ver-
lengen.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Een nader te beschrijven voorzieningen- Op 18 mei 2005 heeft u het beleidskader van
niveau, dat bericht is op de vraag en waarbij een nieuw OV-systeem (OVentuur) vastgesteld.
waar nodig maatwerk wordt geboden. Hierbij gaan we uit van een OV netwerk dat
aansluit op de vraag naar openbaar vervoer. 47
Collectief OV bij een collectieve vraag en indi-
vidueel OV bij een individuele vraag.
Hoofdstuk 5 `Openbaar Vervoer' in het nieuwe
PVVP is daarvan de uitwerking. Het PVVP is u
eind 2005 ter vaststelling aangeboden. Wij
streven naar een uitvoering per december
2007.
2. Verhoging van de kostendekkingsgraad naar De gegevens die nodig zijn voor de bepaling
tenminste 39%, verbetering van haltevoor- van de kostendekkingsgraad voor het jaar 2005
zieningen en geschikte wegen voor de bus. komen juli 2006 beschikbaar. In 2003 en
2004 bedroeg de kostendekkingsgraad 38%. In
verband met de rijksbezuinigingen op het OV
en de ontwikkeling van het nieuwe OV-
systeem kon in 2005 geen prioriteit worden
gegeven aan de verbetering van de haltevoor-
zieningen. In 2006 zullen wij een plan voor
deze voorzieningen opstellen.
3. Een nader te beschrijven voorzieningen- In het kader van OVentuur is een nieuw con-
niveau van Collectief Vraagafhankelijk cept ontwikkeld voor kleinschalig OV. Wij stre-
Vervoer. ven een invoering per december 2007 na.
Het aantal projecten Collectief Vraagafhankelijk
Vervoer (CVV) en Buurtbusprojecten is in
2005 ten opzichte van 2004 gelijk gebleven
met respectievelijk 5 en 7 projecten.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
4. Overeenstemming met het Rijk en anderen Naar aanleiding van de resultaten van de
betrokken overheden ter realisering van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten
snelle spoorverbinding Noorden Randstad. (TCI) heeft het kabinet een nieuwe aanpak
voorgesteld voor het project Zuiderzeelijn. Op
29 juni 2005 heeft de Tweede Kamer hieraan
haar goedkeuring gegeven. Hierna is begonnen
met het opstellen van een `structuurvisie' voor
de Zuiderzeelijn voor een nieuwe beoordeling
van nut- en noodzaak. Mede naar aanleiding
van de resultaten van het TCI-debat heeft u in
juni 2005 een motie aangenomen. De provin-
cie houdt zich alle rechten voor om, na de fase
van de structuurvisie door het Rijk, de geoor-
merkte middelen voor de magneetzweefbaan in
te zetten voor structuurversterkende projecten
in Fryslân. Naar aanleiding van de vaststelling
van de probleemstelling voor de structuurvisie
zullen naast de bekende varianten ook andere
oplossingsrichtingen worden uitgewerkt name-
lijk de superbus, regiospecifieke bereikbaar-
heids oplossingen voor het Noorden en de
Noordvleugel en niet-bereikbaarheidsoplossin-
48 gen gericht op de economische transitie van
het Noorden. Ter beïnvloeding van het proces
is een regionale gebiedsvisie Zuiderzeelijn door
SNN+ opgesteld die nog verder zal worden
uitgewerkt.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 33.344 34.451 34.381 70 0 70
- Tijdelijke programmabudgetten 1.456 432 432 0 0 0
- Apparaatskosten 300 357 393 -37 0 -37
Totaal Lasten 35.100 35.240 35.206 33 0 33
Baten
- Structurele programmabudgetten 33.941 33.726 33.939 -213 -444 231
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 33.941 33.726 33.939 -213 -444 231
Lasten-Baten 1.159 1.514 1.268 246 444 -198
Toelichting op de exploitatie
Bij de structurele programmabudgetten is aan de batenkant het verschil te verklaren doordat er
bij de definitieve beschikking van het Rijk meer Commissie de Boer middelen zijn ontvangen dan
begroot. Deze middelen zijn vervolgens toegevoegd aan de reserve.
Jaarverslag 2005
Bij het project Zuiderzeelijn is 318.000 meer rente toegerekend dan geraamd. Een bedrag van
149.000 heeft betrekking op 2004, ten onrechte toen niet toegerekend. Een bedrag van
83.000 is extra ontvangen aan NUON dividend en toegevoegd aan de reserve Zuiderzeelijn.
Hiertegenover staat dat bij het product Zuiderzeelijn ad 43.000 minder besteed. Het betreft hier
vooral inhuur derden.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 3.878 34.271 34.215 3.822
Totaal 3.878 34.271 34.215 3.822
Toelichting per voorziening
Dit betreft de voorzieningen Openbaar Vervoer (bus), Spoorlijnen, Kaartintegratie en Commissie
de Boer. Er is de laatste jaren fors ingeteerd op de voorzieningen openbaar vervoer. De middelen
zijn krap. De voorziening is in 2005 met 56.000 afgenomen.
Dit is minder dan verwacht door een aantal éénmalige baten.
Commissie de Boer
De middelen in de voorziening Commissie de Boer ad 1,2 miljoen zijn grotendeels beschikt
voor openbaar vervoer projecten. De uitbetaling van de bijdragen vindt plaats na realisatie van de 49
betreffende projecten. De uitbetaling volgt nog.
2.5 Samenhang verkeer en vervoer beleid in relatie met andere overheden
Doel Rapportage
Een samenhangend verkeer en vervoersysteem De samenhang in het verkeer en vervoer-
ongeacht de verantwoordelijke overheidsinstan- systeem hebben we vastgelegd in het concept
tie. PVVP 2006. In de uitvoering van dit beleid
wordt verdere afstemming gepleegd met de
andere overheden.
Periodiek overleg vindt plaats over bijvoorbeeld
de verdeling van de BDU-middelen en de
Bestuurs overeenkomsten met als doel de
samenhang te vergroten. Het overleg met de
Friese gemeenten (OVVF) vormt hierbij een
belangrijke schakel.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Financiering van gezamenlijke prioriteiten. Na overleg in het OVVF is het bestedingsplan
2005 en het voorlopige Bestedingsplan 2006
BDU vastgesteld. In het bestedingsplan 2005
zijn de beschikbare infrastructurele middelen
verdeeld over gemeentelijke en provinciale
projecten.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
De projectenlijst bijdrageregeling Fietsverkeer
hebben wij op 12 juli vastgesteld. Een deel van
deze gemeentelijke fietsprojecten is reeds uitge-
voerd, van het overige deel zijn de voorberei-
dingen gestart.
2. Afstemming met Friese gemeenten en Het overleg met de Friese gemeenten is voor
Rijkswaterstaat Noord-Nederland, politie en een belangrijk deel geformaliseerd in het fer-
justitie. kearsoerlis OVVF. Het OVVF heeft in 2005 vier
maal vergaderd. Ruime aandacht is besteed aan
het PVVP en OVentuur. Na de afronding van
de besluitvorming over het PVVP wordt de
ondertekening van de Bestuursovereenkomsten
met de gemeenten weer opgepakt.
3. Samenwerking met andere provincies. De samenwerking en afstemming verloopt via
de daarvoor bedoelde bestuurlijke overleggen
binnen de structuur van het IPO en SNN.
Inzet van middelen
50 Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 5.530 5.518 5.283 235 0 235
- Tijdelijke programmabudgetten 92 2.056 867 1.188 0 1.188
- Apparaatskosten 128 210 185 25 0 25
Totaal Lasten 5.750 7.783 6.336 1.448 0 1.448
Baten
- Structurele programmabudgetten 4.496 5.150 5.172 -22 0 -22
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -504 504
Totaal Baten 4.496 5.150 5.172 -22 -504 482
Lasten-Baten 1.254 2.633 1.163 1.470 504 966
Toelichting op de exploitatie
Het Kompasbudget Stadsrondweg Oost ad 680.000 is niet tot besteding gekomen. De aan de
voorzieningen GDU en BDU toegerekende rente is per saldo 257.000 lager dan de raming. In
verband met de Friese pilot ongevallenregistratie heeft het Rijk een extra bijdrage verstrekt van
22.000. Dit bedrag is toegevoegd aan de voorziening BDU.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 12.352 6.467 5.283 11.169
Totaal 12.352 6.467 5.283 11.169
Jaarverslag 2005
Toelichting per voorziening
Dit betreft de voorziening Gebundelde Doeluitkering Verkeer en vervoer (GDU) en de voorzie-
ning Brede Doeluitkering Verkeer en vervoer (BDU).
Jaarlijks wordt voor deze middelen een verdeelplan opgesteld. Op basis van dit plan worden de
middelen gecommitteerd. Uitbetaling van de bijdragen vindt plaats na realisatie van de projecten.
Dit kan enkele jaren in beslag nemen.
2.6 Rijksprojecten
Doel Rapportage
Een verbeterde doorstroming en veiligheid op In 2005 is een ferme stap voorwaarts gezet in
rijkswegen in en naar Fryslân. de uitvoering en voorbereiding bij alle rijks-
projecten.
Realisatie heeft tot doel de doorstroming en de
verkeersveiligheid te verbeteren. De ongeval
gegevens op de Rijkswegen in Fryslân laten
wat betreft het aantal ernstige ongevallen
(dodelijke slachtoffers en ziekenhuisgewonden)
de volgende ontwikkeling zien.
2000 2001 2002 2003 2004
totaal 34 23 33 30 27
51
Gewenste resultaten Rapportage
1. Uitgevoerde afspraken van de Provincie · De verdubbeling van de A31 Wâldwei, de
Fryslân met het rijk over: aanleg van het aquaduct de Geeuw en de
Fonejachtbrug zijn in uitvoering en komen
gefaseerd gereed in de periode tot en met
2008.
· de A31 Wâldwei; · Haak om Leeuwarden. De trajectnota/MER is
in 2005 afgerond en wordt in januari 2006
formeel aangeboden aan de minister. De
nota zal in februari maart 2006 ter inzage
liggen. Op basis van deze inspraak op de
nota zullen de provincie en gemeenten de
minister moeten adviseren over de voor-
keursvariant. Dit gezamenlijke advies doen
de gemeente Leeuwarden en de provincie
Fryslân vergezeld gaan van een voorstel over
de realisatie van de regionale voorkeur,
zowel financieel als organisatorisch. In april
2006 zal hierover besluitvorming moeten
plaatsvinden.
· de A31 Haak om Leeuwarden; · Rijksweg A7 Sneek: De planstudiefase is
afgerond. Het tracébesluit is onherroepelijk
met ingang van augustus 2005. Eind 2005 is
een begin gemaakt met de uitvoering.
· de zuidelijke rondweg A7 Sneek ; · N31 Harlingen Afsluitdijk: Het project ligt
op schema. Het tracébesluit is vastgesteld.
Volgens afspraak start de uitvoering in de
tweede helft van 2006.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
· en N31 Harlingen Afsluitdijk. · De studie Gebieds Gericht Benutten (GGB)
van knooppunt Joure is in de afrondende
fase. De te treffen maatregelen zijn bekend.
Het Rijk start in 2006 met de uitvoering van
de korte termijn maatregelen.
· en N31 Harlingen Afsluitdijk. · De studie Gebieds Gericht Benutten (GGB)
van knooppunt Joure is in de afrondende
fase. De te treffen maatregelen zijn bekend.
Het Rijk start in 2006 met de uitvoering van
de korte termijn maatregelen.
2. Uitgevoerde afspraken van de provincie De voltooiing van de Emslandlinie heeft reeds
Fryslân met Samenwerkingsverband Noord in 2004 haar beslag gekregen met bijdragen
Nederland (SNN) over het voltooien van de van de regionale overheden aan beide zijden
Emslandlinie(Duitsland) en de A28 Meppel- van de grens. Onze provincie heeft bijgedragen
Zwolle als partner in SNN.
Inzet van middelen
Exploitatie:
52
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 6.269 8.842 8.685 156 0 156
- Tijdelijke programmabudgetten 215 249 146 103 0 103
- Apparaatskosten 2 130 9 121 0 121
Totaal Lasten 6.486 9.221 8.841 380 0 380
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 3.274 3.326 -52 -233 181
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 3.274 3.326 -52 -233 181
Lasten-Baten 6.485 5.947 5.515 432 233 199
Toelichting op de exploitatie
Het restant verschil van 199.000 wordt onder meer veroorzaakt door:
· De tijdelijke programmabudgetten (103.000) Planfase A7 en Emlandslinie zijn afgerond. De
resterende middelen vallen vrij.
· De 121.000 betreft een onderbesteding op de apparaatskosten voorbereiding Rijkswegen. De
uren zijn ten laste van het project gebracht en daardoor is een onderbesteding ontstaan op de
exploitatie.
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 0 0 0 0
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken -848 8.211 7.363 0
Totaal -848 8.211 7.363 0
Jaarverslag 2005
Toelichting per investering
Betreft investeringen ombouw RW31, Klep Fonejacht en Rijksweg A7.
Ombouw RW31:
Aan Rijkswaterstaat zijn de betalingen gedaan zoals opgenomen in de overeenkomst RW31.
Klep Fonejacht:
Aan Rijkswaterstaat zijn de betalingen gedaan zoals opgenomen in de overeenkomst het saldo
wordt gedekt uit inkomsten van de voorziening Klep Fonejacht.
Rijksweg A7
Het project verloopt ook financieel volgens plan.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 0 814 3.326 2.512
Totaal 0 814 3.326 2.512
Toelichting per voorziening
53
Project RW31, Klep Fonejacht en Aquaduct Greuns:
De bijdragen conform de overeenkomst met de gemeente Leeuwarden, Boarnsterhim en SRN
voor het Rijksproject A31 Waldwei de Greuns zijn in 2005 gerealiseerd, terwijl ze voor 2006
waren geraamd. Het betreft hier dus een budgettair neutrale verschuiving in de tijd. De bijdragen
voor het projectonderdeel Klep Fonejacht zijn vervolgens naar rato van de voortgang toegekend
aan het project Fonejacht.
Rijksweg A7
De baten en de lasten bij de voorziening Rijksweg A7 hebben betrekking op een bijdrage
cofinanciering Kompas.
2.7 Gedrag
Doel Rapportage
· Veilig gedrag van verkeersdeelnemers. · De gedragscomponenten (o.m. gordeldraag-
plicht, helm, alcoholgebruik) worden met
een monitoringsprogramma gevolgd. Zonder
uitzondering zijn de ontwikkelingen positief
te noemen.
Overtreders 0,5 promille Alcoholgrens
---
---
---
centagecentagerree 2
---
---
---
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Jaar
Jaarverslag 2005
Doel Rapportage
· Keuze voor een vorm van vervoer die de · In SNN verband is een brede campagne
kans op congestie vermindert. gevoerd om het carpoolen te bevorderen. Om
het resultaat hiervan voor Fryslân te bepalen
volgt in 2006 een bezettingsgraad onderzoek.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het Meerjarenplan Gedragsbeïnvloeding
Verkeersveiligheid wordt gerealiseerd voor
de periode tot en met 2010.
Dit houdt in dat:
· er een verkeerseducatiecentrum in Fryslân · Het VerkeersEducatieCentrum (VEC) is in
functioneert; november 2004 in Drachten geopend.
· er per gemeente een actieplan verkeers- · Van de 31 Friese gemeenten hebben er 24
veiligheid is; ondertussen een actieplan. Het aantal actie-
plannen is in 2005 niet uitgebreid wegens
ziekte en vertrek medewerker.
· er in 2005 100 scholen meedoen met het · Het uitvoeren van het Verkeersveiligheids-
Fries Verkeersveiligheidslabel; label programma is opgedragen aan CEDIN
(Centrum voor Educatieve Dienstverlening in
Noord Nederland) en verkeert nog in een
54 aanloopfase (het betreft 39 scholen).
· er een samenwerkingsovereenkomst is met · Op 30 maart hebben wij met het Openbaar
politie en justitie over verkeershand- Ministerie en de politie in Fryslân een
having. Samenwerkingsovereenkomst gesloten.
2. We willen bereiken dat: · Het aantal verplaatsingen per fiets in de
· het aandeel van de fiets in het aantal van periode 1994-2003 is, afgezien van fluctua-
de verplaatsingen op hetzelfde peil blijft; ties per jaar, op hetzelfde peil gebleven. In
1994 en 2003 bedroeg het aantal verplaat-
singen per persoon per dag 0,94 en 0,96.
· de omvang van de fietskilometers niet · De omvang van het aantal fietskilometers is
daalt; in de jaren 2002/2003 op hetzelfde peil als
in de jaren 1995/1996, na overigens een
daling in de tussenliggende jaren. De afge-
legde afstand per persoon per dag bedroeg
in de periodes 1995/1996 en 2002/2003
respectievelijk 2,73 en 2,70 kilometer.
· het aandeel van het openbaar vervoer op · Het aandeel van het openbaar vervoer in
het niveau van 1999 blijft; 2002/2003 is in vergelijking met de periode
1999/2000 op hetzelfde niveau gebleven.
Hierbij is sprake van een toenemend gebruik
van de trein tegenover een afnemend
gebruik van de bus.
· in 2010 de verdeling van het goederen- · In Fryslân is een pilot brandstofbesparing bij
vervoer dat aan Fryslân gebonden is con- transportbedrijven uitgevoerd. Door het
form het PVVP (pagina 23 van het PVVP geven van een goede chauffeurstraining kan
1999). een besparing van 2 8% worden bereikt.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 990 89 18 71 0 71
- Tijdelijke programmabudgetten 9 10 8 2 0 2
- Apparaatskosten 107 186 180 6 0 6
Totaal Lasten 1.106 285 206 79 0 79
Baten
- Structurele programmabudgetten 920 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 17 17 0 -2 2
Totaal Baten 920 17 17 0 -2 2
Lasten-Baten 186 268 189 79 2 77
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver- 55
kregen middelen met specifieke besteding 1.033 838 15 210
Totaal 1.033 838 15 210
Toelichting per voorziening
De regeling Interim besluit Duurzaam Veilig gaat in 2006 over in de nieuwe regeling Brede
Doeluitkering (BDU). De middelen voor Duurzaam Veilig zijn beschikt, maar betaling vindt pas
plaats na realisatie van de betreffende projecten. Dit moet voor een deel nog gebeuren.
Jaarverslag 2005
3.3 PROGRAMMA 3 WATER
Portefeuillehouder: P.A. Bijman
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het instandhouden en versterken
van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarbij een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd.
Het gaat daarbij om watersystemen, waarbij economische en ecologische ontwikkelingen met
elkaar in evenwicht zijn.
Doelrealisatie 2005
Dit hoge abstractiedoel is opgenomen in het tweede waterhuishoudingsplan en vormt het toe-
komstbeeld waar de provincie naar toe werkt. Dit doel moet in 2015 zijn bereikt. In de verschil-
lende thema's is dit uitgewerkt.
Korte terugblik
Tegen de achtergrond van het onvoorstelbare leed dat de tsunami in Azië heeft aangericht heeft het denken over de veiligheid van
onze dijken een extra dimensie gekregen.Landelijk is eindelijk het project Veiligheid Nederland in Kaart gestart waarbij alle dijk-
ringen worden doorgerekend.In 2008 moet dit klaar zijn.De kustprovincies zijn bij dit project betrokken.
Voor de Friese Waddeneilanden heeft de staatssecretaris besloten te bevorderen,dat de buitendijkse bebouwing (groten)deels
binnendijks wordt gebracht;dit gebeurt door de dijkringen te verruimen.
Wat de veiligheid van de Friese boezemkaden aangaat verwacht Wetterskip Fryslân,dat het kan voldoen aan de bestuurlijke
afspraken met het provinciaal bestuur om de in het waterhuishoudingsplan aangewezen kaden in 2008 te laten voldoen aan de 57
veiligheidsnormen.
De voorbereidingen voor het volgende waterhuishoudingsplan zijn gestart.Daarbij zal invulling worden gegeven aan de eisen,die
voortvloeien uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en aan het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).Het waterhuis-
houdingsplan zal gelijk oplopen met het integraal waterbeheerplan van het waterschap en die voor de te treffen maatregelen door
de gemeenten.Afstemming van dit geheel vindt plaats binnen het Provinciaal Bestuurlijk Overleg Water.Veel van de onze activitei-
ten zijn erop gericht om dat ingewikkelde proces in goede banen te leiden.U bent over dit proces en de ontwikkelingen daarom-
trent bij herhaling geïnformeerd.
In de discussie over de resultaten van het Experiment Hogere Zomerpeilen in het veenweidegebied zijn vanuit de landbouw kriti-
sche vragen over onder andere effecten op berging en afvoer,onderhoud van drains en slootkanten,teelt van mais en omschake-
lingskosten.Die kwesties worden momenteel onderzocht zodat wij begin volgend jaar op basis van een integraal verhaal een stand-
punt voor het toekomstige peilbeleid voor veenweide kunnen voorbereiden
Bij de drinkwatervoorziening voor onze provincie dreigt verzilting bij de winplaatsen Noardburgum en Garyp.Als gevolg daarvan
moet de winning Terwisscha voorlopig operationeel blijven.In overleg met Vitens wordt op dit moment onderzoek voorbereid om
nieuwe bronnen te zoeken teneinde tijdig in de drinkwaterbehoefte te kunnen blijven voorzien.
Bodemdaling als gevolg van zoutwinning in Noordwest Fryslân leidt tot toename van verzilting in dit gebied naast de autonome
verzilting als gevolg van de stijging van de zeespiegel.Wetterskip Fryslân onderzoekt de mogelijkheden om in reactie op de bodem-
daling waterpeilen in het gebied niet te verlagen,maar lokaal zelfs te verhogen,met het doel de verzilting terug te dringen.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 5.195 5.156 5.136 21 0 21
- Tijdelijke programmabudgetten 1.760 2.909 2.508 401 0 401
- Apparaatskosten 482 1.125 753 372 0 372
Subtotaal lasten thema's 7.437 9.190 8.396 793 0 793
- Bedrijfsvoeringskosten 915 756 710 45 0 45
Totaal Lasten 8.352 9.946 9.107 839 0 839
Baten
- Structurele programmabudgetten 2.734 1.034 852 183 0 183
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 1 -1 6 -7
Totaal Baten 2.734 1.034 852 182 6 176
Lasten-Baten 5.618 8.911 8.254 657 -6 663
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
58 31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 1.577 482 817 1.912
Totaal 1.577 482 817 1.912
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
3.1 Planvorming
Doel Rapportage
Een adequate planstructuur voor de waterhuis- De huidige opeenvolgende planstructuur van
houding. de (rijks) nota Waterhuishouding, provinciaal
waterhuishoudingsplan en waterbeheerplan van
het waterschap wordt onder invloed van de
Europese Kaderrichtlijn Water (hierna: KRW)
gewijzigd: deze documenten worden nu gelijk-
tijdig voorbereid en vastgesteld. Deze wijziging
wordt neergelegd in de integrale Waterwet,
waarin een aantal waterwetten wordt samenge-
voegd. Deze nieuwe wet heeft niet alleen
gevolgen voor het werkterrein van water, maar
ook van bodem, milieuvergunningen en -hand-
having, vaarwegen en ruimtelijke ordening.
Verder wordt de Waterschapswet aange-
Jaarverslag 2005
Rapportage
past; daarbij gaat het met name om de
bestuurssamenstelling en de financiering. De
statencommissie Lân, Loft en Wetter is in
november jl. geïnformeerd over de ontwikke-
lingen rond deze wetten.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Provinciaal beleidskader. · De start voor een nieuw beleidskader is
gemaakt. Afstemmingsoverleg vindt plaats
met waterschap en gemeenten.
· Het Provinciaal Bestuurlijk Overleg Water
(PBOW), de opvolger van de Advysgroep
Wetter, is evenals de daaraan gekoppelde
Klankbordgroep in november 2005 voor het
eerst bijeen geweest. Het PBOW schenkt
aandacht aan de producten, die de komende
jaren moeten worden gemaakt. Concreet gaat
het daarbij om het derde waterhuishou-
dingsplan (provincie), het integraal waterbe-
heersplan (waterschap), de Watervisie
Lauwersmeer, gemeentelijke waterplannen en 59
als onderdeel van die plannen elementen
voor het deelstroomgebiedbeheersplan Rijn-
Noord (KRW).
· De implementatie van de KRW heeft veel
tijd gevraagd. Behalve het bestuurlijk en
ambtelijk overleg in Rijn-Noordverband is
tijd gestoken in de landelijke afstemming,
onder andere voor de decembernota 2005.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 128 150 188 -37 0 -37
- Tijdelijke programmabudgetten 677 597 438 160 0 160
- Apparaatskosten 147 495 405 90 0 90
Totaal Lasten 951 1.242 1.030 212 0 212
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 60 -60 0 -60
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 60 -60 0 -60
Lasten-Baten 951 1.242 969 273 0 273
Jaarverslag 2005
Toelichting op de exploitatie
De begrotingspost voor onderbouwing beleids- en beheerskeuzes geeft een behoorlijk overschot
te zien. Dit komt doordat:
· De werkzaamheden voor o.a. de Europese kaderrichtlijn Water zijn pas in de loop van 2005
goed op gang gekomen, hierdoor zijn minder apparaatskosten toegerekend dan begroot.
· De tijdelijke budgetten laten een vrijval zien van 160.000 bij de projecten Zwemmer 1e fase
en De Kebolts. Beide projecten zijn inmiddels afgerond.
· In 2005 zijn meer baten van derden ontvangen. Het betreft hier incidentele baten voor een
bijdrage in de kosten van MEP's/GEP's, Peilbeheer Friese boezem en wateraanvoerbehoefte.
3.2 Veiligheid, inrichting watersystemen en oppervlaktewaterkwantiteit
Doel Rapportage
· Veilige keringen tegen zee-, IJsselmeer-, Van de primaire waterkeringen langs het vaste
boezem-, polder- en beekwater in de gehele land van Fryslân voldoet 14 % aan de veilig-
provincie en voldoende lozings- en/of ber- heidsnorm, voldoet 18% niet aan de veilig-
gingscapaciteit. Bij de aanleg, aanpassing en heidsnorm en kan voor 68% geen oordeel
beheer van de waterkeringen wordt rekening worden gegeven. Het zwakste onderdeel van
gehouden met de waarden van landschap, een waterkering bepaalt het uiteindelijke totale
natuur en cultuurhistorie. toetsoordeel. De onderdelen waarop geen oor-
deel of onvoldoende wordt gescoord, betstaat
vooral uit een aantal steenstortbekledingen ver-
60 spreid over de provincie en de asfaltbekleding
van een stukje Waddendijk. De boezemkaden
zijn nog niet op orde. Het waterschap is sinds
enige jaren volop bezig met de herstelwerk-
zaamheden. Dat moet ertoe leiden dat in 2008
alle kaderinggebieden die op kaart 5 van de
studie "normering boezemkaden" met de klas-
se 2 of hoger zijn aangeduid, aan de normen
voldoen.
· Duurzame afwatering van Fryslân. Op dit moment is de gewenste situatie niet
aanwezig (boezemkaden zijn nog niet op ver-
eiste hoogte, wel ligt de aanpak op schema).
In de eerste helft van 2006 brengt het water-
schap over de afwatering van Fryslân een eind-
advies aan het provinciaal bestuur uit, dat wij
zullen betrekken bij de voorbereiding van het
derde waterhuishoudingsplan.
· De aan- en doorvoer van voldoende De aan- en doorvoer van IJsselmeerwater is
IJsselmeerwater en de afvoer van overtollig geregeld in het waterakkoord dat Wetterskip
boezemwater zijn in principe verzekerd met Fryslân en anderen hebben gesloten met het
inachtneming van de ecologische potenties en rijk. Daarmee is het gewenste doel bereikt.
het multifunctionele karakter van de boezem.
· Watersystemen zijn zo ingericht dat een gro- De gewenste veerkracht is nog niet binnen
tere veerkracht binnen die systemen aanwe- onze watersystemen aanwezig. In het voorbe-
zig is. Dit biedt zowel ruimte aan het reidingstraject van het derde waterhuishou-
opvangen van wateroverschotten of -tekor- dingsplan zullen u keuzes worden voorgelegd
ten, als aan de ecologische mogelijkheden over de wijze, waarop die veerkracht zal wor-
van het watersysteem. den gerealiseerd.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
· Kustbeleid
1. Wettelijke toezichthoudende taak voor de Dankzij onze inspanningen zal de staatssecre-
primaire waterkeringen. taris van Verkeer en Waterstaat de dijkringen
voor buitendijks gebied (onder meer op de
Waddeneilanden) zo vaststellen dat de bui-
tendijkse bebouwing (groten)deels binnen-
dijks wordt gebracht.
· Waterkeringenbeleid
Samen met de provincie Groningen,
Wetterskip Fryslân, Noorderzijlvest en water-
schap Hunze en Aas hebben we de voorbe-
reidingen gestart van een studie die beoogt
de effecten van een overstroming na een
eventuele dijkdoorbraak inzichtelijk te
maken.
· Provinciale zorg primaire waterkeringen
Momenteel zijn 3 plannen in procedure tot
wijziging van de waterkering.
2. Voorstel over voldoende bergings- en · Het waterschap moet nog beginnen met
afvoercapaciteit. invullen van de wateropgave voor waterte-
kort.
· De studie Berging en afvoer is vertraagd. Het
eindadvies over deze studie zal medio 2006 61
aan de provincie worden aangeboden.
· In het Voorontwerp Streekplan is opgeno-
men dat ruimte wordt gegeven aan gemeen-
telijke initiatieven voor de aanleg van nieu-
we meren, mits er sprake is van een relatie
met de wateropgave van Fryslân. Verder
hebben wij besloten om mee te werken aan
het initiatief van de gemeente Smallingerland
om een nieuw meer bij Oudega aan te
leggen.
3. Tijdige aanpassing door de waterbeheerder · In 2005 is ca. 68 km kadeherstel uitgevoerd
van de boezemkaden aan de veiligheidsnor- (in totaal zijn tot nu tot ca. 320 kilometer
men uit het tweede waterhuishoudingsplan. kaden en oevers hersteld.
In relatie met de bestuurlijke afspraak met
de provincie om uiterlijk in 2008 de kaden
in de klassen 2,3, en 4 en de kaden in klas-
se 1, voorzover direct van belang voor de
veiligheid, is de planning van het waterschap
erop gericht om op in 2010 in totaal
822 km kaden te laten voldoen aan de vei-
ligheidsnormen. De gewenste realisatie
(ca. 650 km in 2008) lijkt te gaan slagen.
· De integrale oever- en kadeprojecten De
Pine, Eilân-West, Tjonger Mildam,
Birstumerrak, Noorderoudeweg, Hooivaart-
It Deel, Bergumermeer-noordoost,
Miedemervaart en Linde-west zijn in 2005
opgestart. Voor de drie eerstgenoemde pro-
jecten is een provinciale bijdrage verleend
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
van 2.056.656,. Voorbeelden van provin-
ciale belangen die zijn meegenomen, zijn:
(1) Fase 1 "Inrichtingsgebied Tjonger Mildam Zuid",
inhoudende 4800 m kadeophoging met de
inrichting van een ecologische verbindings-
zone, (2) Eilân West: op termijn wordt een
uitbreiding van de boezem met 94 hectare
zal worden gerealiseerd (3) De Pinepolder: het
aanbrengen van recreatieve voorzieningen
zoals een natuurpad, vaarduikers en aanleg-
steigers in de omgeving en een tiental
natuurvoorzieningen zoals een flappenstuw
voor de scheiding van waterstromen, bota-
nisch beheer, kemphaanvoorzieningen,
lepelaarvoorzieningen, plaatselijk verdiepen
van percelen, aanleg van natte hoeken en
een nieuwe plasberm in een nieuwe boe-
zemvaart. Tevens wordt in samenwerking
met de provincie Fryslân met behulp van
bagger een nieuw boezemland aangelegd. De
boezem wordt door het landinwaarts verleg-
gen van de kaden met ca. 2 hectare ver-
62 groot. Ook wordt aan de zuidkant een reten-
tievoorziening aangelegd.
· Daarnaast zijn op kosten van de provincie
kleine verkennende onderzoeken uitgevoerd
naar de mogelijkheid van een integrale aan-
pak voor de vier laatstgenoemde projecten.
Met deze onderzoeken was in totaal een
bedrag gemoeid van ca. 40.000,.
· Per 1 januari 2005 is een nieuw contract
met Wetterskip Fryslân gesloten over de
muskusrattenbestrijding.
4. De provinciale belangen hebben maximale Er ligt een ambtelijke conceptuitwerking van
aandacht in het rijksbeleid voor IJsselmeer- de nieuwe landelijke verdelingsreeks van
water. water in perioden met ernstig watertekort.
Wanneer ook de onderwerpen "wateraan-
voerbehoefte" en "besluitvorming en com-
municatie" zijn afgerond volgt de bestuur-
lijke behandeling.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 4.376 4.238 4.086 152 0 152
- Tijdelijke programmabudgetten 578 1.915 1.893 22 0 22
- Apparaatskosten 134 171 153 -18 0 -18
Totaal Lasten 5.088 6.324 6.132 192 0 192
Baten
- Structurele programmabudgetten 2.050 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 1 -1 6 -7
Totaal Baten 2.050 0 1 -1 6 -7
Lasten-Baten 3.038 6.324 6.132 192 -6 198
Toelichting op de exploitatie
De begrotingspost bij de provinciale zorg voor primaire waterkeringen geeft een aanzienlijk posi-
tief overschot te zien. Dit wordt veroorzaakt doordat met ingang van 2005 de afspraken tussen
rijk, provincie en waterschap over de verdeelsleutel van rijkswege zijn veranderd. In de loop van
2005 bleken de financiële gevolgen voor de provincie positief uit te pakken. Hiervoor hoeft geen
betaling aan het waterschap plaats te vinden. 63
3.3 Oppervlaktewaterkwaliteit
Doel Rapportage
1. De oppervlaktewaterkwaliteit is dusdanig, dat De verdere verbetering van de kwaliteit van het
het water deze functies blijvend kan vervul- oppervlaktewater stagneert (knelpunten zijn de
len. Dit houdt onder andere in, dat de gro- nutriënten, zink, koper en bestrijdingsmidde-
tere wateren geschikt zijn om in te zwem- len). De gecombineerde aanpak van overheden
men. Het houdt ook in dat er levens- en in KRW-verband zal daarin moeten voorzien.
voortplantingskansen zijn voor levensge- Dit laat onverlet dat het boezemwater in het
meenschappen in het water, waarvan ook algemeen geschikt is voor velerlei gebruik. Dat
hogere organismen (zoals diverse vissoorten) geldt ook voor de door ons aangewezen
deel uitmaken. En tevens, dat ook andere zwemlocaties. Er zijn geen zwemverboden uit-
van het water afhankelijke organismen daar- gevaardigd. Voor stikstof voldoet 80% aan de
van geen schade ondervinden. normen, voor fosfaat is dat 65%.
2. Het zorg dragen voor een zodanige water- Over de kwaliteit en inrichting van het opper-
kwaliteit en inrichting van het oppervlakte- vlaktewater in relatie tot de gezondheid en vei-
water, dat deze geen gevaar opleveren voor ligheid van zwemmers verwijzen wij naar het
de gezondheid en veiligheid van zwemmers. hoofdstuk milieu (toezicht).
Gewenste resultaten Rapportage
1. Gebiedsgerichte gedifferentieerde norm- Dit aspect maakt onderdeel uit van het KRW-
stelling oppervlaktewaterkwaliteit. traject. Verwezen wordt in dit verband naar
thema 3.1 Planvorming
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
2. Uitvoering rioleringsbeleid. Het Bestuurlijk Overleg Rioleringen-Fryslân
(BOR-F) is in de verslagperiode 1x bijeen
geweest. Gelet op de gerealiseerde doelen is
het overleg in deze vorm opgehouden te
bestaan.
Er zijn 8 geactualiseerde rioleringsplannen ter
beoordeling aan ons voorgelegd.
Wat de voortgang betreft van het terugdringen
van verspreide lozingen in (zeer) kwetsbare
gebieden is vooral overleg gevoerd over de
laatste probleemgevallen.
3. Afgestemd waterbeleid tussen verschillende Via het Landelijk Bestuurlijk Overleg Water
overheden. (LBOW) vindt afstemming plaats over de
informatievoorziening over de KRW. Er is een
goede tendens tot stroomlijning van de pro-
ducten voor de KRW en WB21 (WaterBeheer
21e eeuw). Het Provinciaal Bestuurlijk Overleg
Water speelt daarin een belangrijke rol, evenals
het Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Noord.
64 Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 8 6 3 3 0 3
- Tijdelijke programmabudgetten 369 401 152 249 0 249
- Apparaatskosten 115 93 92 1 0 1
Totaal Lasten 492 499 246 253 0 253
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 492 499 246 253 0 253
Toelichting op de exploitatie
De begrotingspost voor rioleringen geeft een aanzienlijk positief saldo te zien. Dit komt vooral
door vrijval van het tijdelijke budget rioleringen 2000-2004. Conform de kasritmespelregels is dit
project financieel beëindigd in 2005. De resterende middelen waren bedoeld voor een oplossing
van het rioleringsvraagstuk in De Alde Feanen van de gemeente Boarnsterhim. Dit project is ech-
ter nog niet afgerond. De vertraging is ontstaan doordat het overleg met andere overheden meer
tijd heeft gekost dan verwacht. Het is niet gelukt om het laatste struikelblok, de verdeling van de
kosten, in 2005 uit de weg te ruimen.
Naar verwachting zal in de eerste helft van 2006 wel overeenstemming over de financiering ont-
staan, daarom zal in 2006 een begrotingswijziging aan de Staten worden voorgelegd om de vrij-
vallende middelen opnieuw beschikbaar te stellen zodat het project afgerond kan gaan worden.
Jaarverslag 2005
3.4 Grondwaterbeleid en -beheer (inclusief drinkwatervoorziening)
Doel Rapportage
1. Het instandhouden van de essentiële functie In het deelstroomgebied Rijn-Noord voldoen
van het grondwater voor mens, dier en de grote grondwaterlichamen zand en
plant. Om die reden wordt er zorgvuldig klein/veen en de kleinere grondwaterlichamen
omgegaan met zowel het ondiepe als het Nijbeets en Terwisscha niet aan de KRW-eisen.
diepe grondwater, dat de van nature aanwe-
zige kwaliteit bezit.
2. De levering van water aan huishoudens en Wij herhalen onze opmerking van vorig jaar.
bedrijfsleven is veiliggesteld. Deze water- In onze evaluatie van het tweede
voorziening is in harmonie met het streven waterhuishoudingsplan "Een tussenbalans....."
naar het behoud en het scheppen van moge- (16-12-04) hebben wij aangegeven, dat de
lijkheden voor de ontwikkeling van duurza- voor 2015 gewenste situatie (doel) niet dich-
me watersystemen. Er wordt zuinig omge- terbij is gekomen. Slechts een gecombineerde
gaan met grondwater. aanpak in Europees verband van alle betrokken
overheden zal naar verwachting leiden tot ver-
betering van de grondwaterkwaliteit. De basis
voor die gezamenlijke aanpak is verankerd in
de KRW en de in voorbereiding zijnde doch-
terrichtlijn voor grondwater en zal in de 65
komende jaren nader moeten worden ingevuld.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Kwantitatief grondwaterbeheer, toegesneden · Op 22 juni 2005 heeft u de Kaderstellende
op de vastgestelde functies. Notitie Aanpak Gewenst Grond- en
Oppervlaktewater Regime (Ggor) vastgesteld.
· De presentatie van de resultaten van het
Experiment Hogere Zomerpeilen heeft tijdens
het communicatietraject, bij de landbouwsec-
tor tot vragen en opmerkingen geleid. Naar
aanleiding daarvan wordt momenteel een aan-
tal zaken nader onderzocht. Die studies waren
eind dit jaar grotendeels gereed. Begin 2006
wordt een nota van reacties en antwoorden
opgesteld en daarna een beleidsadvies.
· Bij twee van de tien grondwaterwinningen
voor drinkwater (in Noardburgum en Garyp),
is sprake van verziltingsproblemen, waardoor
minder water kan worden gewonnen dan was
ingeschat. Bovendien heeft waterleidingbedrijf
Vitens zijn prognoses voor het toekomstig
drinkwaterverbruik in onze provincie iets naar
boven bijgesteld. Deze ontwikkelingen hebben
enkele consequenties. Op dit moment wordt
gewerkt aan het afbouwen van de winning in
Terwisscha, met het oog op de verdrogingsef-
fecten op het Fries Drentse Woud. De win-
ning zou op dit moment voor 50 % en
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
binnen enkele jaren volledig moeten zijn afge-
bouwd. Om de drinkwatervoorziening niet in
gevaar te brengen dient de winning Terwisscha
voorlopig operationeel te blijven. Verder ver-
loopt de zoektocht naar een alternatief voor
deze winning in de directe omgeving van
Terwisscha niet soepel omdat de streek vrij
negatief staat tegenover een nieuwe winning.
Op dit moment wordt in overleg met Vitens
onderzoek voorbereid om naast de studie in
het gebied Terwisscha voor de gehele provincie
nieuwe bronnen te zoeken om tijdig in de
drinkwaterbehoefte te kunnen voorzien.
2. Rechtsbescherming burger bij waterschaps- Dit resultaat is destijds per abuis in dit thema
besluiten. benoemd. Verwezen wordt in dit verband naar
§3.5, waar bij Gewenste resultaten wordt inge-
gaan op wettelijke toezichthoudende taak van
de provincie.
Inzet van middelen
66
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 682 762 828 -66 0 -66
- Tijdelijke programmabudgetten 136 -4 25 -29 0 -29
- Apparaatskosten 54 315 85 230 0 230
Totaal Lasten 872 1.073 937 135 0 135
Baten
- Structurele programmabudgetten 684 1.034 791 243 0 243
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 684 1.034 791 243 0 243
Lasten-Baten 188 38 146 -108 0 -108
Toelichting op de exploitatie
De grondwaterheffing is conform begroting gerealiseerd terwijl de leges 12.000 lager uitvielen.
Er zijn minder apparaatskosten toegerekend aan de voorziening grondwaterplan dan in eerste
instantie werd aangenomen. Toerekening is namelijk slechts mogelijk voorzover dit past binnen
de regelgeving in de grondwaterwet. Hiertegenover staan niet begrote inkomsten wegens onder-
zoek voor verdrogingsprojectenv ad. 118.000. Deze zijn in de voorziening grondwaterplan
gestort.
Het tijdelijke budget experiment zomerpeilen is met 29.000 overschreden. Bij de invoering van
het BTW-compensatiefonds is het krediet namelijk ten onrechte verlaagd met de geschatte BTW-
component.
Jaarverslag 2005
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 1.577 482 817 1.912
Totaal 1.577 482 817 1.912
Toelichting per voorziening
Grondwaterplan
De voeding en besteding van de posten Grondwaterplan en Schade Grondwaterplan zijn
gebaseerd op het tweede provinciaal waterhuishoudingsplan 2000-2008, waarbij rekening wordt
gehouden met de Grondwaterwet.
Schade Grondwaterplan
Er is binnen het grondwaterbeheer een budget gevormd voor het op een zorgvuldige wijze
afhandelen van schade claims. Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat de provincie bij toekenning van
bepaalde claims een stukje voorfinanciering voor haar rekening neemt.
3.5 Relaties Provincie Waterschap Gemeenten
67
Doel Rapportage
1. Ter realisering van de hoofddoelstelling voor Dit doel is bereikt met de oprichting van het
de waterhuishouding beschikt Fryslân over all in Wetterskip Fryslân.
een waterschapsorganisatie die optimaal is
afgestemd op de eisen die daaraan vanuit
integraal waterbeheer worden gesteld.
2. Een goede relatie met het all in waterschap Op allerlei niveaus communiceren de provincie
is van belang voor optimaal overleg op het met het waterschap met elkaar. Wij hebben de
niveau van het operationeel waterbeheer. indruk, dat hierbij sprake is van professionali-
sering van de contacten.
3. De oppervlaktewateren in bebouwd gebied In onze contacten met de gemeenten bepleiten
zijn geschikt voor meervoudig gebruik dat wij de opstelling van gemeentelijke waterplan-
recht doet aan de potenties van de watersy- nen, waarin aandacht wordt besteed aan ruim-
stemen. Dit zal de ecologische, landschappe- telijke, water- en andere aspecten. Ook werken
lijke en recreatieve betekenis en de belevings- wij hierbij samen met het waterschap.
waarde van de oppervlaktewateren vergroten.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
1. Wettelijke toezichthoudende taak op water- Meestal waren er geen problemen met de
schappen. (voorgenomen) peilbesluiten. In een enkel
geval was er een spanningsveld tussen het
natuurbelang en landbouwbelang. Met het pro-
vinciaal peilbeleid kon hier steeds goed een
oplossing worden gevonden. Bij 1 peilbesluit
bleek dit niet het geval en hebben wij het
besluit aangehouden. Er is een forse discussie
gevoerd met het waterschap over de 2 peilbe-
sluiten die zijn vastgesteld voor de ruilverkave-
ling Echtener- en Groote Veenpolders, dit
mede als gevolg van statenvragen en van klach-
ten van burgers die met verzakkingsschade aan
hun woning worden geconfronteerd. Het
waterschap en de provincie zijn er van over-
tuigd dat in de toekomst zeer behoedzaam
moet worden omgegaan met verdere peilverla-
gingen in het gebied. Daarnaast is het water-
schap momenteel bezig met het behandelen
van de schadeclaims van de eigenaren uit het
gebied.
68 2. Bestemmingsplannen voldoen aan de water- De provincie heeft 100 nieuwe of gewijzigde
toets. plannen op grond van artikel 10 BRO beoor-
deeld. Op een na zijn deze goedgekeurd.
Verder heeft zij heeft op grond van het
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing een
bijdrage toegekend aan de gemeenten
Dongeradeel, Harlingen, Heerenveen,
Smallingerland en Sneek. Een van de criteria
om voor zo'n bijdrage in aanmerking te
komen betreft de watertoets.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 0 0 32 -32 0 -32
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 33 52 19 33 0 33
Totaal Lasten 33 52 50 2 0 2
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 33 52 50 2 0 2
Jaarverslag 2005
3.4 PROGRAMMA 4 MILIEU
Portefeuillehouder:T. Baas
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Het streven naar duurzame ontwikkeling is het hoofddoel van ons provinciaal beleid. Wij bedoe-
len daarmee dat onze generatie op een zodanige manier in zijn behoeften moet voorzien dat de
komende generaties in staat zullen zijn te voorzien in de behoeften van straks.
Daarbij hoort de zorg voor een schoon en gezond milieu, als voorwaarde voor de gezondheid en
het welbevinden van de inwoners van Fryslân, nu en straks, met op de tweede plaats de zorg
voor onze natuur en landschappen, in het belang van de mens en uit respect voor ons milieu. In
de derde plaats hoort daar het spaarzame gebruik van onze grondstoffen bij, om te voorkomen
dat we nu uitputten wat toekomstige generaties wellicht nodig hebben.
Bij duurzame ontwikkeling gaat het niet alleen om de zorg voor ons milieu. Wij zijn ook verant-
woordelijk voor het voortbestaan van economische en sociale belangen, zoals welvaart, een goede
concurrentiepositie, voldoende werk, rechtvaardige verdeling van hulpbronnen, veiligheid en de
zorg voor onze leefomgeving. Bij ons streven naar duurzame ontwikkeling is de vereniging van
deze belangen de centrale uitdaging.
Doelenrealisatie 2005
Uitvoering provinciaal milieubeleidsplan
Het jaar 2005 stond in het teken van afronding van de uitvoering van het Provinciaal milieube- 69
leidsplan 2000-2003 (welke is verlengd tot 1 januari 2006) en opstart van het nieuwe
Provinciaal milieubeleidsplan 2006-2009. In dat kader is het `oude' plan geëvalueerd en het
nieuwe plan in december door uw staten vastgesteld.
Bij de evaluatie springen in positieve zin de thema's Bodemsanering en Bagger er uit. Hier is
aanmerkelijk vooruitgang geboekt. Een brede en stevige inzet op significante knelpunten, bijvoor-
beeld via het programma Bodem in Beeld bleek goed te werken; het genereert geld, geeft inspi-
ratie en levert waardering op van burgers en bedrijven. Milieugelden worden dan benut als een
gerichte investering in kwaliteit van milieu, economie en leefomgeving.
In algemene zin is er veel waardering voor de wijze waarop in samenwerking met doelgroepen
via een programmatische aanpak is gewerkt aan projecten, en meer in het bijzonder, de rol die
de provincie daarbij speelt. Punten van aandacht zijn het weinig sturend karakter van het plan en
de nog weinig concrete en daardoor moeilijk meetbare doelen. Partijen zijn van mening dat de
regierol van de provincie versterkt kan worden.
De hoofddoelstelling: werken aan een duurzame ontwikkeling, staat nog steeds overeind, maar
vraagt een uitwerking die beter aansluit en herkenning oproept bij producenten en consumenten.
Partijen hechten aan de belangrijke waarden die aansluiten bij het imago van Fryslân.
De resultaten van de evaluatie zijn verwerkt in de plantekst van het nieuwe milieubeleidsplan
Onderstaand schema geeft van de verschillende hoofdstukken van het Provinciaal milieubeleids-
plan 2000-2003 door middel van een `goed tot slecht-schaal' een algemeen oordeel over de
voortgang van de uitvoering in 2005.
Jaarverslag 2005
Hoe staat het met ... /+ + ++
Visie +
Leven, wonen & recreëren +
Werken en bedrijvigheid +
Landbouw +
Mobiliteit +
Gebiedsgericht (milieu)beleid +
Bodemsanering ++
Afval +
Bagger ++
Samenwerking NME +
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 1.454 1.560 8.588 -7.028 0 -7.028
- Tijdelijke programmabudgetten 6.661 9.029 5.913 3.116 0 3.116
- Apparaatskosten 4.388 7.286 6.926 360 0 360
Subtotaal lasten thema's 12.503 17.875 21.427 -3.553 0 -3.553
70 - Bedrijfsvoeringskosten 6.128 4.662 5.071 -409 0 -409
Totaal Lasten 18.631 22.537 26.479 -3.942 0 -3.942
Baten
- Structurele programmabudgetten 1.058 249 7.560 -7.311 -131 -7.180
- Tijdelijke programmabudgetten 972 5.905 5.378 527 -2.576 3.103
Totaal Baten 2.030 6.153 12.938 -6.784 -2.707 -4.077
Lasten-Baten 16.601 16.383 13.541 2.842 2.707 135
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 0 0 0 0
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken 174 -183 -10 0
Totaal 174 -183 -10 0
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 6.827 5.408 7.080 8.499
Totaal 6.827 5.408 7.080 8.499
Jaarverslag 2005
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
4.1 Ten Geleide
Doel Rapportage
· Duurzame ontwikkeling in Fryslân vanuit de In het kader van het Provinciaal milieubeleids-
milieu invalshoek via concrete uitvoerings- plan zijn de volgende projecten waarin duurza-
activiteiten vormgeven. me ontwikkeling centraal staat tot uitvoering
gebracht:
Actieprogramma Duurzaam Ondernemen
Actieprogramma Duurzame Landbouw
Actieprogramma Diffuse Bronnen
Actieprogramma Bodem in Beeld
Baggeractieprogramma
Leren voor Duurzame ontwikkeling
· Optimaliseren Provinciaal milieubeleid en De Provinciale milieuverordening is geactuali-
regelgeving. seerd, het provinciale traject `Europaproof' is 71
gecontinueerd en de Aarhus richtlijn is geïm-
plementeerd
· Leveren van een bijdrage aan het verbeteren Mede door gebrek aan rendement is de samen-
van de milieukwaliteit in Fryslân door werking in 2004 beëindigd.
samenwerking en overleg met de noordelijke
provincies (NOMO) en overheden in het
kader van de Neue Hanze Interregio (NHI).
Gewenste resultaten Rapportage
1. De doelgroepen verbeteren de milieukwa- Op 14 december 2005 is het nieuwe PMP
liteit in Fryslân door de inzet van diverse 2006-2009 vastgesteld. Wij gaan inzetten op
provinciale instrumenten. de volgende resultaatsgebieden (speerpunten):
a. Verbetering van de Waterkwaliteit
b. Duurzaam energiegebruik
c. Verbetering van de milieukwaliteit in het
landelijk gebied
2. De doelgroepen verbeteren de milieukwa- Op 7 april 2005 is wijzigingstranche V van de
liteit in Fryslân door de inzet van een helder Provinciale milieuverordening in werking
Provinciaal wettelijk kader. getreden. U heeft in uw vergadering van
9 november 2005 de wijziging van de PMV
aan de gewijzigde Algemene Wet Bestuursrecht
vastgesteld.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
3. Provinciaal beleid en regelgeving dat voldoet In het kader van het `Europaproof' project is
aan de Europees rechtelijke normen wordt bekeken of provinciaal milieubeleid en regelge-
doorvertaald naar de doelgroepen. ving voldoet aan Europese eisen. Ondanks alle
alertheid blijft het risico bestaan dat in sommi-
ge gevallen niet (geheel) wordt voldaan aan
Europese normen.
4. Betere afstemming van uitvoering van In 2004 is in IPO-verband gediscussieerd over
milieubeleid tussen de provincie Fryslân en de meerwaarde van de interprovinciale samen-
andere provincies, door ontplooien van werking op milieugebied. De provincie Fryslân
gezamenlijke Inter Provinciaal Overleg (IPO) was hier de aanjager. Deze discussie heeft tot
activiteiten. goede resultaten geleid. In IPO-verband is de
Strategische milieuagenda 2005-2008 vastge-
steld. In deze agenda is meer dan voorheen
voor de komende jaren een aantal prioritaire the-
ma's benoemd. Aansluitend hierop wordt jaar-
lijks een programma met gezamenlijke projec-
ten opgesteld en tot uitvoering gebracht. Bij
het opstellen wordt nu uitdrukkelijk gekeken
naar nut en noodzaak van de projecten en naar
de meerwaarde van interprovinciale samenwer-
king. Een nieuw programma voor 2006 is vast-
72 gesteld.
5. Ambtelijke en bestuurlijke ondersteuning Mede door gebrek aan rendement is de samen-
NOMO en NHI. werking in 2004 beëindigd.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 67 31 69 -38 0 -38
- Tijdelijke programmabudgetten 45 136 58 78 0 78
- Apparaatskosten 193 353 230 123 0 123
Totaal Lasten 305 520 358 162 0 162
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 11 -11 0 -11
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -78 78
Totaal Baten 0 0 11 -11 -78 67
Lasten-Baten 305 520 346 173 78 95
Toelichting op de exploitatie
De onderuitputting op apparaatskosten wordt veroorzaakt door een aantal factoren. De eerste is
dat de zaken voorspoediger zijn verlopen, dan was gepland en voorzien. De tweede is, dat de
bijstelling van een aantal onderdelen pas in 2006 / 2007 aan de orde komen.
Jaarverslag 2005
4.2 Visie
Doel Rapportage
· Draagvlakverbetering bij belanghebbenden en Doelgroepen zijn sterk betrokken bij het opstel-
belangstellenden voor het Provinciaal milieu- len van het nieuwe Provinciaal milieubeleids-
beleid. plan. Er is onder andere een Evaluatie gehouden
en er zijn diverse gesprekken gevoerd waarbij
partijen hun wensen konden inbrengen.
· Vermindering van de milieudruk door de Diverse provinciale projecten waarin milieu-
provinciale organisatie en andere overheden druk centraal staat zijn in uitvoering:
in Fryslân. vermindering bestrijdingsmiddelen overheden
duurzaam bouwen nieuwbouw provinciehuis
diffuse bronnen
duurzaam inkopen
· Positieversterking van duurzaamheid. Op diverse onderdelen zijn door provinciaal
(stimulering-)beleid maatschappelijke transities
op gang gekomen richting duurzaamheid. Het
betreft hier activiteiten op het gebied van land-
bouw, recreatie, energie en verduurzamen van
bedrijventerreinen. In 16 Kompas-projecten is 73
via een (duurzaamheids-) toets duurzaamheid
als randvoorwaarde opgenomen.
· Versterking van de uitvoering van het Doelgroepen zijn sterk betrokken bij het opstel-
Provinciaal milieubeleid in samenwerking len van het nieuwe Provinciaal milieubeleids-
met de doelgroepen. plan. Er is onder andere een Evaluatie gehouden
en er zijn diverse gesprekken gevoerd waarbij
partijen hun wensen konden inbrengen.
Ook op project (uitvoering-) niveau zijn in
samenwerking met de doelgroepen het afge-
lopen jaar diverse activiteiten ondernomen.
Bijvoorbeeld: toepassen biobrandstoffen, mest-
vergisting, handhavingsestafette.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Deskundigen en belanghebbenden krijgen In verband met de ontwikkeling van een nieuw
jaarlijks inzicht in de emissies van vervuilen- monitoringskader voor het Provinciaal milieube-
de stoffen van door ons geselecteerde doel- leidsplan 2006-2009 zijn in 2005 de emissies
groepen in Fryslân en de effecten daarvan van vervuilende stoffen van doelgroepen niet in
op de omgeving voor het beleidsveld milieu. beeld gebracht. Het monitoringskader is februa-
ri j.l. gereed gekomen. Emissies worden hierin
meegenomen.
Wel zijn metingen verricht in het kader van het
bodemkwaliteitsmeetnet en nazorg stortplaatsen.
2. Belanghebbenden en belangstellenden krijgen De milieukwaliteit in samenhang met de kwa-
vierjaarlijks inzicht in de emissies van ver- liteit van water en natuur is in 2004 in beeld
vuilende stoffen van door ons geselecteerde gebracht. De monitoringsgegevens zijn in 2005
doelgroepen in Fryslân en de effecten daar- gebruikt als input voor het nieuwe PMP.
van op de omgeving voor de beleidsvelden
milieu, water en natuur.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
3. Deskundigen en belanghebbenden krijgen Via het jaarverslag van de begroting, de
jaarlijks inzicht in de prestaties van de pro- BERAP's, MARAP's en andere jaarverslagen
vincie en door ons geselecteerde doelgroe- (vergunningverlening, handhaving, bodem-
pen (voortvloeiend uit de voorgenomen acti- sanering) is in 2005 de voortgang van het
viteiten van het Provinciaal milieubeleidsplan provinciale milieubeleid in beeld gebracht.
(PMP)).
4. Deskundigen en belanghebbenden krijgen Via de Kadernota, Productenraming GS en
jaarlijks inzicht in de programmering van de Programmabegroting PS zijn in 2005 de acti-
prestaties van de provincie en door ons viteiten van het Provinciaal milieubeleidsplan
geselecteerde doelgroepen (voortvloeiend uit geprogrammeerd.
de voorgenomen activiteiten van het PMP).
5. Milieubelastende activiteiten van de provinci- In 2005 hebben wij een milieubeleidsverkla-
ale organisatie worden op een programmati- ring vastgesteld. Daarin is geregeld dat de zorg
sche wijze in beeld gebracht en vervolgens voor interne milieuzorg in beginsel een verant-
worden daar, waar mogelijk en realistisch woordelijkheid is van de Sectordirecteuren. De
(kosteneffectief) duurzame alternatieven uitvoering van de activiteiten die hieruit voort-
ingezet. vloeien wordt binnen de bestaande formatie
opgevangen. Interne milieuzorg wordt vorm
gegeven door nieuwbouw provinciehuis, duur-
zaam inkopen en aanpak diffuse bronnen
74 (bestrijdingsmiddelen provinciale organisatie).
6. De milieukwaliteit van de bodem van perce- Onderzoek en rapportage zijn in 2004 afge-
len in provinciaal eigendom wordt op een rond. Bij het onderzoek zijn geen ernstige
programmatische wijze in beeld gebracht en gevallen van bodemverontreiniging geconsta-
daar waar sprake is van ernstige bodemver- teerd. Bij vijf locaties zijn voor een aantal stof-
ontreiniging worden sanerende maatregelen fen hogere waarden gemeten. Deze locaties
getroffen. zullen nader worden onderzocht wanneer hier-
voor aanleiding is (verkoop, verbouw).
7. Milieubelastende activiteiten van de provincia- Uitgangspunt is dat activiteiten met betrekking
le organisatie op het gebied van aanleg, tot aanleg, beheer en onderhoud in principe
beheer en onderhoud van provinciale niet milieubelastend mogen zijn. De keuze en
(vaar)wegen worden op een programmatische hergebruik van materialen is binnen onze orga-
wijze in beeld gebracht en vervolgens worden nisatie een constant aandachtspunt om zo te
daar waar mogelijk en realistisch (kosteneffec- komen tot een duurzame aanleg-, beheers- en
tief) milieuvriendelijke alternatieven ingezet. onderhoudsfase. Daar waar secundaire materia-
len worden ingezet moeten deze voldoen aan
het Bouwstoffenbesluit en de Wet milieubeheer.
8. Milieubelastende activiteiten van de provinci- Het Plan van Aanpak Duurzaam Inkopen is in
ale organisatie op het gebied van inkopen 2004 opgesteld. Verdere uitvoering is onder-
worden op een programmatische wijze in deel van het project Professionalisering van de
beeld gebracht en vervolgens wordt beleid provinciale inkooporganisatie. Laatstgenoemd
ontwikkeld en een activiteitenprogramma project is vertraagd, waardoor ook de imple-
opgesteld en uitgevoerd om als provinciale mentatie van duurzaam inkopen vertraagt.
organisatie (meer) duurzaam in te kopen.
9. De provincie stimuleert dat Friese overheden Onder meer bij Kompas-projecten en projecten
(meer) duurzaam gaan inkopen. op het gebied van duurzaam beheer van groen
en verhardingen is gestimuleerd dat Friese
overheden (meer) duurzaam gaan inkopen.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
10. Daar waar mogelijk en realistisch (kosten- In 2004 is een visiedocument opgesteld waarin
effectief) worden milieuvriendelijke alter- ambities zijn beschreven op het gebied van
natieven toegepast bij de nieuwbouw van duurzaam bouwen. In 2005 is gestart met het
het provinciehuis. opstellen van een concreet voorstel voor zowel
een pakket aan energie- en duurzaam bouwen
maatregelen als mede de financiering daar van.
11. Toepassing van biobrandstoffen bij vaartui- Zeven provinciale vaartuigen en 30 particuliere
gen van de provinciale organisatie en bij vaartuigen liepen via accijnsvrijheffing door
vaartuigen van geselecteerde doelgroepen ons in 2005 op biodiesel
12. Positieversterking van duurzaamheid bij Uitwerking van het Noordelijk Ambitiestatement
bestuur, onderwijs en maatschappelijke Leren voor Duurzame ontwikkeling vindt
organisaties door het uitvoeren van (door momenteel plaats via Uitvoeringsprogramma's.
de provincie) gesubsidieerde acties en pro- Projectverwerving verloopt via tenders. Begin
jecten op het gebied van duurzaamheid. 2005 is een Noordelijke adviesgroep ingesteld
die de respectievelijke colleges adviseert over te
subsidiëren projecten.
In 2005 is de eerste tender afgerond en het
eerste uitvoeringsprogramma vastgesteld door
ons (september 2005). Wij hebben u dit uit-
voerings-programma ter kennisname aangebo- 75
den. Het eerste uitvoeringsprogramma bevat 6
projecten, waarvan er 3 betrekking hebben op
Fryslân. Een tweede tender is uitgeschreven in
de zomer van 2006. Besluitvorming over het
hieruit volgende uitvoeringsprogramma in ons
college vindt plaats begin 2006.
Op 14 december 2005 stelde u de Subsidie-
verordening Leren voor Duurzame ontwikke-
ling vast.
13. Gebruik van bestrijdingsmiddelen bij de De provinciale organisatie gebruikt per 1 janu-
provinciale organisatie in 2004 reduceren ari 2004 geen chemische bestrijdingsmiddelen
tot 0. meer. Vanaf deze datum worden alternatieve
bestrijdingsmiddelen toegepast.
14. Gestructureerd en planmatig communice- Voor de speerpunten uit het Provinciaal milieu-
ren met de doelgroepen over de speer- beleidsplan zijn diverse communicatiectiviteiten
punten van het PMP uitgevoerd. Het betreft de volgende speerpunten:
Bagger
Bodem
Duurzaam Ondernemen
Duurzame Landbouw
15. Duurzaamheidaspecten worden op een Zestien Kompasaanvragen zijn getoetst op duur-
structurele en planmatige wijze meegeno- zaamheid. Verder zijn duurzaamheidaspecten
men in (KOMPAS-)projecten en andere meegenomen in het kader van de Actieprogram-
beleidsvelden waar de provincie verant- ma's Duurzaam ondernemen, Duurzame
woordelijk voor is. Landbouw en het Programma Milieu, Toerisme
& Recreatie. Als laatste kan worden genoemd
het programma Leren voor Duurzaamheid.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 167 124 109 15 0 15
- Tijdelijke programmabudgetten 97 337 109 227 0 227
- Apparaatskosten 57 76 51 25 0 25
Totaal Lasten 321 536 270 266 0 266
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 7 213 213 0 -227 227
Totaal Baten 7 213 213 0 -227 227
Lasten-Baten 313 323 57 266 227 39
Toelichting op de exploitatie
Bij de lasten zijn de tijdelijke budgetten onderbesteed met 227.000 en worden via de kasritme
jaarovergang doorgeschoven naar 2006. Het betreft hier met name de projecten
Communicatieplan PMP en het met rijksmiddelen gefinancierde project Leren voor Duurzame
Ontwikkeling.
76
4.3 Leven, wonen en recreëren
Doel Rapportage
Realiseren van een schone leef- en recreatie- Voor beleidsdossiers als stank (uitgezonderd
omgeving in Fryslân. Sonac), stortplaatsen, geluid, bodemverontrei-
niging zware metalen (difuus), verontreiniging
(diepe) grondwater met bestrijdingsmiddelen,
nutriënten en zware metalen. luchtkwaliteit zijn
anno 2005 feitelijk nauwelijks problemen.
Voor beleidsdossiers als verzuring, verontreini-
ging oppervlaktewater bestrijdingsmiddelen,
bodemverontreiniging nutriënten difuus, ver-
ontreiniging oppervlaktewater metalen en fos-
faatverzadiging zijn anno 2005 wel problemen.
Deze zijn feitelijk door de provincie niet goed
op te lossen. In veel gevallen is het rijksbeleid
bepalend.
"...de officiële openlucht zwemlocaties (circa 53 stuks) worden jaarlijks gecontroleerd."
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
1. Vermindering van de emissies van diffuse Eind 2005 is gestart met het opstellen van een
bronnen door de problematiek op een plan- nieuwe programmatische aanpak voor diffuse
matige wijze in beeld te brengen, en daar bronnen 2006-2008. De eerste resultaten wor-
waar mogelijk en realistisch (kosteneffectief) den in 2006 verwacht.
acties en projecten tot uitvoering te brengen
ter vermindering van de milieubelasting.
2. Vermindering milieubelasting en versterking In 2005 zijn diverse recreatieprojecten tot uit-
imago van Fryslân als recreatieprovincie door voering gebracht. Bijvoorbeeld: innovatieve toi-
het uitvoeren van stimuleringsprojecten op letvoorzieningen, lozingen vuilwater en inza-
het gebied van milieu, recreatie en toerisme. melsystemen
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 22 16 8 8 0 8
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 32 20 26 -5 0 -5 77
Totaal Lasten 55 36 34 3 0 3
Baten
- Structurele programmabudgetten 9 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -8 8
Totaal Baten 9 0 0 0 -8 8
Lasten-Baten 45 36 34 3 8 -5
Jaarverslag 2005
4.4 Werken en Bedrijvigheid
Doel Rapportage
· Een milieuverantwoorde ontwikkeling van de Enkele van de ruim 300 bedrijven (inrichtingen)
Friese economie. beschikken niet over een geldige vergunning.
Hierover wordt gerapporteerd in de lijst van aan-
dacht- en gedoogsituaties.
· Vermindering van de milieudruk, verhoging Ten aanzien van overtredingen wordt een strin-
van de externe veiligheid van bedrijven en gent handhavingsbeleid gevoerd. De resultaten
vermindering van hinder door bedrijvigheid. van handhaving zijn opgenomen in de provin-
ciebrede Handhavingsuitvoeringsrapportage 2005.
· Bedrijven (inrichtingen) waarvoor de pro- Afgelopen jaar is op basis van herprioritering en
vincie is aangewezen als bevoegd gezag hou- risico-analyse invulling gegeven aan het adequate
den zich aan de milieuwet- en regelgeving. niveau van toezicht en handhaving.
· Vermindering van de geluid- en geurhinder Deze aspecten zijn meegenomen in het reguliere
belasting en het voeren van een adequaat vergunningen/handhavingstraject van de provin-
externe veiligheidsbeleid dat bijdraagt aan cie (waarbij getoetst wordt aan vigerende wette-
een goede leefomgeving. lijke kaders op dit gebied). In concreto betekent
78 dit dat zover het binnen onze reiktwijdte ligt als
bevoegd gezag wij een bijdrage hebben geleverd
aan vermindering van de milieudruk.
· Verminderen van de milieubelasting van In 2005 is een behoeftepeiling uitgevoerd, met
Friese Zorginstellingen. een respons van 80%, waarvan 70% van de
instellingen heeft aangegeven mee te willen doen
aan het project Friese Zorgsector. Er is een plan
van Aanpak opgesteld en er zijn concrete afspra-
ken gemaakt met instellingen voor het uitvoeren
van milieuscans
Gewenste resultaten Rapportage
1. Milieubelastende activiteiten van (door ons) De provincie heeft in 2005 deelgenomen aan
geselecteerde Friese bedrijven worden op een gemeentelijk project Verruimde reikwijdte.
een programmatische wijze in beeld Ook zijn 25 bedrijvenscans uitgevoerd.
gebracht en vervolgens worden daar waar Daarnaast hebben wij financieel bijgedragen
mogelijk en realistisch (kosteneffectief) aan projecten op het gebied van biobrandstof-
milieuvriendelijke alternatieven ingezet. fen, energiebesparing op bedrijventerreinen en
Duurzaam ondernemen bij tuincentra.
Als laatste kan worden vermeld dat wij 8 (pro-
jecten) Werkplaatsen Duurzaam Ondernemen
hebben georganiseerd.
2. Bedrijven zijn gecontroleerd en bij bedrijven Zowel het aantal geconstateerde overtredingen
waar de provincie overtredingen heeft als het aantal repressieve controles was in 2005
geconstateerd heeft de provincie haar hand- fors hoger dan in 2004. Het aantal voorwaar-
havinginstrumentarium ingezet, gericht op schuwingen en dwangsom verdubbelde ten
beëindiging van die overtredingen. opzichte van 2004 (53 voorwaarschuwingen
en 20 dwangsommen in 2005).
Jaarverslag 2005
Rapportage
De afhandeling van milieuklachten is volgens
planning verlopen. Alle bij de piketdienst
Milieutoezicht binnen gekomen milieumeldin-
gen (442 stuks) zijn afgehandeld. Meldingen
over bedrijven waarvoor de provincie bevoegd
gezag is, zijn door de eigen Dienst afgehan-
deld. Overige meldingen (niet-provinciale aan-
gelegenheden) zijn overgedragen aan de betref-
fende bevoegde gezagen.
Gewenste resultaten Onder verantwoordelijkheid van het Fries Milieu
Overleg (FMO) is in 2005 gezamenlijk uitvoe-
3. Verbetering van de handhaving samenwer- ring gegeven aan het Handhavingsprogramma
king in Fryslân. 2005. Specifiek kunnen worden genoemd:
a. Afval in de glastuinbouw
b. Onderzoek sloop asbeststallen
c. Handhavingsestafette
d. Vuurwerkbesluit
Op 8 juli j.l. heeft het FMO besloten om de
samenwerking in het Seph te beëindigen en de
FMO-structuur te vereenvoudigen. Dit betekent
dat de huidige bestuursovereenkomst milieu-
wetgeving in Fryslân, eindigend op 31 decem- 79
ber 2005, niet wordt voortgezet en dat het
Seph-Fryslân wordt opgeheven. Vanaf 1 januari
2006 vindt bestuurlijke afstemming plaats via
het Fries Overleg Milieu-handhaving. Dit over-
leg vindt ten minste één keer per jaar plaats.
De afstemming van de groene handhaving
(Natuurbeschermingswetten) op provinciaal
niveau vindt plaats via de zogenaamde
Toezichtkringen Natuurhandhaving.
In oktober 2005 hebben de deelnemers van
het Regionaal Coördinatieoverleg Waddenzee
besloten dat de activiteiten van het servicepunt
handhaving Waddenzee gecontinueerd moeten
worden en dat de financiële consequenties
daarvan door de betrokken partijen gedragen
zullen worden. De regiefunctie van de provin-
cie Fryslân bij het tot stand komen van het
Servicepunt Waddenzee is hiermee ten einde.
4. De Friese gemeenten, it Wetterskip en de In januari 2005 is het landelijk project profes-
provincie voldoen uiterlijk 1 januari 2005 sionalisering met een eindmeting afgesloten.
aan de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria De provincie heeft van deze eindmeting een
voor handhaving. rapportage opgesteld. Van de Friese organisaties
scoorden er twaalf 100%, zeventien tussen 90
en 100% en vijf minder dan 90%.
Eind 2005 zijn er vier organisaties die nog niet
volledig aan de kwaliteitscriteria voldoen. Met
deze organisaties is een intensief traject ingezet
om alsnog voor 100% aan de kwaliteitscriteria
te voldoen.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
5. Bedrijven, gemeenten en overige partijen die Per 1 januari 2006 zijn alle milieuafdelingen
een ontvankelijke aanvraag indienen, krijgen van de provincie ISO-gecertificeerd.
een beschikking, ontheffing of advies, welke
voldoet aan de in het ISO 9001:2000 kwali-
teitszorgsysteem en in wetgeving vastgelegde
eisen.
6. Vergunningverlening door de provincie De wet- en regelgeving (EU, NL, PMV) is ver-
wordt op een uniforme wijze toegepast rich- taald naar het kader van de nota Integraal ver-
ting doelgroepen. gunningen-beleid, dat voor alle bedrijven geldt.
Voor de beschikkingen en voorschriften is als
basis een standaardpakket beschikbaar.
In 2005 is gewerkt aan de voorbereiding of
implementatie van een aantal nieuwe richtlijnen,
besluiten en wetten. Het betreft de IPPC-richtlijn
(EU) en de aanpassing van de Wet milieubeheer
op deze richtlijn. Daarnaast de omgevingsver-
gunning, De Verwerking verantwoord, het
meerjaren-programma Externe veiligheid en de
provinciale gedoognotitie. In IPO-verband heeft
Fryslân de implementatie van het project
Financiele zekerheid getrokken.
80
7. Gedoogbeleid van de provincie wordt op In 2005 is een `provinciebrede' concept-
een uniforme wijze toegepast richting doel- gedoognotitie en een concept-handreiking opge-
groepen. steld. Naar verwachting zal eind 2006 sprake
zijn van een van een uniforme (werk)wijze.
8. Belanghebbenden en belangstellende krijgen Voor wat betreft de Wet milieubeheer is een tij-
jaarlijks inzicht in de behaalde provinciale digheid van 78% gerealiseerd. Het doel van 60%
prestaties op het gebied van vergunningver- is dan ook ruimschoots bereikt. Voor de
lening en handhaving milieu. Ontgrondingenwet is een tijdigheid van 60%
gerealiseerd, waarmee eveneens ruim aan de
doelstelling van 50% is voldaan. Over de tijdig-
heid wordt verslag gedaan in het Jaarverslag
Milieuvergunningen.
9. Verkenning van milieuverminderende maat- In 2005 is er een behoeftepeiling gehouden. De
regelen in de Friese Zorgsector. respons was 80%, waarvan 70% van de instel-
lin-gen heeft aangegeven mee te willen doen
aan het provinciale project Friese zorgsector. Er
zijn concrete afspraken voor milieuscans
gemaakt. Op basis van deze scans kunnen ver-
volgens milieumaatregelen worden genomen.
10. Bedrijven waar de provincie bevoegd gezag Op 14 juni 2005 hebben wij de Rapportage
is en waar bijzonderheden spelen krijgen aandachtssituaties in het kader van de uitvoering
onze speciale aandacht. Wet milieubeheer en Ontgrondingenwet provin-
cie Fryslân vastgesteld. In onderhavige rapporta-
ge wordt de laatste stand van zaken geschetst bij
bestaande en nieuwe aandachtsituaties.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
11. Kwaliteitsimpuls coördinatie en afstemming In december 2004 hebben wij het
van de handhaving binnen de provinciale Handhavingsuitvoeringsprogramma 2005 vast-
organisatie. gesteld. In dit programma wordt beschreven
hoe de provincie Fryslân het beleidskader op
het gebied van handhaving gaat uitvoeren. Er
zijn gezamenlijke speerpunten vastgesteld en
voor alle beleidsterreinen, dus niet alleen
milieuhandhaving hebben wij de ontwikkelin-
gen, doelen, resultaten, acties van derden en de
producten beschreven. Dit uitvoeringsprogram-
ma is in 2005 uitgevoerd.
12. Betere afwikkeling van complexe vergun- Bij complexe situaties wordt er projectmatig
ning- en/of handhavingaangelegenheden samengewerkt (Sonac, Orion, Drachtstervaart).
binnen de provinciale organisatie.
13. De milieucomponent bij ingrijpende maat- Zowel m.e.r. als strategische milieubeoordeling
schappelijke beslissingen is versterkt. (SMB)-advisering zijn beide gericht op `eigen'
projecten en op projecten waarin andere over-
heden het bevoegd gezag zijn. Het afgelopen
jaar heeft het zwaartepunt gelet op com-
plexiteit en tijdsbesteding gelegen bij de
m.e.r.-advisering over de aardgas-transportlei- 81
ding Grijpskerk-Wieringermeer, de glastuin-
bouw in Noordwest Fryslân, gasboring van de
NAM in de Waddenzee en de m.e.r.-beoorde-
lingsprocedure van Sonac.
Met betrekking tot SMB lag het zwaartepunt bij
het in voorbereiding zijnde nieuwe Streekplan
voor Fryslân en de PKB derde nota Waddenzee.
14. Maatschappelijke activiteiten waarbij Het afgelopen jaar heeft een toename van advi-
geluidhinder optreedt en wij bevoegd sering plaatsgevonden richting gemeenten over
gezag zijn worden geminimaliseerd. met name ruimtelijke plannen, verkeersplannen
en gemeentelijke geluidsnota's. In 2005 is
gestart met het maken van geluidbelastingkaar-
ten voor 4 wegen. Ook is een onderzoek
gestart naar de voorkomende geluidsniveaus in
vier Milieubeschermingsgebieden.
15. De gezondheidsaspecten van de omwonen- Als vervolg op de inventarisatie naar de
den als gevolg van emissies van milieuver- gezondheidsaspecten van de ATF-brand in
ontreinigende stoffen door de ATF-brand 2004, is in 2005 een nadere inventarisatie uit-
Drachten worden in beeld gebracht. gevoerd naar gezondheidsproblemen die moge-
lijk in verband kunnen worden gebracht met
de brand. Belangrijke conclusies waren dat er
mogelijk twee soorten aandoeningen een
gevolg kunnen zijn van de brand. Te weten
een huidaandoening en een luchtwegenaandoe-
ning. In de tweede helft van 2005 is gestart
met het opstellen van een onderzoeksopzet
voor individueel diagnostisch medisch onder-
zoek. Dit onderzoek wordt in de eerste helft
van 2006 uitgevoerd.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 508 574 636 -62 0 -62
- Tijdelijke programmabudgetten 1.518 1.806 744 1.062 0 1.062
- Apparaatskosten 2.774 4.340 3.918 423 0 423
Totaal Lasten 4.800 6.721 5.298 1.423 0 1.423
Baten
- Structurele programmabudgetten 711 65 185 -120 0 -120
- Tijdelijke programmabudgetten 599 1.042 730 312 -741 1.053
Totaal Baten 1.310 1.107 915 192 -741 933
Lasten-Baten 3.490 5.614 4.384 1.231 741 490
Toelichting op de exploitatie
Bij de tijdelijke budgetten zijn zowel de baten als de lasten onderbesteed. In totaliteit is met een
bedrag van 750.000, via de kasritmejaarovergang doorgeschoven naar 2006. Het betreft hier
het de projecten SepH en de met rijksgeld gefinancierde Externe Veiligheid (EV-beleid). Het pro-
ject SepH is niet tot uitbetaling gekomen omdat na afronding gedeclareerd gaat worden. Het pro-
82 ject EV beleid is niet tot uitbetaling gekomen omdat na afronding wordt gedeclareerd. Tenslotte
zijn de apparaatskosten onderbesteed als gevolg van herprioritering en uitbestedingen. De kosten
zijn elders gedekt.
Aan baten zijn bedragen van het rijk binnengekomen van 80.000 voor geluidsbelastingkaarten
en energie in de milieuvergunning. Deze bedragen zijn opgenomen in de daartoe ingestelde
voorzieningen. Verder is een bijdrage ontvangen van 50.000, ten behoeve van schadevergoe-
ding voor vuurwerk.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 2.451 106 1 2.556
Totaal 2.451 106 1 2.556
Toelichting per voorziening
De voorzieningen bestaan uit de budgetten energie in de milieuvergunningen en sanering
industrielawaai.
Het budget energie in de milieuvergunningen is bedoeld voor ondersteuning van de rol van de
provincies bij de taken ten aanzien van energie in de milieuvergunning. Het budget is nog een
aantal jaren beschikbaar. Het budget sanering industrielawaai is bedoeld om een financiële bijdra-
ge te verstrekken voor sanering van industrielawaai. In 2005 zijn geen bijdragen verstrekt. Het
project loopt tot en met 2006. In 2007 wordt het project afgerekend.
Jaarverslag 2005
4.5 Landbouw
Doel Rapportage
Realiseren van een duurzame landbouw in een Diverse programma's en projecten waarin
mooie en schone provincie. duurzame landbouw centraal staat zijn in uit-
voering: provinciaal stimuleringsbeleid
(SGM/SGB-regeling, Actieprogramma
Duurzame Landbouw, Interreg codigestion)
Gewenste resultaten Rapportage
1. Milieubelastende activiteiten van (door ons) In het kader van het Actieprogramma
geselecteerde Friese landbouwbedrijven wor- Duurzame landbouw zijn een aantal kansrijke
den op een programmatische wijze in beeld projecten opgestart, waarmee extra milieuwinst
gebracht en vervolgens worden daar waar is te boeken. Daarnaast is sprake van autonome
mogelijk en realistisch (kosteneffectief) ontwikkelingen. Bedrijven in Fryslân nemen
milieuvriendelijke alternatieven ingezet. zelf initiatieven op het gebied van duurzame
landbouw.
2. De "Friese" situatie is optimaal toegesneden Op 13 december 2005 hebben wij het herzie-
op het landelijk ammoniakbeleid. ne ontwerp besluit "Provinciale EHS ten behoe-
ve van de toepassing van de wet ammoniak en 83
veehouderij" vastgesteld. Basis voor dit provin-
ciale beleid is de landelijke Wet ammoniak en
veehouderij.
3. Het rijksbeleid op het gebied van landbouw Het landelijk ammoniakbeleid houdt rekening
& milieu spoort zo goed mogelijk met de met het grondgebonden karakter van de Friese
situatie in (delen van) Fryslân. landbouw
4. Toepassing biomassa voor energieopwekking In het kader van het Interreg-project Co-ver-
bij geselecteerde landbouwbedrijven in gisting hebben wij een pilot voor onderzoek
Fryslân. en communicatie gerealiseerd. Tevens een
intensieve uitwisseling verzorgd met/tussen
provincie, gemeenten en marktpartijen over
kansen/belemmeringen en mogelijke projecten.
In 2005 werden in Fryslân 9 boerderij ver-
gisters gerealiseerd
"In het kader van het Interreg-project Covergisting hebben wij 1 pilotinstallatie gesubsidieerd."
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 58 12 220 -208 0 -208
- Tijdelijke programmabudgetten 0 116 92 24 0 24
- Apparaatskosten 20 50 58 -8 0 -8
Totaal Lasten 78 178 370 -192 0 -192
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 220 -220 0 -220
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -20 20
Totaal Baten 0 0 220 -220 -20 -200
Lasten-Baten 78 178 150 28 20 8
Toelichting op de exploitatie
De structurele budgetten zijn overschreden als gevolg van uitgaven en ontvangsten voor het pro-
ject interreg North Sea Bio Energy. De resterende middelen zijn gestort in de voorziening.
Voorzieningen:
84
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 0 0 220 220
Totaal 0 0 220 220
Dit betreft 1 voorziening, namelijk Interreg IIIb North Sea Bio Energy. De baten van deze voorziening zijn verdeeld
over 2programma's: thema's 4.5 en 5.4. De uitgaven zijn ten laste van thema 5.4 gebracht)
Toelichting per voorziening
Voor het project interreg North Sea Bio Energy is een voorziening gevormd. De inkomsten van
dit project zijn opgenomen in de voorziening. Tijdens de projectduur worden deze middelen
ingezet.
Jaarverslag 2005
4.6 Mobiliteit
Doel Rapportage
Beperking van de milieubelasting en van de De mobiliteit blijft groeien. De groei van het
schade aan natuur en landschap die een gevolg autoverkeer in Fryslân is in de jaren
is van de toenemende mobiliteit. 2004/2005 echter afgevlakt.
Gebruik van de fiets
6%
11%
55%
28%
Vaak (dagelijks) 85
Regelmatig (2 á 3 keer per week)
Af en toe (1 á 2 keer per maand)
Nooit
"Terwijl elders in Nederland het fietsgebruik terug-
loopt, blijft dit in Fryslân redelijk op peil."
Gewenste resultaten Rapportage
1. Bewustwording en gedragsbeïnvloeding van In 2005 hebben wij een campagne laten uit-
de Friese burger met betrekking tot milieu- voeren, gericht op carpoolen en het promoten
vriendelijke vormen van verkeer en vervoer. van de carpoolsite www.carpoolsite.nl. Ook
hebben wij in 2005 een uitgebreide enquête
uitgevoerd inzake het fietsgebruik. Hierbij
bleek dat de gebruikers doorgaans tevreden zijn
over de kwaliteit van de voorzieningen. Terwijl
elders in Nederland het fiets gebruik terug-
loopt, blijft dit in Fryslân redelijk op peil.
2. De milieu-effecten van verkeer en vervoer in In verband met de ontwikkeling van een nieuw
Fryslân worden jaarlijks in beeld gebracht. monitoringskader PMP 2006-2009 is er in 2005
geen monitoringsrapportage Milieueffecten ver-
keer & vervoer in Fryslân verschenen.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 0 0 0 0 0 0
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 0 0 0 0 0 0
Toelichting op de exploitatie
De begroting en kosten voor dit thema komen elders tot uitdrukking.
4.7 Gebiedsgericht (milieu)beleid
86
Doel Rapportage
Optimaal beschermen van gebieden met kwets- Doelgroepen worden zich steeds meer bewust
bare functies en/of waarden en van gebieden dat kwetsbare functies en/of waarden
met specifieke waarden door een gebiedsge- beschermd moeten worden. Financiële prikkels
richte aanpak. (via SGB, ILG en Plattelandprojecten) blijven
echter noodzakelijk.
Gewenste resultaten Rapportage
1.Optimale bescherming van gebieden met De waterkwaliteit is verbeterd door de inzet
kwetsbare functie en/of waarden (grondwa- van de subsidie op rioleringsprojecten, de ver-
terbeschermingsgebieden, stiltegebieden en drogingsituatie en de kwaliteit van de natuur is
gebieden die vallen onder de natuurbescher- verbeterd, een aantal cultuurhistorische projec-
mingswetgeving) en aan gebieden met speci- ten zijn uitgevoerd. Voorbeelden zijn: Herstel
fieke waarden (bijvoorbeeld gebieden met tuinen Slotplaets, Aanleg en herstel tuinen
bijzondere natuur- en landschapswaarden of museumpark Oranjewoud, Verbetering water-
gebieden die bodemkundig en cultuurhisto- huishouding Alde Feanengebied, aanpak van de
risch waardevol en kwetsbaar zijn). Zwemmer, Diverse rioleringsprojecten en land-
schapsprojecten, vooral in Zuidoost Friesland.
2. In de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid 163 projecten op het gebied van natuur,
(SGB) gebieden is sprake van meer samen- milieu, water, landschap, cultuurhistorie en
hang tussen milieu, waterhuishouding, toegankelijkheid landelijk Gebied zijn in uit-
natuur, landbouw, ruimte, verkeer en ver- voering of al afgerond.
voer, leefbaarheid en economie.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
3. In het Ruimtelijke Ordening en Milieu In het kader van het ROM-project Zuidoost
(ROM)-gebied is sprake van meer samen- Friesland is het afgelopen jaar veel gebeurd.
hang tussen milieu, waterhuishouding, Met de vaststelling van de gebiedsvisie
natuur, landbouw, ruimte, verkeer en ver- Koningsdiep en de instelling van de
voer, leefbaarheid en economie. Landinrichtingscommissie is de laatste (van de
vijf) gebiedsvisies afgerond. Hiermee is invul-
ling gegeven aan een belangrijke doelstelling
van het ROM-project: de realisering van 2000
hectare nieuwe natuur.
Daarnaast is het Landbouwstructuuronderzoek
in de provincie verricht, waaruit belangrijke
informatie voor het ROM gebied is gekomen.
Twee deelonderzoeken daaruit waren van
belang voor het ROM gebied. Het grondmobi-
liteitsonderzoek en het onderzoek naar de
gevolgen van de ammoniakwetgeving. In het
laatste geval bleek dat alle 12 provinciale knel-
punten in het ROM gebied voorkomen.
De Stuurgroep ROM heeft geconstateerd dat de
meeste doelen van het ROM gebied zijn verwe-
zenlijkt. Er moeten nog wel vele activiteiten 87
ontplooid worden, maar dat kan via het
Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG)
gerealiseerd worden. Daarop heeft de
Stuurgroep besloten om het convenant, aan het
einde van het laatste activiteitenprogramma
2004-2007, op te zeggen. Alle partijen hebben
hiermee ingestemd.
Vermeldenswaard is dat voor de uitvoering van
doelen waar het Rijk in principe geen subsidie
meer toestaat (landbouwmaatregelen, landschap
en recreatie), het ROM-project voor deze doe-
len nog 2 miljoen toegezegd heeft gekregen.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 133 0 845 -845 0 -845
- Tijdelijke programmabudgetten 1.240 2.380 1.184 1.195 0 1.195
- Apparaatskosten 98 99 98 0 0 0
Totaal Lasten 1.471 2.478 2.127 351 0 351
Baten
- Structurele programmabudgetten 337 131 921 -790 0 -790
- Tijdelijke programmabudgetten 10 826 860 -34 -1.229 1.195
Totaal Baten 348 957 1.781 -824 -1.229 405
Lasten-Baten 1.123 1.521 346 1.176 1.229 -53
Toelichting op de exploitatie
De structurele budgetten zijn overschreden met 845.000,. Het grootste deel ad 800.000, is
toe te schrijven aan het project SGB/SGM. Als gevolg van het uitvoeren van de BBV regelgeving
is een bijdrage van 800.000, van de overlopende activa en passiva via de kasritme jaarover-
gang doorgeschoven naar 2006.
88 De tijdelijke budgetten zijn onderbesteed met een bedrag van 1,2 mln. en worden deels via de
kasritme jaarovergang doorgeschoven naar 2006
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 0 0 0 0
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken 128 -138 -10 0
Totaal 128 -138 -10 0
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding -124 440 798 233
Totaal -124 440 798 233
Toelichting per voorziening
Volgens de voorschriften van het BBV is het project uitvoeringsprogramma SGB nu een voorzie-
ning. In 2004 werd het project verantwoord als overlopende passiva. De baten komen binnen via
de exploitatie waarna de voorziening wordt gevormd. Het betreft hier een bedrag van 798.000
zowel lasten als baten.
Het budget is bedoeld voor programmering en uitvoering het SGB programma en wordt in de
komende projectperiode ingezet. In 2005 is voor een bedrag van ca. 500.000 aan projecten
weggezet en betaald.
Jaarverslag 2005
4.8 Bodem
Doel Rapportage
Realiseren van en zorgen voor een duurzaam Via de lijnen van Provinciaal milieubeleidsplan
en maatschappelijk verantwoord bodemgebruik en Streekplan is hier een bijdrage aan geleverd.
in de provincie Fryslân. Verder is er veel gedaan aan het verstrekken
van informatie over de bodemkwaliteit en aan
het mogelijk maken van saneringen door
gemeenten en anderen.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Er vinden geen menselijke activiteiten plaats Is gerealiseerd via vergunningverlening en toe-
die een bedreiging voor de bodemkwaliteit zicht, door het optreden bij activiteiten of
vormen. voorvallen waarbij de kwaliteit van de bodem
bedreigd wordt.
2. Bij beslissing over de inrichting van de Er is een passage in het Ontwerp-streekplan
ruimte wordt rekening gehouden met de opgenomen waarin staat hoe dat handen en
bodemkwaliteit. voeten zal krijgen.
Verder is de gemeenten een bodemkwaliteits- 89
kaart voor het buitengebied ter beschikking
gesteld.
3. Iedere belanghebbende kan gemakkelijk toe- Op de provinciale website is een Bodemloket
gang krijgen tot openbare informatie over de waar algemene informatie over bodem te vin-
bodemkwaliteit. den is en waarvan met kan doorklikken naar
een kaart met ca. 70.000 locaties waarbij meer
bekend is over de kwaliteit van de bodem.
4. Beschikkingen op onderzoeken, sanerings- Aantal afgegeven beschikkingen Wbb : 117
plannen, voor Investeringbudget Stedelijke Vaststelling subsidie bedrijvenregeling: 2
Vernieuwing (ISV) bijdragen en op grond Afgegeven adviezen ISV-bodem: 10
van de bedrijvenregeling worden op effici- (peildatum 14 maart 2006)
ënte wijze en binnen de wettelijke termijn Meer informatie is beschikbaar in de Bestuurs-
afgegeven. rapportage Bodem.
5. Elke sanering wordt tenminste éénmaal Aantal gesaneerde locaties: 66
gecontroleerd. Aantal inspectiebezoeken: 43
Aantal inspectiebrieven: 29
(peildatum 14 maart 2006)
6. Gemeenten benutten optimaal de ISV-midde- De gemeentelijke rapportages over ISV I zijn
len en halen drie kwart van de sanerings- beoordeeld en een aantal projecten is af-
kosten uit de markt. gerekend.
Er zijn gemeentelijke Milieuontwikkelings-
programma's beoordeeld en adviezen gegeven
over aanvragen van budgetten.
Er wordt alleen geld beschikbaar gesteld aan
een gemeente indien ten minste drie kwart van
de kosten uit de markt of op andere wijze
gedekt is.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
7. De werkvoorraad wordt teruggebracht over- Er is een aantal saneringen uitgevoerd en ande-
eenkomstig de taakstelling in het Wet re zijn in voorbereiding. De uitvoering ligt op
Bodem Bescherming (WBB)-programma. schema.
Er is een claim bij VROM ingediend voor een
extra budget om spoedeisende saneringen uit
te voeren, maar de uitkomst van die actie is
onzeker.
8. Ongewone voorvallen in de zin van de WBB Alle elf ongewone voorvallen die plaats gevon-
worden zó afgewikkeld dat de schade aan de den hebben zijn zo afgewikkeld dat de schade
bodem wordt tenietgedaan. aan de bodem is teniet gedaan.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 12 225 6.074 -5.850 0 -5.850
- Tijdelijke programmabudgetten 147 0 0 -5.850 0 0
90 - Apparaatskosten 633 1.422 1.453 -31 0 -31
Totaal Lasten 792 1.646 7.528 -5.882 0 -5.882
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 6.202 -6.202 -131 -6.071
- Tijdelijke programmabudgetten 149 0 0 0 0 0
Totaal Baten 149 0 6.202 -6.202 -131 -6.071
Lasten-Baten 643 1.646 1.326 320 131 189
Toelichting op de exploitatie
De structurele posten zijn overschreden 5,9 mln, Volgens de voorschriften van het BBV is het
project uitvoeringsprogramma bodemsanering nu een voorziening. In 2004 werd het project ver-
antwoord als overlopende passiva. De baten komen binnen via de exploitatie waarna de voorzie-
ning wordt gevormd. Het betreft hier een bedrag van 6,0 miljoen zowel lasten als baten. In
2005 is de voorziening apparaatskosten vrijwillige bodemsanering vrijgevallen. Het betreft hier
een bedrag van 233.000.
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 0 0 0 0
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken -5 6 1 0
Totaal -5 6 1 0
Jaarverslag 2005
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 4.500 4.967 5.956 5.490
Totaal 4.500 4.967 5.956 5.490
Toelichting per voorziening
Volgens de voorschriften van het BBV is het project uitvoeringsprogramma bodemsanering nu
een voorziening. In 2004 werd het project verantwoord als overlopende passiva. De baten komen
binnen via de exploitatie waarna de voorziening wordt gevormd. Het betreft hier een bedrag van
6,0 miljoen zowel lasten als baten. Het budget is bedoeld voor bodemsaneringsprojecten en
wordt in de komende projectperiode ingezet.
4.9 Afval en internationale projecten
Doel Rapportage
· Verbetering van de milieukwaliteit in Fryslân Door het uitvoeren van concrete projecten in
in samenhang met versterking van de econo- het kader van Intereg is de economische positie 91
mische positie van het Friese bedrijfsleven. van een aantal betrokken Friese bedrijven ver-
beterd. Met name op het gebied van watertech-
nologie.
· Verbetering van de milieukwaliteit in Fryslân Door het uitvoeren van concrete projecten in
door samenwerking met internationale part- het kader van Intereg is de economische positie
ners. van een aantal betrokken Friese bedrijven ver-
beterd. Met name op het gebied van watertech-
nologie.
· Voorkomen van de belasting van het milieu De afvalverwerking in Fryslân is heel goed
door afvalstoffen. georganiseerd. Door het uitvoeren van diverse
innovatieve projecten is milieubelasting door
afvalstoffen de afgelopen jaren verminderd.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Verbetering van de milieukwaliteit in Fryslân Begin 2005 is het Intereg-project No Regret
door initiëren en uitvoeren van internationa- met als thema tekort aan oppervlakte- en
le projecten. grondwater goedgekeurd en opgestart.
De andere 11 lopende Interreg projecten bevin-
den zich grotendeel in de uitvoeringsfase.
De 6 projecten waar wij Lead partner van zijn
lopen volgens planning
2. Uitwisselen/uitdragen van kennis door het Zie volgnummer 1
initiëren en uitvoeren van (internationale)
projecten.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
3. Preventie en hergebruik afvalstoffen door het In het Interreg 3 c project European Waste
initiëren van (internationale) stimulerings- Management is in 2005 een samenwerking van
projecten. 7 Europese landen uit 12 Regio's tot stand
gebracht. Doel is kennis uitwisselen op het
gebied van gescheiden inzameling, storten en
afvalmanagement. In diverse studies en projec-
ten wordt e.e.a. geconcretiseerd
4. Waarborgen van een goede nazorg van stort- In 2005 hebben wij besloten te bezien of
plaatsen. samenwerking met andere partijen kan leiden
tot een efficiëntere uitvoering van de nazorg.
5. In beeld brengen van het ontwikkelings- Dit is meegenomen in het Interreg-traject.
potentieel Provincie Fryslân.
6. Verbetering handhaving Provincie Fryslân Afgelopen jaar is de doeluitkering van het Rijk
door faciliteren Landelijk Meldpunt doorgesluisd naar het LMA (kassiersfunctie).
Afvalstoffen (LMA). Gedeputeerde Baas heeft zitting genomen in de
Raad van Toezicht.
92 Wanneer lopen de projecten?
1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e
half half half half half half half half half half half half half half
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1 Water City Internationaal sep-06
2 Nolimp sep-06
3 Mopark sep-06
4 Shared Space jun-08
5 Famers for nature jun-08
6 North Sea Bio Energy sep-07
7 Nortrail dec-06
8 Urban Water Cycle sep-07
9 Town Net sep-06
10 North Sea Rural sep-07
11 FLOWS dec-06
12 Hanse Network for WFD jun-06
13 European Waste Management jun-07
Lead Partner III B
Partner III B
Partner III C
Lead Partner III C
Interreg III B en III C projecten
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 191 217 237 -20 0 -20
- Tijdelijke programmabudgetten 3.377 4.080 3.582 498 0 498
- Apparaatskosten 485 754 860 -106 0 -106
Totaal Lasten 4.053 5.050 4.678 372 0 372
Baten
- Structurele programmabudgetten 10 53 21 32 0 32
- Tijdelijke programmabudgetten 196 3.824 3.575 249 -272 521
Totaal Baten 206 3.877 3.596 281 -272 553
Lasten-Baten 3.847 1.173 1.083 90 272 -182
Toelichting op de exploitatie
In 2005 zijn de diverse tijdelijke interreg budgetten onderbesteed, daarnaast zijn er minder baten
ontvangen dan begroot. De projecten stagneren in de bestedingen omdat de verzoeken van part-
ners om uitbetaling enigszins achterlopen. Zowel de onderbesteding op de lasten van 498.000
als de onderbesteding op de baten van 249.000 is meegenomen in de Kasritmeverschuiving
2005. 93
De apparaatskosten zijn overbesteed met 106.000, dit als gevolg van de extra inzet om nieuwe
projectvoorstellen in te dienen die als strategische opstap dienen richting de nieuwe Europese
programma-periode 2007-2013. Besloten is om deze kans aan te grijpen.
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Afgerekende werken 0 0 0 0
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken 50 -50 0 0
Totaal 50 -50 0 0
4.10 Bagger
Doel Rapportage
Ontwikkelen en realiseren van een verantwoor- De doelstellingen van het Baggeractie-
de oplossing voor de Bagger problematiek in programma zijn nog niet volledig gerealiseerd.
Fryslân. In het nieuwe PMP is aangegeven hoe verder
wordt gegaan met dit beleidsdossier.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
1. Ondersteuning van de daadwerkelijke Het gestelde jaardoel van 746.000 m3 bagger is
baggeractiviteiten in Fryslân (target 2005 in 2005 in Fryslân niet volledig gehaald,
746.000 kubieke meter baggerspecie. ondanks het feit dat de baggerinspanning van
de provincie zelf aanzienlijk is vergroot. Vooral
gemeenten en jachthavenbeheerders hebben te
kampen met geldgebrek en halen de bagger-
planning niet. Aan PS is voorgesteld om in het
kader van het Friese Merenproject het baggeren
te stimuleren.
2. Regeling toepassing baggerspecie in werken. De bestuursovereenkomst hergebruik bagger-
specie is op15/12/2005 getekend door alle
leden van het Structureel Overleg Waterbodem.
Binnen de rijksregelgeving kan voldoende bag-
gerspecie toegepast worden, zeker als geantici-
peerd wordt op de beoogde verruiming en
vereenvoudiging van de regelgeving.
3. Uitbreiding mogelijkheden direct en indirect Succesvolle projecten zijn uitgevoerd met toe-
hergebruik van vrijkomende baggerspecie. passing bagger in oevers en kaden; zandwin-
putten, bij natuurontwikkeling en recreatieve
voorzieningen. De toepassingsmogelijkheden
94 van verontreinigde bagger in wegfunderingen
worden onderzocht.
4. De opslag- en verwerkingscapaciteit voor Import van baggerspecie van buiten Fryslân
(verontreinigde) bagger in Fryslân met mini- nam exponentieel toe. In juni 2005 is een
maal één miljoen kubieke meter is toegeno- overigens juridisch niet afdwingbare
men ten opzichte van 2000. Intentieverklaring ondertekend tussen de
Provincie het Wetterskip Fryslân en de beheer-
ders van zandwinputten om de bergingscapa-
citeit voor bagger uit Fryslân te behouden.
5. Verstrekken van informatie inzake omvang Op 15/12/2005 is het Bagger Informatiepunt
van de baggerproblematiek, de depotcapa- in productie genomen en zijn de data op
citeit en de baggervoornemens van de diver- Internet beschikbaar gesteld via www.baggerinfor-
se baggerende partijen. matie.nl.Gebruikers zijn zeer enthousiast over de
inhoud en opzet van het Bagger Informatiepunt.
"Het Baggerinformatiepunt speelt bij de
oplossing van de baggerproblematiek in
Fryslân in toenemende mate een sleutelrol."
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 157 158 134 24 0 24
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 96 172 233 -61 0 -61
Totaal Lasten 253 330 367 -37 0 -37
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 253 330 367 -37 0 -37
4.11 Samenwerking met natuur- en milieuorganisaties
Doel Rapportage
Ondersteunen van maatschappelijke organisaties Dit doel is bereikt. In het kader van de provin- 95
die opkomen voor de belangen van natuur en ciale budgetsubsidiëring ondersteunen wij de
milieu en samenwerking met deze organisaties. FMF en de CNMF in financiële zin via een
jaarlijkse subsidieverlening.
Gewenste resultaten Rapportage
1. De belangenbehartiging voor natuur en In het nieuwe Provinciaal milieubeleidsplan
milieu in Fryslân is geïnstitutionaliseerd. 2006-2009 is een nieuw kader voor subsidië-
ring aan de FMF vastgelegd. In 2005 heeft de
FMF een behoorlijke slag gemaakt in het con-
cretiseren van hun werkplan/productbegroting
2006. In 2006 wordt een verdere verdiepings-
slag gemaakt.
Friese Milieu Federatie
"De subsidiebeschikkingen voor 2005 en 2006 zijn aan de Friese Milieufederatie (FMF) verleend..."
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 375 378 378 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 375 378 378 0 0 0
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 375 378 378 0 0 0
96
Jaarverslag 2005
3.5 PROGRAMMA 5 LANDELIJK GEBIED
Portefeuillehouder:A.Andriesen
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Hoe ziet de huiskavel van de boer er in 2010 uit? Wat betekent dat voor landinrichting? Wat is
het natuurdoeltype dat hier wordt nagestreefd? Hoe kunnen we dat bereiken. Kan dat niet
samengaan met wat het waterschap wil? Wanneer kan dit volgens de flora en faunawet uitge-
voerd worden. Waar halen we het geld vandaan om de houtwallen in stand te houden. Dit soort
vragen hoort thuis in het programma landelijk gebied. In dit programma gaat het om een duur-
zame ontwikkeling van met name de fysieke kant van het landelijk gebied. De sociaal-economi-
sche kant is meer in het programma ruimte te vinden.
Doelenrealisatie 2005
Het jaar 2005 is voor landelijk gebied in zijn algemeenheid het jaar geweest van de voorberei-
ding van het werken met een brede regierol in het kader van het Investeringsbudget Landelijk
Gebied; de inhoudelijke voorbereiding van de investeringsperiode 2007-2013 voor de Europese
middelen en de implementatie van de nieuwe Natuurbeschermingswet. Investeren in een goede
manier van werken voor de komende decennia.
In 2004 werd nog veel tijd besteed aan beleidswerk, in 2005 is veel meer aan de uitvoering
gewerkt. Voor landbouw werden 25 projecten ondersteund. Voor de toekomst van de landbouw
werd een structuuronderzoek gedaan. Voor de landinrichting werd een prestatiecontract getekend
met DLG dat voor het overgrote deel werd uitgevoerd. 97
De laatste tranche van de POP-gelden, de ICES-gelden werden benut.
Voor de natuur geldt dat met de Flora en Faunawet en de Natuurbeschermingswet bescherming
werd gegeven. Met de vaststelling van 5-jarige ontheffingen is de FF-wet nu in een beheerfase
gekomen, zodat duidelijk is wat wel en niet kan. De ontheffing voor het zoeken en rapen van
kievitseieren is in 2005 in diverse rechterlijke procedures aan de orde geweest.
Onderstaand wordt meer gericht op de resultaten ingegaan.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 4.075 5.069 4.068 1.001 860 141
- Tijdelijke programmabudgetten 1.921 7.620 2.410 5.209 0 5.209
- Apparaatskosten 1.373 1.961 1.851 110 0 110
Subtotaal lasten thema's 7.368 14.650 8.330 6.320 860 5.460
- Bedrijfsvoeringskosten 1.917 1.265 1.420 -155 0 -155
Totaal Lasten 9.285 15.915 9.750 6.164 860 5.305
Baten
- Structurele programmabudgetten 643 757 807 -50 -195 145
- Tijdelijke programmabudgetten 308 711 639 72 -5.121 5.193
Totaal Baten 951 1.468 1.445 23 -5.316 5.338
Lasten-Baten 8.334 14.447 8.305 6.142 6.176 -34
Jaarverslag 2005
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 18 12 15 21
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 178 971 741 -52
Totaal 195 983 756 -31
(De negatieve stand van de Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen middelen met specifieke besteding
wordt nader toegelicht bij de thema's 4.5 en 5.4)
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
5.1 Sturing landelijk gebied
Doel Rapportage
98 · In beleidsdocumenten van de rijksoverheid, De nota ruimte en de agenda vitaal platteland
het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het zijn mee door lobbywerk vanuit onze provincie
Samenwerkingsverband Noord Nederland zo vastgesteld dat de staten in kunnen stem-
(SNN) zijn de Friese provinciale standpunten men met het beleid.
over de gewenste ontwikkeling van het lan-
delijk gebied goed verwoord.
· Europese gelden, rijksgelden en provinciale Er is dit jaar hard gewerkt aan het invoeren
investeringsgelden landelijk gebied zijn van het ILG in onze provinciale dienst.
maximaal en eenvoudig beschikbaar voor Ingaande 2007 moet dat werken. Dan is de
projectaanvragers. provincie de partij die de regie heeft op de
beschikbare gelden en kan zij ook schuiven.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Tijdige, pro-actieve en inhoudelijk heldere De Nota Ruimte en de Agenda voor een Vitaal
provinciale standpunten ten aanzien van de Platteland zijn vastgesteld. Door een actieve
beleidsontwikkeling landelijk gebied van de inzet, is bewerkstelligd dat met name in de
rijksoverheid en van het IPO. door het parlement vastgestelde Nota Ruimte
het Friese beleid voor het landelijk gebied
beter doorklinkt dan in het aanvankelijke voor-
stel van het kabinet.
De nieuwe Natuurbeschermingswet is per
1 oktober 2005 in werking getreden. We heb-
ben daarna een snelle implementatie kunnen
doorvoeren.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
2. Tijdige, pro-actieve en inhoudelijk heldere De Friese projecten hebben in SNN-verband
standpunten ten aanzien van beleidsontwik- een goed aandeel gehad. De Noordelijke belan-
keling en projectenbeoordelingen van het gen zijn bijvoorbeeld ten aanzien van ILG mee
SNN. door onze provincie goed behartigd.
3. Beschikbare Europese, rijks- en provinciale Dit is in een tweejarig contract vooruitlopend
gelden worden per 2006 via een meerjarige op het 7-jaarscontract van ILG goed gelukt.
programmering ingezet zonder onderuitput-
ting.
4. Provinciale gelden voor investeringen in het In het kader van de implementatie van ILG is
landelijk gebied worden gebundeld in een in 2005 gewerkt aan een eerste opzet van het
Frysk Ynvestearringsbudzjet Lanlik Gebiet FYLG. De operationele fase van het FYLG start
(FYLG); en sworden per 2006 via een meer- in 2007.
jarige programmering ingezet zonder onder-
uitputting.
5. Volgens vastomlijnde systematiek vastleggen De gegevens van IVN volgen volgens plan later.
van afspraken over activiteiten voor draag-
vlak voor natuur en landschap in een bud-
getovereenkomst met Instituut voor
Natuurbeschermingseducatie en Natuur- en
Milieueducatie (IVN/NME); en uitvoering 99
van deze activiteiten.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 2.082 3.047 1.946 1.102 860 242
- Tijdelijke programmabudgetten 1.104 1.445 733 712 0 712
- Apparaatskosten 433 493 467 26 026
Totaal Lasten 3.619 4.985 3.146 1.839 860 880
Baten
- Structurele programmabudgetten 83 0 18 -18 -195 177
- Tijdelijke programmabudgetten 45 0 0 0 -652 652
Totaal Baten 128 0 18 -18 -847 829
Lasten-Baten 3.491 4.985 3.128 1.857 1.707 150
Toelichting op de exploitatie
De onderuitputting op de structurele budgetten wordt veroorzaakt, doordat er minder natuurge-
bied is aangekocht dan geraamd, hetgeen komt doordat de markt minder aanbod kende. Voor het
project FYLG zijn extra uitgaven gedaan van 65.000 vanwege extra inzet op het
Investeringsbudget Landelijk Gebied.
De tijdelijke budgetten zijn onderbesteed met 712.000 dit betreft met name de ICES en POP
projecten. Bij deze projecten is een vrijval van 207.000 bij de afgeronde projecten. De overige
projecten zijn met name vertraagd door het verlaat afgeven van vergunningen voor uitvoering
van het project. Middels de Kasritmeverschuiving worden de gelden doorgeschoven naar 2006 en
verder.
Jaarverslag 2005
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 33 -5 0 38
Totaal 33 -5 0 38
5.2 Natuur
Doel Rapportage
· De natuur en de flora en fauna in Fryslân In vergelijking met andere provincies is dit het
zijn van hoge kwaliteit. geval. In 2006 zal een toestandsrapport ver-
schijnen.
· De Friese burgers zijn bekend met de regels Dit jaar is met name aandacht geschonken aan
van groene wetgeving en houden zich aan de voorlichting over de boswet en de natuur-
de regels. beschermingswet.
100
Gewenste resultaten Rapportage
1. De na te streven natuurdoelen, de ecologi- Wij hebben de natuurdoeltypekaart van LNV
sche hoofdstructuur, de ecologische verbin- becommentarieerd. Wij hebben de provinciale
dingszones en de gewenste stand van flora ecologische hoofdstructuur vastgelegd in het
en fauna zijn vastgelegd. Ontwerp Streekplan en een nieuw ontwerp
EVZ's vastgesteld.
2. Realiseren, d.w.z. aankopen, inrichten en In 2005 hebben we 105 hectare EHS aange-
beheren van 16.000 ha nieuw natuurgebied kocht. BBL leverde 500 hectare door aan de
(Ecologische Hoofd Structuur) tot 2018 en natuurorganisaties. We liggen nog redelijk op
realiseren van de geplande ecologische ver- schema, ook landelijk gezien.
bindingszones tot 2018.
3. Volgens vastomlijnde systematiek vastleggen Wij hebben conform de afspraken aan It Fryske
van afspraken over natuurbeheer in budget- Gea subsidie verstrekt. De prestaties van het It
overeenkomst met It Fryske Gea; en uitvoe- Fryske Gea over 2005 zullen in juli beschikbaar
ring van dit beheer. zijn en zullen in de tweede bestuursrapportage
2006 worden weergegeven.
4. Adequaat uitvoeren van beheer en inrichting De aanvraag voor de status nationaal park voor
en van educatie en voorlichting in 4 de Alde Feanen en een voorstel voor een brede
Nationale Parken. samenstelling van het overlegorgaan hebben we
aan de minister van LNV gezonden.
De nationale parken Schiermonnikoog,
Lauwersmeer en het Drents Friese Wold zijn
beheerd conform de opgestelde Beheer- en
Inrichtingsplannen.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
5. Mogelijk maken van 14.500 ha gebied voor Wij hebben de kaart voor ganzenfoerageer-
agrarisch natuurbeheer en een voldoende gebieden vastgelegd.
geïnformeerde doelgroep voor agrarisch Voor de Noordelijk Fryske Walden werd een
natuur- en landschapsbeheer. intentieverklaring voor een gebiedscontract
groene en blauwe diensten ontwikkeld en
ondertekend door alle betrokken organisaties.
Van de provinciale "vliegende euro's", die
bescherming van eieren en jonge vogels van
tureluur en grutto tot doel heeft, is dit jaar
door 50 boeren gebruik gemaakt tegen 31 in
het eerste jaar.
Elke hectare beschikbaar voor agrarisch natuur-
beheer is uitgegeven voor subsidie.
6. Volgens vastomlijnde systematiek vastleggen Aan BoerenNatuur is door de Staten bij de
van afspraken over agrarisch natuur- en begroting 2006 geen subsidie verleend.
landschapsbeheer in budgetovereenkomst Ondertussen is voor 2006 wel budgetsubsidie
met BoerenNatuur; en uitvoering van dit ter beschikking gesteld voor 2006.
beheer.
7. Mogelijk maken en uitvoeren van stimule- We hebben een aantal projecten gesubsidieerd
ringsprojecten voor soortenbeleid en weide- die bijdragen aan verbetering van de leefom-
vogels. standigheden van bedreigde (provinciale) aan- 101
dachtssoorten. In het project Farmers for
Nature (Interreg III-b) wordt in Fryslân de
grutto-problematiek aangepakt.
We hebben de evaluatie van het weidevogelbe-
leid opgeleverd.
8. Uitvoering binnen gestelde termijnen, zon- De uitvoering van de Groene Wetten (Flora- en
der vormfouten en met een voldoende geïn- Faunawet, Natuurbeschermingswet, Boswet,
formeerde doelgroep, volgens wettelijk Natuurschoonwet, Distelverordening en de
gestelde eisen en provinciale beleidsregels regels voor Vogel- en Habitatrichtlijnen) heb-
van de Groene Wetten. ben we conform de eisen uitgevoerd.
Het in werking treden van de nieuwe Natuur-
beschermingswet per 1-10-2005 heeft geleid
tot een aanzienlijk aantal vergunningaanvragen.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 1.254 1.294 1.400 -107 0 -107
- Tijdelijke programmabudgetten 222 1.181 659 522 0 522
- Apparaatskosten 546 880 911 -31 0 -31
Totaal Lasten 2.021 3.355 2.971 384 0 384
Baten
- Structurele programmabudgetten 166 350 457 -107 0 -107
- Tijdelijke programmabudgetten 192 45 1 44 -548 592
Totaal Baten 358 395 457 -62 -548 485
Lasten-Baten 1.663 2.960 2.514 446 548 -102
Toelichting op de exploitatie
De overbesteding op de structurele budgetten wordt gedekt uit de algemene middelen, aangezien
de additionele rijksbijdrage hieraan is toegevoegd.
De tijdelijke budgetten zijn onderschreden. Het betreft hier met name de projecten Nationaal Park
Schiermonnikoog, Bezoekerscentrum nationale parken en weidevogelbeheer in boerenland. Voor
102 wat betreft de nationale parken is de realisatie van (vernieuwde) bezoekerscentra vertraagd. Voor
het project weidevogelbeheer in boerenland geldt dat pas laat ondersteuning werd aangesteld.
Middels de kasritmeverschuiving zijn de restgelden doorgeschoven naar 2006 en verder.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 18 12 15 21
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 145 475 457 126
Totaal 162 487 471 147
5.3 Landschap
Doel Rapportage
Een mooi en aantrekkelijk landschap in Fryslân Aan dit streven wordt steeds meer aandacht
met grote ruimtelijke kwaliteit en eigenheid. besteed, bijvoorbeeld in het nieuwe streekplan.
De overeenkomt in de Noordelijk Friese
Wouden en het aanwijzen van nationale land-
schappen brengt het doel dichterbij.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het na te streven beeld van het Friese land- In de nota Ruimte zijn twee nationale land-
schap is vastgelegd. schappen vastgesteld, de Noordelijke Fryske
Wâlden en Zuid-West Fryslân.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 692 694 695 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 55 147 73 74 0 74
Totaal Lasten 747 841 768 73 0 73
Baten
- Structurele programmabudgetten 384 407 326 81 0 81
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 384 407 326 81 0 81
Lasten-Baten 363 433 442 -8 0 -8
5.4 Landbouw en visserij
Doel Rapportage
· De Friese land- en tuinbouw is een econo- We hebben in 2004 de kaders hiervoor vastge- 103
misch levensvatbare en duurzame sector, steld, De 25 projecten die in 2005 zijn gestart
binnen randvoorwaarden van biodiversiteit zijn gescreend op het kunnen voldoen aan de
en landschap. De sector is schoon en voorwaarden. Landbouw en visserij blijven
gezond, breed en divers, goed en efficiënt. onder grote druk. We hebben daarom in 2004
besloten om vissers eenmalig te steunen en
voor de landbouw een structuuronderzoek te
doen om zo in de toekomst goed verder te
kunnen werken aan een goede economische
basis voor landbouw en visserij.
· De Friese visserijsector is een economisch Idem.
levensvatbare en duurzame sector binnen
randvoorwaarden van biodiversiteit. De sec-
tor is volop in vernieuwing is en werkt
goed samen.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het na te streven beeld van land- en tuin- De uitvoering van het actieprogramma
bouw is vastgelegd. Duurzame Landbouw verloopt voorspoedig.
Daarnaast lopen er diverse biologische projecten.
2. Realiseren van 5 à 6 vernieuwende projecten De provincie voert een aantal Interreg-projecten
per jaar. uit als (lead)partner, te weten Farmers for
Nature, NS-Rural en Bio Energy (zie ook
majeure projecten).
3. Het na te streven beeld en de rol van de De in 2004 vastgestelde Kadernota Visserij voe-
provincie ten aanzien van de visserij is vast- ren we momenteel uit.
gelegd.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
4. Realiseren van 5 projecten per jaar gericht Wij hebben aan één project (het project
op vernieuwing visserijsector en daaraan Visstroperij) een subsidie toegezegd. Doordat
gerelateerde economische sectoren. er niet voldoende goede aanvragen zijn ontvan-
gen en doordat we nog bekendheid aan het
genereren waren, is de planning van 5 projec-
ten in 2005 niet gerealiseerd.
5. Samenwerking beroeps- en sportvissers alge- Het anti-visstroperijplatform is weer nieuw
meen en gericht tegen visstroperij. leven in geblazen en functioneert weer.
Bovendien wordt in de visstandsbeheercommis-
sie door de sport- en beroepsvisserij gewerkt
aan een visregistratiesysteem.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 10 0 3 -3 0 -3
104 - Tijdelijke programmabudgetten 475 4.803 812 3.991 0 3.991
- Apparaatskosten 175 200 230 -30 0 -30
Totaal Lasten 661 5.003 1.045 3.958 0 3.958
Baten
- Structurele programmabudgetten 10 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 71 666 638 28 -3.921 3.949
Totaal Baten 81 666 638 28 -3.921 3.949
Lasten-Baten 580 4.337 407 3.930 3.921 9
Toelichting op de exploitatie
De onderuitputting van de tijdelijke budgetten betreft het budget MKZ en wordt veroorzaakt,
doordat Brussel pas eind 2005 goedkeuring heeft gegeven aan het uitbetalen van de te subsidië-
ren investeringen als gevolg van de MKZ-crisis.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 0 501 285 -217
Totaal 0 285 501 -217
(Dit betreft 1 voorziening, namelijk Interreg IIIb North Sea Bio Energy. De baten van deze voorziening
zijn verdeeld over 2 programma's: thema's 4.5 en 5.4. De uitgaven zijn ten laste van thema 5.4 gebracht)
Jaarverslag 2005
Toelichting per voorziening
Interreg IIIb North Sea Bio Energy. De baten van de voorziening voor het Interreg IIIb North Sea
project Bio Energy zijn verdeeld over 2 programma's: thema's 4.5 en 5.4. De uitgaven zijn ten
laste van thema 5.4 gebracht.
5.5 Landinrichting en grondverwerving
Doel Rapportage
Het optimaal inrichten van het landelijk gebied De ontwikkelingen in de landbouw gaan snel
in Fryslân gericht op optimalisatie van de func- blijkt uit het landbouwstructuuronderzoek dat
ties landbouw, natuur, recreatie, landschap, we dit jaar hebben gehouden. We ontwikkel-
water en infrastructuur. den een nieuwe methode om gebiedsgericht
aan integrale gebiedsontwikkeling te doen.
Gewenste resultaten Rapportage
1. In 2005 ingericht gebied per functie De doelen voor grondverwerving lijken ruim-
(globaal): schoots te zijn gehaald, de uitvoering van land-
Landbouw 3.000 ha; Natuur 450 ha; inrichting ligt nagenoeg op schema, zodat de
Recreatie 15 ha; Landschapselementen gewenste resultaten binnen de kleine 30 land-
60 km. inrichtinsprojecten gehaald zullen zijn. 105
In 2005 hebben we overeenstemming bereikt
met het rijk over de normkosten voor de land-
inrichting en extra investeringen van rijk en
provincie ten behoeve van de landbouwdoelen
in de landinrichting.
U heeft ingestemd met voorfinanciering van
oude blokken landinrichting en om vanaf 2007
zelf te investeren in landbouwdoelen. De land-
inrichting Baarderadeel kreeg een goede door-
start.
2. In 2005 aangekocht en/of doorgeleverd De grondverwerving ten behoeve van de reali-
gebied per functie (globaal): satie natuur is sterk afhankelijk van het aanbod
Landbouw 60 ha; Natuur 350 ha; op de grondmarkt. Bij aanbod van gronden
Recreatie 15 ha; Landschap 10 ha. wordt nu ook gekeken naar de mogelijkheden
voor realisatie van natuurdoelen via particulier
natuurbeheer. We hebben vier beschikkingen
opgesteld voor de aankoop van gronden door
een NB-organisatie ten bedrage van 110 hecta-
re. Door BBL is vijf maal zoveel doorgeleverd
aan de natuurorganisaties.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 37 33 24 10 0 10
- Tijdelijke programmabudgetten 120 191 206 -16 0 -16
- Apparaatskosten 164 242 170 72 0 72
Totaal Lasten 320 466 400 66 0 66
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 7 -7 0 -7
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 7 -7 0 -7
Lasten-Baten 320 466 393 73 0 73
106
Jaarverslag 2005
3.6 PROGRAMMA 6 ECONOMIE,RECREATIE
EN TOERISME
Portefeuillehouder: P.A. Bijman,A.J. Mulder
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Onder de paraplu van de missie Fryslân "beste lan fan ierde" is voor het sociaal economisch
beleid van de provincie Fryslân de volgende doelstelling geformuleerd:
Het bevorderen van de duurzame economische ontwikkeling van de provincie Fryslân gemeten in
termen van werkgelegenheid, investeringen en inkomen.
Het gaat daarbij om:
a. het verminderen van de achterstanden ten opzichte van de rest van Nederland voor wat betreft
(groei van de) werkgelegenheid, werkloosheid en investeringen;
b. het behouden en zo mogelijk versterken van de concurrentiepositie van het Friese bedrijfs-
leven.
Deze doelstelling willen we langs verschillende lijnen vormgeven (strategie) waarbij in ieder
geval te onderscheiden zijn:
a. de voorwaardescheppende rol en
b. de makelende/schakelende rol.
Ad a. de voorwaardenscheppende rol: het betreft hier de m.n. traditionele beleidsmakende rol 107
van de overheid op het terrein de economische ontwikkelingen. Het gaat om het scheppen van
de voorwaarden voor een gezonde economische ontwikkeling. Het gaat hierbij om taken als het
bevorderen van een goede marktwerking, bevordering toepassing van nieuwe technologieën,
lastenverlichting en verbetering fysieke- en kennisinfrastructuur. De daarbij behorende instrumen-
ten behoren tot de categorieën: peen (i.c. financiële instrumenten) en preek (instrumenten
gericht op verleiding, overtuiging, voorlichting, scholing etc).
Ad b. de makelende schakelende rol. Meer gericht op projectverwerving/projectontwikkeling Het
betreft dan met name activiteiten in het kader van het Kompas voor het Noorden en overige
Europese regelingen (zoals Interreg). Het betreft projecten die gericht zijn op ondermeer het
wegnemen van marktimperfecties, compenseren externe effecten, en het vergroten rendement
publieke infrastructuur.
De activiteiten/taken willen we programmatisch vorm geven. Voorbeelden hierbij zijn de Friese
Wateralliantie en energy-valley.
De speerpunten voor het komende jaar zijn:
· nadruk op uitvoering van het beleid;
· van reactief naar pro-actief;
· vergroting aandacht voor Europese dimensie sociaal economisch beleid;
· geïntegreerde en programmatische aanpak m.b.t. projectverwerving/ontwikkeling;
· aansluiten bij de speerpunten van Kompas d.w.z. innovatie en recreatie en toerisme.
Jaarverslag 2005
Doelenrealisatie 2005
Begin 2005 is in SNN-verband "De strategische agenda voor Noord-Nederland" vastgesteld. Het
economisch beleid is verder uitgewerkt in de nota "De koers verlegd". Met het ministerie van
Economische Zaken zijn vervolgens afspraken gemaakt over de periode 2007 2010. Het accent
in het toekomstig economisch beleid zal moeten worden verlegd richting innovatie en kenniseco-
nomie. Met de projecten die in het kader van het Kompasprogramma in 2005 zijn ingediend en
gehonoreerd (o.a. Wetsus en Kenniscentrum Duurzame Energie) is op deze ontwikkeling/transitie
geanticipeerd. Ook in het kader van Interreg is geanticipeerd op de ontwikkeling dat in de toe-
komst de nadruk beleidsmatig komt te liggen op de implementatie van de Lissabon-strategie (i.c.
innovatie).
De resultaten van het Friese Merenproject zijn inmiddels volop zichtbaar. Eind 2005 was er voor
een totaal van 36,9 mln. aan werken in het Friese Meren project uitgevoerd. De Middelseeroute
is in 2005 opgeleverd en officieel geopend. De 1e fase van de Lits-Lauwersmeerroute (Zwemmer)
en een aantal projecten in Leeuwarden (J), in het kader van "Leeuwarden stad van water en cul-
tuur" zijn tevens uitgevoerd. Het Akwadukt Houkesleat is reeds geruime tijd in gebruik. Eind
2005 was er voor 129,3 mln. aan werken uitvoeringsgereed of in uitvoering.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
108 2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 3.312 4.068 3.771 298 0 298
- Tijdelijke programmabudgetten 4.875 21.210 15.095 6.116 0 6.116
- Apparaatskosten 1.259 2.178 2.215 -38 0 -38
Subtotaal lasten thema's 9.446 27.456 21.081 6.376 0 6.376
- Bedrijfsvoeringskosten 1.765 1.524 1.724 -200 0 -200
Totaal Lasten 11.211 28.980 22.805 6.176 0 6.176
Baten
- Structurele programmabudgetten 1.378 301 1.399 -1.099 15 -1.084
- Tijdelijke programmabudgetten 1.964 1.298 278 1.020 -4.983 5.987
Totaal Baten 3.343 1.599 1.677 -78 -4.967 4.903
Lasten-Baten 7.869 27.382 21.127 6.254 4.967 1.287
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken -625 4.775 0 4.150
Totaal -625 4.775 0 4.150
Jaarverslag 2005
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 0 100 270 169
Totaal 0 100 270 169
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
6.1 Concurrentiekracht
Doel Rapportage
Verhoging van de concurrentiekracht van het Dit doel is in een viertal thema's opgedeeld,
Friese bedrijfsleven. namelijk 1) innovatie en kennisoverdracht, 2)
ICT, 3) internationalisatie en 4) startersbeleid. 109
Middels een subsidiebijdrage aan onderstaande
projecten is getracht een bijdrage te leveren
aan het omschreven doel. In hoeverre het
Friese bedrijfsleven hierdoor concurrerender is
geworden is moeilijk aan te geven. Een belang-
rijke beleidsmatige ontwikkeling is verder dat
in het overleg met het ministerie van EZ over
Kompas II de positie van de (Friese) watersec-
tor als sleutelgebied onomstreden is.
Exclusief de delfstoffenwinning lag de econo-
mische groei in Fryslân in 2004 met 1,3% net
iets onder het landelijk gemiddelde (1,7%).
Over de laatste 4 jaar blijft Fryslân met een
gemiddeld groeicijfer van 0,5% per jaar ook
onder het landelijk gemiddeld groeicijfer van
0,8%.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Optimaal gebruik maken van beschikbare
financiële bronnen (o.m. kompas, innovative
actions). Waarbij ingezet wordt op:
· 3 projecten die innovaties en kennisont- Vanuit SEB zijn in 2005 2 projecten (samen-
wikkeling bevorderen; werkingscluster kunst, techniek en kenniseco-
nomie, en de slimste woning van Dokkum)
gesubsidieerd. Vanuit RIPF is aan 11 innovatie-
ve projecten op het gebied van Water (6) en
Recreatie en Toerisme (5) subsidie toegekend.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
· 3 projecten die Informatie en Vanuit SEB is in 2005 geen specifiek ICT pro-
Communicatie Technologie (ICT) toepas- ject gesubsidieerd, geïntegreerd binnen innova-
singen in de verschillende bedrijfsproces- tie en kennisontwikkeling. Vanuit RIPF zijn
sen integreren; eind 2005 17 innovatieve projecten in uitvoe-
ring, die gezamenlijk een bedrag van
2.523.000 vertegenwoordigen. Uitgesplitst
naar de thema's betekent dat ICT
(687.000), Recreatie en Toerisme
(643.000)en Water (1.193.000).
· 2 projecten die de Friese handelsrelaties In 2005 is het Sichuan Liaison Office voortge-
beogen uit te bouwen; zet (begonnen in 2004). Vanuit Kompas en
provincie Fryslân is aan het WTC in
Leeuwarden en Atlas, een handelsstimulerend
project met de nieuwe toetreders van Europa,
subsidie verleend. In 2005 is ook
Kompassubsidie verleend aan het Kamers van
Koophandel-project W(orld)W(ide)COM
(exportproject).
· 1 project die het starterklimaat in de pro- Vanuit SEB is in 2005 een bijdrage verleend
vincie Fryslan verbetert. aan Nieuwe bedrijvigheid Friesland 2. Vanuit
110 Kompas hebben de Kamers van Koophandel
een bijdrage ontvangen voor het vervolg op
het Ondernemerskompas.
Binnen het Kompasprogramma en de
Convenanten zijn in 2005 13 beschikkingen
afgegeven. Daarvan zijn 10 beschikkingen afge-
geven binnen het EU-programma (5 binnen
thema Markt, 2 binnen thema Stad en 3
binnen thema Land), 1 in het kader van het
Stadsconvenant Leeuwarden, 1 binnen het pro-
gramma Niet Doelstelling 2 en 1 in het kader
van het convenant A7.
2. Gezamenlijk met andere publieke partijen, Om de doelstellingen op het terrein van eco-
kennisinstellingen en private instellingen op nomie (incl. innovatie) te realiseren is samen-
programmatische en/of projectmatige wijze werking tussen private en publieke partijen en
genereren van alternatieve nationale en inter- kennisinstellingen noodzakelijk. Dit krijgt
nationale financieringsbronnen. inmiddels vorm. Zowel op programma als pro-
jectbasis. Op twee van de speerpunten uit de
nota "Pieken in de Delta" is aan de bovenge-
noemde samenwerking vorm gegeven. Te
weten: de Friese wateralliantie en Energy-val-
ley. De uitdaging van de toekomst is deze
samenwerking te verbreden/verdiepen. Via
deze samenwerkingen zijn middelen beschik-
baar gekomen via o.a. Innovative Actions en
Interreg.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 1.057 509 374 135 0 135
- Tijdelijke programmabudgetten 3.022 9.644 9.315 330 0 330
- Apparaatskosten 601 682 765 -83 0 -83
Totaal Lasten 4.680 10.835 10.454 381 0 381
Baten
- Structurele programmabudgetten 1.103 3 1.015 -1.013 15 -1.028
- Tijdelijke programmabudgetten 1.790 1.200 0 1.200 880 320
Totaal Baten 2.893 1.203 1.015 187 895 -708
Lasten-Baten 1.787 9.632 9.439 194 -895 1.089
Toelichting op de exploitatie
De onderbesteding op de structurele programmabudgetten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door
een onderbesteding op watertechnologie doordat er voor watertechnologie ook uit andere hoofde
tijdelijke budgetten beschikbaar worden gesteld (o.a. RIPF en Kompas).
De beschikking over de reserves wordt vanaf 2005 onder baten verantwoord. Hierdoor ontstaat 111
er een onderbesteding op de tijdelijke programmabudgetten bij zowel de lasten als de baten van
305.000.
De hogere baten bij de structurele programmabudgetten wordt veroorzaakt door de Subsidie
Europese programma's. In 2005 zijn deze oude programma's financieel afgewikkeld en is ruim
1.000.000 vrijgevallen.
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken -366 143 0 -222
Totaal -366 143 0 -222
Toelichting per investering
De Europese subsidies zijn in 2005 met Brussel financieel afgewikkeld. Voor de Subsidie
Europese Programma's niet 5B dient de provinciale co-financiering van 2 projecten nog financieel
afgewikkeld te worden.
Jaarverslag 2005
6.2 Ondernemings- en vestigingsklimaat
Doel Rapportage
Versterking van het ondernemings- en vesti- Dit doel is in een tweetal thema's opgedeeld,
gingsklimaat voor bestaande en startende namelijk 1) versterking ruimtelijk economische
bedrijven. structuur en 2) promotie en acquisitie. Middels
een subsidiebijdrage aan onderstaande projec-
ten is getracht een bijdrage te leveren aan het
omschreven doel. In hoeverre het Friese onder-
nemings- en vestigingsklimaat hierdoor is ver-
sterkt is moeilijk aan te geven. Het aantal star-
tende ondernemingen bedroeg in 2004 in
Noord-Nederland ruim 6.000 tegenover
65.000 landelijk. In de periode 2002-2003 was
er een daling waarneembaar in het percentage
starters. In 2004 groeide het aantal weer met
2,2% (Noorden). Voor Fryslân geldt een groei
van 2,0%. In Fryslân gaan in 2004 de minste
bedrijven failliet ten opzichte van Groningen
en Drenthe.
Het herstel van de economische groei in 2004
112 is voor wat betreft de werkgelegenheid nog
niet meteen zichtbaar. De landelijke werkgele-
genheid daalde in 2004 met 0,7%. In Fryslân
was de daling kleiner, namelijk 0,2% in 2004.
In 2004 is het werkloosheidspercentage (als
percentage van de beroepsbevolking) landelijk
5,8% en in Fryslan 6,5%.De werkloosheid is
iets opgelopen ten opzichte van 2003. Toen
was de landelijke werkloosheid 5,2% en de
Friese werkloosheid 5,9%.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Optimaal gebruik maken van beschikbare In 2005 is vanuit het budget subsidiebschik-
financiële bronnen (o.m. kompas, innovative king SEB: versterking van ondernemings- en
actions). Waarbij ingezet wordt op: vestigingsklimaat aan 15 projecten een subsidie
verleend. De projecten variëren van
"ExpeditieLeeuwarden", "Regiomarketing
Zuidwest Fryslân" tot de Frisian Show 2005-
2008.
· 2 projecten die de regionale sociaal eco- In 2005 zijn 5 projecten voor o.a. marke-
nomische structuur versterken; tingstrategieën en Stichting Netwerk Friesland
vanuit SEB geïnitieerd.
· 2 projecten die een bijdrage leveren aan In 2005 zijn 7 projecten op het gebied van de
de versterking van een goede economi- promotie van Fryslân gestart.
sche uitstraling van de provincie Fryslan.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
2. Gezamenlijk met andere publieke partijen, Binnen het EU-programma zijn in 2005 28
kennisinstellingen en private instellingen op projecten in uitvoering (17 binnen thema
programmatische en/of projectmatige wijze Markt, 3 binnen thema Stad en 8 binnen
genereren van alternatieve nationale en inter- thema Land). Van de totaal 28 EU-projecten
nationale financieringsbronnen. zijn voor 10 projecten in 2005 beschikkingen
afgegeven (5 binnen thema Markt, 2 binnen
thema Stad en 3 binnen thema Land). Verder
zijn er 5 projecten Niet doelstelling 2 en overi-
ge projecten in uitvoering (o.a. Palingaak
Heeg, Bouw Houten Skutsje en revitalisering
UTD-terrein Akkrum).
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 499 1.696 1.632 64 0 64
- Tijdelijke programmabudgetten 776 2.915 1.454 1.460 0 1.460
- Apparaatskosten 94 532 533 -1 0 -1 113
Totaal Lasten 1.369 5.143 3.619 1.523 0 1.523
Baten
- Structurele programmabudgetten 244 270 347 -77 0 -77
- Tijdelijke programmabudgetten 78 98 209 -111 -1.500 1.389
Totaal Baten 321 368 556 -188 -1.500 1.312
Lasten-Baten 1.047 4.774 3.063 1.711 1.500 211
Toelichting op de exploitatie
De beschikking over de reserves wordt vanaf 2005 onder baten verantwoord. Hierdoor ontstaat
er een onderbesteding op de tijdelijke programmabudgetten bij zowel de lasten als de baten van
1.428.000.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden ver-
kregen middelen met specifieke besteding 0 100 270 169
Totaal 0 100 270 169
Toelichting per voorziening
In 2004 heeft het ministerie van VROM een subsidie van 385.625 verleend op grond van de
Subsidieregeling BANS klimaatconvenant. Hiervoor zijn in 2005 voorschotten ontvangen van
269.944. Voor het Uitvoerings Programma Klimaatbeleid Friesland 2003-2007 is in 2005
100.000 uitgegeven. De verwachting is dat de voorziening in 2008 afloopt.
Jaarverslag 2005
6.3 Arbeidsmarkt
Doel Rapportage
Bevorderen van de werking van de arbeids- Voor een uitgebreide rapportage wordt verwezen
markt: de mate waarin vraag en aanbod aan naar de "Verslagnotitie: 11/ jaar arbeidsmarktbe-
---
arbeidskrachten op elkaar aansluiten en elkaar leid" door ons vastgesteld op 6 december 2005.
weten te vinden. Deze notitie beslaat de gehele breedte van het
arbeidsmarktbeleid. Een aantal high-lights staat
hieronder in de rapportage van de gewenste
resultaten genoemd. Daarnaast gaat de notitie in
op het Fries Banenplan en de uitvoering van 3
Statenmoties. Uit de laatste rapportage van het
CWI (september 2005) bleek dat op dat
moment 224 arbeidsplaatsen waren gecreëerd.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Optimaal gebruik maken van beschikbare Er zijn 3 programma's schooltv "Wurk yn Op-
financiële bronnen (ondermeer kompas, inno- lieding" ontwikkeld, uitgezonden en op video-
vative actions). Waarbij ingezet wordt op /dvd uitgebracht met begeleidend lesmateriaal.
114 · de campagne langer naar school; PR-campagne rondom thema en uitzendingen
is uitgevoerd.
· het Economisch Structuur/Sociaal Fonds Het ESF-netwerk is sinds september 2004
(ESF)-netwerk Friese gemeenten; actief.
· onderzoek naar de mogelijkheden om Dit onderzoek is door tijdgebrek nog niet
EVC-methodieken te bevorderen; gestart.
· voorbereiding op benutting van andere De middelen uit ESF, ESF-Equal en Interreg IIIc
Europese subsidiefondsen; worden in Fryslân ingezet voor arbeidsmarkt-
doelen.
· bij positieve resultaten uit het onderzoek, Eind 2004 is een brochure opgeleverd waarin
opstarten van een experiment Prohef; wordt uitgelegd hoe Prohef kan worden toege-
past binnen de ruimte van de Wet Werk en
Bijstand. Na een ambtelijke discussiebijeen-
komst en een bestuurlijke bijeenkomst van het
RPA-Fryslân bleek dat de tijd (nog) niet rijp is
voor een experiment met Prohef.
· eventueel vervolg pilot-project Samenwerkings- Het pilot-project is vervolgd.
verband Noord Nederland/Ministerie van So-
ciale Zaken en Werkgelegenheid (SNN-SZW).
2. Gezamenlijk met andere publieke partijen, In onze opdracht is het project "Personeelsbeleid
kennisinstellingen en private instellingen op voor alle leeftijden in Friesland" uitgevoerd met
programmatische en/of projectmatige wijze het doel concreet te werken aan het behoud van
genereren van alternatieve nationale en inter- ouderen voor de arbeidsmarkt en tegelijkertijd
nationale financieringsbronnen. Friese bedrijven in de gelegenheid te stellen om
in 2006 en 2007 hiervoor medefinanciering te
verkrijgen van het ministerie van SZW.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 0 13 0 13 0 13
- Tijdelijke programmabudgetten 510 1.728 143 1.585 0 1.585
- Apparaatskosten 51 39 46 -7 0 -7
Totaal Lasten 561 1.779 189 1.591 0 1.591
Baten
- Structurele programmabudgetten 20 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -1.585 1.585
Totaal Baten 20 0 0 0 -1.585 1.585
Lasten-Baten 541 1.779 189 1.591 1.585 6
Toelichting op de exploitatie
De beschikking over de reserves wordt vanaf 2005 onder baten verantwoord. Hierdoor ontstaat
er een onderbesteding op de tijdelijke programmabudgetten bij zowel de lasten als de baten van
1.585.000.
6.4 Recreatie en Toerisme 115
Doel Rapportage
Toename van 1,5% aan inkomen gegenereerd De bestedingen van toeristen in Fryslân
uit bestedingen van recreanten en toeristen. bedragen 816 miljoen (2004). Dit is een toe-
name van 0,5% ten opzichte van 2003.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Betere kwaliteit van toeristisch en recreatief Over de periode 2000 2004 is de gewenste
aanbod blijkend uit: stijging bezettingsgraad stijging van de bezettingsgraad niet gehaald
met 1,5%, waardering van bezoekers met (hotels gelijk, campings + 2%, recreatiewonin-
tenminste een 8 (rapportcijfer), meer diver- gen en groepsaccommodaties 2%, logies en
siteit in voorzieningen, een toename van de ontbijt +3%). Het waarderingscijfer van ver-
bezoekerstroom met 1,5% en hogere beste- blijfstoeristen is 7,8 (2002) en van dagtoe-
dingen van 1,5% bij toeristen (daarbij boven risten 7,6 (2002). De samenstelling van het
het landelijk gemiddelde blijvend). aanbod is gewijzigd, o.a. met erfgoedlogies.
Het aantal toeristische overnachtingen daalde
tussen 2000 en 2004 met 2,6% van
11.531.000 naar 11.230.000. De jaren 2002
en 2003 lieten wel een groei zien van 2,5% en
2%. Het aantal bezoekers aan dagattracties nam
af met 3% (naar 2,5 miljoen) en aan evene-
menten groeide naar 2,6 miljoen. De dagelijkse
bestedingen van toeristen bij lange vakanties
zijn toegenomen van 19 naar 22 en liggen
boven het landelijk gemiddelde. De uitgaven
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
per persoon per dag bij korte vakanties liggen
met 28 gelijk aan het landelijk gemiddelde.
Voor het aantrekkelijker maken van Fryslân
voor bezoekers en bewoners is een fors beroep
gedaan op de Subsidieverordening toerisme en
recreatie Fryslân. Aan 41 projecten is subsidie
verstrekt. Door gebrek aan middelen konden
15 projecten niet worden gehonoreerd.
Fryslân Marketing was dit jaar actief op het
gebied van internet (BeleefFriesland.nl), pers
en pr, media uitgaven (brochures, advertentie-
campagnes, participatie in radio en tv pro-
gramma's) en overige activiteiten (o.a. beur-
zen, sponsoring, merchandising).
2. Het tenminste handhaven van het werkgele- De werkgelegenheid in de toeristische sector is
genheidaandeel (7,6% van de totale Friese tussen 2000 en 2004 toegenomen van 19.500
werkbevolking) en de landelijke marktpositie banen (fulltime en parttime) naar 21.706. Dat
in de toeristische sector. is een groei van 11,3%. Het aandeel van de
toeristische sector is 7,8% van de totale werk-
gelegenheid in Fryslân. Het marktaandeel van
Fryslân bedraagt 7% van het landelijke aantal
116 binnenlandse vakanties.
3. Algemene kwaliteitsverbetering van het De Middelseeroute is in 2005 opgeleverd en
Friese Merengebied zie onderdeel Friese officieel geopend. De uitvoering van het Friese
Meren (majeure programma's). Meren programma ligt op schema met uitzon-
dering van de trajecten G (Drachten
Leeuwarden) en J (Leeuwarden). Behoudens het
project Rengerspolle zijn er voor traject G nog
geen concrete plannen opgesteld. In het verslag-
jaar heeft de gemeente Leeuwarden geen prio-
riteit gegeven aan de visie- en planvorming in
traject J. Op basis van het stadsconvenant is
besloten hier in 2006 een start mee te maken.
De 1e fase van de Lits-Lauwersmeerroute
(Zwemmer) en een aantal projecten in
Leeuwarden (J), in het kader van "Leeuwarden
stad van water en cultuur" zijn uitgevoerd. Het
akwadukt Houkesleat is reeds geruime tijd in
gebruik. Eind 2005 was er voor 129,3 mln.
aan werken uitvoeringsgereed of in uitvoering,
te weten: onderdelen van de Lits-
Lauwersmeerroute fase 2 (K), staandemastroute
Leeuwarden Grou (H), watersportvoorzienin-
gen Bolsward (L), de akwadukten Jeltesleat, Ie
en Galamadammen, akwadukt de Geau, Vaaras
Sneek (F), Klassieke schepenhaven Terherne (E),
verdiepen provinciale vaarwegen en onder-
houdsbaggeren Gemeente Wymbritseradiel. In
de verslagperiode zijn verder zes KOMPAS-aan-
vragen voorbereid voor een totaal aan project-
kosten van 30,1 miljoen.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
Bereikte concrete resultaten:
· Circa 55 km vaarweg is uitgediept;
· 15 bruggen zijn opgehoogd;
· 2 knelpunten tussen land en water zijn
opgelost (1 aquaduct en 1 brug);
· Circa 150 aanlegplaatsen zijn aangelegd.
In 2005 hebben wij de handhaving van ons
nieuwe snelvaar beleid geïntensiveerd.
Dit jaar hebben wij ook financieel bijgedragen
aan de provinciale brochure "Watersport in
Fryslân", de brochure "Wad ik heb je lief",
een digitale kaart op www.beleefFriesland.nl en
een folder voor de Middelseeroute.
4. Gezamenlijk met andere publieke partijen, Verwezen wordt naar de paragraaf over de
kennisinstellingen en private instellingen op Strategische Programma's en Projecten. In dat
programmatische en/of projectmatige wijze onderdeel wordt gerapporteerd over Kompas-
genereren van alternatieve nationale en inter- projecten, waaronder toeristische projecten.
nationale financieringsbronnen.
Inzet van middelen 117
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 1.756 1.851 1.765 86 0 86
- Tijdelijke programmabudgetten 567 6.924 4.183 2.741 0 2.741
- Apparaatskosten 513 925 872 53 0 53
Totaal Lasten 2.836 9.700 6.820 2.880 0 2.880
Baten
- Structurele programmabudgetten 32 28 38 -9 0 -9
- Tijdelijke programmabudgetten 77 0 69 -69 -2.778 2.709
Totaal Baten 109 28 106 -78 -2.778 2.700
Lasten-Baten 2.728 9.672 6.713 2.958 2.778 180
Toelichting op de exploitatie
De beschikking over de reserves wordt vanaf 2005 onder baten verantwoord. Hierdoor ontstaat
er een onderbesteding op de tijdelijke programmabudgetten bij zowel de lasten als de baten van
2.778.000.
Jaarverslag 2005
Investeringen:
Bedragen × 1.000 Boekwaarde van Vermeer- Vermin- Boekwaarde van
de investeringen deringen deringen de investeringen
per 1-1-2005 per 31-12-2005
Opgeleverde werken 0 0 0 0
Onderhanden werken -259 4.632 0 4.372
Totaal -259 4.632 0 4.372
Toelichting per investering
De investeringen hebben betrekking op het Friese Meren Project. Deze investeringen zijn in 2005
overgeboekt naar de exploitatie.
118
Jaarverslag 2005
3.7 PROGRAMMA 7 SOCIAAL BELEID EN ZORG
Portefeuillehouder: J. Ploeg
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Bij provinciaal sociaal beleid gaat het om de bijdrage die de provincie wil leveren om de sociale
infrastructuur in stand te houden en te verbeteren. Onder sociale infrastructuur verstaan wij `het
geheel van voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid en
in sociale verbanden kunnen leven en deelnemen aan de samenleving'.
Bij sociaal denken wij aan de belangen van mensen en de kwaliteit van hun bestaan. In het
Bestuursakkoord 2003-2007 constateren wij dat de kansen voor deelname aan de samenleving
niet voor iedereen gelijk zijn. In ons (sociaal) beleid zullen wij ons extra richten op zorg voor
degenen die buiten de boot (dreigen te) vallen.
Doelenrealisatie 2005
In 2005 is het eerste Uitvoeringsprogramma verschenen. Hierin zijn de thema's uit de Sociale
Agenda nader uitgewerkt en is de inzet van de instrumenten geconcretiseerd. Dit om de sociale
infrastructuur in stand te houden en te verbeteren. Hiervoor zijn vanuit het Sociaal
Investeringsfonds (SIF) ten behoeve van thema's uit de Sociale Agenda subsidies toegekend.
Daarnaast leveren de steunfunctie-instellingen producten ter verbetering van de sociale infrastruc-
tuur. In maart 2005 hebben wij een nieuwe denklijn met betrekking tot de uitvoering van het 119
sociaal beleid gepresenteerd. Deze denklijn is in samenspraak met steunfunctie-instellingen en
maatschappelijke organisaties uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in een voorstel aan u, dat drie
hoofdstromen kent:
· vorming van een kennisnetwerkstructuur
· omslag in de inzet van steunfunctie-instellingen
· herijking van het subsidiebeleid ten aanzien maatschappelijke organisaties.
Op het gebied van de Jeugdzorg is in 2005 door het inrichten van een centrale toegang voor
zorgvragers en het bewerkstelligen van de betere aansluiting tussen gemeentelijk jeugdbeleid en
provinciaal jeugdzorgbeleid een belangrijke stap gemaakt om hulpvragers zo snel mogelijk weer
in de maatschappij te laten functioneren.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen ×1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 35.374 39.350 39.656 -306 0 -306
- Tijdelijke programmabudgetten 356 4.316 2.310 2.006 0 2.006
- Apparaatskosten 612 1.073 844 229 0 229
Subtotaal lasten thema's 36.342 44.739 42.810 1.929 0 1.929
- Bedrijfsvoeringskosten 836 673 556 118 0 118
Totaal Lasten 37.179 45.412 43.366 2.047 0 2.047
Baten
- Structurele programmabudgetten 28.896 33.749 34.249 -500 0 -500
- Tijdelijke programmabudgetten 158 0 -5 5 -1.457 1.462
Totaal Baten 29.054 33.749 34.244 -496 -1.457 962
Lasten-Baten 8.125 11.664 9.121 2.542 1.457 1.085
Jaarverslag 2005
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Baten
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen
middelen met specifieke besteding 7.474 35.316 34.301 6.459
Totaal 7.474 35.316 34.301 6.459
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
7.1 Het Sociaal Beleidskader
Doel Rapportage
Het bieden van een actueel en breed gedragen In 2004 is het Sociaal Beleidskader vastgesteld
kader voor het maken van beleidskeuzes op het waarin de rol en de taak van de provincie is
gebied van de sociale infrastructuur. Het kader neergelegd. Als uitwerking van dit kader zijn
120 moet inzicht geven in: het Sociaal Rapport (waarin de sociale staat van
· rol en taak van de provincie en zijn sociale Fryslân wordt geschetst) en de Sociale Agenda
partners op het gebied van sociaal beleid; verschenen. In de Sociale Agenda staan de the-
· uitvoering van de wettelijke taken, de pro- ma's genoemd waar de provincie deze
vinciale welzijnstaak en autonoom beleid; bestuursperiode in investeert. Dit zijn:
· de relevante sociale ontwikkelingen in de · Jongeren 0-25
Provincie Fryslân. · Gevolgen van de vergrijzing
· Situatie van mensen met een veelvoud aan
problemen
· Sociale cohesie/Vrijwilligerswerk
· Maatschappelijke ontwikkeling en participatie
Wij zijn in 2005 begonnen met het inrichten
van een monitoringsinstrument. Daarmee gaan
wij bijhouden of wij de gewenste resultaten uit
de sociale agenda voldoende bereiken.
Wij zullen bij de evaluatie van het Sociaal
Beleidskader, in 2007, de provinciale inzet op
de verschillende thema's evalueren.
Wij hebben het Sociaal Rapport geëvalueerd en
voorbereidingen getroffen voor de volgende,
die begin 2007 zal verschijnen.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
1. Een jaarlijks sociaal uitvoeringsprogramma In 2005 is het eerste Uitvoeringsprogramma
voor de inhoudelijke uitwerking van het verschenen. Wij hebben hierin de thema's uit
sociaal beleidskader. de Sociale Agenda nader uitgewerkt en de inzet
van de instrumenten geconcretiseerd. Dit in
vorm van producten die we gaan afnemen van
de steunfunctie-instellingen en maatschappelijke
organisaties, en de ambtelijke en bestuurlijke
inzet die we plegen.
Vanuit het Sociaal Investeringsfonds (SIF) is ten
behoeve van thema's uit de Sociale Agenda een
bedrag van 2.357.931, aan subsidies toege-
kend.
Wij hebben in maart 2005 een nieuwe denk-
lijn met betrekking tot de uitvoering van het
sociaal beleid gepresenteerd. Daarna is deze
denklijn in samenspraak met steunfunctie-
instellingen en maatschappelijke organisaties
uitgewerkt. Het voorstel bevat de volgende drie
hoofdstromen:
· vorming van een kennisnetwerkstructuur
· omslag in de inzet van steunfunctie-instel- 121
lingen
· herijking van het subsidiebeleid ten aanzien
matschappelijke organisaties.
In de uw vergadering van 9 november heeft u
met deze nieuwe denklijn ingestemd met als
kanttekening dat er in het voorjaar 2007 een
evaluatie plaatsvindt.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 735 95 23 71 0 71
- Tijdelijke programmabudgetten 4 3.244 1.859 1.385 0 1.385
- Apparaatskosten 99 518 316 201 0 201
Totaal Lasten 838 3.856 2.198 1.658 0 1.658
Baten
- Structurele programmabudgetten 1 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 45 0 0 0 -1.320 1.320
Totaal Baten 47 0 0 0 -1.320 1.320
Lasten-Baten 791 3.856 2.198 1.658 1.320 338
Jaarverslag 2005
Toelichting op de exploitatie
De onderbesteding op de tijdelijke programmabudgetten komt met name doordat de honorering
van aanvragen uit het Sociaal Investeringsfonds 2005-2008 lager is uitgevallen dan op grond van
het beschikbare budget mogelijk was.
De onderbesteding op de apparaatskosten heeft met het bovenstaande gegeven te maken. Er is
minder tijd besteed aan het wegzetten van middelen in het kader van het Sociaal
Investeringsfonds dan vooraf was geraamd.
7.2 Lichamelijke vorming en sport
Doel Rapportage
Een heldere en toegankelijke sportinfrastructuur Er is een bijdrage geleverd aan het realiseren
op een kwalitatief verantwoord niveau voor van het gestelde doel door onder andere subsi-
iedere inwoner van Fryslân. die-verlening aan Sport Friesland, daarnaast zijn
met behulp van subsidies diverse sportevene-
menten en Friese sporten ondersteund en
samenwerkingsprojecten georganiseerd. Zoals
het realiseren van de website "Sportweb
Noord". Deze website is door de 3 Noordelijke
provincies ontwikkeld en bevat veel informatie
over onder andere de breedtesport projecten in
122 de provincies.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Een kwalitatief goede ondersteuning aan Sport Friesland zorgt met behulp van provinci-
sporters, sportverenigingen, gemeenten en ale subsidie voor een goede ondersteuning aan
instellingen; Een sport monitor voor Fryslân sporters, sportverenigingen en instellingen. De
aan de hand van het landelijk opgestelde Sport monitor is gerealiseerd en de ondersteu-
model; Ondersteuningsstructuur gehandicap- ningsstructuur gehandicaptensport is bij Sport
tensport bij Sport Friesland onderbrengen. Friesland ondergebracht.
2. Samenwerkingsprojecten met gemeenten en Met behulp van provinciale subsidie heeft Sport
andere sportaanbieders. Friesland een coördinerende en ondersteunende
rol gehad in diverse samenwerkingsprojecten.
Voor de jeugd zijn dit de projecten GO-4
Sport, Whozz-Next en Foarset. Voor ouderen;
Galm. Daarnaast voor Onderwijs en Sport een
driejarig project en voor minderheden de pro-
jecten Impuls en Geef me de vijf.
3. De Friese sporten een structurele en blijven- De KNKB en Frysk Ljeppers Boun hebben de
de plaats te geven in het geheel van de subsidie besteed aan jeugdactiviteiten en pro-
sportbeoefening in Fryslân. motieactiviteiten. De Friese kampioenschappen
fierljeppen zijn voor het eerst integraal op de
televisie uitgezonden. Het Sneekweek comité
heeft de subsidie gebruikt voor het uitvoeren
van hun activiteiten. De Dambûn Frysk Spul
heeft een website gemaakt waarop iedereen het
spel kan leren. De vereniging Skûtsjesilen heeft
een cursusboek gemaakt.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
4. Realiseren van grootschalige (internationale) In Friesland zijn mede door provinciale subsi-
sportevenementen en het jaarlijks plaatsvin- die de volgende grootschalige sportevenemen-
den van circa 40 bovenprovinciale sporteve- ten georganiseerd; De Noord Nederland Tour,
nementen. NK Schaken, Windmill Cup, Concours
Hippique Buitenpost, Wielerronde en cross
Surhuisterveen en Indoor Friesland. Daarnaast
zijn er 22 kleinschalige sportevenementen
gesubsidieerd. Met deze evenementen waren
beide budgetten in maart reeds geheel besteed.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 806 767 755 12 0 12
- Tijdelijke programmabudgetten 23 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 19 17 10 6 0 6
Totaal Lasten 847 783 765 18 0 18
Baten
- Structurele programmabudgetten 113 113 114 -1 0 -1 123
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 113 113 114 -1 0 -1
Lasten-Baten 734 670 651 18 0 18
7.3 Samenlevingsopbouw
Doel Rapportage
Een grote sociale cohesie en een goede sociale De door ons gefinancierde instellingen hebben
infrastructuur op het gebied van de samenle- diverse producten geleverd ten behoeve van
vingsopbouw. een grotere sociale cohesie en een goede sociale
infrastructuur.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Ondersteunen van instellingen die producten Wij hebben in het kader van samenlevingsop-
leveren ten behoeve van provinciale taken bouw aan een aantal instellingen een budget-
c.q. beleid op het gebied van samenlevings- subsidie verleend. Met deze budgetsubsidie zijn
opbouw. producten uitgevoerd op het gebied van
samenlevingsopbouw. Het betreft de volgende
instellingen:
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
Partoer
Partoer heeft naast de afgesproken producten
op diverse terreinen van sociaal beleid ook
aandacht gegeven aan het verzamelen en leve-
ren van beleidsinformatie. Ten aanzien van
beleidsinformatie is onlangs het informatie en
kennispunt (IKP) Jeugd de lucht ingegaan.
Fries Centrum voor Doven en
Slechthorenden (FCDS)
De FCDS heeft producten geleverd op het
gebied van voorlichting, belangenbehartiging,
informatieverstrekking, cursussen typtolken en
het bevorderen van onderlinge contacten.
Fries Samenwerkingsverband
Uitkeringsgerechtigden (FSU)
De FSU heeft producten geleverd op het gebied
van het verstekken van informatie, stimuleren
van cliëntenparticipatie, deskundigheidsbevor-
dering, het signaleren van knelpunten en het
ontwikkelen van projecten. Hierdoor wordt de
124 emancipatie en bewustwording van deze groep
bevorderd. Tevens vormen zij een overkoepe-
lend orgaan voor belangenorganisaties en
steunpunten op het gebied van uitkeringsge-
rechtigden in Fryslân.
Het Fries Samenwerkingsverband Uitkerings-
gerechtigden (FSU) heeft in 2005 subsidie ont-
vangen voor de instandhouding van het project
"1 Loket van belangenbehartigers".
Stichting Samenwerkende dorpshuizen
Friesland (SDF)
De Stichting Samenwerkende Dorpshuizen en
Ferieniing Lytse Doarpen hebben naast het
realiseren van hun productbegroting besloten
om samen te gaan, zodat er per 1 jan. 2006
één steunfunctie voor het platteland gereali-
seerd is. In de kadernota 2006 is voor de
nieuwe stichting Doarpswurk een voorstel
goedgekeurd waarbij voor de ontwikkeling van
de stichting een incidenteel bedrag van
140.000, en een structurele verhoging van
180.000, is toegekend.
Instelling Feriening Lytse Doarpen (FLD)
De FLD levert producten vooral op het terrein
van de begeleiding van plaatselijke verenigin-
gen. Zoals hiervoor al is beschreven maakt de
FLD vanaf 2006 onderdeel uit van de nieuwe
stichting Doarpswurk.
Jaarverslag 2005
Doel Rapportage
2. Ondersteunen van maatschappelijke active- Wij hebben budgetsubsidie verleend aan de
ringsorganisaties en belangenbehartigende instellingen Humanitas, Solidair Friesland en
organisaties die voorzieningen leveren op het Protestants Diensten Centrum (PDC). Deze
diverse deelgebieden. instellingen leveren producten op maatschappe-
lijk relevante terreinen zoals de integratie van
verstandelijk gehandicapten, daklozen en uitge-
procedeerde asielzoekers en ondersteuningsacti-
viteiten bij rouwverwerking en gezinsproble-
matiek.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutaties Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 3.246 3.167 3.148 19 0 19
- Tijdelijke programmabudgetten 64 56 56 0 0 0
- Apparaatskosten 0 55 84 -29 0 -29
Totaal Lasten 3.310 3.278 3.288 -10 0 -10
Baten
- Structurele programmabudgetten 23 0 0 0 0 0 125
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 23 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 3.287 3.278 3.288 -10 0 -10
7.4 Maatschappelijke voorzieningen
Doel Rapportage
Het aanpakken van sociaal maatschappelijke De door ons gefinancierde instellingen hebben
vraagstukken op het gebied van vrijwilligers, met behulp van budgetsubsidies producten
minderhedenbeleid, emancipatie en de kennis- geleverd ten behoeve van het realiseren van de
overdracht aan ontwikkelingslanden. gestelde doelen. Daarnaast zijn op het terrein
van vrijwilligers en minderheden aanvullende
subsidies verstrekt, onder meer via het SIF, de
tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligerswerk
en het budget Minderheden en
Samenlevingsopbouw.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het houden van de behoeftepeiling vrijwil- De behoeftepeiling `Vrijwilligersbeeld in Beeld',
ligersbeleid 2005, de voortzetting van ded een vervolg op de nulmeting in 2002/2003, is
tijdelijke stimuleringsregeling vrijwilligers- najaar 2005 uitgezet naar circa 12.000 organi-
werk en het leveren van meetbare producten saties. De resultaten hiervan worden voorjaar
door verschillende steunfunctie- en vrijwil- 2006 gepresenteerd.
ligersorganisaties op het gebied van vrijwil-
ligersbeleid.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
De Tijdelijke Stimuleringsregeling
Vrijwilligerswerk liep, voor wat betreft het
Rijksdeel, per 31 december 2005 af. De reste-
rende provinciale middelen zijn c.q. worden
deels ingezet voor de `Friese week van het vrij-
willigerswerk' en de geactualiseerde, bovenver-
melde behoeftepeiling.
De IPO/VWS-Pilot Vrijwilligerswerk liep medio
2005 af. In de pilot werkten rijk, provincie en
zes gemeenten samen met als doel het ontwik-
kelen van gemeentelijke notities vrijwilligersbe-
leid en projecten ter versterking van het vrij-
willigerswerk. De projecten stonden in het
teken van onder meer flexibilisering van het
vrijwilligerswerk en deskundigheidsbevordering
van vrijwilligers.
Aan de gemeentelijke beleidsplannen en ver-
volgprojecten ging een inventarisatie inzake
knelpunten en wensen vooraf. Deze bottom-up
benadering is door partijen (gemeenten en
lokale organisaties) als zeer zinvol ervaren. De
126 pilot resulteerde in een aantal blijvende resulta-
ten en heeft vinden de gemeenten het vrij-
willigerswerk op de politieke agenda gezet.
Van de pilot ging ook een grote stimulans uit
naar het lokale vrijwilligerswerk.
2. Het organiseren van activiteiten en realiseren In 2005 hebben wij het provinciaal minderhe-
van projecten voor minderheden, het onder- denbeleid zoals geformuleerd in de notitie
steunen van een aantal belangenbehartigende Minderheden 2001 geëvalueerd. In de evaluatie
organisaties en het realiseren van meetbare is geconstateerd dat de meeste voornemens uit
producten door verschillende steunfunctie- de notitie Minderheden 2001 zijn uitgevoerd,
instellingen en andere organisaties op het t.w. het subsidiëren van een provinciaal anti-
gebied van minderhedenbeleid. discriminatiebureau, het (financieel) ondersteu-
nen van gemeenten bij inburgeringtrajecten,
het meer bekendheid geven aan het budget
Minderheden en Samenlevingsopbouw Fryslân
en het uitvoeren van een onderzoek naar de
maatschappelijke positie van Irakezen in
Fryslan.
In het kader van het budget Minderheden zijn
er 16 aanvragen binnengekomen. Hiervan zijn
13 toegekend, 2 afgewezen en 1 aanvraag is
ingetrokken. Er is in 2005 sprake van onderbe-
steding van het budget.
Wij hebben een budgetsubsidie verleend aan
het Befrijdingsfestival, het COC en het
Discriminatie Meldpunt Tûmba. Het
Befrijdingsfestival organiseert elk jaar het
Befrijdingsfestival op 5 mei. Het COC heeft als
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
producten o.m. het geven van voorlichtingen
op scholen over homoseksualiteit, gespreks-
groepen over homoseksualiteit, en homoseksu-
aliteit in de multiculturele samenleving en op
de werkvloer. Het Discriminatie Meldpunt
Tûmba heeft als belangrijkste product de
registratie en behandeling van discriminatie-
klachten in de meest brede zin en het fungeren
als helpdesk.
Conform het voorstel van PS (15 december
2004) is in 2005 een tijdelijke subsidie van
19.000 verleend aan het Platform
Levensbeschouwing in Kleurrijk Fryslân om
binnen een redelijke termijn tot een zorgvuldi-
ge afronding te komen.
In 2005 is er een bijdrage (bestuurlijk en
financieel) verleend aan de problematiek rond-
om het terugkeerbeleid van uitgeprocedeerde
asielzoekers. Er zijn diverse brieven naar de
Tweede Kamer en naar minister Verdonk
gestuurd over deze problematiek. Verder is er 127
een bijdrage van maximaal 63.000 verstrekt
aan het Monitorcentrum en maximaal 20.000
aan het noodfonds.
3. Ontwikkelen van het beleidsveld emancipatie Wij hebben een budgetsubsidie verleend aan
en het leveren van meetbare producten door het Emancipatiebureau Equa. Met behulp van
de steunfunctieorganisatie op emancipatiege- deze subsidie heeft Equa producten gerealiseerd
bied. zoals `Markt voor de markt', voor effectieve
reïntegratie voor vrouwen. `Training begeleid-
sters allochtone vrouwen', uit de deelneemsters
is het begeleidings- en voorlichtingsnetwerk
`Famkes' gevormd. Met het product
`Vrouwennetwerk Fryslân' is de gezamenlijke
koepelsite van de maatschappelijke vrouwen-
organisaties in Fryslân op internet tot stand
gebracht (www.vrouwennetfryslan.nl).
4. Het organiseren van activiteiten en realiseren Wij hebben een budgetsubsidie verleend aan
van projecten ten behoeve van de ontwikke- COS Fryslân (onderdeel van Tûmba) voor het
lingssamenwerking en kennisoverdracht aan realiseren van producten volgens het ingedien-
ontwikkelingslanden. de Productenplan met projecten en activiteiten
op het gebied van ontwikkelingssamenwerking,
verdeeld in Internationale samenwerking,
Duurzame ontwikkeling, Multiculturele samen-
leving.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 774 873 841 32 0 32
- Tijdelijke programmabudgetten 254 463 157 307 0 307
- Apparaatskosten 78 106 87 19 0 19
Totaal Lasten 1.106 1.443 1.085 357 0 357
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 113 0 -5 5 -137 142
Totaal Baten 113 0 -5 5 -137 142
Lasten-Baten 993 1.443 1.090 353 137 215
Toelichting op de exploitatie
De onderbesteding op de tijdelijke budgetten wordt veroorzaakt door het achterwege blijven van
voldoende aanvragen, die vanuit de betrokken budgetten konden worden gehonoreerd. Daarnaast
zijn op het gebied van het vrijwilligerswerk een aantal projecten nog niet tot volledig afrekening
gekomen. Het positieve verschil bij de baten wordt veroorzaakt door het gegeven dat voor de
uitbetaling van reeds aangegane verplichtingen een bedrag aan de reserves is toegevoegd.
128
7.5 Maatschappelijke Dienstverlening en Gehandicapten
Doel Rapportage
Een adequate sociale infrastructuur in de pro- Wij hebben een bijdrage geleverd aan het rea-
vincie Fryslan op het vlak van maatschappelijke liseren van de gestelde doelen d.m.v. ambte-
dienstverlening en gehandicapten. lijke inzet (bijvoorbeeld het ontwikkelen van
beleid zoals verwoord in de regiovisies voor de
zorg) en het verstrekken van subsidies vanuit
het SIF en de regiovisie middelen.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het bieden van voorzieningen op het vlak Wij hebben een budgetsubsidie verleend aan
van maatschappelijke dienstverlening en de SOS telefonische hulpdienst, de Federatie
gehandicapten. van Ouderverenigingen (FvO) en Stichting
Tegearre op Fakânsje (TOF)
De SOS Telefonische hulpdienst verzorgt een
24 uurs telefonische bereikbaarheid. De Stichting
Tegearre op Fakansje (TOF) organiseert vakan-
ties voor mensen met een verstandelijke handi-
cap en het daarvoor opleiden van vrijwilligers.
De Federatie van Ouderenverenigingen (FvO)
behartigt de belangen voor 4000 mensen met
een verstandelijke beperking.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
2. Ontwikkelen van vernieuwende zorg/hulp- Door onze ambtelijke inzet (bijvoorbeeld het
verleningsinitiatieven. ontwikkelen van beleid zoals verwoord in de
regiovisies voor de zorg) en het verstrekken
van subsidies vanuit het SIF en de regiovisie-
middelen zijn vernieuwende initiatieven ont-
wikkeld. Hierdoor zijn voor mensen met een
verstandelijke beperking twee onderwijstrajec-
ten binnen het regulier onderwijs opgezet en is
er project uitgevoerd gericht op begeleiden en
toeleiden van mensen met een verstandelijke
handicap naar arbeid op maat.
Daarnaast is op het gebied van maatschappelijke
dienstverlening de promotie campagne voor het
steunpunt seksueel- en huiselijk geweld
bekostigd. Ook is een project deels gefinancierd
t.b.v. de scholing van GGD personeel.
Inzet van middelen
Exploitatie:
129
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 203 209 207 2 0 2
- Tijdelijke programmabudgetten -5 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 15 29 36 -7 0 -7
Totaal Lasten 213 237 242 -5 0 -5
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 213 237 242 -5 0 -5
7.6 Gezondheidszorg
Doel Rapportage
Een goede zorginfrastructuur en een op de Wij hebben een bijdrage geleverd aan het
zorgvraag van patiënten en cliënten afgestemd realiseren van de gestelde doelen d.m.v. amb-
zorgaanbod. telijke inzet (bijvoorbeeld het ontwikkelen van
beleid zoals verwoord in de regiovisies voor de
zorg) en het verstrekken van subsidies vanuit
het SIF en de regiovisie middelen
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
1. Projecten, die leiden tot het voorkomen Wij hebben een budgetsubsidie verleend aan
en/of wegwerken van achterstanden in de het Patiënten/Consumenten Platform Fryslân
directe dienstverlening; Projecten, die leiden (PCPF). en de Stichting EHBO voor het uitvoe-
tot verbetering van de leefomgeving van de ren van producten volgens het ingediende pro-
burgers in het algemeen en op het platteland ductenplan. De PCPF ondersteunt het uitvoe-
in het bijzonder; Projecten, die leiden tot rend werk van de organisaties op het gebied
meer gezond gedrag van burgers (preventie). van de belangen-behartiging van de consumen-
ten en patiënten in zorg en welzijn. De PCPF
volgt samen met cliënten- en patiëntenorgani-
saties de ontwikkelingen op het gebied van de
ontwerp- Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Met gebruikmaking van de door de provincie
verleende subsidie wordt er het waarneemdos-
sier van de huisarts digitaal toegankelijk voor
de dokterswacht.
De regiovisie GGZ is in 2005 door u vastge-
steld. We zijn gestart met de uitvoering van de
implementatie van de beleidsintenties zoals ze
zijn vastgesteld in de regiovisie.
130 Wij hebben in 2005 een eerste monitoring
m.b.t. de implementatie van de beleidsintenties
van de regiovisie "Preventie" gedaan. Een ver-
slag is hiervan voorhanden. Daarnaast heeft er
in 2005 een eerste Public Health Debat in
Fryslân plaatsgevonden. Opgrond van de debat
uitkomsten wordt de regiovisie preventie aan-
gepast. Naar verwachting zal een tweede debat
in 2006 plaatsvinden.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 619 310 305 5 0 5
- Tijdelijke programmabudgetten 31 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 132 111 82 30 0 30
Totaal Lasten 782 421 386 35 0 35
Baten
- Structurele programmabudgetten 3 2 2 -1 0 -1
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 3 2 2 -1 0 -1
Lasten-Baten 779 420 384 36 0 36
Jaarverslag 2005
7.7 Ouderenzorg
Doel Rapportage
Een adequate zorginfrastructuur in Fryslân op Wij hebben een bijdrage geleverd aan het rea-
het vlak van ouderenzorg. liseren van de gestelde doelen d.m.v. ambte-
lijke inzet (bijvoorbeeld het ontwikkelen van
beleid zoals verwoord in de regiovisies voor de
zorg) en het verstrekken van subsidies vanuit
het SIF en de regiovisie middelen om de zor-
ginfrastructuur te verbeteren.
Gewenste resultaten Rapportage
1. In stand houden van gewenste voorzienin- Wij hebben een budgetsubsidie verleend aan
gen. de drie ouderenbonden (PCOB, ANBO en
KBO) voor het uitvoeren van producten vol-
gens een ingediend productplan, die gericht
zijn op kadertraining van de bonden.
2. Ontwikkelen van vernieuwende zorg-/hulp- Wij hebben in 2005 een vervolg gegeven aan
verleningsinitiatieven. het in december 2004 afgeronde onderzoek
wonen, welzijn en zorg. Zo is er is op 131
2 november een conferentie wonen, welzijn en
zorg georganiseerd.
Wij hebben een incidentele subsidie verleend
aan het modeltraject Foar Elkoar, ten behoeve
van de vorming van loketten, cliëntenonder-
steuning, toegang tot de zorg en ICT-infra-
structuur voor de informatieverwerking. Voor
elk onderdeel is een pilot opgesteld. Inmiddels
is de tweede fase m.b.t. de pilot cliëntenonder-
steuning succesvol afgerond. Daarnaast zijn op
het gebeid van ouderenzorg incidentele subsi-
dies toegekend vanuit het SIF en de regiovisie-
middelen zoals het subsidiëren van 3 woon-
zorgzones, ingericht voor ouderen en mensen
met een verstandelijke beperking
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 60 74 76 -2 0 -2
- Tijdelijke programmabudgetten 49 553 239 314 0 314
- Apparaatskosten 44 75 58 17 0 17
Totaal Lasten 152 702 373 329 0 329
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 0 0 0 0 0 0
Lasten-Baten 152 702 373 329 0 329
Toelichting op de exploitatie
De middelen ten behoeve van de tijdelijke budgetten voor het project Scheiden wonen en zorg
en het project GGZ-middelen zijn niet tot uitbetaling gekomen. Omdat er wel verplichtingen aan-
gegaan zal een voorstel worden gedaan om het budget in 2006 opnieuw beschikbaar te stellen.
Voorzieningen:
132
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen
middelen met specifieke besteding 297 297 0 0
Totaal 297 297 0 0
Toelichting per voorziening
De voorziening is dit jaar beëindigd. De middelen zijn met name ingezet ten behoeve van een
woonservicezone voor ouderen in de gemeente Smallingerland.
7.8 Jeugdzorg
Doel Rapportage
Zoveel mogelijk jeugdige hulpvragers kunnen Wij hebben ons in 2005 vooral ingezet op een
zo snel mogelijk weer in de maatschappij func- optimale toegang voor zorgvragers en het
tioneren. bewerkstelligen van de betere aansluiting tus-
sen gemeentelijk jeugdbeleid en provinciaal
jeugdzorgbeleid. Hiermee is een belangrijke
stap gemaakt om hulpvragers zo snel mogelijk
weer in de maatschappij te laten functioneren.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
1. Een snelle en effectieve doorgeleiding van de Op basis van het reorganisatieplan is Bureau
hulpvrager naar het zorgaanbod. Jeugdzorg in 2005 gestart met het inrichten van
een centrale toegang en met het aanstellen van
netwerkconsulenten. Qua organisatie en perso-
nele bezetting kan Bureau Jeugdzorg hiermee de
aansluiting realiseren met de voorliggende lokale
en regionale zorgstructuren en voorzieningen.
Wij hebben in 2005 extra middelen aan
Bureau Jeugdzorg verstrekt om het AMK zoda-
nig uit te breiden dat per 1 januari 2006 weer
voldaan wordt aan de landelijke norm voor het
AMK. In 2006 zullen wij samen met Bureau
Jeugdzorg de overige onderdelen van Bureau
Jeugdzorg doorlichten en waar nodig en moge-
lijk de wachtlijsten aanpakken in relatie tot
voor- en achterliggende voorzieningen.
2. Zorgverlening op maat aan de hulpvrager in Mede door onze inzet is er een jeugdzorgvisie
een zo licht mogelijke vorm en zoveel ontwikkeld waarbij de problematiek van de
mogelijk in de eigen leefomgeving van de jeugdige meer bekeken wordt vanuit eigen
hulpvrager. kracht en competenties van de jongere en zijn
omgeving. In 2005 is verder gewerkt aan zorg- 133
programma's die effectief zijn en waarbij zorg
niet langer wordt ingezet dan nodig is. Tevens
is verder gewerkt aan het gecombineerd
gebruik van verschillende vormen van zorg.
De commissie Dagbesteding Probleemjongeren
heeft in 2004 een advies uitgebracht over dag-
bestedingsprogramma's voor probleem-jonge-
ren. Wij hebben in 2005 middelen beschikbaar
gesteld voor een projectmatige uitvoering.
3. Lagere instroom van jeugdigen in de geïndi- Eén van de verantwoordelijkheden voor de
ceerde zorg. provincie uit het Landelijk Beleidskader
Jeugdzorg is het zorgen voor afspraken met
gemeenten over de aansluiting van het lokaal
preventief jeugdbeleid en het provinciale
jeugdzorgbeleid. Met gemeenten hebben wij de
afgelopen tijd veel energie gestoken in het
vormgeven van die afspraken. De eerste stap
die gezet is, is het sluiten van een convenant.
In dit convenant zijn, conform de wettelijke
kaders, de inhoudelijke verantwoordelijkheden
van provincie en gemeenten vastgelegd.
Daarnaast is de complementaire verantwoorde-
lijkheid van de beide overheden/partijen uitge-
werkt en zijn afspraken vastgelegd over het
gewenste resultaat. Het convenant is op
27 april 2005 getekend door 27 van de
31 gemeenten in Fryslân. Het convenant is
vertaald in het advies "De Aansluiting".
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
Gemeenten en Provincie hebben daarmee inge-
stemd. Eind 2005 heeft de Stuurgroep De
Aansluiting het uitvoeringsplan Jong in Fryslan
vastgesteld. De implementatie start in 2006.
4. Implementeren van de nieuwe Wet op de Vanuit de doeluitkeringen jeugdzorg hebben
Jeugdzorg. wij incidentele subsidies toegekend voor het
optimaliseren van het jeugdzorgbeleid. De
provincie stimuleert vernieuwingen in de
jeugdzorg.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 28.932 33.856 34.301 -445 0 -445
- Tijdelijke programmabudgetten 161 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 163 170 -7 0 -7
Totaal Lasten 29.094 34.018 34.471 -453 0 -453
134 Baten
- Structurele programmabudgetten 28.756 33.633 34.132 -499 0 -499
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 28.756 33.633 34.132 -499 0 -499
Lasten-Baten 7.288 385 339 46 46
Toelichting op de exploitatie
De verschillen bij zowel de baten als de lasten zijn het gevolg van een hogere rijksbijdrage dan is
geraamd. Dit kon niet meer tijdig in een begrotingswijziging worden verwerkt. De hogere bijdra-
ge is grotendeels uitgekeerd aan de betrokken organisaties.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen
middelen met specifieke besteding 7.177 35.019 34.301 6.459
Totaal 7.177 35.019 34.301 6.459
Toelichting per voorziening
De middelen worden ingezet ten behoeve van het beleid op het terrein van de jeugdzorg. De
desbetreffende rijksbijdrage wordt jaarlijks aan de voorziening toegevoegd.
Jaarverslag 2005
3.8 PROGRAMMA 8 KULTUER,TAAL EN UNDERWIIS
Portefúljehâlder:A.J. Mulder
I. Beliedsdoel(en) foar it programma
Wat woene we berikke en wat hat it programma koste?
It oerkoepeljende doel fan it programma is it fuortsterkjen fan it nivo fan foarsjennings op it mêd
fan kultuer, taal en ûnderwiis. It provinsjale belied op it mêd fan Kultuer, Taal en Underwiis is
rjochte op it yn stân hâlden fan de ynfrastruktuer op dy mêden. Mei ynfrastruktuer moat net allin-
ne tocht wurde oan de gebouwen, dy't op ús beliedsmêd in betsjutting hawwe, mar ek mei leare-
materiaal, kolleksjes, teätergroepen, en redaksjonele coaching om mar wat te neamen.
Dêrmei soargje wy foar it fasilitearjen fan foarsjennings, dy't in kultureel klimaat, in goede
beskerming en ferbreding fan de Fryske taal en in adekwaat ûnderwiissysteem ferwêzentlikje
kinne. Dat betsjut dat wy it grutste part fan ús beskikbere middels ynsette foar ynstânsjes dy't har
ynsette foar de útfiering fan dat provinsjale belied. De taakopfetting fan dy ynstellings foarmet in
wichtich part fan de útfiering fan ús belied. In lytser part wurdt brûkt foar provinsjale bydragen
oan aktiviteiten dy't it kulturele, taal- en ûnderwiisklimaat posityf beynfloedzje. Soks komt fuort
út it Bestjoersakkoart 2003-2007.
Dêrop oanslutend achtet de provinsje it behâld en it fuortsterkjen fan monumintale, kultuerhis-
toaryske en argeologyske eleminten, patroanen en struktueren fan grut belang en de yntegraasje
dêrfan yn de beslútfoarming troch gemeenten en provinsje.
Doelerealisaasje 2005 135
Wat ûnderwiis oanbelanget hat de provinsje goed prestearre op it mêd fan it Frysk. De basis foar
de yntegraasje fan it Frysk op skoallen is ferbrede. Nei in wiidweidige diskusje binne foar de
basisskoallen de kearndoelen Frysk fêststeld, is de nije lesmetoade Frysk Studio F op 19 okto-
ber presintearre en is úteinset mei it brûken derfan. 64 taalkoördinators binne oansteld en it tal
Frysktalige pjutteboartersplakken tanommen ta 35. De Twadde Keamer hat ynstimd mei in nije
"gewichteregeling" dy't foar it Fryske basisûnderwiis 160 ekstra formaasjeplakken opsmite kin.
Oer hoe't de takomst fan it heger ûnderwiis derút sjen moat, is troch de hegeskoallen in
takomstfisy makke dêr't sy yn oanjouwe hoe't sy heger ûnderwiis, ûndersyk en kennissirkulaasje
oanpakke wolle. Dy notysje hat de basis west foar yngeande petearen mei de provinsje en de
útkomsten dêrfan sille ferwurke wurde yn 'e notysje heger ûnderwiis (2006).
De nuodlike posysje fan 'e Fryske Akademy is ferbettere mei troch de mienskiplike ynset fan
Provinsje en Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In nij bestjoer is oansteld.
De Akademy hat in nij karbrief, der is in rie fan tafersjoch kommen en finansjeel besjoen binne
de ferliezen omset yn lytse winsten. Ferwachting is dat begjin 2006 in nije direkteur-bestjoerder
oansteld wurde kin.
Op it stik fan kultuer binne de langere termynideeën foar in libben kultuerklimaat yn Fryslân
útwurke op basis fan nij maatskiplike ûntjouwings en inisjativen. Sadwaande koe yn 2005 de nije
Kultuernota 2005 2008 Sels dwaan! fêststeld wurde. Dêrmei is dúdlikens foar de nije rjochting
fan it provinsjaal belied kommen. Noch mear as yn it ferline wurdt de klam lein op de kwaliteit
fan de produksje fan ferskate útfieringsynstellings, op deregulearring, cultural governance en wurdt in
basis lein foar it mjitten en hifkjen fan ús kultuerbelied yn 'e takomst.
Benammen op it mêd fan kultuer stiene foar in stikmannich budzjetynstellings lykas de musea,
Keunstwurk, Afûk, It Fryske Boek en Bibliotheek Service Fryslân yn it ramt fan de weroerwa-
gings. By einbeslút hawwe wy besletten net besunigje te wollen op program acht. Dat betsjut dat
de taken dy't de ynstellings útfiere yn dizze kultuerperioade net ûnder druk komme te stean en
de ynstellings geane derfan út dat foar de djoer fan de nije kultuernotaperioade foar harren gjin
besunigings komme.
Jaarverslag 2005
Op it stik fan taal is it draachflak foar it provinsjale belied ferbrede. Oer it oannimmen fan de
Frysktalige wetternammen hawwe wy in beslút nommen mei ynstimming fan alle gemeenten,
útsein de Waadeilannen en Harns. Jimme steaten sille meikoarten dat punt behannelje. Op alle
trije haadspoaren fan 'e taalnota ûnderwiis, soarch en de gemeenten binne goede foarderin-
gen makke. Alve gemeenten hawwe in oardering Frysk yn it skriftlik ferkear en dy gemeenten
steane geunstich foar in oerienkomst mei de provinsje foar it oer en wer brûken fan de Fryske taal.
Yn Dokkum is yn maart de ymplemintaasje fan de bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer yn de
foarm fan in útfieringskonvenant tekene. Dêrmei lizze provinsje en ryk oant en mei 2007 fêst
hoe't hja op it stik fan it Frysk mei-inoar oparbeidzje sille.
De publike belangstelling foar de Fryske literatuer is hiel grut. Yn 2005 wiene trije útrikkings fan
prizen lykas de Fedde Schurer (publyks)priis, de dr. Obe Postmapriis en de Gysbert Japicxpriis. In
spesjale fermelding fertsjinnet de winner fan de Fedde Schurerpublykspriis, Ruertsje de Haan.
Sy wie as debutant tige op it skik mei de wurdearring fan it Fryske publyk.
Hoe't de Fryske biblioteken har ûntwikkelje, wurdt ek hieltiten dúdliker. Wannear't men de
posysje fan de Fryske bibleteken yn nasjonaal ferbân besjocht dan kinne wy sizze dat sy foaroan
rinne. Nei't hja yn 2004 benammen oer de foarm fan gearwurking kedizen, is yn 2005 it by de
tiid bringen fan harren tsjinstferliening it wichtichste bliken. De kwaliteit foar de soarch fan
benammen de gemeente-argiven is yn 2005 troch de argyfynspeksje op in heger peil brocht.
Tagelyk binne goede oansetten makke foar it fergrutsjen fan it publyksberik fan de Fryske argi-
ven. Sjoen de ûntjouwings fan de digitalisearring makket de ynspeksje him soargen oer it op lan-
gere termyn bewarjen fan digitalisearre argiven.
Wat erfgoed oanbelanget is der yn 2005 hurd wurke oan de útfiering fan it okkerdeis yn 2003
136 en 2004 fêststelde belied. Benammen de nije subsydzjeregeling erfgoed hat in soad flecht op
'e koai jûn.
Ynset fan middels
Eksploitaasje:
Bedraggen × 1.000 Realisaasje Begrutte Realisaasje Ferskillen Mutaasje Restant
2004 2005 2005 2005 reserves ferskil
Lesten
- Strukturele programmabudzjetten 27.725 25.166 24.933 234 0 234
- Tydlike programmabudzjetten 5.051 10.788 3.864 6.925 0 6.925
- Apparaatkosten 1.200 1.289 1.360 -71 0 -71
Subtotaal lesten tema's 33.976 37.243 30.156 7.087 0 7.087
- Bedriuwsfieringskosten 1.646 903 1.057 -154 0 -154
Lesten mei-inoar 35.623 38.146 31.213 6.933 0 6.933
Baten
- Strukturele programmabudzjetten 6.566 6.232 6.351 -119 0 -119
- Tydlike programmabudzjetten 1.199 657 652 4 -6.792 6.796
Baten mei-inoar 7.765 6.889 7.004 -115 -6.792 6.677
Lasten-Baten 27.857 31.257 24.210 7.047 6.792 256
Foarsjennings:
Bedraggen × 1.000 Saldo per Lesten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Foarsjennings besteande risiko's 0 0 0 0
Foarsjennings oangeande fan tredden krigen
middels mei spesifike besteging 1.654 1.643 1.695 1.705
Mei-inoar 1.654 1.643 1.695 1.705
Jaarverslag 2005
Uitgaven voor cultuur per inwoner door de provincies1.
Bron: Carla van Deijk-Hofmeester en Willem-Jan Raijmakers De provincies:Kiezen in cultuurbeleid
Interprovinciaal Overleg, Den Haag, 2005
60
51,89
50
40,71
40 37,68
31,51 30,52 27,29
30 25,23
19,65 21,43
20 16,9 15,87 18,29
10
0
urg
yslân ijssel echt bant
oningen Fr Dr
enthe er voland Utr Zeeland Limb
Gr Ov GelderlandFle N-HollandZ-Holland N-Bra
II. Tema's
137
Wat hawwe we dien (hawwe wy dien wat nedich wie) en wat hat it elk tema ôfsûnderlik koste?
8.1 Underwiis en Wittenskippen
Doel Rapportaazje
In goed spraat en heechsteand netwurk fan Wy hawwe omtinken foar ûntwikkelings op it
ûnderwiisfoarsjennings. mêd fan sprieding, tagonklikens en kwaliteit
fan it ûnderwiis. De sprieding fan it basisûn-
derwiis is goed, wylst de sprieding fan de
Regionale Expertisecentra (REC's) en it fuortset
ûnderwiis noch ferbettere wurde kin. Dêrmei
hawwe wy de legitimaasje om te partisipearjen
yn de ferskate domeinen fan it ûnderwiis.
Winske resultaten Rapportaazje
1. In kennisjister yn Ljouwert De hegeskoallen, NHL, CHN en VHI, hawwe
in Masterplan makke om ta in Kennisjister
Ljouwert te kommen.
1 Uitgaven door gemeenten zijn in deze tabel niet meegenomen.
Jaarverslag 2005
Doel Rapportaazje
2. In fisy op de ynhâld, de organisaasje en de De hegeskoallen hawwe foar it ynpassen fan de
funksje fan in Fryske Universiteit. fisy foar in netwurkorganisaasje op it mêd fan
it heger ûnderwiis, ûndersyk en kennissirku-
laasje in positron papier opsteld en binne it iens
oer de kearnpunten foar in mienskiplike
takomstfisy oer de taak en funksje fan it heger
ûnderwiis en ûndersyk yn dizze provinsje.
3. It keppeljen fan it soarchsysteem yn it pri- De Provinsje hat mei 25 gemeenten in konve-
mêr ûnderwiis, fuortset ûnderwiis en it nant sletten om it learlingsoarchsysteem fan
beropsûnderwiis oan de stipepunten foar primêr ûnderwiis, fuortset ûnderwiis en it
minsken jonger as 25 jier. beropsûnderwiis konkreet te keppeljen oan it
soarchsysteem fan brede jeugdsoarch en oare
stringepartners.
4. Utfieringsmaatregels fan it plan fan oanpak De aktiviteiten foar it fuortsterkjen fan it Frysk
Frysk yn it ûnderwiis. yn it Underwiis op dat mêd binne yn it plan
fan oanpak `Frysk yn it Underwiis', útfierings-
notysje 2005 2007 troch ús kolleezje útwur-
ke. De Sânglêsrige foar de foarskoalse perioade
is klear. It oantal Frysktalige en twatalige pjut-
teboartersplakken is tanommen ta 35. Der
138 binne 64 taalkoördinators foar it primêr ûnder-
wiis sertifisearre. De earste taalbeliedsplannen
binne klear. It nije ramtlearplan Frysk yn it
fuortset ûnderwiis 2005 is presintearre. Op
19 oktober 2005 wie der in stúdzjedei foar it
Frysk yn it Underwiis. De ynspeksje hat op dy
dei de resultaten oan it ûnderwiisfjild presin-
tearre fan it eigen ûndersyk oangeande it Frysk
yn it primêr ûnderwiis en de basisfoarming.
5. Nij ûnderwiismateriaal foar Frysk yn it pri- Op 19 oktober 2005 binne de earste resultaten
mêr ûnderwiis. oan it ûnderwiisfjild oanbean. It nije ûnderwiis-
materiaal krijt de namme Studio F. Tagelyks is
troch de Stichting Leerplanontwikkeling ek in
learplan Frysk yn it ûnderwiis dienmakke.
6. In goede gearwurking tusken fmbû, mbû en Yn 2005 binne 4 SNN-projekt oanfragen op it
it Fryske bedriuwslibben. mêd fan beropsûnderwiis en arbeidsmerk by it
ministearje fan SZW honorearre.
7. Hegere ûnderwiiskwaliteit fan ferskate foar- De kwaliteit fan it Fryske basisûnderwiis is net
men fan ûnderwiis. optimaal. Yntinsyf oerlis mei de minister en de
Twadde Keamer hat resultearre yn ferleging fan
de drompel yn de gewichteregeling. Dêrtroch
kin de ekstra formaasje yn ús provinsje yn
2007 mei 100 arbeidsplakken tanimme.
Jaarverslag 2005
Doel Rapportaazje
8. Ferheegjen fan de opliedingsgraad fan de Der is in yngeande analyze fan knyppunten
Fryske befolking. opsteld. Dêrby is ek besjoen hoe't de Provinsje
by it oplossen fan dy knyppunten in rol spylje
kin. Ien en oar sil yn de ûnderwiisnota en it
arbeidsmerkbelied fierder útwurke wurde. It
opliedingsnivo fan de Fryske befolking is relatyf
leech en de trochstream fan it basisûnderwiis
nei hegere foarmen fan fuortset ûnderwiis leit
ûnder it lanlike gemiddelde. De ûnderwiisnota
sil yn 2006 oan jimme Steaten foarlein wurde.
Benammen it ûnderwiiskânsebelied en it Frysk
yn it Underwiis binne wichtige oandachtsfjilden.
Ynset fan middels
Eksploitaasje:
Bedraggen × 1.000 Realisaasje Begrutte Realisaasje Ferskillen Mutaasje Restant
2004 2005 2005 2005 reserves ferskil
Lesten
- Strukturele programmabudzjetten 2.729 2.243 2.414 -171 0 -171
- Tydlike programmabudzjetten 636 5.815 796 5.020 0 5.020
- Apparaatkosten 168 168 170 -2 0 -2 139
Lesten mei-inoar 3.533 8.226 3.379 4.847 0 4.847
Baten
- Strukturele programmabudzjetten 1.052 980 1.133 -153 0 -153
- Tydlike programmabudzjetten 20 20 0 20 -5.000 5.020
Baten mei-inoar 1.071 1.000 1.133 -134 -5.000 4.866
Lesten-Baten 2.461 7.226 2.245 4.981 5.000 -19
Taljochting op de eksploitaasje
It bûten de begrutting gean fan de strukturele budzjetten mei 171.000, leit foar in wichtich
part by de post Befoardering Frysk yn it ûnderwiis (86.000,) en de post Jorritsma-Boschma-
fûns (92.000,). De hegere útjeften wurden kompensearre troch de hegere baten op dy posten.
It ûnderbesteegjen fan de tydlike programmabudzjetten by de lesten en it bûten de begrutting
gean fan de tydlike programmabudzjetten by de baten is it gefolch fan it wizige kasritme.
Foarsjennings:
Bedraggen × 1.000 Saldo per Lesten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Foarsjennings besteande risiko's 0 0 0 0
Foarsjennings oangeande fan tredden krigen
middels mei spesifike besteging 478 776 865 567
Mei-inoar 478 776 865 567
Taljochting de foarsjenning
De foarsjennings geane oer de ynkomsten en útjeften fan it Jorritsma-Boschmafûns en it Budzjet
Frysk yn it ûnderwiis.
Jaarverslag 2005
8.2 Keunst en Museums
Doel Rapportaazje
Op in profesjoneel nivo produsearre keunsten Foar 21 profesjonele produksjes dy't yn 2006
yn Fryslân. harren premjêre hawwe is yn 2005 subsydzje
beskikber steld.
De befolking fan Fryslân kin himsels kultureel Neffens de regionale parse binne de Friezen
en keunstsinnich ûntjaan. tefreden oer it kultureel oanbod yn de provinsje.
140 By mear as de helte fan de aktiviteiten binnen
By kulturele uterings wurdt in sa breed it Aksjeprogramma Kultuerberik binne jonge-
mooglik publyk behelle. rein behelle as nije doelgroep.
De provinsjale museums hawwe tal fan nije
It Frysk kultureel erfskip wurdt bewarre en objekten yn harren kolleksje opnommen. It
behâlden troch it sammeljen, bewarjen en ûnt- Fries Museum wurket oan in notysje oer nij
sluten fan kolleksjes. kolleksjebelied. De Museumfederaasje hat it
projekt Musip (ynventarisearjen dielkolleksjes fan
alle museums yn Fryslân) ôfsletten.
Dat is it gefal, sjoch foar details 8.2.2. Fryslân
Oan de eksterne útstrieling fan Fryslân wurdt hat sintraal stien op de nasjonale Kunstrai yn
nasjonaal omtinken jûn. Amsterdam en de útstalling Passages yn it bosk
fan Ypey hat rûnom omtinken krigen yn de
nasjonale media.
Winske resultaten Rapportaazje
1. In yntegraal kultuerbelied oan it begjin fan De kultuernota Sels dwaan! 2005-2008 is yn
2005; It omtinken fan de media foar kultuer maart op haadlinen en yn novimber definityf
yn Fryslân mei op syn minst 25% tanimme yn jim steaten fêststeld.
te litten.
2. It hanthavenjen fan it tal produksjes op it Allinne fan de skreaune parse hawwe de gege-
mêd fan kultuer yn alle sjenres; in bloeiende vens analysearre: om praktyske redenen hawwe
amateurkeunst. wy besjoen oft binnen de artikels oer Fryslân
der mear skreaun wurdt oer kultuer. De ôfrûne
tiid hat likernôch 18% fan de artikels yn lanli-
ke deiblêden oer Fryslân te krijen mei kultuer.
De skores fan de folgjende kranten binne opte-
kene oer de lêste fjouwer moanne. Tusken
heakjes stiet it totaal tal artikel mei it wurd
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
"Friesland" yn 'e tekst, derefter it tal artikels
dat oer keunst en kultuer gong.
Volkskrant (100) 29, NRC (94) 11, Trouw
(71) 9, Telegraaf (36) Dat is 10% mear as yn
2004, it earste jier dat soks mjitten is.
3. Profesjonele keunstbeoefeners wurkje nauwer By de regeling poadiumkeunsten hat mear
mei-inoar op. budzjet laat ta 21 produksjes dy't de provinsje
stipe hat (in groei neffens 2004). By de rege-
ling koarebegelieding hat mear budzjet laat ta
16 produksjes dy't de provinsje stipe hat (in
lytse omleechgong neffens 2004).
Wat de amateurkeunst oanbelanget binne der 80
aktiviteiten west yn it ramt fan Aksjeprogramma
Kultuerberik, dat tal wie yn 2004: 77.
De oerbesteging op it budzjet Taal en Kultuer
is it gefolch fan it oerbringen fan in bedrach
nei de reserves dat bedoeld is foar de betelling
fan oangeane ferplichtings
4. It hanthavenjen fan it tal kwalitatyf oan- Hoewol 't konkrete sifers ûntbrekke is sawol
sprekkende eveneminten. op it stik fan poadiumkeunsten as byldzjende
keunsten te sjen dat inisjativen faker fan mear
as ien inisjatyfnimmer binne as foarhinne. De 141
optinkers fan produksjes en programmeurs by
akkommodaasjes meitsje mear as yn it ôfrûne
jier ôfspraken oer it ôfnimmen fan produksjes.
Dêrmei wurdt it ynsjoch yn de helberens fan
de ferskate produksjes de helte better
5. It hanthavenjen fan it tal projekten, mani- Yn 2005 is it tal eveneminten, dus net allinne
festaasjes en opdrachten, lykas beskreaun yn útfierings, mei sa'n 5% tanommen en tagelyks
de subsydzjewizer fan byldzjende keunst en wienen de eveneminten minder grutskalich as
foarmjouwing yn Fryslân. yn 2004, tink oan It Bilt 500, de multimediale
presintaasje Passages yn it Bosk fan Ypey, de
Taptoe yn Ljouwert, Boalsert 550 jier, de
útstallings oer Fries Aardewerk-steengoed It stêdskon-
venant mei Ljouwert is fernijd. Dêrfandinne is
yn 2005 it festivalbelied mei de restanten fan
it stedskonvenant Ljouwert 2004 fuortset. De
hifking fan it festivalbelied mei Ljouwert hat
oan 'e oarder west en hat laat ta de nije para-
graaf oer festivals yn Ljouwert 2005-2008.
6. De kearnkwaliteiten fan Fryslân foar it ljocht It tal besikers oan manifestaasjes en projekten
bringe op it mêd fan skipfeart, lânbou, is licht tanaam. it tal takende subsydzjes is fier-
natuerhistoarje en kultuer(histoarje), troch hinne gelykbleaun yn fergeliking mei 2004.
fjouwer musea út te dragen. · Alle jierren eksposysjeprogram moderne
keunst yn it Fries Museum. Buro Ljouwert
hat him lanlik presintearre op de Kunstrai yn
Amsterdam.
· Keunsthûs Syb yn Beetstersweach hat as
Artist in Residence 8 projekten útfiere litten.
· Stichting Voorheen de Gemeente, keunst-
nersinisjatyf yn Ljouwert hat in aktueel jier-
programma bean besteande út Floss-jûnen,
film, lêzings, ekskurzje en 3 keunsteprojek
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
ten. Fierder is yn gearwurking mei de gemeen-
te Ljouwert út ein set mei in WWIK/mentor-
projekt foar keunstners.
· Der binne ynsidintele subsydzjes takend foar
10 (skets)opdrachten monumintale opdrach-
ten en 10 foarmjouwingsopdrachten; 12
manifestaaasjes en projekten; 6 keunstner-
spublikaasjes en 4 eksposysjefergoedings. 13
subsydzjefersiken binne ôfwiisd. Oer mei-
inoar 65 oanfragen is advys útbrocht troch
de Provinsjale advyskommisje byldzjende
keunst en foarmjouwing.
· Keunstwurk hat 3 foarbyldprojekten útfierd
op it mêd fan foarmjouwing.
· Der binne om ende by 40 wurken oankocht
fan Fryske Keunstners (Fries Museum en
Sintrum Byldzjende Keunst).
· Yn 'e mande mei de provinsje Grinslân is
hurd wurke oan it keunsteprojekt Woorden-
stroom. It keunsteprojekt is oan de parse pre-
sintearre en yn beide provinsjes binne 4 fan
142 de 6 monumintale keunstopdrachten yn
útfiering. De fereaske fergunnings binne
ôfjûn. It hiele projekt wurdt taret.
7. De digitalisearring en kolleksjeregistrraasje It Fries Museum, Lânboumuseum en Skipfeart-
dien meitsje om in lienstelsel tusken museum hawwe om ende by it selde tal mins-
museums mooglik te meitsjen. ken lutsen as yn 2004. It Natuermuseum, dat
yn april op 'en nij iepen wie, hat 50.000
minsken ûntfangen. Jimme steaten hawwe op
9 novimber middels beskikber steld oan it
Lânboumuseum, dat yn gearwurking mei It
Fryske Gea in nij lânboumuseum anneks besi-
kerssintrum Nasjonaal Park Alde Feanen yn
Earnewâld realisearje sil. Jimme Steaten hawwe
ek teset west oer de plannen fan it Frysk
Museum foar nijbou en nij belied hat ta kon-
krete ferbouwingsplannen laat. Op 9 novimber
hawwe jimme ynstimd mei in nije fisy op it
(profyl fan it) Fries Museum.
De regeling eksposysjes Fryske Musea, dy't
earder yn jimme steaten ôfskaft is, waard yn
2005 op `en nij ynfierd, mei as gefolch mear
eksposysjes.
De grutskalige útstalling Fries Aardewerk Steengoed
is in foarbyld fan in gearwurkingsprojekt fan
in tal museums (Hannemahûs, Princessehof,
Skipfeartmuseum en Fries Museum) dat aardich
wat publike belangstelling lutsen hat: de sifers
foar de útstalling en reguliere museumbesites
binne net te splitsen.
Jaarverslag 2005
Ynset fan middels
Eksploitaasje:
Bedraggen × 1.000 Realisaasje Begrutte Realisaasje Ferskillen Mutaasje Restant
2004 2005 2005 2005 reserves ferskil
Lesten
- Strukturele programmabudzjetten 7.977 6.803 6.444 359 0 359
- Tydlike programmabudzjetten 2.032 2.094 1.455 639 0 639
- Apparaatkosten 316 327 383 -56 0 -56
Lesten mei-inoar 10.325 9.224 8.282 942 0 942
Baten
- Strukturele programmabudzjetten 970 1.250 1.293 -43 0 -43
- Tydlike programmabudzjetten 227 59 59 0 -624 624
Baten mei-inoar 1.198 1.309 1.352 -43 -624 581
Lesten-Baten 9.128 7.915 6.930 985 624 361
Taljochting op de eksploitaasje
It ûnderbesteegjen fan de strukturele programmabudzjetten is benammen ta stân kommen troch it
weromstoarten fan it subsydzje dy' t yn 2004 ûnrjochtlik oan Keunstwurk betelle is (319.000,).
It ûnderbesteegjen fan de tydlike programmabudzjetten bij de lesten en it bûten de begrutting
gean fan de tydlike programmabudzjetten by de baten is it het gefolch fan it wizige kasritme.
143
Foarsjennings:
Bedraggen × 1.000 Saldo per Lesten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Foarsjennings besteande risiko's 0 0 0 0
Foarsjennings oangeande fan tredden krigen
middels mei spesifike besteging 1.016 1.313 825 528
Mei-inoar 1.016 1.313 825 528
Taljochting de foarsjenning
Dizze foarsjenning giet oer de útjeften en ynkomsten foar it Aksjeprogramma Kultuerberik, it
Budzjet Byldzjende Keunst en Foarmjouwing, de Grafykkolleksje Knecht-Drenth en it Noardlik
Kultuerfûns.
8.3 Taal, Skriftekennisse en Media
Doel Rapportaazje
De ûntjouwing fan de Fryske taal yn alle Keazen is de folgjende domeinen as spearpun-
domeinen fan de maatskippij en útfiering fan ten te kiezen: rjochtspraak en rjochtsferkear,
alle foarmen fan de Fryske literatuer. bestjoerlike autoriteiten en iepenbiere tsjinsten,
media, kulturele aktiviteiten en foarsjennings,
ekonomysk en sosjaal libben en útwikselings
oer de grins hinne. Hjirûnder wurdt safolle
mooglik ferslach dien oer de berikte resultaten
fan de hjirboppe neamde domeinen.
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
1. Utfiering provinsjale taalnota `Ta rjocht Gemeenten
komme: it fanselssprekkend plak fan it Alve gemeenten hawwe in oardering Frysk yn
Frysk', dêr't foar de beliedsperioade 2004 it skriftlik ferkear, gemeente Snits sit der oan te
2007 de klam lein wurdt op it fuortsterkjen kommen mei in oardering en 8 gemeenten
fan de Fryske taal foar de domeinen hawwe in taalbeliedsplan. Utsein Lemsterlân
gemeenten, soarch en ûnderwiis. eint it moai. De nije produkten binne: de taal-
kaart gemeenten, it webstek www.gemeenten-
enfrysk.nl, it evaluaasjerapport oer it taalbelied
by gemeenten fan it Berie foar it Frysk, de fer-
keap fan 1.500 brosjueres `Taal fan it Hert'
oan gemeenten en 11 Tryater-foarstellingen
`Fries & Boarger' op gemeentlike ynformaasje-
dagen foar nij-ynkommelingen.
Soarch
De produkten dy't ûntwikkele binne, binne de 2
temadagen Goed âld (wurkwinkel taal yn de
soarch foar 119 dielnimmers), it menusysteem,
dvd taalomgongsfoarmen yn de soarch, 5 wurk-
winkels en it opnimmen fan it Frysk yn bestean-
de soarchprojekten (byg. lear-soarchportaal).
144 Underwiis
Foar dat domein kin ferwiisd wurde nei 8.1.4
oant en mei 8.1.8. Mei ûnder oaren it ynstel-
len fan taalkoördinatoaren en in heger oantal
Frysktalige en/of twatalige pjutteboartersplak-
ken dogge wy alle war om it plak fan it Frysk
út te wreidzjen.
ICT
Mei it each op de nota Frysk en ICT dy't wy
jimme yn 2006 foarlizze wolle, hawwe wy op
23 septimber it seminar Frysk en ICT organi-
searre, dêr't likernôch 40 saakkundigen oan
dielnommen.
Yntern taalbelied
In wurkgroep yntern taalbelied ûnder foarsit-
terskip fan de direkteur is dwaande mei de
útfiering om ta in fearn Frysktalige stikken te
kommen yn 2010. Ut enkête fan 2004 docht
bliken, dat 7,05% fan de stikken yn it Frysk
skreaun wurde. Yn 2004 2005 hawwe 110
provinsjale amtners in Afûk-kursus Frysk folge
en 94 hawwe dit mei in diploma ôfslúten. Dat
hat noch nea sa heech west. Mear as 60 mins-
ken yn it Provinsjehûs binne taalomtinker wur-
den. De digitale taalhelp is dêrneist ek in grut
helpmiddel om amtners oer de drompel te hel-
jen yn it Frysk te skriuwen.
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
2. Utfiering aksjeprogramma's: foar alle domei- Op 14 maart is it útfieringskonvenant Fryske taal
nen fan taalbelied. en kultuer, it konvenant dêr't de ambysjes fan
de BFTK by de tiid brocht en op 'e nij befêstige
binne, troch Ryk en Provinsje ûndertekene.
De ryksbydrage Fryske taal en kultuer hat mei
mooglik makke, dat ûnder oaren:
· it tal kursisten Frysk (1.030) by de Afûk
mei 15% groeid is;
· 140 projekten út de Regeling Kulturele
Aktiviteiten finansjeel mooglik makke binne;
· 8 lytse en gruttere projekten, út de Regeling
Befoarderjen Frysk Taalgebrûk subsidiearre
wurde koenen (byg. twadde ferzje Fryske
taalhelp, grut Frysk skoalwurdboek ensfh;
· Stifting It Fryske Amateur Toaniel de Fryske
foarlêswike organisearje koe (berik fan 92%
fan alle pjutteboartersplakken);
· it wurk fan it Berie foar it Frysk útfierd
wurde koe (aksje-ûndersyk Frysk yn kom-
mersjele sektor, it seminar `Wêr moat it
Frysk oer 5 jier wêze?') organisearre waard.
Kinne jo it Kinne jo it 145
Frysk prate? % Frysk skriuwe? %
Ja, tige goed 43 Ja 15
Goed 11 Wol aardich 23
Ridlik 19 Nee, net sa goed 62
In bytsje 21
Nee 6
Mei-inoar 100 100
Skema yntern taalbelied: útkomst provinsjale
ynterne enkête Frysk taalgebrûk (april 2004)
3. It ferskine litten fan de nota streektalen en it Neist it kursuswurk en it fersoargjen fan les-
stimulearjen fan it brûken fan dy talen. materiaal hat de Stellingwarver Schrieversronte
in útjefte hânwurdboek Stellingwerfsk, it boek-
wurk `Taaltelling Nedersaksysk' en in ynfor-
maasjebondel `Stellingwerfsk yn it basisûnder-
wiis ûntwikkele.
St. Ons Bildt hat neist it kursuswurk in skiednis-
boek fan gemeente It Bilt útjûn en ferskate
eveneminten organisearre yn it teken fan `It Bilt
500' en it 25-jierrich bestean fan de stifting sels.
Ut resint ûndersyk (2004) docht bliken, dat yn
de gemeente Eaststellingwerf 57% fan de hús-
hâldens it Nederlânsk as earste taal hat, 27% it
Frysk en 12% it Stellingwerfsk. Yn de gemeen-
te Weststellingwerf prate thús mear minsken de
streektaal, mar dêr binne gjin konkrete gege-
vens fan. Yn de gemeente It Bilt wurdt neffens
de Stellingwerfske gemeenten mear yn hûs en
hiem de streektaal (Biltsk) sprutsen.
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
4. Fjouwer Frysktalige tydskriften mei in literêr Yn 2005 hawwe wy besletten om de sub-
en/of algemien kultureel karakter. sydzjeperioade foar Fryske tydskriften mei ien
jier te ferlingen en yn 2005/2006 in hifking
oer dy tydskriften út te fieren. De nije notysje
dêroer wolle wy jimme yn 2006 oanbiede.
Der binne 4 tematydskriften ferskynd yn in
oplaach fan twa kear 85.000, 25.000 en
20.000 eksimplaren. Troch ús ekstra stipe
hawwe alle âlden fan skoalgeande bern basis-
ûnderwiis yn Fryslân it tematydskrift Skoalle kri-
gen. Ut in lytse enkête fan de Afûk docht bli-
ken, dat de lêzers in hege wurdearring foar de
tematydskriften oer ha.
De Moanne is 10 kear ferskynd. It tal abonnees is
omheechgien fan 530 nei 672 (32 dêrfan
binne proefabonneminten).
Hjir is yn in oplaach fan 300 7 kear ferskynd en
fan Styl binne 3 edysjes útkommen fan elts
11.000 eksimplaren. Neffens de meast resinte
enkête hawwe de abonnees in hege wurdearring
foar it Frysktalige Styl en dat it tydskrift benam-
men lêzen wurdt troch de âldere generaasje.
146
5. It fuortsterkjen fan de skreaune foarm fan it Der binne 23 F-siden yn de twa regionale dei-
Frysk op grûn fan op syn minst 25 Frysk- blêden ferskynd. De frekwinsje is leger útfallen,
talige siden yn de Ljouwerter Krante en it omdat foar de útjouwer de Afûk in kom-
Frysk Deiblêd. mersjeel taryf brûkt wurdt. Foarhinne krige de
Afûk in oanpast leger taryf.
6. 60 Frysktalige boeken yn it jier. Oer it hiele jier hawwe wy 52 Frysktalige boe-
ken subsidiearre. Stifting It Fryske Boek hat
153 ûnderskate Frysktalige útjeften registrearre,
dêr't 39 Frysktalige cd's fan binne.
7. Promoasje fan it Frysk boek. Stifting It Fryske Boek krijt fan ús subsydzje
om it Fryske boek te befoarderjen. Projekten
dy't dêrta bydrage binne: de Sutelaksje, de
Fryske Boekewiken, organisaasje fan literêre
programs en koördinaasje fan distribúsjeproses-
sen fan Fryske boeken. 1.800 frijwilligers
hawwe meidien yn 130 ferskillende plakken.
Neffens 2004 is de omset fan de Sutelaksje 5%
leger útfallen; oarsaken lizze by in leger tal
Fryske boekejûnen en mear konkurrinsje fan
goedkeapere boeken. 4.500 minsken hawwe
fergees it Fryske Boekewikegeskink krigen by it
oantugen fan in Frysk boek.
8. Kulturele prizen en de wittenskipspriis. Yn 2005 binne 4 kulturele prizen útrikt, nam-
mentlik:
de Fedde Schurerpriis, de Fedde Schurer-
publykspriis, de Gysbert Japicxpriis en de
Dr. Obe Postmapriis
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
9. It hanthavenjen en as it heal kin it Alle dagen sjocht om-ende-by 33% en harket
útwreidzjen fan de sjoch- en harktichtens likernôch 26% fan de Fryske befolking nei
fan de regionale omrop. Omrop Fryslân. Dat is likernôch gelyk neffens
foargeande jierren. Dêrneist fersoarget Omrop
Fryslân it iennichste Frysktalich nijsblêd op it
eigen webstek en teletekst.
De Omrop hat fan it Ryk in ynsidintele bydra-
ge fan 50.000, ûntfongen foar it mooglik
meitsjen om in `alsidige en folsleine' program-
mearring te realisearjen.
10. It stypjen fan edukative radio en tillevyzje Cedin hat yn 'e mande mei Omrop Fryslân
(32 oeren jiers). foar 32 oeren oan programma's ûntwikkele
foar ferskillende fak- en foarmingsgebieten yn
sawol it basis- as fuortset ûnderwiis.
Ynset fan middels
Eksploitaasje:
Bedraggen × 1.000 Realisaasje Begrutte Realisaasje Ferskillen Mutaasje Oerbleaun
2004 2005 2005 2005 reserves ferskil
Lêsten 147
- Strukturele programmabudzjetten 9.822 9.053 9.091 -39 0 -39
- Tydlike programmabudzjetten 271 1.282 1.064 218 0 218
- Apparaatkosten 246 202 191 11 0 11
Lêsten mei-inoar 10.340 10.537 10.346 191 0 191
Baten
- Strukturele programmabudzjetten 4.338 3.950 3.948 2 0 2
- Tydlike programmabudzjetten 10 0 0 0 -211 211
Baten mei-inoar 4.348 3.950 3.948 2 -211 213
Lêsten Baten 5.992 6.587 6.398 188 211 -22
Taljochting op de eksploitaasje
De ûnderbesteging fan de tydlike programmabudzjetten by de lêsten en it bûten de begrutting
gean fan de tydlike programmabudzjetten by de baten is it gefolch fan it wizige kasritme.
8.4 Biblioteken en argiven
Doel Rapportaazje
It fuortsterkjen fan in folweardich en gearhing- In gearhingjend en gearwurkjend netwurk fan
jend netwurk fan biblioteekfoarsjennings en it hast alle biblioteken is ûntstien. Der wurdt op
ferbetterjen fan de kwaliteit fan it útfierend it stuit wurken oan de ferheging fan de kwali-
biblioteekwurk. It noed stean fan in goed pa- teitseasken foar it biblioteekwurk (8.4.1) By de
troan fan foarsjennings fan histoaryske dokum- ynfiering derfan wurdt mei op personeelbelied
intaasjesintra, yn sa goed mooglik oparbeidzjen. en it INK kwaliteitsmodel ynset.
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
1. In goed wurkjend biblioteekstelsel te be- Wy beskikke oer in dekkend netwurk yn de
skriuwen as: in dekkend biblioteeknetwurk provinsje útsein de gemeente Smellingerlân. Dy
foar hiel Fryslân. De biblioteekklusters gemeente sit noch net yn it biblioteeknetwurk,
arbeidzje op syn minst op trije mêden, dy't mar der is wol sprake fan gearwurking op
net troch de Provinsje finansiere wurde, taaknivo.
mei-inoar op: yn it biblioteeknetwurk wurdt
neffens 2003 750.000 efficiencywinst De efficiency-winst is foar in grut part helle en
makke (dat is 75% fan de realistyske prog- al ferwurke yn de begrutting oer 2006 fan de
noaze). Dat jild wurdt foar ynnovaasje brûkt. Biblioteek Service Fryslân. It part fan de doel-
Ein 2007 binne op syn minst trije fernijings- stelling (285.000) dat oerbliuwt, leit by de
projekten yn de hiele provinsje ferwêzentli- biblioteekklusters en sil foar 2007 helle wurde.
ke. Ien projekt is bedoeld om in kultuerom-
slach yn de biblioteken ta stân te bringen, Fan de fernijingsprojekten is realisearre:
sadat better op de fragen en winsken fan de · ien biblioteekpas dy't oeral ek by Tresoar
klant ynheakke wurde kin (de wurkwize op brûkt wurde kin (ein 2004, begjin 2005);
de fraach fan de klant ôfstimme). · digitaal mooglikheden om oanfreegje, ferlin-
Yn de perioade 2004-2007 bliuwt de hjoed- gings, en bestellings te dwaan en de klant
deistige sprieding fan biblioteekfoarsjennings (thús) in oersjoch fan útlienings ta te stjoe-
yn Fryslân op syn minst gelyk. ren;
Ein 2005 beskikt de Service-organisaasje · fluggere ekspedysje foar de klant; flugger
Fryslân oer in goed wurkjende kennisbank ynterbibliotekêr lienferkear Tresoar dêryn
op dat mêd en jildt as boarne fan ynspiraasje begrepen;
148 foar biblioteekklusters en gemeenten. · útwreiding iepeningstiden;
· klusters drage ynhâldlik by oan Al@din (lân-
lik, digitaal fraachsysteem);
· mear as de helte fan de klusters hawwe har-
ren webstekken ferbettere;
· de Firtuele Biblioteek Fryslân is klear; katalo-
gy fan alle Fryske biblioteken en Tresoar en
trije HBU-ynstellings yn Ljouwert kinne
digitaal (en thús) rieplachte wurde.
· It INK-kwaliteitsmodel is ynfierd;
· de folsleine kolleksje fan alle Fryske iepen-
biere biblioteken Tresoar deryn begrepen, is
foar alle ynwenners beskikber.
Yn it ramt fan goede sprieding: de sprieding
fan de biblioteekfoarsjennings stiet somtiids
ûnder druk fanwegen besuniging by gemeen-
ten. Mar yn 'e regel ferdwynt net de hiele
foarsjenning mar feroaret de aard dêrfan. Sjoch
foar sprieding biblioteekfoarsjennings: bylage
kaart biblioteekklusters dd. 01-01-2004. It oan-
tal biblioteekfoarsjennings dd. 01-01-2006;
kluster Midden: 6 biblioteken; kluster Súd-
West; 9 biblioteken; kluster Zuid-Oost
Friesland 7; kluster Noord-Oost Fryslân 5;
kluster súd-Fryslân 6; (Smellingerlân: 3)
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
De biblioteekfoarsjennings: katalogus foar/oer
oanpak yn lytse kearnen oer paskleare tsjinst-
ferliening is klear.
De ûntjouwing fan de kennisbank as part fan
Kennissintrum foar gearwurking mei oare
ynstellings op it mêd fan edukaasje, kultuer en
wolwêzen is net dienmakke troch technyske
problemen en nije/oare minsken op de wurk-
flier.
2. Goede gearwurking tusken nije biblioteek- Foar de útfiering fan dit proses is in Provinciaal
netwurken en Tresoar te beskriuwen as: ein Overleg Bibliotheken ynsteld. Dat is in bestjoerlike
2007 binne der noch sa min mooglik oerla- oerlisfoarm.
pings yn it kolleksjebelied fan de iepenbiere Beliedsmjittich is der praat fan goede ôfstim-
biblioteken en Tresoar: ein 2007 fiere de ming tusken de netwurken en Tresoar.
iepenbiere biblioteken en Tresoar mei-inoar Der is sprake fan nauwere en dêrtroch bettere
de ynformaasjefunksje út: ein 2007 meitsje gearwurking wat ta utering komt yn û.o.
de iepenbiere biblioteken en Tresoar oer en ekspedysje, útstallingen en de biblioteekpas.
wer gebrûk fan de eigen foarsjennings en
fiere in mienskiplike biblioteekpas yn.
3. Histoarysk erfgoed wurdt better feilich steld It draachflak yn Súdwest-Fryslân foar it ferbet- 149
troch it te beskriuwen as: in breder publyk terjen fan it publyksberik is yn 2005 ferhege.
yn Fryslân wurdt him bewust fan it Frysk en Der is boppedat in rapport útkommen oer de
pleatslik histoarysk erfgoed: it politike draach- situaasje yn Súdwest-Fryslân. Dat rapport is
flak wurdt ferbrede foar it ynsetten fan mear basis foar it meitsjen fan útstellen foar it fer-
middels om de argyfsoarch te ferbetterjen (it betterjen fan de publyksfunksje argiven yn dy
berikken fan in grutter publyk en kolleksje- regio. Op dit stuit is der in wurkgroep for-
foarming fan net-oerheidsargiven): troch it mearre dy't lokale stipe hat. De wurkgroep
gearwurkjen fan erfgoedynstellings en/of oare skriuwt in plan fan oanpak foar it ymplemin-
ynformaasjebehearende ynstânsjes wurde tearjen fan histoaryske ynformaasjepunten en it
beskikbere middels doelmjittiger benuttige. oanstellen fan in publyksgerjochte argivaris.
4. It útfieren fan de taak argyfynspeksje. Yn it ramt fan de ynspeksje binnen yn 2005
yn Fryslân besites brocht oan de gemeenten:
Ljouwerteradiel, Lemsterlân, Skarsterlân,
Dongeradiel en Ferwerderadiel.
By dy besites is yn gong op de soarch foar net
allinne de aktuele argiven, mar ek foar de âlde-
re (iepenbiere) argiven. Aspekten dy't dêrby
oan de oarder komme binne ûnder oaren: fol-
sleinens fan registraasje en dossierfoarming,
tagonklikens, seleksje, it feilich bewarjen en
tsjinstferliening oan de boarger. De kwaliteit
foar de soarch fan argiven is yn 2005 troch de
ynspekje op in heger peil brocht.
Seis gemeenten hawwe yn e provinsjale rige yn
2005 argyfynventarissen útbrocht.
Foar mear ynformaasje wurde jo ferwiisd nei it
aparte jierferslach fan de provinsjale argyf-
ynspeksje.
Jaarverslag 2005
Verloop Al@din in Friesland
1200
1000
800
gengen
600
400
Aantal vraAantal vra
200
---
ari i t il
uar Mei Juli
nu Juni
Maar Apr
Ja Febr Augustus
September Oktober vember
No December
Maand
Vragen 2004 Vragen 2005
150
Al@din 1, zie 1 Gewenste resultaat de rapportage
Sprieding biblioteekfoarsjennings
Clusters Fryslân
Schiermonnikoog
---
Ameland
Dongeradeel
Terschelling
Ferwerderadiel
Kollumerland
Het Bildt c.a.
Leeuwar- Dantumadeel
Vlieland 2 deradeel
Achtkar-
Menal- spelen
Franekera- duma-
deel deel Leeuwarden Tytjerk-
steradiel
Harlingen
1 Zuidwest Fryslân 3
Smallingerland
Wûnseradiel
2 Noordwest Fryslân
Bolsward
Boarnster-
3 MiddenFryslân Littenseradiel Sneek him Opsterland
---
4 Noordoost Fryslân
Wymbritseradiel Ooststelling-
5 werf
5 Sûd Fryslân Skarsterlân Heerenveen
Nijefurd 6
6 Zuidoost Fryslân
Weststelling-
Gaasterlân- werf
Lemsterland
sleat
Jaarverslag 2005
Ynset fan middels
Eksploitaasje:
Bedraggen × 1.000 Realisaasje Begrutte Realisaasje Ferskillen Mutaasje Oerbleaun
2004 2005 2005 2005 reserves ferskil
Lêsten
- Strukturele programmabudzjetten 5.940 5.975 5.948 28 0 28
- Tydlike programmabudzjetten 1.158 488 257 231 0 231
- Apparaatkosten 155 155 154 1 0 1
Lêsten mei-inoar 7.254 6.618 6.359 260 0 260
Baten
- Strukturele programmabudzjetten 195 46 42 4 0 4
- Tydlike programmabudzjetten 775 503 508 -5 -219 214
Baten mei-inoar 970 548 550 -2 -219 218
Lesten-Baten 6.284 6.070 5.809 262 219 42
Taljochting op de eksploitaasje
De ûnderbesteging fan de tydlike programmabudzjetten by de lêsten en de oerbesteging fan de
tydlike programmabudzjetten by de baten is it gefolch fan it wizige kasritme.
Foarsjennings:
Bedraggen × 1.000 Saldo per Lesten Baten Saldo per 151
31-12-2004 31-12-2005
Foarsjennings besteande risiko's 0 0 0 0
Foarsjennings oangeande fan tredden krigen
middels mei spesifike besteging 160 6 6 160
Mei-inoar 160 6 6 160
Taljochting de foarsjenning
De foarsjenning giet oer de ynkomsten en útjeften dy 't anneks binne mei it Bumalegaat.
8.5 Erfgoed
Winske resultaten Rapportaazje
It behâlden en fuortsterkjen fan Fryske monu- Op ferskate wizen hawwe wy oan de doelstel-
mintale, kultuerhistoaryske en argeologyske ele- ling fan it kultureel erfgoed wurke troch te
minten, patroanen en struktueren. advisearjen neffens de Monumintewet en it
Beslút rykssubsidiearring restauraasje monu-
minten 1997 (Brrm), neffens de
Bydrageregeling Monumintefûns 1995 en mei
yngong fan july hantearre Subsydzje feroarde-
ring monuminten en kultuerhistoarje. Fia de
Kultuerhistoaryske Kaart stimulearje wy
gemeenten om de kulturele wearden yn harren
belied te beheljen.
Wy hifkje de argeologyske wearden yn bestim-
mingsplannen en by opgravingen neffens de
betingsten fan de Nota Erfgoed, dielnota argeo-
logy.
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
1. Heldere en aktuele beliedsramten mei breed Monumintesoarch en kultuerhistoarje:
draachflak en ynsicht yn effekten fan belied. Wy hawwe útfiering jûn oan de ferskate útstel-
len út de Nota Erfgoed, dielnota kultuerhistoar-
je en monumintesoarch:
· It draachflak hawwe wy fuortsterke troch it
opsetten fan de projekten erfgoededukaasje,
kultuertoerisme, it realisearjen fan de mien-
skiplike húsfêsting fan monuminte-organi-
saasjes, en it subsidiearjen fan inkele kultuer-
histoaryske projekten.
Argeology:
Wy hawwe útfiering jûn oan de Nota Erfgoed,
dielnota Argeology:
· It draachflak hawwe wy fierder fuortsterke
troch stipe fan amateur-argeologen, it finan-
sjeel bydragen oan kennisoerdracht (folders,
boeken, argeologyske stipepunten).
· Wy hawwe it argeologysk erfgoed better yn
kaart brocht en fêstlein yn de Fryske Argeo-
logyske Monuminte Kaart Ekstra (FAMKE).
Dêrtroch kin it argeologysk erfgoed effekti-
152 ver en adekwater beskerme wurde.
a. De erfgoedbudzjetynstellingen Monuminte-
2. It ynrinnen fan efterstannen yn restauraasjes wacht, Fryske Mole, Alde Fryske Tsjerken en
en ûnderhâld. Stipepunt Monumintesoarch hawwe de
ôfsprutsen prestaasjes levere:
Monumintewacht: ynspeksje fan monu-
minten
Alde Fryske Tsjerken: behear en behâld
fan 35 tsjerken
Fryske Mole: behear en behâld fan 41
mûnen
Stipepunt Monumintesoarch: stypjende
taken monumintesoarch en platfoarm-
funksje
· Mei yngong fan maart binne fjouwer organi-
saasjes monumintesoarch (Stipepunt
Monumintesoarch, Stichting Alde Fryske
Tsjerken, Stichting Behâld Tsjerklike
Gebouwen en de Monumintewacht) mien-
skiplik húsfeste yn it Monumintehûs.
Lytsere organisaasjes foar de monuminte-
soarch wurde troch it Monumintehûs fasili-
tearre. De nije húsfesting is stipe mei in
provinsjale bydrage.
· Wy hawwe yn it ramt fan de budzjethâlden-
de taak Beslút rykssubsidiearring restauraasje
en monuminten 1997 (Brrm) it Provinsjaal
Restauraasje Utfiering Programma (PRUP)
2004-2009 definityf fêststeld en it PRUP
2005-2010 yn ûntwerp fêststeld. Dêrmei is
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
yn 2005 in totaal jierbudzjet 1.265.994,
fuortset.
Yn it ramt fan de stelselwiziging fan it Ryk
(oergong fan Brrm nei Brim) hat op 14 sep-
timber bestjoerlik oerlis west mei de
gemeenten. Utkomst: stribje nei in sa fol-
slein mooglike ynset fan de beskikbere
middels foar restauraasjes fan monuminten.
Foar de jierren 2009 en 2010 is in leger
subsydzjebedrach takend as foar de jierren
2007 en 2008, troch de ICES-jilden ferfalle
te litten. By de Steatssekretaris fan OC en W
hawwe wy in feroaringsfersyk yntsjinne.
Foar 2011 jildt itselde, mei it ferskil dat de
ryksoerheid foar dat budzjetjier net oer ICES-
jilden beskikt.
· Yn it ramt fan de Tydlike regeling
Restauraasje-ympuls Frysk Erfskip (2001-
2003) binne acht tsjerkerestauraasjes bou-
kundich klear.
· Yn it ramt fan 2003 Jier fan de Pleats binne
fiif projekten finansjeel ôfrûne.
· Yn it ramt fan de Provinsjale 153
Bydrageregeling Monumintefûns binne 14
restauraasjes ôfhannele: it giet om 5 mûnen,
2 wenhuzen, 1 tsjerketoer, 1 tsjerke mei
ringmuorre en 4 objekten yn de kategory
ferskaat. Der binne yn de 1e helte 2005 7
oanfragen foar restauraasje takend oant in
bedrach fan 85.000,: 3 mûnen, 1 wen-
hûs, 1 tsjerkoargel, 1 pleats en 1 objekt yn
de kategory ferskaat, dêrneist binne 17
ûnderhâldsoanfragen foar mûnen honorearre.
· Yn juny hawwe provinsjale steaten de
Subsydzjeferoardering monuminten en kul-
tuerhistoarje provinsje Fryslân 2005-2010
fêststeld. Yn de earste tender hawwe provin-
sjale steaten de Subsydzjeferoardering monu-
minten en kultuerhistoarje provinsje Fryslân
2005-2010 fêststeld. Yn de earste tender is
in bedrach fan plm. 280.000, beskikt oan
restauraasjes, ûnderhâld en kultuerhistoaryske
projekten:
6 restauraasjeprojekten: 2 pleatsen, 2 tsjer-
ken, 1 mûne en 1 fakânsjewenning;
8 kultuerhistoaryske projekten (û.o. pro-
jekt erfgoededukaasje, fisueel meitsjen terp
yn wenningbouplan)
30 mûnen (ûnderhâld).
3. Yntegraasje fan erfgoed yn plan en beslút- · Wy hawwe fia de ûntwikkeling en bystelling
foarming. fan de CHK en de FAMKE kultuerhistoaryske
en argeologyske wearden yntegrearje kinnen
yn romtlike plannen.
Jaarverslag 2005
Winske resultaten Rapportaazje
· It projekt "Trochûntwikkeling fan de kultuer-
histoaryske kaart", of CHK 2" is noch yn de
tariedende faze en set foarjier 2006 út ein.
· We hawwe it projekt "Nije kyk op doarpen"
subsidiearre. Dit projekt giet oer de proble-
matyk fan de doarpsútwreidingen en romtli-
ke kwaliteit.
4. It beskermjen fan argeologyske wearden. · Fia de WRO en de útgravingswet hawwe wy
argeologyske wearden safolle mooglik ûntsjen
(beskerming in situ), of, as dat net mooglik
is, binne der opgravingen útfierd dy't wy
begelaat hawwe. (beskerming ex situ).
· Mei it oanstellen fan in fêste argeolooch-
behearder te Nuis (yn 'e mande mei de pro-
vinsjes Grinslân en Drinte) hawwe wy it
behear fan argeologyske fynsten en doku-
mintaasje (ex situ) fersekere.
· De Afuk fiert fan oktober ôf it projekt Frysk
5. It fergrutsjen fan maatskiplik besef fan erf- Erfskip út, dêr't wy as spearpunten yn be-
goed yn Fryslân. neamd hawwe: promoasje fan kultuertoe-
154 risme troch ynset fan technologyske fernijin-
gen en stipe fan argeologyske stipepunten.
· Yn maaie is it 4-jierich Restauraasje
Opliedings Projekt Noard út ein set, de pro-
vinsjale bydrage bedraacht 62.000,, en is
ôfkomstich út it SEB-budzjet;
· Yn maart is de koördinator erfgoededukaasje
by Tresoar út ein set mei har taak om by te
dragen oan de strukturele ymplemintaasje
fan erfgoededukaasje yn basis- en fuortset
ûnderwiis;
· We hawwe de ûntwikkeling fan twa stipe-
punten yn Kollumerlân (Feankleaster) en
Achtkarspelen (De Harkema) stipe. Dat bestie
út it skriuwen fan it temaboek, it útsetten
fan in fytsrûte en it ynrjochtsjen fan in tal
fitrines. Nei ferwachting wurde dy stipepun-
ten yn 2006 iepene. Yn tarieding is in stipe-
punt yn Smellingerlân.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedraggen × 1.000 Realisaasje Begrutte Realisaasje Ferskillen Mutaasje Restant
2004 2005 2005 2005 reserves ferskil
Lêsten
- Strukturele programmabudzjetten 1.257 1.092 1.036 56 0 56
- Tydlike programmabudzjetten 953 1.108 219 817 0 817
- Apparaatskosten 315 437 463 -26 0 -26
Totaal Lêsten 2.525 2.637 1.790 847 0 847
Baten
- Strukturele programmabudzjetten 11 7 -66 72 0 72
- Tydlike programmabudzjetten 167 76 86 -10 -738 728
Totaal Baten 179 82 20 62 -738 800
Lêsten Baten 2.346 2.555 1.770 786 738 47
Taljochting op de eksploitaasje
Yn de tydlike programmabudzjetten docht him in ûnderbesteging foar dy't sa ferklearre wurdt:
· De Nota Erfgoed is yn 2005 út ein set en hie te krijen mei oanrinfertraging.
· Yn it ramt fan de Nota Argeology binne jilden reservearre en/of gund oan tredden, it giet om
komplekse projekten dy't noch net ôfrekkene binne.
· Fan de Restauraasje-ympuls Frysk Erfskip is in tal restauraasjes noch net ôfrekkene, foar in
part om't de restauraasjes noch net klear binne. 155
· Fan it Jier fan de Pleats is noch 1 projekt oer dat ôfrekkene wurde moat yn 2006.
· Foar it projekt "Untsluting digitale bestannen kultuerhistoarysk ynfosysteem" is ûndersyk
dien nei in brûkersfreonlik systeem en dat hat foar wat fertraging yn 'e útfiering soarge.
· By it Pingo projekt Famke is fanwege in wiidweidige tarieding de earste planning net helle.
· Het Belvedêreprojekt "Yntegraasje en ferankering kultuerhistoarje yn it gemeentlik belied" sil
earst yn 2006 syn beslach krije en wurdt troch de gemeente Dongeradiel útfierd.
De tydlike budzjetten Nota Erfgoed, Nota Erfgoed ûnderdiel Argeology, Restauraasje-ympuls Frysk
Erfskip en Famke wurde fia de kasritmejieroergong trochskood nei 2006.
Wat de oerbliuwende middels foar it Jier fan de Pleats, Kultuerhistoarysk Ynformaasjesysteem en
Belvedêre is útsteld dy by ôfsûnderlike begruttingswizigingen yn 2006 wer foar ôfrûning fan dy
projekten beskikber te stellen (65.771,).
Jaarverslag 2005
3.9 PROGRAMMA 9 RUIMTE
Portefeuillehouder:A.Andriesen
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Een duurzame ruimtelijke inrichting van Fryslân, gericht op een toekomstbestendige ontwikkeling
van sterke steden en een vitaal platteland. De taken en bevoegdheden van de provincie zijn vast-
gelegd in de Wet op de ruimtelijke ordening en de Woningwet. Provinciale streekplannen vor-
men het wettelijk beleidskader voor de provincie. Hierin wordt op grond van afweging van alle
belangen het maatschappelijk kader bepaald voor een gewenste ruimtelijke inrichting van Fryslân.
Doelenrealisatie 2005
In 2005 zijn belangrijke stappen gezet op weg naar vaststelling van het nieuwe Streekplan Fryslân
2006. We hebben in april het voorontwerp vastgesteld en in december na intensief bestuurlijk
overleg met onder andere de 31 Friese gemeenten en circa 20 maatschappelijke organisaties het
ontwerp streekplan.
Daarnaast hebben we de notitie Deregulering RO beleid en regelgeving vastgesteld, waarin door
stroomlijning en versoepeling van procedures, gemeenten en particulieren hun plannen en pro-
jecten sneller tot uitvoer kunnen brengen. Zowel voor provincie als gemeenten wordt hiermee
efficiency bereikt.
156 In Fryslân stond eind 2005 121 MW windenergie opgesteld. Dat is een toename van 17 MW ten
opzichte van 2004. Overeenkomstig de Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling
Windenergie (BLOW) was 31 december 2005 een een ijkpunt om na te gaan of de afgesproken
taakstelling in 2010 gehaald kan worden. Daarvoor moet de finale planologische besluitvorming
op gemeentelijk niveau hebben plaatsgevonden. Naast het opgesteld vermogen van 121 kan er
voor Fryslân vanuit die invalshoek nog eens 24 MW aan projecten die in voorbereiding zijn
meetellen voor het ijkpunt. In totaal komt te teller voor het ijkpunt hiermee op 145 MW. In het
kader van de startnotitie Windstreek hebben wij besloten dat Fryslân niet meer mee zal werken
aan een windturbine opstelling langs of op de Afsluitdijk ( IPWA.).
We zijn in 2005 onverminderd blijven inzetten op het aanjagen van de woningbouw voor met
name de doelgroepen starters en ouderen en bouwen in het betaalbare segment. In dat kader is
samen met andere partners in november een "woondag" georganiseerd waarin wonen, zorg en
welzijn centraal stonden.
Voor het Investeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing II (ISV II) is voor de periode 2005
2010 door het rijk ruim 21 miljoen beschikbaar gesteld.
Vanuit het plattelandsbeleid hebben we versterkt ingezet op initiatieven vanuit de gemeenschap.
Zowel het budget voor dorpshuizen en multifunctionele accommodaties als het budget voor plat-
telandsbeleid zijn vanaf 2005 fors verhoogd.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 12.957 4.973 7.132 -2.159 0 -2.159
- Tijdelijke programmabudgetten 985 4.217 2.129 2.088 0 2.089
- Apparaatskosten 2.651 3.922 4.026 -103 0 -103
Subtotaal lasten thema's 16.593 13.113 13.287 -174 0 -173
- Bedrijfsvoeringskosten 3.609 2.649 3.013 -363 0 -363
Totaal Lasten 20.203 15.762 16.299 -537 0 -537
Baten
- Structurele programmabudgetten 9.955 4.422 6.241 -1.819 0 -1.819
- Tijdelijke programmabudgetten 98 750 1.135 -385 -1.849 1.464
Totaal Baten 10.054 5.172 7.376 -2.204 -1.849 -355
Lasten-Baten 10.149 10.590 8.924 1.666 1.849 -183
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0 157
Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen
middelen met specifieke besteding 22.970 6.486 6.700 23.184
Totaal 22.970 6.486 6.700 23.184
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
9.1 Ruimtelijke Ordening
Doel Rapportage
De ruimtelijke ordening is bedoeld om ont- Deze doelstelling van de ruimtelijke ordening
plooiingsmogelijkheden voor de bevolking te vormt het kader voor uitvoering van activitei-
bieden: goede woon- werk- en leefmilieu's, ten op meerdere beleidsterreinen. De in andere
een krachtige economische ontwikkeling, een programma's vermelde resultaten dragen ook
leefbaar platteland, een hoogwaardig landschap, bij aan het realiseren van dit doel
goede verblijfsmogelijkheden voor toeristen en
recreanten, een duurzame ecologische ontwik- In 2005 is een begin gemaakt met de uitvoe-
keling, een schoon milieu, zorgvuldig water- ring van de Nota Ruimte. Samen met de
beheer en geleiding van de mobiliteit. gemeente Leeuwarden en VROM zijn wij
begonnen met het opstellen van de ontwikkel-
agenda voor Leeuwarden. Het rijk heeft een
inspanningsverplichting om de doelen van deze
agenda mede mogelijk te maken. Daarnaast
Jaarverslag 2005
Doel Rapportage
hebben we veel energie besteed aan de invul-
ling van het beleid en de begrenzing van
Nationale Landschappen. Zowel met de aange-
wezen gebieden in Zuidwest en Noordoost
Fryslân als met het ministerie van VROM en
LNV is intensief overleg gevoerd. Eind 2005
hebben we de instemming van de minister van
VROM ontvangen op het beleid voor Nationale
Landschappen zoals dat in het ontwerp
Streekplan is opgenomen.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het opstellen en uitwerken van provinciale Streekplan Fryslan 2006
beleidskaders voor de hele provincie, voor Op 20 december 2005 is het ontwerp
deelgebieden of thema's. Streekplan vastgesteld.
Interprovinciaal beleidsplan
Waddenzeegebied
In 2004 is besloten betreffende werkzaamhe-
den tot nader order stop te zetten in afwach-
158 ting van de standpuntbepaling op het rapport
van de commissie Meijer en deel 3 van de
derde Nota Waddenzee (PKB). In dit kader zijn
in 2005 geen werkzaamheden verricht.
Interprovinciaal beleidsplan Markermeer en
IJsselmeer
De interprovinciale planvorming voor het
IJsselmeer is in 2005 stopgezet. Het geactuali-
seerde IJsselmeerbeleid hebben wij meegeno-
men in het nieuwe ontwerp streekplan.
2. Afstemming en doorwerking van Europees- Streekplanuitwerking Glastuinbouw
en Rijksbeleid. In 2005 hebben wij gewerkt aan het opstellen
van de milieueffectrapportage. Daarvoor is meer
tijd nodig dan gepland onder andere omdat op
onderdelen aanvullend onderzoek nodig is.
Town Net
In dit project worden onderdelen van de struc-
tuurschets A7 uitgewerkt. In 2005 zijn 5 pilot
projecten ter hand genomen ter versterking van
ruimtelijke kwaliteit. Daarbij wordt een strate-
gie voor ruimtelijke kwaliteit uitgewerkt met
daarin concrete ontwerpvoorstellen voor trans-
formatiegebieden,
Evaluatie Windstreek 2000
Op 15 december heeft u besloten een beperkte
evaluatie van het streekplan windstreek uit te
voeren.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
3. Het laten doorwerken van het provinciaal Nota Ruimte
beleid in gemeentelijke ruimtelijke plannen Op 17 januari en 21 februari 2005 is de Nota
(planologisch toezicht) en het bevorderen Ruimte besproken in de Tweede Kamer. Voor
van een actueel (digitaal) bestand aan de Friese belangen is stevig gelobbyd met als
bestemmingsplannen voor zowel het lande- uiteindelijk resultaat dat de belangen van
lijk gebied als de bebouwde kom. Leeuwarden zijn veiliggesteld en de bescher-
mingsregimes in het landelijk gebied niet ten
koste gaan van de landbouw.
In 2005 hebben diverse overleggen tussen de
Minister van VROM en gedeputeerden RO en
IPO/VNG plaatsgevonden over de uitvoerings-
afspraken Nota Ruimte. Bij een werkbezoek van
de minister van VROM aan Leeuwarden is de
conclusie getrokken dat de concepten in het
Streekplan Nota Ruimteproof zijn.
Coördinatie beleid Waddenzeegebied: zie pro-
gramma 1.8
Herziening WRO
Er zijn in IPO verband bijdragen geleverd als
input voor behandeling in de Tweede Kamer
van de nieuwe wet. Invoering is gepland in 159
2007. Wij werken aan de voorbereiding van de
implementatie.
SNN
In SNN verband is mee vanuit de Stuurgroep
Stedelijke ontwikkeling en Mobiliteit (SOM) de
Strategische Agenda van het SNN voor de peri-
ode 2007 2013 en de verdieping hiervan
voor de stedelijke ontwikkeling in Noord-
Nederland voorbereid.
Zuiderzeelijn
De informatie uit het Masterplan is gebruikt als
input voor de inbreng van Noord-Nederland in
de Structuurvisie Zuiderzeelijn die door het rijk
is opgestart.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 14 7 91 -85 0 -85
- Tijdelijke programmabudgetten 402 746 309 437 0 437
- Apparaatskosten 1.285 1.369 1.194 175 0 175
Totaal Lasten 1.701 2.122 1.595 527 0 527
Baten
- Structurele programmabudgetten 0 0 2 -2 0 -2
- Tijdelijke programmabudgetten 98 357 715 -358 -232 -126
Totaal Baten 98 357 717 -360 -232 -128
Lasten-Baten 1.603 1.765 878 888 232 656
Toelichting op de exploitatie
De tijdelijke budgetten zijn onderbesteed in 2005 en worden voor een deel via de kasritme jaar-
overgang doorgeschoven naar 2006. Het betreft hier met name het Streekplan en Digitale
Uitwisseling Bestemmingsplannen (DURF). Voor DURF is eind 2005, na een aanvankelijke afwij-
zing een aanzienlijk bedrag, ongeveer 90.000 euro van het ministerie van Binnenlandse zaken
ontvangen. Deze inkomsten vallen gedeeltelijk weg tegen in voorgaande jaren gedane uitgaven.
160 Daarnaast is voor het tijdelijke budget glastuinbouw het kasritme verlopen. Wat betreft de
glastuinbouw wordt de vertraging veroorzaakt omdat de MER nog niet helemaal afgerond en
afgerekend is. Bestuurlijk zijn de verplichtingen aangegaan.
Voor de middelen voor de glastuinbouw wordt voorgesteld bij afzonderlijk begrotingswijziging
deze bedragen weer beschikbaar te stellen in 2006.
De afwijkingen in de apparaatskosten worden vooral veroorzaakt doordat menskracht ingehuurd
is om een zwangerschap te vervangen en de uitleen van menskracht aan het ZZL project te com-
penseren. Bij inhuur wordt geen tijd geschreven.
Bij de baten zijn meer inkomsten ontvangen dan geraamd. Het betreft hier incidentele baten voor
de projecten structuurvisie A7 zone en Regiovisie stadsregio Leeuwarden en Westergozone.
Tegenover deze inkomsten stonden in voorgaande jaren uitgaven, die toen tot tekorten leiden,
per saldo zijn het dus verrekeningen.
9.2 Wonen en woonomgeving
Doel Rapportage
Het beschikken over voldoende woningen in Met het onderzoek Wonen, Welzijn en Zorg in
aantal, plaats en kwaliteit voor de inwoners Fryslan is provinciebreed de toekomstige vraag
van de provincie Fryslan in een goede woon- naar woonvormen, welzijnsdiensten en zorg-
omgeving. voorzieningen inzichtelijk gemaakt en op de
agenda geplaatst.
Jaarverslag 2005
Nieuwbouwwoningen Fryslân naar opdrachtgever
4000
3500
3000 Andere particuliere
2500 opdrachtgever
Bouwers voor de
2000 markt
1500 Overheid en
woningcorporaties
1000
500
0
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Woningbouwproductie over de periode 2002 2005
2002 2003 2004 2005
Noord 946 41% 891 48% 1278 42% 1159 49% 161
Zuid 1326 58% 940 51% 1674 56% 1195 50%
Eilanden 27 1% 8 1% 58 2% 33 1%
Totaal 2299 1839 3010 2387
Gewenste resultaten Rapportage
1. Heldere, actueel en breed gedragen beleids- In 2005 is versterkt ingezet op de uitvoering
kaders en inzicht in de effecten van beleid. van bestaand beleid en afspraken en het voor-
sorteren op nieuwe ontwikkelingen. Het
beleidskader dat in hoofdlijnen opgenomen is
in het ontwerp streekplan en in overeenstem-
ming is met Wenje 2000 + wordt breed
gedragen. De Provinciale Kommisje Wenjen en
Stedelike Fernijing (PKWS) heeft benadrukt, dat
voortzetting en uitvoering van het huidige
beleid centraal zou moeten staan.
Op gemeentelijk niveau zijn woonplannen
geactualiseerd met name om beter aan te sluiten
op nieuwe inzichten op basis van een nieuwe
prognose en verschuivingen in de kwalitatieve
vraag. In het verlengde van de gemeentelijke
woonplannen maken gemeenten ook concrete
prestatieafspraken met corporaties
Er is invulling gegeven aan een betere monito-
ring om adequater te kunnen reageren op de
voortgang van de woningvoorraadontwikkeling
en afspraken/plannen daarover.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
2. Gemeenten realiseren de aan hen toegekende Op grond van de dalende bevolkingsgroei op
contingenten met de provinciale eisen op de langere termijn, de behoefte aan een hogere
het gebied van ruimte en kwaliteit. woningbouwproductie op de korte termijn en
de grote plancapaciteit voor woningbouw in
goedgekeurde bestemmingsplannen hebben wij
gekozen voor een pragmatische benadering.
Samen met gemeenten en andere partijen heb-
ben wij knelpunten en stagnatie in de woning-
bouw opgelost door zo optimaal mogelijk
gebruik te maken van de beschikbare gemeen-
telijke richtgetallen.
Er zijn diverse gemeentelijke plannen in aange-
paste vorm uitgewerkt om daadwerkelijk
woningbouw aan te bieden die aansluit bij de
gewijzigde vraag. Indien nodig zijn daarover
aanvullende afspraken met ons gemaakt in het
kader van herprioritering van de gemeentelijke
woningbouwprogramma's.
In 2005 zijn afspraken met het rijk gemaakt
over de woningbouwproductie in de stadsregio
162 Leeuwarden. Er zullen 5300 woningen
gebouwd worden tot 2010. Daarvoor stelt het
rijk een bedrag beschikbaar van ruim 3 mil-
joen (Besluit Locatiegebonden Subsidie). In de
stadsregio zijn in 2005 door de buurgemeen-
ten van Leeuwarden plannen in procedure
gebracht om tekorten in de regio weg te wer-
ken. Deze worden in het goedkope en betaal-
bare huur- en koopsegment gerealiseerd.
In 2005 heeft Leeuwarden heeft 538 woningen
bruto aan de voorraad toegevoegd. Dit produc-
tieniveau is sinds 1989 niet eerder bereikt.
De Friese woningbouwproductie ligt in 2005
met 2387 woningen lager dan de positieve uit-
schieter van 3010 woningen in 2004. De
stadsregio Leeuwarden heeft met 32% ruim-
schoots voldaan aan de streekplantaakstelling.
Corporaties zijn steeds meer in beeld om
woningbouw te realiseren die past bij onvol-
doende beschikbare woningen in het goedkope
en betaalbare segment.
Fryslan voldoet als provincie aan de taakstelling
voor de huisvesting van statushouders maar er
zijn achterlopende gemeenten. Met gemeenten
met een achterstand van meer dan 20 personen
is bestuurlijk opverleg gevoerd en zijn termij-
nen afgesproken waarbinnen de achterstand zal
worden weggewerkt.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
3. Verbeteren van de fysieke kwaliteit van de In het kader van de eerste ISV-fase zijn van de
woningen en de woonomgeving in Friese in totaal 59 gestarte projecten er 10 helemaal
kernen. afgerond, waarvan 8 in 2005 met een totaal
investering van 9,3 miljoen. Voorbeelden zijn
het project Ravelijn in Koudum waar een zgn.
zusterflat is vervangen door een seniorencom-
plex (foto) en het herstructureringsproject
Grachtwalplein in Harlingen alwaar verdichting
met 13 woningen het resultaat is (foto). Bij de
ISV-projecten ligt het accent op de herstructu-
rering met daarbij de herinrichting van het
publiek domein.
In 2005 is de uitvoering van de tweede ISV
fase (ISV II 2005 2010) gestart met een
totaalbudget van ruim 21 miljoen. Daarvan is
13 miljoen beschikbaar voor "project"
gemeenten.
In 2005 is t.b.v. 9 projecten in totaal al ruim
2 miljoen aan ISV subsidie gereserveerd.
We zijn ook nog bezig met de definitieve af-
rekening van de subsidieregeling Stads- en
Dorpsvernieuwingen (SDV). In 2005 zijn
15 projecten afgerond. Het gaat daarbij om een 163
totaal subsidiebedrag van ruim 2 miljoen. De
gerealiseerde SDV-projecten betreffen herinrich-
ting van straten, restauratie van beeldbepalende
panden en herinvulling van locaties na sloop of
verplaatsing van bedrijven. Voorbeelden zijn
het project waarin het terrein van de voormali-
ge zuivelfabriek te Wommels is heringericht en
opnieuw is gevuld met woningbouw en het
dorpsvernieuwingsproject in Nijega waar de
bebouwde kom van de Kommisjewei is herin-
gericht en de entrees en de zijweg zijn geac-
centueerd.
In 2005 zijn op basis van de Provinciale
Subsidieregeling Herstructurering Woningvoor-
raad (PSHW) twee nieuwe projecten gesubsidi-
eerd met een totaal bedrag van 25.850,. Het
belangrijkste daarvan is een onderzoek naar
streek eigen DUBO woningen in Dongeradeel.
Daarnaast zijn twee projecten afgerond: een
boekje over de architectonische waarde van de
Wederopbouw en een tegemoetkoming in de
kosten van een herstructureringsproject.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 10.378 4.740 6.728 -1.988 0 -1.988
- Tijdelijke programmabudgetten 75 697 34 662 0 662
- Apparaatskosten 226 317 341 -24 0 -24
Totaal Lasten 10.679 5.754 7.103 -1.349 0 -1.349
Baten
- Structurele programmabudgetten 9.101 4.364 6.124 -1.760 0 -1.760
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -657 657
Totaal Baten 9.101 4.364 6.124 -1.760 -657 -1.103
Lasten-Baten 1.578 1.390 979 411 657 -246
Toelichting op de exploitatie
Bij de lasten, Besluit locatiegebonden subsidie (BLS) en Investeringsbudget stedelijke vernieuwing
(ISV) plus de voormalige regeling Stads en Dorpsvernieuwing (SDV) is er een onderbesteding op
de structurele budgetten omdat er vaak meer tijd nodig is dan aanvankelijk gepland voor het rea-
liseren van complexe projecten en daardoor de eindafrekening uitgesteld wordt. Hierbij is sprake
van de vorming van voorzieningen.
164
De tijdelijke budgetten zijn onderbesteed in 2005 en worden via de kasritme jaarovergang door-
geschoven naar 2006. Het betreft hier met name de provinciale Subsidieregeling Herstructurering
Woningvoorraad (PSHW). De middelen zijn vrijwel allemaal toegezegd, alleen de afrekening
moet nog plaatsvinden. De pilot Wenjen in Lytse Doarpen is afgerond met uitzondering van een
project op Terschelling dat in 2006 nog gerealiseerd wordt. Omdat het budget eind 2005 verval-
len is, zullen wij bij afzonderlijke begrotingswijziging voorstellen dit bedrag in 2006 weer
beschikbaar stellen.
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen
middelen met specifieke besteding 22.727 6.198 6.655 23.184
Totaal 22.727 6.198 6.655 23.184
Toelichting per voorziening
De voor de voorzieningen Besluit Locatiegebonden Subsidies, Stads- en Dorpsvernieuwing en
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing verkregen rijksmiddelen zijn nog niet volledig besteed.
Inclusief de toegerekende rente leidde dit tot een toename van deze voorzieningen ad. 420.000,.
De voor de voorziening Projecten Volkshuisvesting verkregen provinciale middelen zijn nog niet
volledig besteed. Met name de afwikkeling van lopende verplichtingen heeft geresulteerd in een
afname van deze voorziening ad. 67.000,.
Jaarverslag 2005
9.3 Plattelandsontwikkeling
Doel Rapportage
Het realiseren van een leefbaar en vitaal platte- In 2005 is het nieuwe plattelandsbeleid, op
land, het bijdragen aan het welbevinden van de basis van de nota "Fan ûnderen op stimulearje,
bewoners van het platteland en het bieden van fan boppen ôf ynspirearje", van start gegaan.
een blijven toekomstperspectief. 2005 kan worden gezien als aanloopjaar. Er
zijn al wel verschillende projecten ontwikkeld
en gesubsidieerd die de leefbaarheid van het
platteland ten goede komen. Dit zal naar ver-
wachting in de komende jaren nog aanzienlijk
toenemen.
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het realiseren van initiatieven van onderop In 2005 zijn zeven projecten uit het budget
overeenkomstig de nota plattelandsbeleid plattelandsbeleid en veelvoud uit het leefbaar-
2004 2008. heidsbudget gesubsidieerd. De projecten onder
de noemer plattelandsbeleid zijn o.a. gericht op
vrouwen, voorlichting en cultuurhistorie. Bij
het leefbaarheidsbudget gaat het om een grote
verscheidenheid aan projecten, zoals jeugd-, 165
jongeren en ouderenvoorzieningen, sport,
recreatie en toerisme en cultuur op het platte-
land.
Verder zijn er zestien aanvragen ingediend
voor de nieuw-/verbouw van dorpshuizen/
multifunctionele accommodaties. Hiervan zijn
er elf gehonoreerd en vijf nog in behandeling.
Het bovenstaande overziend komen er op het
Friese platteland veel projecten van de grond
met een groot draagvlak onder de lokale bevol-
king.
2. Het realiseren van projecten uit het projec- In 2005 is het project "Wonen in kleine ker-
tenboek van de nota plattelandsbeleid nen" afgerond. Dit was één van de speerpun-
2004 2008. ten uit de nota. Bovendien wordt door de
afdeling Verkeer en Vervoer gewerkt aan de
uitwerking van het speerpunt
"Ketenmobiliteit". In 2006 ligt de nadruk op
de ontwikkeling van de speerpunten
"Dorpsvisies" en "Landbouw".
3. Heldere, actueel en breed gedragen beleids- In 2005 is de aanzet gegeven voor het opzet-
kaders en inzicht in effecten van beleid. ten van een monitoringsprogramma. Door
gerichte vragen in het aanvraag- en het evalua-
tieformulier op te nemen, kunnen bereikte
resultaten worden bijgehouden. Verder is in
2005 het leefbaarheidsbudget geëvalueerd.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten Rapportage
4. In de periode 2002-2007 een omzet van In 2005 bedroeg de omzet 39 miljoen ver-
200 miljoen aan projecten vallend onder deeld over verschillende thema's. De totaal
verschillende thema's. Voor het jaar 2005 omzet bedraagt op 1-1-2006 247 miljoen.
wordt de omzet op 50 miljoen begroot. Dit resultaat ligt achter op de schatting. De
Verbetering van de kwaliteit van de project- oorzaken hiervoor zijn te vinden in de uitput-
voorstellen en toename van het aantal inte- ting van de belangrijkste budgetten (o.a.
grale projecten. Leader+, POP, SGB). Verder is de realisatie van
gemeentelijke cofinanciering steeds lastiger.
Scholing op gebied van de kwaliteit van pro-
jectvoorstellen heeft plaatsgevonden.
Het aantal integrale projecten is gestegen, op
dit moment is het aandeel grote integrale pro-
jecten 52% van de omzet.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 2.565 226 313 -86 0 -86
166 - Tijdelijke programmabudgetten 508 2.775 1.786 989 0 989
- Apparaatskosten 1.140 2.236 2.490 -254 0 -254
Totaal Lasten 4.214 5.237 4.589 648 0 648
Baten
- Structurele programmabudgetten 854 58 115 -56 0 -56
- Tijdelijke programmabudgetten 0 393 420 -27 -959 932
Totaal Baten 854 451 535 -83 -959 876
Lasten-Baten 3.360 4.785 4.054 731 959 -228
Toelichting op de exploitatie
Lasten: Tijdelijke programmabudgetten:
Het gaat hier om niet begrote uitgaven Leader+ en plattelandsbeleid 2004 en 2005. Verder zijn
van één project de middelen vrijgevallen. Resterende middelen plattelandsbeleid 2005 en MA's en
dorpshuizen zijn doorgeschoven naar 2006. Kasritmes zijn erg moeilijk in te schatten bij dit soort
projecten.
Lasten: Apparaatskosten
Op de apparaatskosten is een overbesteding ontstaan doordat:
· medewerkers meer uren hebben geschreven dan begroot;
· medewerkers van plattelânsprojekten voor plattelandsbeleid zijn ingezet, welke uren eveneens
niet waren begroot;
· er niet voorziene administratieve ondersteuning aan de eenheid plattelandsbeleid is toegevoegd.
De baten betreffen mutaties in verband met kasritme.
Jaarverslag 2005
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 0 0 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen
middelen met specifieke besteding 243 288 45 0
Totaal 243 288 45 0
Toelichting per voorziening
Deze voorzieningen hebben betrekking op projecten uit de periode 1998 2002.
De bate betreft een niet geraamde inkomst van Brussel m.b.t. de einddeclaratie Leader II.
I.v.m. opheffing van de voorziening Coördinatiegroep Leader II NW-Fryslân en Leefbaarheid plat-
teland NW-Fryslân zijn de restantmiddelen ad. 288.000, afgeboekt.
167
Jaarverslag 2005
3.10 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN
ONVOORZIEN (OVERZICHT 10)
Portefeuillehouder: J. Ploeg
I. Beleidsdoel(en) voor het programma
Wat wilden we bereiken en wat heeft het programma gekost?
Het zorgdragen voor een structureel sluitende meerjarenbegroting.
Doelenrealisatie 2005
Er is een structureel sluitende meerjarenbegroting.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 5.488 5.341 5.118 223 0 223
- Tijdelijke programmabudgetten 84 180 221 -41 0 -41
- Apparaatskosten 23 22 31 -9 0 -9
Subtotaal lasten thema's 5.595 5.543 5.370 173 0 173 169
- Bedrijfsvoeringskosten 128 770 770 0 0 0
Totaal Lasten 5.723 6.313 6.140 173 0 173
Baten
- Structurele programmabudgetten 140.514 139.924 146.299 -6.375 -5.228 -1.147
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Subtotaal baten thema's 140.514 139.924 146.299 -6.375 -5.228 -1.147
- Bedrijfsvoeringskosten 292 0 0 0 0 0
Totaal Baten 140.805 139.924 146.299 -6.375 -5.228 -1.147
Lasten-Baten -135.082 -133.611 -140.159 6.548 5.228 1.320
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 18 18 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen
middelen met specifieke besteding 0 0 0 0
Totaal 18 18 0 0
Jaarverslag 2005
II. Thema's
Wat hebben we gedaan (hebben we gedaan wat we moesten doen) en wat heeft het per thema gekost?
10.1 Financiering op korte termijn
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het renteresultaat, dat aansluit bij de aanwe- Een positief renteresultaat is behaald. Het ren-
zige omvang van het liquiditeitssaldo in het dement op kort uitgezet geld is 1,7%. Dit per-
desbetreffende jaar en het verwachte rende- centage is lager dan de geldmarktrente korte
ment bij het uitzetten van (eigen) middelen termijn (Euribor 3, 6 en 12 maands). Het
op korte termijn of het verwachte renteper- lenen van kort geld kostte gemiddeld 2,1%.
centage bij het aangaan van leningen op
korte termijn. Verder wordt gestreefd naar
een rendement bij uitzetting dat minimaal
overeenkomt met de geldmarktrente.
Inzet van middelen
Exploitatie:
170
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 3 179 64 116 0 116
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 3 179 64 116 0 116
Baten
- Structurele programmabudgetten 972 0 180 -180 0 -180
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 972 0 180 -180 0 -180
Lasten-Baten -969 179 -117 296 0 296
Toelichting op de exploitatie
Er zijn meer rente-inkomsten en minder rente-uitgaven dan geraamd was. Er is namelijk minder
geld geleend en meer geld uitgezet. De reden hiervoor is dat vooral de investeringsuitgaven lager
waren dan geraamd. Hierover hebben wij u in de 2e Bestuursrapportage van 2005 reeds geïnfor-
meerd. In paragraaf 4, Financiering wordt dieper op deze materie ingegaan.
De vergelijking met 2004 is moeilijk te maken omdat het bedrag dat in 2004 in programma-
onderdeel 10.1 genoemd werd, in 2005 gesplitst is in 10.1 en 10.2. Over het totaal gezien is in
2005 minder aan rente-inkomsten ontvangen dan in 2004. De voornaamste reden hiervoor is dat
het volume aan liquide middelen in 2005 lager was.
Jaarverslag 2005
10.2 Financiering op lange termijn
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het renteresultaat, dat aansluit bij de aanwe- Het gemiddelde behaalde renteresultaat op uit-
zige omvang van het liquiditeitensaldo in gezette gelden is 2,8%. Dit is iets minder dan
het desbetreffende jaar en het verwachte de begrote 3%.
rendement bij het uitzetten van (eigen)
middelen op lange termijn of het verwachte
rentepercentage bij het aangaan van leningen
op lange termijn.
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 0 110 0 110 0 110
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 0 110 0 110 0 110 171
Baten
- Structurele programmabudgetten 1.298 1.617 1.583 34 0 34
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 1.298 1.617 1.583 34 0 34
Lasten-Baten -1.298 -1.507 -1.583 76 0 76
Toelichting op de exploitatie
De onderschrijding aan de lastenkant is veroorzaakt doordat geen lange termijnfinanciering nodig
was. Ten opzichte van 2004 is meer geld lang uitgezet. In paragraaf 4, Financiering wordt hierop
nader ingegaan.
10.3 Provinciale heffingen
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het opleggen van een provinciale heffing De heffing van de opcenten was per 1 april
voor de opcenten motorrijtuigenbelasting, 2005 61,0 punt. Dit is ten opzichte van
die overeenkomt met het bestuurlijke ambi- 1 januari 2005 een verhoging met 0,9 punt,
tieniveau van Provinciale Staten met inacht- zijnde de inflatiecorrectie van 1,5%.
neming van daaruit voortvloeiende belasting-
druk voor de burger.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 0 0 0 0 0 0
Baten
- Structurele programmabudgetten 33.054 35.339 35.974 -635 -116 -519
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 33.054 35.339 35.974 -635 -116 -519
Lasten-Baten -33.054 -35.339 -35.974 635 116 519
Toelichting op de exploitatie
Er is ruim 600.000 meer ontvangen aan opcenten motorrijtuigenbelasting dan begroot. De oor-
zaken zijn verschillend: groei van het aantal, ontwikkeling categorie vrijgesteld, ontwikkeling in
het gemiddelde gewicht etc. In paragraaf 1, Provinciale heffingen wordt ingegaan deze aspecten.
Van de extra opbrengst wordt een deel in de reserve Majeure Programma's en Projecten gestort
(het deel dat betrekking heeft op de opbrengst van de opcenten boven de 50,6 punt).
172
10.4 Algemene Uitkering
Gewenste resultaten Rapportage
1. Raming van de opbrengst uit het Naar aanleiding van de junicirculaire is de
Provinciefonds, die aansluit bij de circulaires begroting bijgesteld. De begroting kon niet
over het Provinciefonds van het Ministerie meer aangepast worden aan de oktobercirculai-
van Binnenlandse Zaken en re omdat deze daarvoor te laat was.
Koninkrijkrelaties.
2. Uitname Provinciefonds voor het BTW Uitname voor BTW Compensatiefonds heeft
Compensatiefonds. plaatsgevonden.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 668 272 384 -112 0 -112
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 668 272 384 -112 0 -112
Baten
- Structurele programmabudgetten 79.849 80.957 83.294 -2.337 0 -2.337
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 524 -524
Totaal Baten 79.849 80.957 83.294 -2.337 524 -2.861
Lasten-Baten -79.182 -80.685 -82.910 2.225 -524 2.749
Toelichting op de exploitatie
Provinciefonds:
De opbrengst van het provinciefonds is 1,4 miljoen hoger dan geraamd doordat budgetten voor
onder andere bodemsanering, Natuurbeschermingswet en faunabeheer naar de provincies overge-
gaan zijn. In de 1e Bestuursrapportage 2006 wordt de Begroting 2006 hiervoor aangepast.
In het saldo van 1,4 miljoen is ruim 0,4 miljoen negatief als gevolg van een lagere uitkering
van de behoedzaamheidsreserve. 173
BTW-compensatiefonds:
Het BTW-compensatiefonds heeft een positief saldo. Dit saldo is opgebouwd uit een aantal
posten. De grootste worden hier genoemd:
· Correctie in het kader van de vaarweg Delfzijl-Lemmer (Grootscheepsvaarwaters). Deze correc-
tie leidt tot een incidentele bate van 1,1 miljoen.
· De vereveningsbijdrage (wat betaald wordt) was hoger dan verwacht.
· De reserve BTW-compensatiefonds is afgemind met 0,5 miljoen omdat deze te hoog bleek
10.5 Dividenden
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het verkopen van de NUON-aandelen. Door middel van het oprichten van Falcon
Zolang verkoop niet plaatsvindt, verhoging wordt de opbrengst van de verkoop van de
van het dividend. NUON-aandelen in de tijd naar voren gehaald.
2. Deelnemen in het aandelenkapitaal van de Verantwoord is het dividend over 2004.
Bank voor Nederlandse Gemeenten en de
Nederlands Waterschapsbank.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 2.730 2.730 2.730 0 0 0
- Tijdelijke programmabudgetten 84 180 221 -41 0 -41
- Apparaatskosten 23 22 31 -9 0 -9
Totaal Lasten 2.837 2.932 2.982 -50 0 -50
Baten
- Structurele programmabudgetten 18.593 13.836 17.836 -4.000 -4.559 -4.000
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 4.559
Totaal Baten 18.593 13.836 17.836 -4.000 -4.559 559
Lasten-Baten -15.756 -10.905 -14.854 3.950 4.559 -609
Toelichting op de exploitatie
Het dividend NUON dat opgenomen is, is het dividend over 2004. Dit is een wijziging ten
opzichte van eerdere jaren. De reden hiervoor is de invoering van het BBV. Om het jaar vertra-
ging op te vangen, komt de begrote opbrengst ten laste van het niet vrij aanwendbare deel van
de algemene reserve. Omdat de werkelijke opbrengst 4,6 miljoen hoger is, wordt dit gedeelte
aangewend om het niet vrij aanwendbare deel van de algemene reserve weer aan te vullen. In de
174 toelichting op de balans wordt hierover nader ingegaan. Over deze stelselwijziging bent u geïn-
formeerd via de halfjaarrapportage over NUON.
Het verschil van 0,6 miljoen is ontstaan doordat het dividend NUON uiteindelijke lager bleek
dan geraamd en door meevallend dividend van de andere deelnemingen.
10.6 Interne financiering
Gewenste resultaten Rapportage
1. Het vastleggen van de rentebaten, die ont- Rentebaten zijn toegerekend in de vorm van
staan door de rentetoerekening aan de vaste bouwrente t.l.v. investeringen en het rentedeel
activa. van kapitaallasten van op de balans geactiveerde
investeringswerken.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 0 -49 0 -49 0 -49
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 0 -49 0 -49 0 -49
Baten
- Structurele programmabudgetten 6.719 8.061 6.891 1.169 0 1.169
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 6.719 8.061 6.891 1.169 0 1.169
Lasten-Baten -6.719 -8.109 -6.891 -1.218 0 -1.218
Toelichting op de exploitatie
Voor de afwijking zijn twee redenen aan te geven. Zoals in de programmaonderdelen 10.1 en
10.2 al vastgesteld is, zijn de uitgaven achtergebleven bij de raming. Dit geldt vooral voor de
investeringsuitgaven. Hierdoor is de rentetoerekening aan de investeringen (bouwrente) achterge-
bleven bij de raming. De tweede reden is dat de doorbelaste bouwrente één procentpunt lager is
dan begroot. Er wordt een gemiddelde, begrote bouwrente van 4,5% aangehouden. Gemiddeld
over 2005 was de rente (10 jaars fixe) 3,5%. 175
Het saldo-bedrag komt ongeveer overeen met wat verwacht werd in de 2e Bestuursrapportage.
10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen
Gewenste resultaten Rapportage
1. Onderbesteding op uitgaven mitigeren. Hiertoe zijn stelposten opgenomen.
2. Verwerking mutaties reserves 2003 volgens Sinds 2004 is het Besluit Begroting en
Comptabiliteitsvoorschriften 1995. Verantwoording van kracht. De mutaties
reserves worden nu zichtbaar gemaakt in de
programma's.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 221 760 645 115 0 115
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 221 760 645 115 0 115
Baten
- Structurele programmabudgetten -14 114 522 -408 0 -408
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 -1.077 1.077
Totaal Baten -14 114 522 -408 0 669
Lasten-Baten 235 646 123 523 1.077 -554
Toelichting op de exploitatie
Het saldo over 2005 (vóór mutaties reserves) is 0,5 positief.
De onderbesteding aan de lastenkant is ontstaan doordat uitgaven op de kostenplaatsen (overhead
en apparaatskosten) t.l.v. de reserves lager waren dan begroot.
De hogere baten zijn ontstaan door onderbesteding op de onderhoudsbudgetten van het huidige
provinciehuis. Ook is de stelpost Onderbesteding niet benut, omdat de werkelijke onderbesteding
176 plaats vindt op de diverse programmaonderdelen
Op de mutaties reserves is het saldo 1 miljoen negatief. Dit betekent dat boekingen hebben
plaatsgevonden ten laste van de exploitatie en ten gunste van de reserves:
· 1,1 miljoen vrijval van tijdelijke budgetten die gefinancierd waren uit de reserve Majeure
programma's en projecten. Deze vrijval vloeit terug in deze reserve. (t.l.v. exploitatie)
· 0,6 miljoen onttrekking van de flexibele reserve omdat het NUON-dividend te hoog
geraamd was (zie ook programma 10.5) (t.g.v. exploitatie)
· 0,4 miljoen komt, conform de afspraak met u ten gunste van de reserve (ver)nieuwbouw
provinciehuis. Dit bedrag is onderbesteed op de onderhoudsbudgetten. (t.l.v. exploitatie)
· 0,2 miljoen is het doorschuiven van budget ten gunste van het project E-docs. (t.l.v. exploi-
tatie).
10.8 Onvoorzien
Gewenste resultaten Rapportage
1. Zorgdragen voor een omvang van het bud- De voor 2005 geraamde loon- en prijsstijging
get loon- en prijsstijgingen, dat voldoende is is aan de desbetreffende budgetten toegedeeld.
om de geraamde loon- en prijsstijging finan-
cieel te kunnen dekken.
2. Voorzien in de mogelijkheid om nog niet
aan de producten toegerekende apparaats-
kosten te verantwoorden.
3. Voorzien in een budget van kapitaallasten ter Dit budget is opgeheven conform de Nota
vervanging van bedrijfsmiddelen. Bedrijfsmiddelen PW, door u vastgesteld op
14 december 2005.
Jaarverslag 2005
Inzet van middelen
Exploitatie:
Bedragen × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Mutatie Restant
2004 2005 2005 2005 reserves verschil
Lasten
- Structurele programmabudgetten 1.867 1.339 1.296 42 0 42
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
- Apparaatskosten 0 0 0 0 0 0
Totaal Lasten 1.867 1.339 1.296 42 0 42
Baten
- Structurele programmabudgetten 42 0 18 -18 0 -18
- Tijdelijke programmabudgetten 0 0 0 0 0 0
Totaal Baten 42 0 18 -18 0 0
Lasten-Baten 1.824 1.339 1.278 61 0 61
Toelichting op de exploitatie
Op 14 december 2005 heeft u de nota Afschrijvingsbeleid bedrijfsmiddelen Provinciale Waterstaat
vastgesteld. In de daarbij behorende 13e begrotingswijziging wordt stelpost Kapitaallasten
bedrijfsvoering opgeheven (0,2 miljoen). Het grootste deel van dat bedrag is samengevoegd
met de stelpost loon- en prijsstijging om de toename in de kapitaallasten, veroorzaakt door prijs-
stijgingen op te kunnen vangen.
177
Voorzieningen:
Bedragen × 1.000 Saldo per Lasten Baten Saldo per
31-12-2004 31-12-2005
Voorzieningen bestaande risico's 18 18 0 0
Voorzieningen m.b.t. van derden verkregen
middelen met specifieke besteding 0 0 0 0
Totaal 18 18 0 0
Toelichting per voorziening
De voorziening bestaande risico's heeft betrekking op de voorziening 55+-regeling. Deze voorzie-
ning is opgeheven omdat degenen die beroep deden op deze voorziening inmiddels 65 jaar zijn.
Jaarverslag 2005
Overzicht Algemene dekkingsmiddelen
Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen Begroting Begroting Tussentijdse Rekening
× 1.000 2005 2005 bijstelling 2005
voor wijz. na wijz.
Lasten
10.1 Financiering op korte termijn 0 179 179 64
10.2 Financiering op lange termijn 0 110 110 0
10.3 Provinciale heffingen 0 0 0 0
verrekende BTW -115 272 387 24
vereveningsbijdrage 0 0 0 360
10.4 Algemene uitkering -115 272 387 384
aandeelhoudersschap NUON 0 180 180 221
rente NUON 2.693 2.693 0 2.693
rente BNG 36 36 0 36
rente NWB 0 0 0 0
bedrijfsvoeringskosten 0 22 22 31
10.5 Dividenden 2.730 2.932 202 2.982
10.6 Interne financiering -49 -49 0
mutatie reserve kostenplaats 0 760 760 575
mutatie voorziening dubieuze debiteuren 0 0 0 69
voormalig personeel 1.174 1.174 0 1.296
10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 1.174 1.934 760 1.941
totaal lasten 3.790 5.379 1.589 5.370
Baten 179
10.1 Financiering op korte termijn 0 0 0 181
10.2 Financiering op lange termijn 0 1.617 1.617 1.583
Opcenten 37.047 35.339 -1.708 35.974
10.3 Provinciale heffingen 37.047 35.339 -1.708 35.974
Provinciefonds 79.262 79.036 -226 80.798
Behoedzaamheids reserve 771 900 129 488
BCF subsidiabele btw 0 1.021 1.021 2.008
10.4 Algemene uitkering 80.033 80.957 924 83.294
didivdend NUON 0 11.141 11.14 15.087
rente NUON 2.541 2.541 0 2.51
dividend BNG 129 129 0 15
dividend NWB 25 25 0 34
10.5 Dividenden 2.695 13.836 11.141 17.836
bespaarde rente reserves/voorzieningen 8.104 8.061 -43 6.891
10.6 Interne financiering 8.104 8.061 -43 6.891
onderuitputting exploitatie 114 114 0 0
mutatie reserve 0 0 0 86
mutatie reserve kostenplaats 0 0 0 424
mutatie voorziening dubieuze debiteuren 0 0 0 12
voormalig personeel 0 0 0 18
10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 114 114 0 540
totaal baten 127.993 139.924 11.931 146.300
Jaarverslag 2005
Overzicht Onvoorzien
Overzicht aanwending onvoorzien Begroting Begroting Tussentijdse Rekening
× 1.000 2005 2005 bijstelling 2005
voor wijz. na wijz.
Lasten
Stelpost loon en prijsstijging 68 164 97 0
Stelpost apparaatskosten -62 770 832 770
Stelpost kapitaallasten 253 0 -253 0
10.8 Onvoorzien 258 934 676 770
Baten
Stelpost loon en prijsstijging 0 0 0 0
Stelpost apparaatskosten 0 0 0 0
Stelpost kapitaallasten 0 0 0 0
10.8 Onvoorzien 0 0 0 0
258 934 676 770
De post onvoorzien wordt vaak gebruikt als tussenoplossing voor mutaties die op meerdere pro-
gramma's en producten betrekking hebben en die niet meer functioneel geraamd kunnen wor-
den. Het wordt niet gebruikt als dekkingsmiddel voor begrotingswijzigingen gedurende het jaar,
zoals bedoeld in het BBV.
De stelpost apparaatskosten is als bedrijfsvoeringskosten verdeeld over alle pragramma's.
180
Jaarverslag 2005
4 Paragrafen
4.1 Inleiding
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft de volgende
paragrafen voor:
1. Provinciale heffingen
2. Weerstandsvermogen
3. Onderhoud kapitaalgoederen
4. Financiering
5. Verbonden Partijen
6. Grondbeleid
7. Bedrijfsvoering.
De Financiële verordening (2005, artikel 3 lid 3) schrijft drie extra paragrafen voor:
8. Inhuur externe adviseurs
9. Handhaving
10. Majeure programma's en projecten.
De paragrafen lichten de beleidslijnen toe van beheersmatige aspecten met grote financiële
invloed, met grote politieke betekenis of van aanzienlijk belang voor de realisatie van beleids-
programma's.
In de methodiek van begroten en verantwoorden zijn de paragrafen in dit Jaarverslag 2005 een
`spiegel' van die in de Begroting 2005.
Met uw Staten hebben wij echter afgesproken dat inmiddels doorgevoerde verbeteringen in de 181
paragrafen worden meegenomen. In de Begroting 2006 hebben wij enkele kwalitatieve verbete-
ringen aangebracht.
4.2 Paragraaf 1 Provinciale heffingen
Algemeen
De provincie kent verschillende bronnen van inkomsten. Eén van die bronnen betreft provinciale
heffingen. Hieronder verstaan we, in afnemende volgorde van omvang:
· opcenten op de motorrijtuigenbelasting (houderschapsbelasting motorvoertuigen);
· grondwaterbelasting;
· leges.
Deze worden hieronder achtereenvolgens toegelicht. Het totaalbedrag aan heffingen bedraagt
ongeveer 10 procent van de exploitatie-inkomsten.
Opcenten Motorrijtuigenbelasting
Jaarlijks stelt het Rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de Motorrijtuigen-
belasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 april van het volgende belastingjaar. Het
verschil tussen dit maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief
voor de opcenten bepaalt de `vrije capaciteit', ofwel de onbenutte ruimte die de provincie heeft
tot verhoging van haar inkomsten.
Voor de periode 1 april 2004 - 1 april 2005 gold een maximum van 94,7 punten en voor de
periode 1 april 2005 - 1 april 2006 een maximum van 99,0 punten. De Friese heffing bedroeg
resp. 60,1 en 61,0 punten. De verhoging per 1 april 2005 van 0,9 punt is bedoeld als een in-
flatiecorrectie, waartoe door de Staten is besloten bij de vaststelling van de Begroting 2005.
Jaarverslag 2005
Aan opbrengst is in 2005 ontvangen 35,97 miljoen terwijl 35,34 mln. was geraamd. De
afwijking is een gevolg van de werkelijke ontwikkeling van de groei van het wagenpark in aantal
en gewicht gedurende het jaar, ten opzichte van de prognose.
Het tarief van Fryslân ligt onder het gemiddelde van de overige provincies (zie grafiek).
Als aanvulling hierop dient nog te worden vermeld dat in de Friese heffing een tijdelijke verhoging
is begrepen van 8 opcenten voor de periode vanaf 1 april 2003.
Provinciale opcenten
120,0
100,0
80,0
60,0
40,0
Aantal opcentenAantal opcenten 20,0
0,0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 jaar
182 opc. Fryslân gem. 12 prov wettelijk toegestaan
De onbenutte belastingcapaciteit in opcenten bedraagt per 1 april 2005 dus 38,0 punten (99,0
61,0 punten). Ter indicatie van de ruimte geldt als richtlijn dat één punt verhoging der opcenten in
2005 circa 595.000 aan jaaropbrengsten met zich brengt. Daarmee komt de onbenutte belasting-
capaciteit in Euro's en bedrag van 22,6 miljoen (zie ook in de paragraaf Weerstandsvermogen).
Naast de eerder genoemde inflatiecorrectie, zorgen de autonome groei van het wagenpark én de
toename van het gemiddelde wagengewicht voor een hogere opbrengst.
Als illustratie is hieronder aangegeven het toegenomen wagengewicht, in relatie met de progres-
sie in de gewichtsklassen.
jaarultimo: 2001 2002 2003 2004 2005
% aandeel wagenpark > 1050 kg: 50,7 54,2 57,4 60,0 62,3
totaal aantal personenauto's * 1000: 241 246 248 250 256
De hiergenoemde aantallen auto's betreffen de aantallen tegen vol tarief; het aantal vrijgestelde
auto's (van meer dan 25 jaar oud, dan wel handelsvoorraad) is over deze jaren opgelopen van
8.000 tot ruim 18.000.
In dit overzicht begrepen zijn de auto's tegen 1/4-tarief (voornamelijk campers) en motoren,
waarmee een bedrag is gemoeid van 577.000.
In de `Rekening in één oogopslag' wordt een overzicht gegeven van de opbrengsten per auto
voor vier gangbare gewichtsklassen over de jaren 2001-2005. Ter illustratie van het gecombineer-
de effect van de toenames van `gewicht' en `tarief' geven wij het ook hieronder weer.
Opbrengsten per auto voor vier gangbare gewichtsklassen, waarbij de klasse met de hoogste
opbrengst vet is gedrukt. Voor het jaar 2005 is hierin nog geen rekening gehouden met hogere
opbrengsten uit de grijze kentekens uit hoofde van de veranderde regelgeving.
Jaarverslag 2005
Opbrengst per auto (bedragen × 1) 2001 2002 2003 2004 2005
gewichtsklasse 951-1.050 kg 93,0 93,0 107,0 110,0 111,0
gewichtsklasse 1.051-1.150 kg 116,0 116,0 135,0 138,0 140,0
gewichtsklasse 1.151-1.250 kg 140,0 140,0 162,0 166,0 169,0
gewichtsklasse 1.251-1.350 kg 163,0 163,0 189,0 194,0 197,0
Grondwaterbelasting
Op het onttrekken van grondwater wordt een heffing geheven. Deze bevoegdheid is toegekend
aan de provincies op basis van artikel 48 van de Grondwaterwet. Het waterschap verzorgt de uit-
voering, bij de provincie wordt de opbrengst verantwoord. De wet en de daarop gebaseerde
Algemene Maatregel van Bestuur geven nauwkeurig aan waar de opbrengst van de heffing aan
mag worden besteed. Dit is beperkt tot onderzoek dat verband houdt met grondwaterbeheer, en
activiteiten noodzakelijk om schade als gevolg van grondwaterwinning te kunnen onderzoeken,
bepalen, vaststellen en uitbetalen.
De provinciale `Verordening op de heffing en invoering van de grondwaterheffing' bepaalt de
omvang van de heffing. Deze heffing bedraagt ruim 1,1 eurocent per m3 gewonnen grondwater
voor heffingspichtige onttrekkers. In 2005 is 672.000 ontvangen (begroot: ruim 670.000).
Leges
Leges worden geheven voor diverse activiteiten. Dit zijn activiteiten op het gebied van informatie-
verstrekking (nota's, kopieën van stukken etc.) en vergunningen en ontheffingen. In maart 2005
zijn de tarieven verhoogd met de prijspeilaanpassing. Op 14 december 2005 hebt u de nota 183
Actualisatie legesverordening vastgesteld. In die nota is het belanghebbende-aspect beleidsuitgangs-
punt voor de tarieven. Dit betekent dat met ingang van 2006 niet alle tarieven kostendekkend zijn.
De gerealiseerde opbrengst 2005 bedraagt ongeveer 165.000. In de Begroting 2005 (waarin het
belanghebbende-aspect nog niet beleidsuitgangspunt voor de tarieven vormde) was 150.000
opgenomen.
4.3 Paragraaf 2 Weerstandsvermogen
1. Weerstandsvermogen en Weerstandscapaciteit
Het weerstandsvermogen is gedefinieerd als de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico's.
Men kan het weerstandsvermogen zien als de `mate van robuustheid' van de financiële positie.
De weerstandscapaciteit omvat de middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt of
kan beschikken om niet begrote, onverwachte en substantiële kosten te dekken.
De risico's omvatten alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen kunnen worden
gevormd omdat ze niet kwantificeerbaar zijn, of die niet tot afwaardering hebben geleid, en die
van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal en de financiële positie.
Over de beleidslijn inzake noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit in relatie tot de risico's mer-
ken wij het volgende op.
De vrij besteedbare ruimte dient voldoende dekking te bieden voor een redelijkerwijs te verwach-
ten samenloop van risico's in het komende begrotingsjaar. De minimaal noodzakelijk geachte
omvang van de algemene reserve wordt bepaald door de financiële inschatting van het totaal van
de risico's, die in de risicoparagraaf zijn opgenomen. In de Nota Reserves en Voorzieningen, die
op 15 december 2004 door u is vastgesteld, is opgenomen dat deze inschatting plaats vindt in
het kader van het risicomanagement. Het project risicomanagement loopt momenteel. Naar ver-
wachting (zie onder `Beleid risico's', hieronder) zullen wij begin 2007 een eerste inschatting
Jaarverslag 2005
hebben van de benodigde minimale omvang van het niet vrij aanwendbare deel van de algemene
reserve.
In afwachting van de uitkomsten van deze eerste inschatting achten wij momenteel de omvang
van de weerstandscapaciteit voldoende.
Hieronder wordt ingegaan op het beleid achter weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit.
Daarna volgt een overzicht van de risico's, met uitzondering van risico's die behoren tot de nor-
male bedrijfsvoering.
2. Beleid met betrekking tot weerstandscapaciteit en risico's
· Beleid weerstandscapaciteit
Voor het afdekken van niet begrote uitgaven wordt volgens het provinciale beleid in eerste
instantie een beroep gedaan op de aanwezige algemene reserve. De algemene reserve is daartoe
opgesplitst in een basisreserve en een vrij aanwendbaar deel van de algemene reserve (VAR).
Primair wordt er een beroep op de VAR gedaan. De basisreserve wordt slechts in uiterste gevallen
benut. Deze is, conform besluitvorming van Provinciale Staten, slechts op incidentele basis
beschikbaar voor zeer uitzonderlijke situaties.
De omvang van deze basisreserve is gedaald van 14 miljoen naar 6 miljoen.
Dit is het gevolg van de stelselwijziging als gevolg van het BBV, die onder andere inhoudt dat
vanaf 2005 het kasstelsel wordt gehanteerd. Het NUON-dividend over 2005 moet daardoor
worden verantwoord in 2006, wat er toe leidt dat er in 2005 geen dividend wordt verwerkt.
Daarom vindt er in 2005 een eenmalige correctie plaats van bijna 8 miljoen (het bedrag waar-
184 voor het dividend in de Begroting 2005 was opgenomen) ten laste van het niet vrij aanwendbare
deel van de algemene reserve.
In afwachting van onze eerste, op risicomanagement gebaseerde inschatting van de benodigde
minimale omvang van de algemene reserve verhogen wij het niet vrij aanwendbare deel van deze
algemene reserve tot 5% van het totaal van de lasten van de programma's, verminderd met de
doeluitkeringen. Deze 5% komt uit op 8,9 miljoen. Het verschil tussen de benodigde
8,9 miljoen en de aanwezige 6 miljoen, te weten 2,9 miljoen, willen wij dekken met het
extra dividend van NUON over 2005. Wij lichten een en ander verder toe bij de jaarrekening
2005 onder de toelichting op de balans.
Jaarlijks stelt het Rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de Motorrijtuigen-
belasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 april van het volgende belastingjaar. Het ver-
schil tussen het maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief
voor de opcenten bepaalt de vrije of onbenutte belastingscapaciteit.
Voor de periode 1 april 2004-1 april 2005 gold een maximum van 94,7 en voor de periode
1 april 2005-1 april 2006 een maximum van 99,0 punten. De Friese heffing bedroeg respectie-
velijk 60,1 en 61,0 punten. De verhoging per 1 april 2005 met 0,9 punt is bedoeld als inflatie-
correctie, waartoe uw Staten hebben besloten bij de vaststelling van de Begroting 2005.
Daarmee bedroeg de onbenutte belastingcapaciteit per 31 december 2005 38,0 punten of onge-
veer 22,6 miljoen op jaarbasis. Deze onbenutte belastingcapaciteit kan worden beschouwd als de
structurele component van de weerstandscapaciteit. Deze is permanent inzetbaar voor het opvangen van tegen-
vallers in de lopende exploitatie, zonder de uitvoering van bestaande taken in gevaar te brengen.
De eerder genoemde, andere componenten vormen in deze optiek de incidentele weerstandscapaciteit. Dit
is het vermogen om éénmalige tegenvallers en calamiteiten op te vangen zonder beïnvloeding
van de voortzetting van taken op het bestaande niveau.
Ook stille reserves kunnen worden opgevoerd als een mogelijkheid tot het opvangen van tegenval-
lers. Stille reserves zijn de meerwaarden van direct verkoopbare activa, waarvan de verkoop-
waarde hoger is dan de boekwaarde. Hierbij valt te denken aan de dienstwoningen die in het
Jaarverslag 2005
bezit zijn van de provincie (waarde momenteel circa 4 miljoen), of aan aandelen in Bank
Nederlandse Gemeenten en Waterschapsbank.
De waarde van de stille reserves hangt af van de opbrengst bij verkoop. Zolang de inzet van deze
`reserves' niet aan de orde is, worden ze niet expliciet in geld gewaardeerd.
De stille reserves worden in dit jaarverslag 2005 als `P.M.'-post meegenomen in de inschatting
van weerstandscapaciteit en -vermogen.
Het overzicht van de weerstandscapaciteit per ultimo van het jaar ziet er als volgt uit:
Weerstandscapaciteit, 31 december 31 december 31 december
miljoenen (op kasbasis) 2003 2004 2005
Incidentele weerstandscapaciteit: 44,9 25,7 24,1
Basisreserve 14,0 14,0 6,0
Vrij aanwendbare algemene reserve 21,4 8,5 10,5
Rekeningsaldo 9,5 3,2 7,6
Structurele weerstandscapaciteit: 17,2 19,5 22,6
Onbenutte belastingcapaciteit 17,2 19,5 22,6
Totale weerstandscapaciteit 62,1 45,2 46,7
Stille reserve P.M. P.M. P.M.
(bronnen: ultimo 2003, 2004 en 2005: jaarrekening 2003, 2004 en 2005.)
Om conclusies te trekken over de financiële positie per 31 december 2005 dient rekening te
worden gehouden met de al aangegane verplichtingen. Er wordt dan gekozen voor een benade-
ring op transactiebasis. Doordat er al verplichtingen rusten op een aanzienlijk deel van de VAR, ont- 185
staat er een aanmerkelijk minder gunstig beeld dan op het eerste gezicht uit bovenstaande tabel
op kasbasis naar voren komt. De Wet Financiering Decentrale Overheden schrijft de bepaling op
kasbasis voor.
De vrij aanwendbare financiële ruimte bedroeg per 31 december 2005 op transactiebasis
8,9 miljoen (VAR 1,3 miljoen plus rekeningsaldo 7,6 miljoen). Per 31 december 2004
bedroeg deze vrij aanwendbare ruimte 11,1 miljoen. Ze is in het jaar 2005 dus afgenomen met
2,2 miljoen.
De vrije (aanwendbare) ruimte op transactiebasis over een aantal jaren geeft het volgende beeld:
Vrije ruimte 31 december 31 december 31 december 31 december
in mln. (op transactiebasis) 2002 2003 2004 2005
VAR 18,6 4,2 7,9 1,3
Rekeningsaldo 8,2 9,5 3,2 7,6
Vrij aanwendbare ruimte 26,8 13,7 11,1 8,9
Basisreserve 12,5 14,0 14,0 8,9
Totale vrije ruimte 39,3 27,7 25,1 17,8
Uit het overzicht blijkt dat de vrij aanwendbare ruimte van 2002 op 2003 minder werd. Dat is
voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat 6 miljoen aan middelen van de Stichting Fonds
Nazorg Stortplaatsen per 31 december 2002 nog wèl, en vanaf 2003 nièt meer in de reserves
zijn meegenomen.
De afname van de vrij aanwendbare algemene reserve per 31 december 2005 (per saldo) wordt
verklaard uit verplichtingen die voortvloeien uit de door u vastgestelde begrotingswijzigingen
2005 (tot en met de veertiende).
Jaarverslag 2005
· Beleid risico's
In 2005 is intensief gewerkt aan een meer integrale benadering van het risicomanagement
binnen de provincie Fryslân.
Voor alle afdelingen is een initiële risicoanalyse uitgevoerd in de vorm van een `quick-scan'.
Hierbij zijn per afdeling de risico's, de huidige beheersmaatregelen en mogelijke verbetermaat-
regelen geïnventariseerd. Het betreft hier financiële, beleidsmatige en juridische aspecten. De
resultaten van deze `quick-scans' zijn besproken met en overgedragen aan de afdelingshoofden.
Hiermee is de basis gelegd voor een jaarlijkse risicoanalyse, uit te voeren door de afdelingshoof-
den zelf. Over de resultaten van deze risicoanalyse en de maatregelen die hieruit voortvloeien,
zullen de afdelingen met ingang van 2006 expliciet rapporteren in de afdelingsrapportages. Het
risicomanagement binnen de provincie Fryslan is op deze manier ingebed in de Planning &
Control cyclus. Hiermee wordt beoogd dat de afdelingen bewuster invulling geven aan het risico-
management en expliciet risico's inventariseren en beoordelen, en maatregelen treffen om deze
risico's te reduceren. Tevens wordt hiermee een basis gelegd voor een verdere kwantificering van
de risico's in relatie tot het weerstandsvermogen van de organisatie. Ten slotte dienen de resul-
taten van de risicoanalyses per afdeling als input voor onder andere het Auditplan.
Met het Auditplan en de uitvoering daarvan wordt invulling gegeven aan de verplichting volgens
de financiële verordeningen om onderzoek uit te voeren naar de rechtmatigheid, doelmatigheid
en doeltreffendheid van de provinciale organisatie. Dit onderzoek, in de vorm van audits, dient
als belangrijke basis voor het afleggen van verantwoording van GS aan PS. Tevens leveren de ver-
betermaatregelen die voortvloeien uit de audits een bijdrage aan het beperken van risico's en aan
186 het verbeteren van de inrichting en werking van beheers- en bedrijfsvoeringprocessen.
Tegenwoordig werken wij met een op risicomanagement gebaseerd integraal auditplan voor alle
afdelingen, dat een toetsende rol vervult op het gebied van rechtmatigheid, doelmatigheid en
doeltreffendheid.
Daarbij wordt periodiek getoetst of in het kader van interne beheersingsmaatregelen de systemen
van interne controle en risicobeheersing in de organisatie adequaat zijn en effectief hebben
gewerkt. Aanbevelingen worden daarbij gedaan ter verbetering van de interne beheersing van
processen.
Met betrekking tot de risico's vindt sinds 2005 periodiek per programma in bestuurs- en mana-
gementsrapportages terugkoppeling plaats over eventuele herziening van risico-inschatting.
Het beleid rond het opnemen van risico's in de risicoparagraaf is, dat alle risico's worden opge-
nomen die mogelijk tot een financiële claim kunnen leiden. Een ondergrens van
50.000 per risico wordt hierbij in acht genomen.
3. De afzonderlijke risico's
De risico's omvatten alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen kunnen worden
gevormd omdat deze niet kwantificeerbaar zijn, of die niet tot afwaardering hebben geleid.
Wij hebben diè risico's opgenomen, die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de
balans of de financiële positie van de provincie Fryslân. Risico's die behoren tot de normale
bedrijfsvoering worden niet in de risicoparagraaf opgenomen.
Voor een logische aansluiting bij het Programmaplan van de begroting is in het risico-overzicht
per risico aangegeven op welk beleidsprogramma het betrekking heeft. Voor niet genoemde
beleidsprogramma's zijn geen relevante risico's onderkend.
In het begin van deze paragraaf is aandacht besteed aan het achterliggende beleid met betrekking
tot risicomanagement en is een indicatie gegeven van de weerstandscapaciteit. In dit deel van de
paragraaf gaan we in op de mate waarin de onderkende risico's zich feitelijk hebben voorgedaan.
Jaarverslag 2005
Wij constateren, dat zich bij het grootste deel van de onderkende risico's uit de Begroting 2005
géén ontwikkelingen hebben voorgedaan, die hebben genoopt tot uitgaven of verplichtingen ter
leniging van die risico's.
In onderstaande tabel zijn de risico's samengevat. Tevens zijn erin de risico's genoemd, die we
hebben onderkend in het Jaarverslag over 2004 (`JV4') en in de Begroting 2006 (`B6').
Immers, de inventarisaties daartoe zijn van recentere datum dan die voor Begroting 2005 (`B5').
Toelichtende beschrijvingen zijn opgenomen in deze drie documenten (in Paragraaf 2 Weer-
standsvermogen, onderdeel (De afzonderlijke) Risico's).
Risico Programma Zich voorgedaan Onderkend in
in 2005? B5 JV4 B6
Rechtsgedingen Bestuur en Veiligheid Nee X X X
Tijdelijke referendumwet Bestuur en Veiligheid Nee, vervalt X X X
Nutsbedrijven Verkeer en Vervoer Nee X X X
Brug Rogsloot te Warten Verkeer en Vervoer Nee, vervalt X X
Controle belastingdienst op
naleving Wet belastingen
op milieugrondslag (Wbm) Verkeer en Vervoer Nee X X
Geluidswal te Lemmer Milieu Procedure X X X
afgerond; vervalt
Repressieve handhaving Milieu Nee X
Wet milieubeheer
Besluit Financiële Zekerheid Milieu Nee X
Nazorg gesloten stortplaatsen Milieu Nee X X X 187
IBF Economie, Recreatie en Toerisme Nee, vervalt X X X
Budget Locatiegebonden Subsidies Ruimte Nee
Opbrengsten motor- Algemene Dekkingsmiddelen Nee, vervalt X X X
rijtuigenbelasting
Westerbaan (faillissement) Algemene Nee X X X
Dekkingsmiddelen
Borgstellingen en verstrekte Algemene Dekkingsmiddelen Risico is nihil/ X X X
geldleningen theoretisch
Europese programma's Over diverse programma's heen Nee X X X
Enkele risico's, die we indertijd hebben onderkend, kunnen we inmiddels schrappen. De feitelijke
omstandigheden waardoor ze hadden kunnen optreden, zijn niet meer actueel. Dit betreft:
· Tijdelijke referendumwet: De onderkende risico's uit hoofde van de tijdelijke referendum-wet
zijn al bij aanvang van het verslagjaar vervallen omdat de wet met ingang van 1 januari 2005
is ingetrokken.
· Brug Rogsloot te Warten: Dit risico was in de Begroting 2005 niet onderkend, en wordt nu
weer van de lijst afgevoerd. Er is geen sprake van een risico voor de provincie. De sterkte van
de brug voldoet niet aan de belastingklasse die op de weg verwacht kan worden. Op verzoek
van de provincie heeft de gemeente Boarnsterhim, als bevoegd gezag, daarom een verkeersbe-
sluit genomen zodat verkeer zwaarder dan 30 ton niet meer van de brug gebruik mag maken.
· IBF (International Businesspark Fryslân): De provincie Fryslân is per 31 december 2004 uit de
CV/BV IBF getreden. De akten van uittreding als vennoot uit de CV, en overdracht van aande-
len in de BV aan de gemeente Heerenveen, zijn in februari 2005 notarieel afgehandeld met
31 december 2004 als ingangsdatum met terugwerkende kracht.
· Opbrengsten motorrijtuigenbelasting: De registratie van gegevens voor de motorrijtuigenbe-
lasting wordt uitgevoerd door het Centraal Bureau Motorrijtuigen (CBM) en is daarmee een
verantwoordelijkheid van het Rijk. Het CBM int de provinciale opcenten en draagt deze aan de
provincies af. De provincies hebben geen controlemogelijkheden op deze afdrachten en zijn
daarmee afhankelijk van de gegevens van het CBM. Omdat de kwaliteit van de informatie over
Jaarverslag 2005
de ontvangen opcenten per provincie niet geheel gewaarborgd is, blijft er enige onzekerheid
bestaan over de juistheid en volledigheid van de ontvangen opcenten. Wij stellen vast, dat dit
risico feitelijk tot de reguliere bedrijfsvoering moet worden gerekend, en nemen het daarom
voortaan niet meer op in de risicoparagraaf.
Eén punt is in het verslagjaar afgehandeld:
· Geluidswal Lemmer: Het arrest van het Gerechtshof Leeuwarden (uitspraak 13 juli 2005) is
`uitvoerbaar bij voorraad', hetgeen betekent dat moet worden betaald. Op 19 juli 2005 heeft
De Vries Joure de rekening ter grootte van 150.481,66 bij ons ingediend. De Vries Joure is
niet in cassatie gegaan bij de Hoge Raad.
De Provincie heeft de rekening inmiddels voldaan. De verzekeraar Centraal Beheer heeft de
provincie betaald met uitzondering van het gedeelte dat voor eigen risico van de Provincie
komt, te weten: 9.977,85. De zaak is hiermee afgesloten.
Tot slot is er één risico toegevoegd:
· Besluit locatiegebonden subsidies, dit valt onder programma 9 (Ruimte).
Wij zijn voor het Rijk budgetbeheerder van de BLS-gelden (Budget Locatiegebonden
Subsidies). De gemeenten in de stadsregio Leeuwarden kunnen daar een beroep op doen. Er is
door ons een eindrapport opgesteld voor de periode 1994 tot en met 2004.
Voor de eindafrekening met VROM is een accountantsverklaring opgesteld. Daarin is geconsta-
teerd dat er rechtmatig is gehandeld. Wel is door de accountant een kanttekening geplaatst bij
twee projecten met een totaal bedrag van 88.750, die door de provincie zijn afgerekend op
grond van in de ogen van de accountant onvolledige accountantsverklaringen van de gemeen-
ten. De provincie loopt daarmee het risico dat dit bedrag door het Rijk wordt teruggevorderd.
188 Daarnaast is er discussie over de juistheid van de prestaties. De accountants onthouden zich
van een oordeel daarover. Deze prestaties zijn gebaseerd op CBS cijfers. Er is niet controleer-
baar om welke adressen het gaat.
4.4 Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen
In deze paragraaf gaan we in op het beleid voor het onderhoud van de provinciale infrastructuur,
gebouwen en opstallen.
1. Infrastructuur
De provinciale infrastructuur vormt het belangrijkste onderdeel van de kapitaalgoederen.
In 2005 is de nota `Strategisch onderhoudsbeleid provinciale infrastructuur' afgerond. Op 18 mei
2005 heeft u deze voorlopig vastgesteld en hiermee gekozen voor onderhoudsscenario 2 als rich-
tinggevend voor de uitwerking.
In de nota `Strategisch onderhoudsbeleid provinciale infrastructuur Toelichting scenario 1 en 2'
zijn onderhoudsscenario 1 en 2 uitgewerkt. Op 1 februari 2006 hebt u deze nota vastgesteld,
waarbij u hebt besloten voor scenario 2 als leidraad voor het onderhoud vanaf 2007.
Scenario 2 (`differentiatie in kwaliteit') gaat uit van een onderhoudsniveau, dat is aangepast aan
het belang van de te onderhouden voorziening en sluit aan op de provinciale beleidsdoelen, en
ondersteunt deze. Scenario 1 (`doelmatig onderhoud') vormt een voorzetting van het huidige
onderhoudsbeleid, constructief veilig en functioneel, zonder strijdig te zijn met andere beleids-
doelen.
De finale dekking wordt afgewogen bij de Kaderbrief 2007, besluitvorming daaromtrent vindt
plaats met de Begroting 2007.
Naast de structurele kosten van het onderhoudsbeleid zijn ook incidentele investeringen in beeld
gebracht, deze zijn noodzakelijk om het onderhoud op de genoemde niveaus te kunnen brengen.
Het uitvoeren van deze incidentele investeringen (via de Kaderbrief en Begroting 2007) vormt
Jaarverslag 2005
een essentiële voorwaarde voor het toekomstige onderhoud. De berekende onderhoudskosten zijn
namelijk gebaseerd op de aanname dat de achterstanden worden opgeheven.
Tot op heden stuurt de uitvoeringsorganisatie op een rationele, doelmatige werkwijze, gebaseerd
op het beschikbare budget, technische afwegingen en wettelijke kaders.
Bij het opstellen van de nota `Strategisch onderhoudsbeleid provinciale infrastructuur' is met
name aandacht besteed aan de keuzes die in het onderhoud te maken zijn en welke onderhouds-
scenario's naast het `functioneel-technische' scenario geboden kunnen worden. Een belangrijke
omslag daarbij is dat het onderhoud beschreven is vanuit de te leveren prestatie en niet vanuit de
te nemen maatregelen.
Dit heeft meerdere voordelen. Het is voor niet-beheerders veel inzichtelijker en transparanter wat
de uitgangspunten van het beleid zijn. Daarbij zijn de behaalde prestaties goed te meten en
monitoren. De evaluaties dragen weer bij aan het de transparantheid van het beleid en bieden
een nieuwe basis voor toekomstige besluiten. Van veel belang hierbij is, dat de ermee gemoeide
financiële consequenties daarbij zichtbaar worden.
Met betrekking tot de relaties met de programmadoelstelling merken wij op, dat er een direct
verband is met het programma Verkeer & Vervoer (programma 2).
2. Gebouwen
Een relatief gering aandeel in de kapitaalgoederenvoorraad wordt gevormd door de gebouwen: de
huisvesting, waaronder Provinsjehûs, districtskantoren en overige opstallen waaronder dienst-
woningen.
189
Provinsjehûs
Op 22 juni 2005 hebben uw staten groen licht gegeven voor uitvoering van de (ver)nieuw-
bouw van het Provinsjehûs (Bouwurk) en de hieraan gekoppelde realisering van de tijdelijke
huisvesting. Voor de tijdelijke huisvesting is gekozen voor de EKP-locatie (voormalige expeditie-
knooppunt KPN) aan de Snekertrekweg te Leeuwarden. Daarnaast hebben uw staten ons de
opdracht gegeven tot overleg met marktpartijen teneinde een parkeervoorziening te realiseren. Bij
deze opdracht zijn de panden Hege en Wite Hûs betrokken. Ten slotte is bij de behandeling van
Bouwurk de nota afschrijvingsbeleid vastgesteld.
In verband met de besluitvorming in het kader van Bouwurk is het onderhoud aan de drie pro-
vinciale kantoorgebouwen in Leeuwarden geminimaliseerd. Het onderhoud heeft zich beperkt tot
zogenaamd klein noodzakelijk onderhoud, dat uit jaarlijkse exploitatiebudgetten kan worden
bekostigd. Het budget Groot Onderhoud behoefde niet te worden aangewend voor het
Provinsjehûs, Wite en Hege Hûs. Zoals aangegeven in het statenvoorstel dat op 22 juni 2005 is
behandeld, wordt dit budget net als andere lopende exploitatiebudgetten, ingezet voor de dek-
king van kosten van de aanstaande verhuizing naar de tijdelijke locatie, de exploitatie van de tij-
delijke locatie, sloopkosten ten behoeve van de (ver)nieuwbouw en afboekingen van voorzienin-
gen op de huidige locatie.
3. Districtskantoren en steunpunten
De districtskantoren en steunpunten (programma 2, Verkeer en Vervoer) zijn technisch gezien in
een goede staat van onderhoud. In 2005 heeft een extern bureau alle bedrijfsgebouwen (uiteen-
lopend van kantoren tot opslagloodsen) van de sector PW onderzocht. Belangrijkste conclusie van
het onderzoek was dat van achterstallig onderhoud niet gesproken kan worden en dat de jaarlijk-
se kosten binnen de reguliere budgetten kunnen worden opgevangen.
Jaarverslag 2005
Dienstwoningen
De provincie is eigenaresse van 28 (voormalige) dienst- en sluiswachterswoningen. Voor zeven
daarvan geldt een woonplicht. Voor de overige woningen is de woonplicht voor bedieningsper-
soneel opgeheven en omgezet in een huurcontract. Daar waar mogelijk worden deze woningen
verkocht aan zittende huurders of derden zodra de huurders vertrekken. Een aantal woningen
heeft echter een zodanige verwevenheid met de kunstwerken dat de woningen niet kunnen wor-
den verkocht. Ook is aan een aantal woningen een cultuurhistorische waarde toegekend. Eind
december 2004 is de woning in Rottum verkocht. In 2005 zijn geen woningen verkocht.
De woningen hebben geen boekwaarde meer. Het achterstallig onderhoud is weggewerkt. De
kosten van de woningen worden (gedeeltelijk) gedekt door de huuropbrengsten.
4.5 Paragraaf 4 Financiering
1. Inleiding
Ons treasurybeleid is erop gericht binnen alle wettelijke voorschriften en de financiële mogelijk-
heden van de provincie Fryslân een optimaal rendement te verkrijgen en de lasten zo veel moge-
lijk te reduceren.
Om hierbij de risico's zo goed mogelijk te beheersen zijn er in het Treasurystatuut kaders en
richtlijnen vastgelegd op de gebieden van risicobeheer, financiering, werkkapitaalbeheer, rappor-
tage en verantwoording, bevoegdheden en controles. In het Treasurystatuut gaan wij in op het
beheer van de financiële middelen. Daarmee voldoen wij aan artikel 15 van de Financiële veror-
dening 2005, dat de vastlegging van het beleid rond de financieringsfunctie betreft. U hebt het
190 herziene Treasurystatuut vastgesteld op 14 december 2005, waarbij de herziening onder andere is
ingegeven door aanpassing aan de huidige wetgeving. Dit heeft vooral betrekking op de gewij-
zigde Provinciewet en de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido). Het Treasurystatuut
fungeert samen met de Wet Fido als belangrijkste kader bij het prudent en verantwoord beheren
van de financiële middelen van de provincie.
In deze paragraaf gaan wij in op de verschillende aspecten van het beheer van de financiële
middelen, zoals dat in 2005 heeft plaatsgevonden.
Voor een goede vergelijking tussen begroting en realisatie zijn twee componenten belangrijk. De
eerste component betreft de omvang van de gemiddelde liquiditeiten; deze wordt besproken onder
het kopje `Ontwikkeling van het financieringssaldo'. De tweede component is het verschil tussen
de geraamde rentepercentages in de begroting 2005 en de werkelijke (markt)percentages. De per-
centages worden besproken onder het kopje `Financiering en belegging'. Beide componenten zijn
van invloed op het rendement van de uitgezette gelden. Aan het eind van deze paragraaf gaan
wij kort in op het risicobeheer.
Zoals hieronder naar voren komt, zijn over het jaar 2005 aanmerkelijk minder bestedingen gerea-
liseerd dan voorzien. Ten aanzien van de voortgang van de investeringsprojecten, en de realisatie
van projecten die worden gefourneerd uit tijdelijke budgetten, was begroot dat zij in de tweede
helft van het jaar tot een oplopend negatief financieringssaldo zouden leiden. Dit blijkt zich nog
niet te hebben voorgedaan: het verschil met de raming bedraagt circa 45 miljoen.
Vanzelfsprekend is dit van invloed op het verloop van de rentelasten/-baten.
2. Ontwikkeling van het financieringssaldo
Onder het financieringssaldo wordt het saldo liquide middelen op kasbasis op enig moment ver-
staan. De verwachting was dat zich gedurende het jaar 2005 een afname in het financieringssaldo
zou gaan voordoen. Hieraan is door de treasuryfunctie in 2005 extra aandacht geschonken. In
onderstaande grafiek staat de ontwikkeling van het financieringssaldo.
Jaarverslag 2005
Grafiek 1 verloop liquide middelen 2005 per 1e v/d maaand
15
10 5,4
5
-
5-
10- -7,6
1 miljoen1 miljoen** 15-
20-
25-
30-
35-
40-
45- -52,2
50-
55-
jan-05 feb-05 mrt-05 apr-05 mei-05 jun-05 jul-05 aug-05 sep-05 okt-05 nov-05 dec-05 jan-06
Maand
Begroot liquiditeitenverloop liquide middelen Begroting 2006 191
nul-lijn
1) Totaal Liquide middelen (exclusief kasgeldleningen, beleggingen, geldlening gem. Heerenveen)
Omvang
Op 1 januari 2005 was het saldo 5,4 miljoen positief (Begroting 2006, blz. 142). Dit bedrag is
het saldo van 77,4 miljoen minus de lening aan Heerenveen in verband met IBF (ter grootte
van 22,0 miljoen) en minus de uitzetting van 50 miljoen (zie onderdeel 3).
Op 31 december 2005 was het saldo aan liquide middelen 7,6 miljoen negatief. Aan kasgeld-
lening was eind 2005 13 miljoen opgenomen. Ook in dit saldo zijn de lening aan de gemeente
Heerenveen en de uitzetting verwerkt.
Verwacht werd een saldo van 52 miljoen negatief (Begroting 2006, blz. 143) aan het eind van
2005. Het verschil is ongeveer 45 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat gelden
uit tijdelijke budgetten (investeringen) niet zijn uitgegeven. Met de daarmee gepaard gaande ver-
schuiving van het kasritme is 30 miljoen doorgeschoven naar 2006. De investeringsuitgaven
zijn door verschillende oorzaken (onder andere vertraging door procedures) achtergebleven.
3. Financiering en belegging
Op de korte en middellange beleggingen is een gemiddeld jaarrendement behaald van 2,8%. Het
rendement op het kort uitzetten van geld is lager, namelijk 1,7% (afspraak voor de creditvergoe-
ding op de bankrekening). Het rendement op de middellange beleggingen is uitgekomen op
2,9%. Door het gewijzigde beleggingsbeleid per 2004 is het gemiddelde rendement gestegen van
2,5% in 2004 naar 2,8% in 2005.
Jaarverslag 2005
De middellange beleggingen, tussen de 1 en 4 jaar, leveren een hoger rendement op dan korte
beleggingen tot 1 jaar. Zolang het lenen goedkoper is dan het (op lange termijn) uitzetten van
gelden, wordt de uitzetting van 50 miljoen vooralsnog gehandhaafd. Uit de genoemde rente-
percentages blijkt dat dit nu het geval is (lenen: 2,1%, uitzetten: 2,8%).
In de navolgende tabel geven we een overzicht van de ramingen en realisatie van de beleggingen:
Raming Gemiddeld saldo Gemiddeld Opbrengst
(bedragen in miljoen) liquide middelen percentage
Beleidsbegroting 2005 20 3 0,6
Realisatie 2005 57,6 2,8 1,6
(incl. 50 milj. uitzetting)
4. Ontwikkeling op de financiële markt
De ontwikkeling van de geldmarkt heeft in 2005, onder invloed van het gevoerde monetaire
beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), een kleine stijging laten zien. De rentestap aan het
einde van het jaar van 2% naar 2,25% is de enige betekenisvolle beweging geweest op de geld-
markt. Hierdoor is de korte rente (3-maands euribor) zoals de verwachting was in de Begroting
2005 blijven steken tussen de 2% en 3%. De kapitaalmarkt heeft een daling laten zien in plaats
van de verwachte stijging waarbij de lange rente (10-jaars staatsleningen) tussen de 3% en 3,5%
is uitgekomen.
192 5. Risicobeheer
Renterisico
Het renterisico wordt in kaart gebracht door middel van onderstaande tabel waarin de huidige
beleggingsportefeuille en de daarbij behorende aflooptijden zijn opgenomen.
Renterisico Beleggingen per 31 december 2005 (× 1 miljoen)
Afloop in jaar:
Portefeuille Totaal 2006 2007 2008 2009 2010
Deposito's 30 0 0 30 0 0
Obligaties 20 20 0 0 0 0
Call-geld 0 0 0 0 0 0
Totaal portefeuille 50 20 0 30 0 0
Bovenstaande portefeuille is exclusief de beleggingen van het Nazorgfonds. Voor een nadere toe-
lichting op deze beleggingen op lange termijn verwijzen wij naar de afzonderlijke Jaarrekening
2005 van het Fonds Nazorg Stortplaatsen.
Koersrisicobeheer
De provincie belegt haar overtollige middelen alleen in vastrentende waarden zoals daggeld, obli-
gaties en deposito's. Het beleggen in aandelen, uitsluitend voor het behalen van een rendement,
is niet toegestaan. Tevens wordt er uitsluitend belegd in euro's. Hierdoor is het (valuta)koers-
risico minimaal.
Jaarverslag 2005
Kredietrisicobeheer
Ter beperking van het debiteurenrisico bij beleggin- Verdeling beleggingsportefeuille
gen wordt door de provincie uitsluitend, conform in Credit Ratings
het Treasurystatuut, belegd bij tegenpartijen die vol-
doen aan een minimale creditrating, te weten een A-
rating. In bijbehorende grafiek wordt procentueel de
verdeling van de rating over de beleggingen weerge- 24%
geven. Tevens zijn er maxima gesteld aan het aandeel 61%
dat per individuele tegenpartij in de beleggingsporte- 15%
feuille wordt opgenomen. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen de lange en de korte termijn.
A-rating
AA-rating
AAA-rating
Voor het debiteurenbeheer betreffende de levering van goederen en/of diensten hanteert de
provincie een strikt beleid van herinnering en aanmaning. Indien de debiteur nalatig blijft, wordt
de vordering overgedragen aan een incassobureau.
4.6 Paragraaf 5 Verbonden partijen
193
Algemeen
Verbonden partijen voeren beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren.
Provincie Fryslân gaat samenwerkingsrelaties met verbonden partijen aan indien de daarmee te
bereiken bijdrage in realisering van beleidsdoelstellingen voor de provincie op zelfstandige basis
meer middelen had gevergd, of meer risico's met zich had gebracht, of niet mogelijk was geweest.
De provincie draagt verantwoordelijkheid voor het bereiken van de doelstellingen die worden
beoogd door het aangaan van de samenwerking met verbonden partijen.
Verbonden partijen zijn samenwerkingsverbanden van de provincie en externe partijen waarin de
provincie zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft, en die de status van publiek- of
privaatrechtelijk rechtspersoon hebben. Er is sprake van bestuurlijk belang indien namens de pro-
vincie iemand zitting heeft in het bestuur, dan wel stemrecht heeft. Financieel belang is er zodra
de provincie middelen ter beschikking stelt (of garanties heeft afgegeven) waarover ze risico
loopt in geval van financiële problemen bij de verbonden partij.
Vanaf 2005 maakt het beleid ten aanzien van de verbonden partijen in het kader van het risico-
management deel uit van de planning en control-cyclus, en is daar verder in ingebed. De provin-
cie zal periodiek (moeten) evalueren of de verbonden partijen nog in voldoende mate bijdragen
aan de realisatie van de provinciale doelstellingen.
Risicobeheer
Uit intern onderzoek is gebleken dat de financiële risico's in veel gevallen vrijwel gelijk zijn aan
de omvang van het directe financiële belang. In bepaalde gevallen is er sprake van een potentieel
financieel risico dat die omvang aanzienlijk kan overstijgen. In dat verband zijn met name te
noemen de twee partijen die annex zijn met stortplaatsen, te weten de Stichting Fonds Nazorg
Stortplaatsen en de Stichting Nazorg Ouwsterhaule. Hoewel technische maatregelen zijn genomen
om die risico's zo veel mogelijk te beperken, kunnen calamiteiten nooit volledig worden uitge-
sloten. In beide gevallen is de provincie als deelnemer aansprakelijk voor een bepaald deel van de
Jaarverslag 2005
kosten die daaruit kunnen voortvloeien, indien de daarvoor getroffen financiële maatregelen
(fondsvorming, risicoheffing) niet toereikend zijn. Het spreekt vanzelf dat dergelijke kosten niet
op voorhand te becijferen zijn.
Ook aan de inkomstenkant komt het voor dat het financiële `risico' niet scherp te becijferen is.
Dat geldt vooral voor dividenduitkeringen van partijen als de NV NUON en de NV Bank van de
Nederlandse Gemeenten.
NUON
De dividenduitkering van de NV NUON is, gegeven de omvang ervan, zo interessant dat daar-
voor tot op heden een bedrag in de begroting als structureel dekkingsmiddel is opgenomen.
Daarbij wordt voor de raming het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd om het risico van tegen-
vallende dividendopbrengsten te beperken.
Met het oog op waarderealisatie van de Nuon-aandelen die de provincie bezit is in 2005 het
project Falcon gestart. Bij uitvoering daarvan wordt het Nuon-aandelenbezit van de provincie
ingebracht in de houdstermaatschappij Falcon. Deze houdstermaatschappij keert jaarlijks dividend
uit aan de provincie. Het dividend dat Falcon uitkeert is, in tegenstelling tot het dividend dat
Nuon uitkeert, een marktconform dividend. Falcon kan een hoger dividend uitbetalen doordat zij
een lening afsluit. De provincie Fryslân kan niet aansprakelijk worden gesteld voor deze lening,
waardoor zij het bedrag dat ze ontvangt als dekkingsmiddel kan inzetten.
Tijdens de Statenvergaderingen op 12 oktober 2005 en 9 november 2005 heeft u uitgebreid
gesproken over het project Falcon. U bent toen ingegaan op de wensen en bedenkingen ten aanzien
194 van het project. Wij hebben deze meegenomen in ons definitieve besluit op 6 december 2005.
Oprichting van de houdstermaatschappij Falcon is voorgenomen voor 2006. Om Falcon op te
richten is kroongoedkeuring van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
nodig. Deze is eind december 2005 aangevraagd. Om de Nuon-aandelen in te brengen in de
houdstermaatschappij is toestemming nodig van het ministerie van Economische Zaken. Deze toe-
stemming is verkregen. Verder is een verklaring van bezwaar van het ministerie van Justitie aan-
gevraagd en verkregen.
Wat betreft bestuursbevoegdheden schrijft de Wet Dualisering Provinciebestuur (12 maart 2003)
voor dat deze ten aanzien van privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals NUON, zijn geconcentreerd
bij Gedeputeerde Staten. Dat heeft geleid tot wijziging van de vervulling van het commissariaat
van de provincie in de Raad van Bestuur van de NV NUON per ingang van de aandeelhouders-
vergadering van 25 april 2005.
De Wet Gemeenschappelijke Regelingen is echter nog niet `gedualiseerd', zodat zich in die sfeer
nog situaties kunnen voordoen waarin Provinciale Staten zichzelf controleren.
Overzicht van verbonden partijen
In onderstaand overzicht zijn de verbonden partijen van de provincie Fryslân weergegeven.
Tussen haakjes staat bij rechtspersoon de naam van de gedeputeerde die namens de provincie lid
is van het bestuur van de desbetreffende verbonden partij.
In dit overzicht valt, in vergelijking met het overzicht in het jaarverslag over 2004 en de begro-
tingen voor 2005 en 2006, op dat IBF (International Businesspark Fryslân) niet meer als verbon-
den partij erin is opgenomen. De provincie Fryslân is per 31 december 2004 uit de CV/BV IBF
getreden. De akten van uittreding als vennoot uit de CV, en overdracht van aandelen in de BV
aan de gemeente Heerenveen, zijn in februari 2005 notarieel afgehandeld met 31 december 2004
als ingangsdatum met terugwerkende kracht.
Jaarverslag 2005
Verbonden Partij Rechtspers. Programma Financieel belang
(GS-bestuurder) (orde van grootte)
1. NUON NV Algemene In 2005 is het dividend over
De provincie is grootaandeelhouder in (J. Ploeg) dekkings- 2004 ontvangen. Dit dividend is
Nuon. De provincie heeft geen bevoegdhe- middelen verwerkt in de jaarrekening 2004.
den die (direct) gericht zijn op publiek Door een stelselwijziging uit
belang. Nuon levert geld op via dividend- hoofde van het BBV per 1 januari
uitkering. Op korte termijn kan er waarde- 2005 wordt het dividend vanaf
realisatie plaatsvinden door middel van het het jaar 2004 meegenomen in het
project Falcon. De Nuon aandelen worden jaar van ontvangst. De stelselwijzi-
in dat geval ondergebracht in de houdster- ging wordt verder toegelicht in de
maatschappij Falcon. toelichting op de balans. Aan het
ontvangen dividend wordt aan-
dacht besteed in programma 10.5.
Naar verwachting komt het divi-
dend dat Nuon over 2005 uitkeert
op circa 40 mln.
Aandeel Fryslân in eigen vermo-
gen van de deelneming per
31-12-2004: 520 mln.
2. IPO (Interprovinciaal Overleg) Vereniging Bestuur en Bijdrage 2005 cf. Begroting 2005:
Gezamenlijke belangenbehartiging van pro- (J. Ploeg) veiligheid 553.000.
vincies in algemene overheidsaangelegenhe-
den. In het Bestuursakkoord zijn uitspraken
gedaan over zichtbaarheid en aanwezigheid 195
van de provincie. Op landelijk niveau heeft
het IPO daarbij een nadrukkelijke rol.
2. IPO (Interprovinciaal Overleg) Vereniging Bestuur en Bijdrage 2005 cf. Begroting 2005:
Gezamenlijke belangenbehartiging van pro- (J. Ploeg) veiligheid 553.000.
vincies in algemene overheidsaangelegenhe-
den. In het Bestuursakkoord zijn uitspraken
gedaan over zichtbaarheid en aanwezigheid
van de provincie. Op landelijk niveau heeft
het IPO daarbij een nadrukkelijke rol.
3. SNN (Samenwerkingsverband Noord- GR Bestuur en Bijdrage 2005 cf. Begroting 2005:
Nederland) (GS) veiligheid 415.000.
Stimulering van de economische ontwikke-
ling (i.c. het inlopen van achterstanden),
onder meer door behartiging van de econo-
misch belangen van het Noorden.
Het publieke belang dat hiermee nage-
streefd wordt, is `werkgelegenheid en wel-
vaart'.
4. HNP (Huis van de Nederlandse Vereniging/ INPA Bestuur en Bijdrage circa 19.500 (via bij-
Provinciën) [volgens Veiligheid drage in de Begroting SNN).
Huisvesting in Brussel ter verdediging van Belgisch recht]
de Europese belangen van de Nederlandse (P. Bijman)
provincies (via het IPO).
5. BANN (v/h Bestuursacademie Noord- GR (restant Aflopende verplichting
Nederland) (-) werkgevers- (
Verbonden Partij Rechtspers. Programma Financieel belang
(GS-bestuurder) (orde van grootte)
6. NOM (Noordelijke Ontwikkelings- NV Economie, Bijdrage circa 150.000.
maatschappij) (Groningen) (P. Bijman) recreatie en Fryslân bezit 0,01% van de
De reden van participatie sinds de zeventiger toerisme aandelen NOM.
jaren in de NOM is terug te voeren op afspra-
ken die met het Rijk zijn gemaakt over de eco-
nomische ontwikkeling van Noord-Nederland.
Het publieke belang dat Fryslân met haar partici-
patie in de NOM beoogt is het bevorderen van
de concurrentiepositie van Noord-Nederland en
daarbinnen van Fryslân.
7. Netwerk Friesland Stichting Economie, Bijdrage circa 80.000 uit het
Het gaat om het aantrekken en het houden van (P. Bijman) recreatie en SEB.
bedrijven in Fryslân. toerisme
Gezamenlijke acquisitie door provincie en
gemeenten is gestart in 2001.
Bundeling van werkzaamheden vergroot de
kans op een goed resultaat.
Het publieke belang dat hiermee wordt nage-
streefd is het behouden en vergroten van werk-
gelegenheid en inkomen.
8. Marrekrite GR Economie, Deelnemersbijdrage 2005 van
196 `De Marrekrite' bestaat sinds 1957, en is een (A.J. Mulder en recreatie en Fryslân 412.640
gemeenschappelijke regeling van de Provincie P. Bijman) toerisme (+ 65.630 bijdrage in bag-
Fryslân en 21 Friese gemeenten, met als doel gerfonds, dit draagt bij in de
het Friese waterland recreatief/toeristisch zo kosten voor het op diepte
goed mogelijk te laten functioneren, daarbij houden van recreatievaarwe-
rekening houdend met de belangen van land- gen die niet in beheer en
schap en natuur. Zowel een recreatief als een onderhoud zijn bij de provin-
economisch publiek belang: goede watersport- cie Fryslân).
voorzieningen en werkgelegenheid. Vanaf de
oprichting is het maken van aanlegvoorzienin-
gen in het buitengebied en dus ook het beheer
en onderhoud ervan nog steeds de hoofdacti-
viteit. Om die taak naar behoren uit te voeren
werkt "De Marrekrite" nauw samen met pro-
vinciale en gemeentelijke diensten, maar ook
met natuurbeschermingsorganisaties.
9. Ontwikkelingsmaatschappij Westergo CV/BV Economie, Investering circa 800.000
(Harlingen) (P. Bijman is recreatie en Lening circa 500.000
De provincie participeert in de ontwikkelings- president-commis- toerisme
maatschappij Westergo CV/BV vanwege het saris RvC, heeft
versterken van de Friese economie en het sti- de 2 directeuren
muleren van de werkgelegenheid door het rea- aangewezen;
liseren van een nieuwe zeehaven te Harlingen. J. Ploeg vertegen-
Het publieke belang betreft de economische woordigt de pro-
structuurversterking en de daarmee gepaard vincie als aandeel-
gaande verbetering van de werkgelegenheid houder)
binnen de regio.
Jaarverslag 2005
Verbonden Partij Rechtspers. Programma Financieel belang
(GS-bestuurder) (orde van grootte)
10. Tresoar GR Cultuur, taal Bijdrage circa 2,5 mln.
Het doel is te zorgen voor een goed voorzie- (A.J. Mulder) en onderwijs
ningenpatroon van historische documentatie-
centra in een optimale samenwerking. Dat er
een openbaar lichaam is dat de collecties en
archiefbescheiden beheert, die aanwezig zijn in
de rijksarchieven bewaarplaats in Fryslân, de
provinciale bibliotheek en het FLMD.
11. Nazorg Ouwsterhaule Stichting Milieu Initiële storting circa
De provincie Fryslân heeft als partij afval (ambtelijk) 0,78 mln. (i.e. 26% van
gestort op de voormalige stortplaats nazorgkapitaal)
Ouwsterhaule. Alle partijen die afval geleverd Onvoorziene uitgaven: 26%
hebben, en/of de stortplaats beheerd hebben, indien deze zich voor zouden
participeren in de stichting nazorg doen.
Ouwsterhaule.
Het publieke belang dat daarmee gediend is,
betreft het voorkomen van ongewenste milieu-
effecten van de voormalige stortplaats.
12. Fonds Nazorg Stortplaatsen `Fonds' Milieu Geen jaarlijkse provinciale
De betrokkenheid van de provincie vloeit voort (bij Wet) (GS) bijdrage.
uit de Wet Milieubeheer. Het Nazorgfonds
Stortplaatsen is een `spaarpot' waaruit de kosten 197
van nazorg van relatief jonge stortplaatsen wor-
den gedekt. Deze nazorg beoogt te voorkomen
dat het publieke belang wordt geschaad door
milieuvervuiling als gevolg van gebrek aan
onderhoud aan en tijdig vervangen van voor-
zieningen van overgedragen (gesloten) stort-
plaatsen.
13. LMA (Landelijk Meldpunt Afvalstoffen) Stichting Milieu Bijdrage 2005: 207.734.
Op grond van de Wet milieubeheer is per (T.Baas in Raad
1 januari 2005 de meldplicht van afvalstoffen van Toezicht)
geregeld in het `Besluit melden bedrijfsafval-
stoffen en gevaarlijke afvalstoffen'. Het LMA
beheert de centrale database (AMICE) voor het
vastleggen van meldgegevens van bedrijven die
bedrijfs- en/of gevaarlijke afvalstoffen ontvan-
gen. In het convenant Melden bedrijfs- en
gevaarlijke afvalstoffen, dat op 25 oktober
2005 in de Staatscourant is gepubliceerd, zijn
de afspraken vastgelegd die gemaakt zijn tussen
de Minister van VROM, de provincies en het
LMA. Fryslân is één van die provincies. Het
openbaar belang is dat afvalstoffen op een ver-
antwoorde wijze worden afgevoerd/verwerkt.
Jaarverslag 2005
Verbonden Partij Rechtspers. Programma Financieel belang
(GS-bestuurder) (orde van grootte)
14. Zonebeheer Friesland GR Milieu Kosten: In 2005 is circa
In het kader van de Wet Geluidshinder zijn door (T. Baas) 86.000 besteed. Dat dit
de provincie en gemeenten een groot aantal bedrag hoger is dan voorheen
bedrijventerreinen `gezoneerd'. Aanvragen van (30.000) komt doordat er
bedrijven die zich daar willen vestigen (of bij meer procedures zijn gevolgd,
wijzigingen of revisie) dienen te worden getoetst en met name door akoestische
aan de eisen waaraan op grond van de zonering revisies van industrieterreinen.
voldaan moet worden. De meest voor de hand Deze revisies vinden plaats in
liggende vorm waarin deze toetsing met bijbeho- de jaren 2004, 2005 en 2006.
rende `geluidsboekhouding' voor Fryslân is te De verwachting is dat hierna
organiseren, is onderbrenging in de GR. met een bedrag van circa
Het publieke belang dat hiermee wordt gediend 40.000 per jaar kan worden
is de kwaliteit van het Friese milieu op het volstaan.
onderdeel geluidshinder.
15. Beheersorgaan provincie Fryslân GR Water Circa 4 mln. in 2005:
Waterschap Friesland circa 2,0 mln. provincie
De bestaansreden is de wederzijdse behoefte bij waterschap
provincie en Waterschap om de onderlinge circa 2,0 mln. waterschap
samenwerking op het gebied van droge en provincie
natte infrastructuur, van 1993 tot 1998 geregeld circa 8.000 kosten GR.
in een tijdelijke samenwerkingsovereenkomst, Omdat deze verbonden partij
voort te zetten in de vorm van een geen open-eind-regeling is,
198 Gemeenschappelijke Regeling. loopt de provincie hierover
Publiek belang: Een goed en tegen zo laag geen budgettair risico (de pro-
mogelijke kosten beheerde droge en natte vincie declareert op basis van
infrastructuur van Fryslân ten behoeve van de de eigen begroting).
Friese samenleving voor eigen gebruik en
gebruik door anderen.
16. IZR (Interprovinciale Ziektekosten Regeling) GR Bedrijfs- Jaarlijks vast te stellen percen-
Het betreft een gemeenschappelijke publiekrech- (J. Ploeg) middelen tage van de loonsom: in 2005
telijke ziektekostenvoorziening ten behoeve van is 2,7 miljoen uitgekeerd.
actief en postactief personeel.
17. BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) NV Algemene Dividenduitkering 2004:
De BNG is bank van en voor overheden en (J. Ploeg) dekkings- 174.580
instellingen voor het maatschappelijke belang. middelen Waarde provincie Fryslân in
Ze beoogt met gespecialiseerde financiële dienst- eigen vermogen van de deel-
verlening tegen zo laag mogelijke kosten bij te neming per 31-12-2004:
dragen aan maatschappelijke voorzieningen voor 3,8 mln. (getallen voor
de burgers. 2005 nog niet bekend).
18. NWB (Nederlandse Waterschapsbank) NV Algemene Dividenduitkering 2004 circa
De Nederlandse Waterschapsbank N.V. richt zich (J. Ploeg) dekkings- 26.000 (2005 nog niet bekend).
met haar diensten exclusief op de publieke sector. middelen Waarde provincie Fryslân in
Zij financiert van oudsher waterschappen, maar het eigen vermogen van de
ook gemeenten en provincies, en aan overheid deelneming per 31-12-2004:
gelieerde instellingen. 0,8 mln. (2005 n.n.b.).
Jaarverslag 2005
4.7 Paragraaf 6 Grondbeleid
In deze paragraaf wordt ingegaan op welke wijze via het grondbeleid de doelstellingen in de
Begroting (mede) zijn gerealiseerd in het verslagjaar. Transparantie in het gevoerde beleid is
daarbij van groot belang, gezien de nodige risico's die met grondbeleid gepaard kunnen gaan.
Het grondbeleid van de provincie
De provincie voert geen actief grondbeleid. Onder grondbeleid wordt in dit verband verstaan: het
innemen van een positie in verwerving en/of bezit van gronden ten behoeve van wegenaanleg,
waterwerken, bedrijventerreinen, baggerdepots en dergelijke, eventueel ook in verband met
publiek-private samenwerkingsconstructies. Het innemen van dergelijke posities als provincie
wordt als onwenselijk beschouwd.
Uitgangspunt bij aankoop van gronden is dat de noodzakelijk te verwerven gronden in de context
van deze passieve grondexploitatie pas worden aangekocht zodra de desbetreffende projecten, veel-
al op het vlak van aanleg van wegen en waterwegen, zich in de fase van definitief ontwerp bevin-
den. Op deze wijze worden de financiële risico's geminimaliseerd. De provincie is dus terughou-
dend in haar beleid. De verwervingskosten van de gronden maken deel uit van de investeringen.
Zij worden geactiveerd op de balans en vervolgens afgeschreven conform de daarvoor vastgestelde
afschrijvingstermijnen. Van het afstoten van gronden dan wel het exploiteren van gronden is geen
sprake. Dit passieve grondbeleid wordt al ruim 10 jaar toegepast en is geaccordeerd door
Provinciale Staten. Ook in het verslagjaar 2005 is deze algemene beleidslijn aangehouden.
Indien specifieke situaties nopen tot het afwijken van bovengenoemde gedragslijn, wordt dit speci- 199
fiek ter besluitvorming voorgelegd en bestuurlijk geaccordeerd. In dit kader zijn in de afgelopen
jaren voor grote projecten aankopen gedaan zodra een tracé is vastgesteld of voldoende hard is en
de financiering rond is. Te denken valt hierbij aan rondwegen, waar de consequenties voor veelal
agrarische bedrijven soms verstrekkend kunnen zijn (Zie onder grondvoorraad van de provincie).
Wat betreft relatie van deze paragraaf grondbeleid met de Programma's: daarvan is alleen sprake
bij de doelstellingen van het Programma 2 (Verkeer en Vervoer).
De grondvoorraad van de provincie:
· Naast de ondergronden van de gebouwen, wegen en vaarwegen met overhoeken, oeverstro-
ken, kades en dergelijke is de provincie eigenaresse van circa 20 `slapende' en in gebruik zijn-
de gronddepots (totaal circa 185 hectare). Bij vraag naar grond kunnen de slapende depots
mogelijk worden leeggehaald en eventueel weer worden aangevuld.
· Ook heeft de provincie het eigendom van 26 hectare grond aan de Follegasloot, waarvoor de
vergunningprocedure voor de aanleg van het gronddepot nog moet worden opgestart.
· Aan de Langewyk ligt een tijdelijk depot van ongeveer 1 hectare, dat is aangelegd bij de
reconstructie van de Betonwei en Langewyk voor de opslag van overtollige grond. De grond
wordt veelal gebruikt bij de bermaanvulling bij onderhoudswerken. Als het depot leeg is kan
het perceel worden verkocht.
· In 2003 is bij Garyp in de ruilverkaveling Garyp Sumar 21 hectare aangekocht ten behoeve
van de eventuele rondweg om Garyp in het kader van de Centrale As. Met behulp van de
Ruilverkaveling zullen deze gronden worden aangewend voor de rondweg.
· Ten behoeve van de aanleg van de rondweg Woudsend is een overeenkomst gesloten voor de
vervangende nieuwbouw van agrarische gebouwen. Verkoop aan derden van de oude bedrijfs-
gebouwen is ondertussen in een afrondende fase.
· In 2004 is ten behoeve van de Noordwesttangent een boerderij met ruim 47 hectare weiland
aangekocht. Voor zover niet benodigd voor de weg zullen deze gronden voor compensatie
worden aangewend bij nog aan te kopen gronden voor die weg. De gebouwen zullen worden
doorverkocht. De opbrengst gaat terug naar het project.
Jaarverslag 2005
· Bij Donkerbroek is een woonboerderij aangekocht die te koop stond en mogelijk onder het
tracé van de N381 valt. Als dit niet het geval is kan deze boerderij waarschijnlijk zonder ver-
lies weer worden verkocht.
· Voorts is de provincie nog in het bezit van 19 hectare grasland. Deze gronden zijn niet te
verkopen omdat zij behoren tot provinciale infrastructurele projecten of zijn daar zodanig zijn
mee verweven dat verkoop niet gewenst is. Het betreffen hier oeverstroken, kades, dijken,
overhoeken, waarvan ruim 8 hectare functionele agrarische grond. Een klein deel hiervan is
verkregen uit ruilverkavelingen voor nog aan te leggen wegenprojecten.
· Van de totale lengte van provinciale oevers, kades, kanaaldijken, slachtedijken, overhoeken,
gronddepots en weilanden is circa 180 hectare in gebruik gegeven aan derden. De totale
opbrengst bedraagt ongeveer 24.000 per jaar. Het betreft veelal een goedkope vorm van
onderhoud. Veel percelen leveren niets op, maar er zijn ook geen kosten.
Met betrekking tot risico's, en de relatie met de paragraaf Weerstandsvermogen, merken wij op
dat er geen risico's zijn die in de paragraaf Weerstandsvermogen zouden moeten worden opge-
nomen. Dit gezien de nodige terughoudendheid bij de grondaankopen, de betrekkelijk geringe
grondvoorraad en het feit dat er geen directe exploitatierisico's worden gelopen.
4.8 Paragraaf 7 Bedrijfsvoering
1. Inleiding
Zoals wij hebben aangegeven in de Begroting 2005 en de (Kadernota) Begroting 2006 hebben
200 wij in 2005 een aanvang gemaakt met een versobering van beleidsontwikkeling en een verster-
king van beleidsuitvoering. Dit is geschied tegen de achtergrond van het Bestuursakkoord 2003-
2007: `Investeren in kwaliteit'.
In de programma's is aangegeven op welke doelen wij ons richten om invulling te geven aan het
investeren in kwaliteit. De provinciale organisatie van Fryslân heeft haar missie afgeleid van haar
bestuurlijke opdracht, namelijk: `Het willen zijn van een slagvaardige organisatie in een steeds
veranderende democratische omgeving'. Van deze missie zijn vier de strategische doelen afgeleid
waaraan de organisatie ook in 2005 heeft gewerkt:
1. Het verbeteren van de strategische sturing en eenheid van leiding;
2. Verhogen van de slagvaardigheid en flexibiliteit van de organisatie;
3. Intensiveren van de externe oriëntatie en vergroten van de omgevingsgerichtheid als middel
om tot realisatie te komen;
4. Bieden van een inspirerende werkomgeving met professionele medewerkers.
De inzet van middelen in de bedrijfsvoering dient bij te dragen aan de verwezenlijking van de door
de provincie nagestreefde doelstellingen in de beleidsprogramma's. Doordat het welslagen van het
beleid tegenwoordig sterk afhankelijk is van externe gerichtheid, transparantie en kwaliteit van de
bedrijfsvoering, is bedrijfsvoering inmiddels niet meer louter intern gericht, maar ook extern.
In deze context, en mede in het licht van ons streven naar een kleinere, meer slagvaardige en
dynamische organisatie, zullen wij in de loop van 2006 een Nota Bedrijfsvoering vaststellen. De
nota zal dienen als richtsnoer bij opstelling van de bedrijfsvoeringsparagrafen, waardoor deze in
de toekomst van een bescheidener omvang zullen zijn.
Deze paragraaf schenkt aandacht aan een zevental onderdelen van bedrijfsvoering.
· Grofweg viervijfde van de uitgaven aan bedrijfsvoering wordt besteed aan de salariskosten van
de medewerkers. Daarom, en wegens de samenhang met de taakstelling voor efficiency, vangt
deze paragraaf aan met het onderdeel Personeel en Organisatie. Wat betreft de met u overeen-
gekomen efficiencytaakstelling 2005/2006 van 2,5 miljoen aan bedrijfsvoeringskosten sluiten
wij aan bij de Kaderbrief Begroting 2007 die u onlangs is aangeboden.
Jaarverslag 2005
· Het tweede aspect, dat essentieel is voor de verwezenlijking van onze beleidsdoelstellingen, is
de waarborging van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid. Risicomanagement is
hierbij belangrijk; dit komt tevens naar voren in de paragafen `Weerstandsvermogen' en
`Verbonden Partijen'.
· Vervolgens gaat onderdeel 4 in op Informatievoorziening en Automatisering.
· Inkoop wordt belicht in onderdeel 5.
· Enige ontwikkelingen rond Bouwurk, de nieuwbouw van ons provinciehuis, komen naar voren
in onderdeel 6.
· Kwaliteitsbeleid komt aan de orde in onderdeel 7.
· Als laatste onderdeel van de bedrijfsvoering passeren de Financiën de revue.
Op verzoek van uw Staten brengen wij in een separate, hierna volgende paragraaf verslag uit
over de ontwikkelingen op het vlak van het inhuren van externe adviseurs (paragraaf 8,
nummer 4.9).
2. Personeel en Organisatie
Organisatieontwikkeling
Op 1 januari 2003 is een reorganisatietraject afgerond. Belangrijk uitgangspunt van de reorganisa-
tie was het beter aansluiten van de organisatie op de omgeving. Om dit te bevorderen is destijds
een aantal aanpassingen gedaan. De vier meest in het oog springende veranderingen zijn hieron-
der opgesomd:
· drie hoofdgroepen werden vijf sectoren die meer herkenbaar zijn voor de omgeving;
· het werken in projecten kwam hoger op de agenda te staan onder andere door een eenheid
projecten en programma's onder de directie te plaatsen;
· de leidinggevenden moesten meer aandacht voor de ontwikkeling van medewerkers krijgen 201
naast de inhoud van het beleidsterrein. Leidinggevenden hebben opnieuw naar hun functie
moeten solliciteren waarbij via een assessment is gekeken naar hun capaciteiten;
· meer aandacht voor de (invulling van de) ondersteunende functie van de staf, in het bijzonder
de financiële functies.
Met de OR is afgesproken dat er in 2005 met leidinggevenden en medewerkers een evaluatie van
de veranderingen plaats zou vinden. Deze evaluatie van de reorganisatie heeft plaatsgevonden.
Gebleken is dat de financiële functies nog steeds te versnipperd georganiseerd zijn en dat er meer
regie op de financiële functies moet plaatsvinden. Verder bleek dat de inkoop effectiever en
efficiënter georganiseerd kan worden. Tenslotte bleek dat een eenheid projecten en programma's
onder de directie niet noodzakelijk is om het werken in projecten te bevorderen. Per project/pro-
gramma moet gekeken worden hoe dit het beste georganiseerd kan worden.
Ook werd in het voorjaar van 2005 invulling gegeven aan een taakstelling voor 2005/2006 van
3,25 miljoen (2,5 miljoen efficiency (personeel en goederen & diensten) + 750.000 inhuur
derden). Dit is bereikt door een formatiereductie en door een uitgavenbeperking op tijdelijke bud-
getten. Deze taakstelling werd in juni uitgebreid met de opdracht van uw Staten om te komen tot
een verkenning naar een taakstelling van 10 miljoen in 2010. Het najaar werd gebruikt om dit
concreet te maken. In het voorjaar van 2006 komen de voorstellen aan de orde in uw midden.
De evaluatie en taakstelling hebben opgeleverd dat er meer aandacht komt voor inspirerend lei-
derschap, het werken in een dynamische omgeving en effectief & efficiënt werken. Verder is een
aantal organisatiewijzigingen voorgesteld. De organisatiewijzigingen zijn in het organogram van
januari 2006 verwerkt. In het oog springende punten: Erfgoed, Wonen & Vernieuwing is opge-
heven; er is een inkoopbureau bijgekomen; Financiën, Planning & Control en P&O zijn naar de
directie verplaatst.
We hebben de afgelopen periode stevig geïnvesteerd in een verbetering van de financiële func-
ties. Door een structuuraanpassing is de financiële functie strategischer gepositioneerd en minder
Jaarverslag 2005
versnipperd georganiseerd (gecentraliseerd). Ook is gestart met het stroomlijnen en optimaliseren
van werkprocessen. Hiermee gaan we de komende periode door. Dit vergt op korte termijn een
investering in de kwaliteit van medewerkers en op lange termijn een kwantitatieve besparing van
tussen de 6 en 12 fte.
Formatieontwikkeling
Een vermindering van de formatie als gevolg van de taakstellingen zal zonder gedwongen ontsla-
gen gerealiseerd moeten worden. Om de benodigde ruimte te creëren voor interne mobiliteit en
flexibiliteit werd al in de tweede helft van 2005 een stringent vacaturebeleid gevoerd.
De in de afgelopen jaren ingezette stijging van de formatie is in het verslagjaar omgezet in een
lichte daling. De toegestane formatie is ten opzichte van 2004 licht gedaald, met 2,7 fte. Op
31 december 2005 waren 924 personen in dienst bij de provincie. De bezetting bedroeg eind
2005 813 fte (eind 2004: 838).
De inzet van menskracht naar beleidsprogramma is grofweg terug te vinden in de formatie naar
sector van de provinciale organisatie:
Bezetting naar sector/programma,ultimo 2005
Organisatie-eenheid Programma Formatie (fte)
Directie 1, deel 10 46
Sector CBO Bedrijfsvoering, deel 10 204
Sector Welvaart & Welzijn 6, 7, 8.1-8.4 103
Sector Landelijk Gebied en Milieu 4, 5 163
202 Sector Ruimte, Infrastructuur en Water deel 2, 3, 8.5, 9 94
Sector Provinciale Waterstaat 2 203
813
De totale uitgaven aan personeelslasten, inclusief sociale lasten, hebben in 2005 57 miljoen
bedragen. In bijlage 6.10 van de Jaarrekening hebben wij meer gedetailleerde informatie opgeno-
men over de personele bezetting.
Vernieuwing HRM-cyclus
In 2005 is voor het eerst volgens de nieuwe beoordelingssystematiek gewerkt. Met medewerkers
zijn plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekkenvolgens deze systematiek gevoerd. Het
planningsgesprek vormt in deze cyclus de basis voor de beoordeling. Dat betekent dat afspraken
over werkresultaten en competentieontwikkeling van medewerkers zo SMART mogelijk worden
geformuleerd.
Op 1 januari 2005 is het nieuwe functiegebouw met 110 functies, verdeeld over 16 functie-
categorieën, van kracht geworden. De afhandeling van bewaarschriften, tegen de inhoud of de
omzetting van de functie, vond plaats in 2005. Het project Fuwaprov (rond functiewaardering) is
daarmee afgesloten.
Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim is in 2005 gedaald naar 5,4%. Streven is het voortschrijdend gemiddelde
ziekteverzuim de komende jaren verder te verlagen tot 4,4% in 2008.
N.B.: Voor nadere cijfers en onderbouwing van personele ontwikkelingen in 2005 verwijzen wij
naar het Sociaal Jaarverslag 2005.
Interne communicatie
De betrokkenheid van en de communicatie met de medewerkers is in 2005 verbeterd. De com-
municatie rond MT-besluiten en managementagenda, en de interne presentatie van `routekaarten'
door `Bestuurszaken', vormen concrete voorbeelden hiervan.
Jaarverslag 2005
Verder is er in het verslagjaar uitvoering gegeven aan het interne communicatieplan `motiveren
door informeren'. Voorbeeld is het invoeren van de nieuwe formule voor het personeelsblad
ProFyl.
3. Rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid
Inleiding
Door de invoering van de financiële verordeningen (artikel 216, 217, 217a Provinciewet) is het
belang van onafhankelijke toetsing van de organisatie toegenomen. Met de vaststelling van de
verordeningen zijn Gedeputeerde Staten verplicht onderzoek uit te voeren naar rechtmatigheid,
doelmatigheid en doeltreffendheid van de provinciale organisatie.
De op risicoanalyse gebaseerde onderzoeken vormen voor ons een belangrijke basis voor het
afleggen van verantwoording aan uw Staten. Daarnaast leveren de onderzoeken een bijdrage aan
het beperken van risico's en het verbetering van de inrichting en werking van beheers- en
bedrijfsvoeringprocessen op het gebied van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid.
Rechtmatigheidcontrole en -oordeel
Met ingang van de jaarrekening 2004 krijgen de provincies en gemeenten, naast een oordeel over
de getrouwheid, ook een oordeel over de rechtmatigheid van de (externe) accountant. Dit houdt
in dat de accountant beoordeelt of de provincie in het verslagjaar gehandeld heeft in overeen-
stemming met relevante wet- en regelgeving. De aandacht voor rechtmatigheid is toegenomen
door de invoering van de nieuwe Provinciewet, de bij behorende verordeningen ex artikel 216
en 217 en het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG).
203
Over het jaar 2004 heeft de externe accountant in zijn verklaring bij de jaarrekening van de
Provincie Fryslân een positief oordeel gegeven over de rechtmatigheid.
Dit gunstige oordeel betekent niet dat de provincie de komende jaren niets hoeft te doen op het
gebied van rechtmatigheid. In 2005 is gestart met het implementeren van maatregelen om er
voor te zorgen dat de organisatie ook in de toekomst rechtmatig blijft handelen. Het doel is dat
in 2006 het onderdeel rechtmatigheid in het integrale planning- & controlinstrumentarium is
opgenomen. Het auditcommittee van uw Staten heeft ingestemd met de aanpak van de recht-
matigheidstoets voor 2005, die overigens gelijk is aan die van 2004. Met het auditcommittee is
verder afgesproken dat in 2006 een normenkader, bestaande uit een overzicht van relevante
regelgeving, zal worden besproken. Dit normenkader zal uw Staten ook worden gezonden.
Volgens de in oktober 2005 in IPO/BOAG verband vastgestelde `Kadernota Rechtmatigheid' hoeft
u dit normenkader niet expliciet vast te stellen maar kunt u het ook voor kennisgeving aan-
nemen. Daarbij de aantekening dat de aanpak voor 2005 geen specifieke regelgeving uitsluit.
Ook voor 2005 heeft de toets op rechtmatigheid geleid tot een verklaring met goedkeurende
strekking door de externe accountant. Er is wel een aantal verbeterpunten op het gebied van
interne beheersing naar voren gekomen, dat in 2006 verder zal worden opgepakt.
In het kader van het rechtmatigheidoordeel toetst de (externe) accountant aan drie nieuwe crite-
ria te weten het begrotingscriterium, het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium en het voor-
waardencriterium.
Begrotingscriterium
Begrotingsrechtmatigheid heeft betrekking op het financiële handelen binnen het kader van de
geautoriseerde begroting. Het begrotingscriterium betreft onder andere de verantwoording van de
kosten op het juiste jaar, voor het juiste bedrag en op het juiste programma.
Er zijn op programmaniveau enige begrotingsoverschrijdingen geweest, die echter grotendeels
worden gecompenseerd door direct gerelateerde inkomsten. Wat resteert is een post aan niet
begrote salariskosten in programma 1 (Bestuur en Veiligheid); bij programma 9 (Ruimte en
Jaarverslag 2005
wonen) is de toevoeging van rente aan voorzieningen en de apparaatskosten hoger geweest dan
begroot. Geconcludeerd kan worden dat er nagenoeg geen sprake is van begrotingsonrechtmatig-
heid. Meer informatie treft u aan in hoofdstuk 3.3 van de Jaarrekening 2005.
Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) criterium
De maatregelen die de provinciale organisatie heeft genomen om M&O tegen te gaan zijn geïn-
ventariseerd. In zowel de provinciale als hogere regelgeving zijn bepalingen opgenomen gericht
op het tegengaan van M&O. In het kader van de deregulering worden in 2006 en 2007 alle pro-
vinciale verordeningen herzien, met ook daarbij specifieke aandacht voor M&O. Hiermee wordt
ook meer eenheid gebracht in de op M&O gerichte bepalingen waarmee impliciet een overkoepe-
lend M&O beleid wordt ingevoerd.
Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium betreft de nadere eisen die worden gesteld bij de uitvoering van finan-
ciële beheershandelingen.
De afdelingen hebben inzichtelijk gemaakt met welke interne- en externe regelgeving (inclusief
verordeningen) zij werken. Van geselecteerde regelgevingen is een controleprotocol gemaakt, dat
de voorwaarden vermeldt die betrekking hebben op de financiële en niet-financiële rechtmatig-
heid. De afdelingen hebben aangegeven welke specifieke controle- en beheersmaatregelen er zijn
om er voor te zorgen dat er aan de voorwaarden wordt voldaan. Ze hebben zelf getoetst of aan
de gestelde voorwaarden is voldaan, gevolgd door een provinciebrede beoordeling door
Concerncontrol om het overzicht te verkrijgen over het al dan niet rechtmatige handelen van de
provincie. De externe accountant steunt voor een belangrijk deel hierop voor haar conclusie.
204 Juridische control
In een omgeving die steeds meer juridiseert past het voor de provincie na te gaan of de juridi-
sche kwaliteit in de provinciale organisatie voldoende geborgd is met het oog op de houdbaar-
heid van de provinciale besluiten. Dit mede in relatie met de rechtmatigheid.
Daartoe is de organisatie met een quick scan doorgelicht. Vervolgens is een aantal afdelingen in
de diepte doorgelicht. De rode draad in de bevindingen uit deze audits is dat de juridische ken-
nis in de organisatie, daar waar geen echte eerste lijns juristen aanwezig zijn, op onderdelen ver-
sterking behoeft.
Daarom is op een aantal gebieden een centraal scholingstraject opgezet en worden in-company
cursussen gegeven. Naar aanleiding van een aantal juridische procedures is voor intern gebruik
een aanbestedingsprotocol opgesteld. Tevens wordt nu gewerkt aan het professioneler maken van
onze inkooporganisatie. Door het plaatsen van de zogenaamde `routekaarten' op de Binnenspiegel
(het provinciale intranet) is allerlei juridische informatie nu voor alle medewerkers toegankelijk
gemaakt. Zo zijn er routekaarten voor Europese regelgeving inzake Aanbesteden en Staatsteun.
Voor het naleven van aanbestedingsregels is bovendien een gedetailleerd protocol door ons colle-
ge vastgesteld.
Een andere maatregel is dat de onderzoeken, gericht op juridische control, zijn samengevoegd
met de onderzoeken gericht naar rechtmatigheid. Dit zowel uit het oogpunt van kwaliteit van de
onderzoeken als de doelmatigheid van de inzet.
Doelmatigheid en doeltreffendheid
· Doelmatigheid: `het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van
middelen, dan wel met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat te bereiken'.
· Doeltreffendheid: `de mate waarin benoemde resultaten en geformuleerde beleidsdoelen wor-
den behaald'.
Het onderzoek (in de vorm van audits) naar rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid
van de provinciale organisatie dient als belangrijke basis voor het afleggen van verantwoording
aan uw Staten. Tevens leveren de audits een bijdrage aan het beperken van risico's en aan het
verbeteren van de inrichting en werking van beheers- en bedrijfsvoeringprocessen.
Jaarverslag 2005
Doelmatigheidsonderzoeken richten zich op de beheersing van de bedrijfsvoering. De nadruk van
de audits ligt op de vraag of er voldoende waarborgen zijn voor een efficiënt (en effectief) ver-
loop van de processen.
Om de doeltreffendheid te kunnen vaststellen moeten de beleidsdoelen, resultaten, acties en pro-
ducten in de programma's en paragrafen SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch,
Tijdgebonden) geformuleerd zijn en moeten de beleidsteams zorgen voor een meetsysteem. Bij
de inrichting van het P&C-instrumentarium is hieraan aandacht besteed. De doeltreffendheid wor-
den beoordeeld aan de hand van het SMART geformuleerde beleid en het meetsysteem. Het
resultaat van deze beoordeling leidt eveneens tot een oordeel over de kwaliteit van de door de
organisatie uitgevoerde beleidsevaluatie.
Een bestuurlijk interessant voorbeeld is het onderzoek naar budgetsubsidies.
Budgetsubsidies
Een onderzoek dat zowel betrekking heeft op doelmatigheid als doeltreffendheid betrof het
instrument van de budgetsubsidiëring. Er zijn bevindingen gedaan over zowel politiek bestuur-
lijke, beleidsinhoudelijke als organisatorische aspecten. Daaruit blijkt dat de vertaling van provin-
ciale beleidsdoelstellingen en gewenste maatschappelijke beleidseffecten nog vaak globaal is en
onvoldoende SMART geformuleerd. Verder hebben vooral de kleinere gesubsidieerde instellingen
veel moeite met het SMART benoemen van de producten bij het begroten en verantwoorden en
met het aangeven van de bijdrage van die producten aan de provinciale beleidsdoelstellingen.
Ook de bewaking van dit proces vanuit de provinciale organisatie behoeft verbetering.
Naar aanleiding van de bevindingen van dit onderzoek wordt het gehele proces van budgetsubsi-
diëring en de monitoring ervan opnieuw onder de loep genomen en verbeterd. De aanbevelingen
uit het onderzoek worden meegenomen in de organisatie van de betreffende activiteiten.
205
Deregulering
Onder meer houden we met een dereguleringstoets de provinciale verordeningen tegen het licht.
Daarbij is ook gekeken naar het terugdringen van de administratieve lasten voor bedrijven en
burgers. Voor ongeveer de helft gaat het bij onze verordeningen om subsidies.
Een landelijke nulmeting administratieve lasten provincies wijst uit dat ongeveer 85% van de
administratieve lasten door zogenaamde medebewindregels worden veroorzaakt die niet of maar
beperkt door de provincie beïnvloedbaar zijn.
Een en ander leidt tot een reeks van voorstellen aan ons college om daar waar mogelijk vereen-
voudiging te realiseren.
Risicomanagement
De provincie streeft naar meer en structurele aandacht voor het beheersen van risico's (zie ook
paragraaf 4.3, Weerstandsvermogen). Daartoe is bij alle afdelingen van de provinciale organisatie
een quick scan uitgevoerd met als doel het beheersen van risico's bewuster en explicieter plaats
te laten vinden. Het uitvoeren van de reeks quick scans is een eenmalige concernbrede actie
geweest die de basis moet leggen voor de jaarlijks door de afdelingen zelf te maken risicoanalyse.
Bij dit gehele proces is een hele reeks al dan niet door de provincie beïnvloedbare risico's in
kaart gebracht. De voor het overgrote deel al bekende risico's zijn door deze actie expliciet
gemaakt. Voor sommige risico's is besloten aanvullende maatregelen te treffen om ze te beper-
ken. In 2006 wordt gemonitoord of het risicomanagement op afdelings- en sectorniveau vol-
doende voortvarend wordt opgepakt. Bovendien wordt nagegaan of er in 2006 voor enkele orga-
nisatiebrede risico's aanvullende maatregelen getroffen zullen worden om deze te reduceren.
Benoeming externe accountant
De termijn voor de opdracht aan Deloitte als accountant van de provincie Fryslân is afgelopen
na het verslagjaar 2005. Voor de keuze van de accountant voor de jaren 2006 tot en met
2010 is in 2005 een selectieprocedure doorlopen. De statenleden die zitting hebben in het
auditcommittee zijn daarbij door uw Staten aangewezen als selectiecommissie. Het door de
selectiecommissie voorgestelde accountantskantoor PriceWaterhouseCoopers is vervolgens door
u benoemd.
Jaarverslag 2005
4. Informatievoorziening en automatisering
Zowel in de relatie van de provincie met haar omgeving als binnen de provinciale organisatie is
een goede informatievoorziening van wezenlijk belang voor het bereiken van de geformuleerde
beleidsdoelstellingen. In dat verband gaan we hieronder in op een drietal bedrijfsvoeringsaspecten
ervan, te weten: de aanpak van `I&A', verbetering van de documentaire informatievoorziening, en
het project e-Fryslân.
Informatievoorziening en Automatisering
In het kader van de continuïteit van de informatiesystemen hebben wij in het verslagjaar speci-
fiek aandacht besteed aan de volgende drie kwaliteitsaspecten.
1 Beschikbaarheid van het systeem
De beschikbaarheid van systemen is toegenomen en het aantal incidenten is met 50% afgeno-
men door professionalisering van de afdeling I&A, waarbij medewerkers verder zijn opgeleid,
processen beter op elkaar zijn afgestemd en waarbij in nauwe samenwerking met externe ken-
nis en expertise de technische infrastructuur is gestabiliseerd. Ons beleid voor een verdere pro-
fessionalisering zal in 2006 zijn beslag krijgen.
2 De integriteit van de gegevens en programmatuur
Naar aanleiding van een quick scan over de informatiebeveiliging worden activiteiten uitge-
werkt ten behoeve van de integriteit van gegevens. Een en ander heeft een nauwe relatie met
het algemene beveiligingsbeleid van de provincie Fryslân.
3 De vertrouwelijkheid of exclusiviteit van de systemen
Cornform het in 2005 ontwikkelde beleid zal in 2006 worden gewerkt aan verdere optimalisa-
tie en professionalisering.
206
eDocs
Wat betreft archivering en digitalisering van de documentenstroom hebben wij in 2005 verder
invulling gegeven aan het project eDocs. Dit project beoogt een professionele oplossing voor de
documentaire informatievoorziening te realiseren, afgestemd op de ambitie van de organisatie en
gericht op een verbeterde ondersteuning van het primaire proces.
Het project is in 2005 volgens de strakke planning verlopen. Noodzakelijke zaken voor 2006 zijn
voorbereid, gekoppeld aan de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting. De gerealiseerd zaken
betreffen onder meer:
· implementeren van de nieuwste versie van het documentaire management systeem (DMS) en
vastleggen van 50% van de daarbijvoor de structuur nodige `proceskaarten';
· scannen van alle inkomende post;
· actualiseren van afspraken op het gebied van de documentenstroom.
Het jaar 2006 wordt gebruikt om koppelingen te maken tussen diverse automatiseringssystemen,
waarbij de medewerker eenvoudig brieven kan maken en archiveren en waarbij afhandeltermij-
nen worden bewaakt. Vanaf medio 2006 zal het ambitieniveau `digitaal dossier' zijn bereikt na
digitalisering van de documentenstroom in de organisatie. Ook voor de `externe' informatievoor-
ziening zal eDocs van belang zijn.
e-Fryslân
Het project e-Fryslân is een voorbeeld van toenemende externe gerichtheid, en kent de onder-
staande doelstellingen:
· Breng mensen en organisaties van binnen en buiten de provincie in contact met Fryslân in de
ruimste zin van het woord en de provinciale overheid in het bijzonder;
· Maak het eenvoudig voor burgers en bedrijven om diensten van de provincie af te nemen;
· Vergroot de transparantie en resultaatgerichtheid van de organisatie, zonder tot ingrijpende
aanpassingen van de organisatie over te gaan;
· Draag bij aan de verbetering van de kwaliteit van het bestuur voor burgers en bedrijven in
Fryslân.
Jaarverslag 2005
De uitwerking van bovenstaande doelstellingen vinden plaats in zeven deelprojecten. Twee pro-
jecten zijn succesvol afgerond (Fryslân portaal en nulmeting), de andere deelprojecten zullen in
2006 tot realisatie komen.
Er komt een aparte rapportage over de resultaten van e-Fryslân, Andere Overheid en e-Provincies.
Op basis daarvan is voorgesteld te starten met een project Integraal Informatiemanagement.
5. Inkoop
In het afgelopen jaar is extra aandacht besteed aan de Inkoopfunctie binnen de provinsje Fryslân.
Deze extra aandacht heeft geresulteerd in instemming met plannen om de functie te professiona-
liseren. De twee belangrijkste doelen van deze professionalisering zijn:
1 het rechtmatig en doelmatig uitvoeren van inkoop- en aanbestedingstrajecten;
2 het realiseren van besparingen.
Een onderzoek naar de mogelijkheden van een gecoördineerde inkoopfunctie en een kwantitatieve
analyse hebben plaatsgevonden. In het kader van de positionering van de inkoopfunctie is in
2005 een Hoofd Inkoop aangesteld.
Voorstellen om de inkoopfunctie te professionaliseren worden momenteel nader uitgewerkt. Op
basis van een analyse van de crediteurenadministratie is een eerste kwantitatieve inkoopdiagnose
opgesteld, die onder meer input op kan leveren voor de taakstelling richting 2010. Onderzoeken
en diagnose vormen het uitgangspunt om een verbeterprogramma inclusief verbeteracties op te
zetten. Enkele onderwerpen die hieruit naar voren zijn gekomen, zijn: opstellen provinciaal
inkoop-/aanbestedingsbeleid, identificatie besparingsmogelijkheden meest potentiële inkooppak-
ketten, inrichten adequaat contractbeheer, voorstel nadere inrichting inkoopfunctie, ontwikkelen
handboek met procedures, processen en formats. 207
In december 2005 hebben wij een aanbestedingsprotocol vastgesteld, waarin ten behoeve van de
eigen provinciale organisatie stapsgewijs is aangegeven hoe het aanbestedingsproces dient plaats
te vinden. Dit protocol wordt inmiddels als provinciaal model intern gehanteerd, mede als check-
list bij het doen van (Europese) aanbestedingen.
6. Huisvesting
Provinsjehûs: Bouwurk
Op 22 juni 2005 hebben uw staten groen licht gegeven voor uitvoering van de (ver)nieuwbouw
van het Provinsjehûs (Bouwurk) en de hieraan gekoppelde realisering van de tijdelijke huisvesting.
Voor de tijdelijke huisvesting is gekozen voor de EKP-locatie aan de Snekertrekweg te Leeuwarden.
Daarnaast hebben uw staten ons de opdracht gegeven tot overleg met marktpartijen teneinde een
parkeervoorziening te realiseren. Bij deze opdracht zijn de panden Hege Hûs en Wite Hûs betrok-
ken. Ten slotte is bij de behandeling van Bouwurk de nota afschrijvingsbeleid vastgesteld.
Naast de reeds gekozen architect zijn een constucteur, een installatieadviseur en een adviseur
bouwfysica en akoestiek geselecteerd om het ontwerpteam te completeren. Volgens planning
moeten in maart 2006 het Voorlopig Ontwerp en eind 2006 het Definitief Ontwerp gereed zijn.
De ver-/nieuwbouw op de huidige locatie van het Provinsjehûs moet voorzien in huisvesting van
de gehele provinciale organisatie op één locatie. In het Basisprogramma van Eisen voor de ver-/
nieuwbouw wordt uitgegaan van in totaal circa 24.500 m2 b.v.o. (bruto vloeroppervlak), en ten
gevolge van de in te voeren kantoorinnovatie zo'n 700 werkplekken voor circa 900 medewer-
kers. De huidige drie locaties (permanente bebouwing) aan en nabij de Tweebaksmarkt hebben
tezamen een oppervak van ca. 29.300 m2 b.v.o., inclusief de tijdelijke huisvesting naast het Hege
Hûs ca. 32.000 m2 b.v.o. en ruim 900 werkplekken.
Voor de ver-/nieuwbouw is een uitvoeringskrediet (taakstellend budget) van 61,4 miljoen
beschikbaar gesteld.
Begin 2010 moeten het gerenoveerde monumentale deel en de nieuwbouw kunnen worden
betrokken.
Jaarverslag 2005
7. Kwaliteitsbeleid
Rond het veelomvattende thema Kwaliteitsbeleid belichten we hieronder een tweetal aspecten, die
wij illustratief achten voor de wijze waarop dit thema in verschillende geledingen van de organi-
satie aandacht krijgt.
ISO-Certificering Sector Landelijk Gebied en Milieu
Een aantal provinciale organisatie-onderdelen was reeds vóór het verslagjaar gecertificeerd. Sinds
januari 2006 is ook de gehele sector Landelijk Gebied en Milieu gecertificeerd, volgens ISO
9001:2000. De certificering staat voor een systematische manier van werken.
In november 2005 heeft de KEMA de interviews hiertoe gehouden. Alle medewerkers van de sec-
tor hebben eraan meegewerkt.
De beschreven processen en ondersteunende werkinstructies worden regelmatig geaudit door het
LGM-auditteam en verbeterd. Medewerkers kunnen overigens ook zelf verbetervoorstellen indienen.
Externe oriëntatie
Het project Externe oriëntatie is over twee jaar uitgesmeerd. Een inhoudelijke evaluatie zal in
2006 volgen. Het MT heeft met regelmaat de vier grote gemeenten bezocht. Doel van deze
bezoeken was onder andere om te ontdekken wat voor beeld de gemeenten van de provincie
hebben en wat beide partijen voor elkaar kunnen betekenen. Ook de kleine gemeenten zijn door
de organisatie bezocht. Naast gemeenten is verder de NHL (Noordelijke Hogeschool Leeuwarden)
bezocht. Er zullen waarschijnlijk nog meer onderwijsinstellingen volgen.
208 Over de externe oriëntatie van medewerkers wordt intern gerapporteerd in de managementsrap-
portages. Er is een aantal `externe' activiteiten geweest. Of deze zijn toe te schrijven aan dit project
is moeilijk te zeggen. Een paar voorbeelden met betrekking tot netwerken en kennisuitwisseling:
· Woondag van woningbouwcorporaties, zorgverzekeringen en gemeenten tesamen;
· Expert Meeting Duurzame Landbouw.
Een voorbeeld ter illustratie van het `naar buiten gericht denken' van medewerkers zien we in het
meevaren van brugwachters op binnenvaartschepen, en bijwonen van vergaderingen van de
beroepsvereniging Schuttevaer.
De samenwerking met externe partners wordt geïllustreerd door de werkzaamheden van
Plattelânsprojekten en door internationale projecten in het kader van Interreg/Hansepassage.
Tot slot maken we in dit verband melding van de ineractieve opzet van Streekplan, Milieubeleids-
plan en infrastructurele projecten zoals de Centrale As, waarbij communicatie met de burgers een
belangrijke plaats inneemt.
Jaarverslag 2005
8. Financiën
Financiële gegevens bedrijfsvoering ondersteunende diensten:
Financiële inzet × 1.000 Realisatie Begroot Realisatie Verschillen
2004 2005 2005 2005
Personeel en Organisatie 3.139 3.516 3.217 299
Informatie en communicatie technologie 2.556 3.568 2.572 997
Financien, Planning & Control 2.409 2.989 2.725 264
Facilitaire dienstverlening 2.649 3.322 3.273 49
Huisvesting 3.435 3.619 3.404 214
Archief en Bibliotheek 1.395 2.021 1.741 281
Beleidsinformatie en cartografie 1.435 1.450 1.395 55
Ondersteuning Management en Accountancy 15.795 3.603 3.234 369
Storting in reserve Tijdelijke Huisvesting - - 424 -424
Totaal lasten 32.813 24.088 21.985 2.103
Bijdrage diensten door derden 966 467 599 -132
Bijdrage sectoren 4.181 212 152 60
Onderbesteding apparaatskosten - 1.488 - 1.488
Beschikking over reserve 129 760 580 179
Totaal baten 5.276 2.927 1.331 1.596
Totaal lasten minus baten (saldo bedrijfsvoering) 27.537 21.161 20.654 507
Overigens merken wij op dat het saldo bedrijfsvoering niet helemaal aansluit bij de totalen van 209
de bedrijfsvoering in de programma's. Dit wordt veroorzaakt door
· verschillen op de personele kostenplaats (PIOFAH) welke worden verrekend met de overhead, en
· de overhead die wordt toegerekend aan de investeringen en de voorzieningen.
Toelichting
Hieronder gaan we globaal in op de afwijkingen ten opzichte van de begroting 2005.
Personeel en Organisatie
· Er is meer gebruik gemaakt van de kinderopvangregeling. Echter, de kosten zijn lager dan
begroot doordat de provincie met ingang van 2005 de regeling voor kinderopvang zelf uit-
voert. De structurele onderbesteding wordt ingezet voor de efficiencytaakstelling.
· In verband met de efficiencytaakstelling gaat de organisatie terughoudend om met het invullen
van vacatures. Hierdoor resteert er geld voor werving en selectie. Vanaf 2007 wordt dit struc-
tureel ingezet voor de efficiencytaakstelling.
· Om de uitkomsten van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) te kunnen uitvoeren, waren er
tijdelijke middelen gereserveerd. De uitkomsten van de RIE waren dusdanig, dat er geen beroep
op de tijdelijke middelen is gedaan. Deze zijn daarom vrijgevallen in de algemene middelen.
· Doordat er veel gebruik gemaakt wordt van de regelingen voor ouderschaps- en seniorenver-
lof, is er een structureel tekort ontstaan voor werkgelegenheidsmaatregelen. Voorgaande jaren
werd dit tekort gedekt uit de reserve decentrale arbeidsvoorwaarden, maar doordat het om een
structureel tekort gaat, is deze reserve inmiddels uitgeput.
Informatie en communicatie technologie
· In 2005 is de werkachterstand met betrekking tot het project eLan volledig weggewerkt en is
het project gereed gemeld. Hierdoor zijn de kapitaallasten in 2005 niet tot besteding gekomen.
Dit zal vanaf 2006 wel het geval zijn. De resterende middelen vallen vrij ten gunste van de
reserve Tijdelijke Huisvesting.
· Er is gestart met Server Based Computing. Hierdoor kunnen de pc's eens in de tien jaar ver-
vangen worden in plaats van eens in de vier jaar. In 2005 zijn daardoor minder kosten
gemaakt voor aanschaf van apparatuur. De resterende middelen vallen vrij ten gunste van de
reserve Tijdelijke Huisvesting.
Jaarverslag 2005
Facilitaire Dienstverlening
· Door het centraliseren van een groot aantal facilitaire budgetten is betere sturing op de kosten
van o.a. catering, reprografie, vaste telefonie en mobiele telefonie mogelijk. Een deel van de
resterende middelen valt vrij ten gunste van de reserve Tijdelijke Huisvesting.
Huisvesting
· Door de aanstaande verhuizing naar het EKP-gebouw is er in 2005 geen groot onderhoud
gepleegd aan de huidige huisvesting. Ook is er minder gewoon onderhoud uitgevoerd en is er
in beperkte mate meubilair aangeschaft. De resterende middelen vallen vrij ten gunste van de
reserve Tijdelijke Huisvesting.
Archief en Bibliotheek
· Het project E-Docs kan op meerdere systemen draaien. In 2006 zal de keuze voor het meest
geschikte systeem gemaakt worden. Hierdoor is er sprake van vertraging in de bestedingen op
het projectbudget, maar niet in de vorderingen van het project zelf.
Algemeen
· Apparaatskosten: er is 8% minder tijd geschreven dan begroot. Dit heeft betrekking op alle
bovengenoemde categorieën.
4.9 Paragraaf 8 Inhuur externe adviseurs
Ten aanzien van het inhuren van externe adviseurs kunnen we onderscheid maken tussen het
210 inhuren van externe adviseurs en het inhuren van uitzendkrachten. In deze paragraaf komen beide
aan de orde.
Inleiding
Bij de behandeling van de decembernota 2003 heeft u besloten om in de periode 2004-2007
500.000 te bezuinigen op de post externe adviezen, ter dekking van nieuwe voorstellen. In
dezelfde vergadering is besloten aan dat bedrag 250.000 toe te voegen. Daardoor is het te
bezuinigen bedrag op het inhuren van externe adviseurs 750.000 geworden. Zoals in de
bestuursrapportages over 2005 al is aangegeven is deze taakstelling inmiddels ingevuld door deze
toe te voegen aan de efficiencytaakstelling van 10 miljoen euro. In de paragraaf Bedrijfsvoering
wordt hierop verder ingegaan.
Het inhuren van externe adviseurs
Het inhuren van externe adviseurs vindt voor het grootste deel plaats in het kader van specifieke
werkzaamheden, waarvoor specialistische kennis niet in huis is.
Een aspect van externe inhuur dat veel belangstelling geniet, betreft de inzet van externe advi-
seurs in het primaire (beleids)proces bij de provincie. Het gaat hier met name om inhuur voor
`technische' adviezen in het kader van de uitvoering, interim-management, organisatie- en forma-
tie adviezen, communicatieadvies, het laten uitvoeren van beleidsonderzoek (inclusief beleidseva-
luatie) en monitoronderzoeken. Aangezien de inhuur van uitzendkrachten een omvangrijke uitga-
venpost vormt, richten wij ons tevens op deze categorie.
Bij de toekenning van (nieuwe) budgetten, zowel tijdelijk als structureel, wordt het budget dat
bestemd is voor het inhuren van externe expertise niet specifiek in de begroting geraamd. Van te
voren is niet altijd bekend voor welke processen of werkzaamheden expertise moet worden inge-
huurd. De verantwoording van de definitieve kosten van externe expertise wordt wel zichtbaar in de
jaarrekening. De werkelijke kosten worden namelijk geboekt in de financiële administratie op de
juiste kostensoort, te weten inhuur externe adviseurs. Begroting en jaarrekening zijn in dat
opzicht niet vergelijkbaar.
Jaarverslag 2005
Protocol inhuur externe adviseurs
Om tegemoet te komen aan uw wens om minder externe adviseurs in te huren, heeft de dienst
een protocol ontwikkeld. Uitgangspunt van het nieuwe beleid is: `Nee, tenzij'. Het doel van het
protocol is het creëren van een kritische en meer bewuste houding met betrekking tot het inhu-
ren van externe adviseurs. De belangrijkste aspecten uit het protocol hebben betrekking op de
beslissingsbevoegdheid die naar een hoger leidinggevend niveau is getild, en op het van te voren
verplicht invullen van een opdrachtformulier dat dient te worden geparafeerd.
In mei 2005 is het Protocol Inhuur externe adviseurs vastgesteld door het Management Team en
geïmplementeerd in de organisatie.
Antwoord op de vraag of invoering van het protocol aan de doelstelling heeft beantwoord in
2005 is tweeledig. Het heeft goed gewerkt bij het verkrijgen van inzicht; het heeft echter (nog)
niet geleid tot een beperking van de aantallen ingehuurde adviseurs.
Realisatie 2005
Externe adviseurs
In 2005 is 10,4 miljoen uitgegeven aan het inhuren van externe adviseurs. Ten opzichte van de
tweede bestuursrapportage 2005 is dit bijna een verdubbeling.
Het bedrag dat is uitgegeven aan externe adviseurs kan worden gesplitst in een uitgegeven bedrag aan
technische expertise en een uitgegeven bedrag aan organisatieadviseurs. 211
Als het gaat om het inhuren van technische expertise, wordt het grootste deel (ongeveer 90%)
uitgegeven aan investeringen en andere tijdelijke activiteiten. Doordat steeds meer projecten tot
uitvoering komen, stijgen met name de uitgaven voor externe technische expertise. Deze uitgaven
maken deel uit van de betreffende budgetten. De projecten waar het om gaat zijn onder andere
het Friese Merenproject, de Centrale As, de drie aquaducten en de A7 Sneek. Wij beschouwen dit
als passend in de ambities, zoals u die hebt aangegeven in het meerjarenperspectief en de kader-
nota.
Organisatieadviseurs worden vooral ingehuurd ten laste van de structurele budgetten. Het jaarver-
slag over 2004 liet een dalende tendens zien ten opzichte van 2002. De inhuur over 2005 ten
laste van de structurele budgetten lijkt te zijn gestegen. In dit cijfer zijn echter ook de technische
ondersteuners opgenomen, een deel van deze uitgaven is doorbelast naar investeringen. Dit
bedrag is ongeveer 0,8 miljoen. In onderstaand schema is dit reeds verwerkt.
omschrijving realisatie realisatie
(bedragen × 1.000) 2005 2004
Inhuur technische expertise 9.600 6.000
Inhuur adviseurs in primaire beleidsproces, zie tekst hiervoor. 800 1.000
Totaal 10.400 7.000
Uitzendkrachten
Over het inhuren van uitzendkrachten merken wij op dat het bij een groot deel (25%) van deze uit-
gaven gaat om het inhuur van sluis- en brugwachters. De door pensionering van sluis- en brug-
wachters vrijgevallen formatieplaatsen worden ingevuld door uitzendkrachten in afwachting van
de verwachte centrale bediening van sluizen en bruggen.
Jaarverslag 2005
Daarnaast worden ten behoeve van projecten en andere tijdelijke activiteiten uitzendkrachten
ingehuurd. Ook zijn uitzendkrachten ingehuurd in verband met vervanging, voornamelijk wegens
ziekte. Het dalende ziekteverzuim over 2005 heeft geleid tot een lagere inhuur van uitzendkrachten.
omschrijving (bedragen × 1.000) realisatie realisatie
2005 2004
Inhuur uitzendkrachten 4.000 5.000
4.10 Paragraaf 9 Handhaving
In 2005 hebben wij de lijn van consequent en stringent handhaven, zoals vastgelegd in de nota
`Provinciale handhaving in Fryslân, beleidsvisie en aanpak', onverminderd voortgezet. Iedere
geconstateerde overtreding heeft een passend vervolg gekregen, variërend van een waarschuwing
tot het opleggen van een dwangsom (20 maal bij Milieu) of een proces-verbaal (350 maal bij
Nautische Zaken en 28 maal bij Landelijk Gebied). In 2005 is het niet nodig geweest om
bestuursdwangacties uit te voeren.
Bij het uitvoeren van onze handhavingstaken hebben de prioriteiten vooral gelegen bij het beper-
ken van veiligheids- en milieurisico's. In onze Handhavinguitvoeringsrapportage 2005, die wij u
separaat ter kennisneming hebben aangeboden op 22 maart, gaan wij nader hierop in. Wij rap-
porteren in deze paragraaf over de beleidsmatige kaders (speerpunten).
Naast de blijvende aandacht voor veiligheids- en milieurisico's waren voor 2005 vier gezamen-
212 lijke speerpunten benoemd, namelijk:
1 de implementatie van het geactualiseerde gedoogbeleid;
2. het verder professionaliseren van de eigen handhavingorganisatie;
3. het terugdringen van overschrijding van wettelijke termijnen bij het afdoen van bezwaarschrif-
ten en het afgeven van vergunningen, ontheffingen en beschikkingen;
4. het verder inhoud geven aan de versterkte regierol van de provincie met name op het gebied
van handhavingsamenwerking en professionalisering van de handhaving in Fryslân;
In 2005 hebben wij als volgt uitvoering gegeven aan deze speerpunten:
Implementatie geactualiseerd gedoogbeleid
Het project heeft tot doel om een gedoognotitie, een stappenplan en een handreiking op te stel-
len. In juni 2004 hebben uw Staten een startnotitie vastgesteld.
Met inachtneming van uw besluitvorming zijn in 2005 de gedoognotitie en een concept handrei-
king opgesteld. Bij de opstelling van de gedoognotitie is gebleken dat de uitwerking van de
standpunten van Provinciale Staten gevolgen heeft voor de handhavingpraktijk. Om ervoor te zor-
gen dat het gedoogbeleid in de praktijk op een juiste wijze wordt gerealiseerd en goed wordt
geborgd in de handhavingprocessen, was veel overleg nodig met de betrokken afdelingen. Dit
heeft geresulteerd in een vertraging van de planning.
De gedoognotitie zal nu volgens planning in juni 2006 door u worden vastgesteld. Tegelijkertijd
wordt de handreiking ter kennisneming aangeboden. Zowel de gedoognotitie als de handreiking
worden geïmplementeerd en vastgelegd in de processen en werkinstructies van het kwaliteits-
handboek.
In 2005 hebben wij éénmaal een gedoogbeschikking afgegeven. Deze gedoogbeschikking is afge-
geven in afwachting van een definitieve milieuvergunning voor een scheepswerf. De definitieve
vergunning kan pas worden afgegeven, nadat de gemeente het bestemmingsplan heeft gewijzigd.
Professionalisering van de handhaving binnen de eigen organisatie
Op 1 januari 2005 voldeed de provinciale organisatie voor wat betreft de milieuhandhavings-
taken voor 100% aan de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria.
Het landelijk project beperkt zich in eerste instantie tot de uitvoering van milieuhandhaving.
Jaarverslag 2005
Wij zijn echter van mening dat professionalisering van de handhaving niet beperkt moet blijven
tot milieuhandhaving. Wij streven er naar om alle directe handhavingstaken op een professionele
manier uit te voeren. Wij hebben daarom ook een zelfevaluatie uitgevoerd bij de beleidsvelden
Verkeer en Vervoer, Water (Scheepvaartinspectie) en Landelijk gebied. Aan de hand van deze
zelfevaluaties zijn in 2005 verbeterplannen opgesteld en in uitvoering genomen. De uitvoering
van deze verbeterplannen worden in het eerste kwartaal van 2006 afgerond. Het verbeterplan
voor de groene wetgeving wordt in verband met de implementatie van nieuwe taken in het
kader van de Natuurbeschermingswet eind 2006 afgerond.
Het terugdringen van overschrijding van wettelijke termijnen.
Voor de diverse beleidsvelden zijn in de Beleidsbegroting voor 2005 streefpercentages vastgesteld.
In onderstaande tabel is aangegeven welke percentages in 2004 waren gerealiseerd, welke streef-
percentages voor 2005 zijn vastgesteld en welke percentages in 2005 zijn gerealiseerd.
Vergunning/ontheffing/beschikking Percentage tijdig verleende vergunningen/
ontheffingen/beschikkingen
Gerealiseerd Streefpercen- Gerealiseerd
2004 tage 2005 2005
Beschikking op bezwaarschriften 14% 50% 34%
Ontheffingen Flora- en Faunawet > 95% 90% > 95%
Verklaring van geen bezwaar voor vrijstelling
bestemmingsplan (art. 19 WRO) 90% 95% 93%
Vergunningen/beschikkingen Wet milieubeheer 54% 60% 76%
Vergunningen Ontgrondingenwet 39% 50% 60%
Verzoek handhavend op te treden 0% 60% 10% 213
Beschikkingen Wet bodembescherming > 95% > 95% 80%
Overige vergunningen/ontheffingen/beschikkingen
op het terrein van Landelijk Gebied, Verkeer en
Vervoer, Water, Ruimte en Milieu > 95% > 95% > 95%
Ondanks de genomen maatregelen zijn de streefpercentages niet op alle terreinen gehaald. De
oorzaak van termijnoverschrijdingen is vaak gelegen in de complexiteit van de aanvraag en de
noodzaak om nader (technisch)onderzoek te doen of af te stemmen met andere organisaties, ter-
wijl de wettelijke afdoeningtermijn vaak kort is (soms maar 4 weken). In onze Handhaving-
uitvoeringsrapportage 2005 wordt dit per beleidsveld nader toegelicht en is aangegeven welke
aanvullende maatregelen eventueel zullen worden genomen.
Bij het afdoen van vergunningaanvragen in het kader van de Wet milieubeheer en de
Ontgrondingenwet zijn de streefpercentages ruimschoots gehaald. Hier heeft het in 2004 vastge-
stelde Plan van aanpak wel het gewenste resultaat opgeleverd.
Het verder inhoud geven aan de versterkte regierol van de provincie, met name op het gebied van de handhavingsamenwerking en
de professionalisering van de milieuhandhaving
Handhavingsamenwerking in Fryslân
De coördinatie van de milieuhandhaving op basis van de Wet milieubeheer is opgedragen aan
ons college van Gedeputeerde Staten. Wij bevorderen dat er regelmatig overleg wordt gevoerd
door de bestuursorganen, die belast zijn met de handhaving van de milieuwetgeving. Het doel
van het overleg is om afspraken met elkaar te maken over de wijze onderlinge afstemming
waarop de partijen inhoud geven aan de doelmatige handhaving.
Op 8 juli 2005 heeft het Fries Milieu Overleg (FMO) besloten om de samenwerking in het
Servicepunt Handhaving (Seph) te beëindigen en de FMO structuur te vereenvoudigen. Dit bete-
kent dat de bestuursovereenkomst milieuwetgeving in Fryslân, op 31 december 2005 is beëin-
digd en dat het SephFryslân is opgeheven.
Vanaf 1 januari 2006 voorziet het Fries Overleg Milieuhandhaving in onze provincie in het
Jaarverslag 2005
bestuurlijk afstemmingsoverleg. Dit overleg heeft betrekking op de grijze (Wet milieubeheer) en
de blauwe (Wet verontreiniging oppervlaktewateren) handhaving. Het overleg vindt tenminste
één keer per jaar plaats. De betrokken organisaties, die niet als bestuursorgaan zijn aangemerkt,
nemen op uitnodiging deel. Vast agendapunt is het maken van afspraken over een doelmatige
handhaving.
De afstemming van de groene handhaving (Natuurbeschermingswetten) op provinciaal niveau
vindt plaats via de zogenaamde Toezichtskringen Natuurhandhaving.
Professionalisering van de milieuhandhaving
De Wet handhavingstructuur en de AMvB kwaliteitseisen leggen op ons een zware verantwoorde-
lijkheid, om toe te zien op de uitvoering van een doelmatige handhaving van de betrokken hand-
havingorganisaties. Omdat de vrijwillige handhavingsamenwerking op provinciaal niveau is afge-
nomen, gaan wij een sterkere toezichthoudende rol jegens de bestuursrechtelijke handhavingpart-
ners op ons nemen.
Onder regie van de provincie is in januari 2005 door alle Friese handhavingorganisaties een
eindmeting uitgevoerd, om na te gaan in hoeverre werd voldaan aan de landelijke kwaliteitscrite-
ria voor de milieuhandhaving. De provincie heeft van deze eindmeting een rapportage opgesteld.
Op 1 januari 2005 scoorden er van de Friese organisaties 12 100%, 17 tussen 90 en 100% en 5
minder dan 90%. Organisaties die nog niet voor 100% aan de kwaliteitscriteria voldeden, hebben
tot 1 oktober 2005 de tijd gekregen om de resterende zaken op orde te brengen. Via ambtelijk
overleg is het nodige duw- en trekwerk verricht, om de organisaties zoveel mogelijk aan te spo-
ren, tijdig actie te ondernemen en daar waar nodig is voorzien in inhoudelijke ondersteuning.
Na 1 oktober 2005 is bij een viertal organisaties een herverificatie uitgevoerd door een extern
bureau. Met deze vier organisaties heeft op managementniveau aanvullend overleg plaatsgevon-
214 den.
Eind 2005 zijn er 4 organisaties die nog niet volledig aan de kwaliteitscriteria voldoen. Met deze
organisaties is een intensief traject ingezet om alsnog voor 100% aan de kwaliteitscriteria te vol-
doen. Wanneer de zaken niet tijdig op orde worden gebracht, dan volgt bestuurlijk overleg,
waarin dan het voornemen tot het opleggen van een aanwijzing het vertrekpunt zal zijn. Naar
verwachting zal een dergelijke aanwijzing niet nodig zijn.
Ruimtelijke ordening
De behandeling bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel voor de Fundamentele Herziening van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) is nagenoeg afgerond.
Strekking van de nieuwe Wro is: iedere bestuurslaag is primair verantwoordelijk voor het eigen
ruimtelijk beleid en beschikt daarvoor over een `gereedschapskist' aan bevoegdheden en instru-
menten. Zo krijgen rijk en provincies interventiemiddelen tijdens de procedure van een bestem-
mingsplan of projectbesluit in de vorm van een zienswijze of eventueel een aanwijzing; de huidi-
ge goedkeuring/verklaring van geen bezwaar van de provincie komt te vervallen, evenals de
mogelijkheid tot indiening van bedenkingen bij de provincie.
De vraag of überhaupt de thans bij de VROM-inspectie ondergebrachte tweedelijns toezichtsbe-
voegd-heden op de gemeentelijke RO-handhaving zullen overgaan naar de provincies is tot op
heden door VROM in het kader van de nieuwe Wro nog niet beantwoord. Het IPO pleit hier
nog steeds voor.
Externe veiligheid
Ook op het gebied van Externe Veiligheid vervult de provincie een regisserende rol.
Wij hebben in samenwerking met de gemeenten, samenwerkingsverbanden, de regionale brand-
weer en het Seph het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2004-2005 samen-
gesteld, dat optimaal aansluit bij de regionale/lokale behoeften.
Het ministerie heeft ingestemd met het programma en de benodigde subsidie beschikbaar
gesteld. Eind 2004 is gestart met de uitvoering van het programma, de uitvoering wordt uiterlijk
31 maart 2006 afgerond.
In 2005 is o.a. een kenniskaart opgesteld, zijn verschillende opleidingsmodules aangeboden, is de
Jaarverslag 2005
nulsituatie van de wettelijke taken bij de verschillende overheden in beeld gebracht, is een start
gemaakt met de inventarisatie van het vervoer van gevaarlijke stoffen en is het risicoregister voor
een belangrijk deel gevuld. Daarnaast zijn handreikingen opgesteld voor het betrekken van exter-
ne veiligheid in ruimtelijke plannen en voor afstemming tussen bevoegd gezag en brandweer.
Verder zijn in 2005 verschillende algemene bijeenkomsten georganiseerd en zijn een programma-
bureau en een stuurgroep ingesteld.
VROM heeft inmiddels een nieuwe subsidieregeling ingesteld voor programmafinanciering in de
periode 2006-2010. Daarom is in nauw overleg met gemeenten, regionale brandweer en regio-
nale samenwerkingsverbanden, gewerkt aan een nieuw Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid
voor de periode 2006-2010. Eind december 2005 is dit concept Uitvoeringsprogramma voor
eventuele (bestuurlijke) opmerkingen voorgelegd aan de Friese gemeenten.
De eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de programma's ligt bij de provincie.
4.11 Paragraaf 10 Majeure Programma's en Projecten
De verantwoording over de Majeure Programma's en Projecten vindt in dit Jaarverslag 2005
plaats onder de beleidsprogramma's. Dit vloeit logisch voort uit de begrotings- en verantwoor-
dingscyclus conform het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording), zoals thans gehanteerd.
Omdat dit een afwijking betekent van de presentatievorm in de Begroting 2005, presenteren wij
in deze paragraaf per majeur programma(-cluster van projecten) een overzicht van doelen,
gewenste en bereikte resultaten, een verwijzing naar het beleidsprogramma waarin het is opgeno-
men, en eventuele aanvullende informatie.
Achtereenvolgens komen aan de orde: 215
· Friese Meren Projecten
· Kompas
· Interreg
· Plattelânsprojekten
· POP
· ICES
· Infrastructuur.
4.11.1 Friese Meren
Het Friese Merenproject levert een strategische bijdrage aan de economische ontwikkeling in het
Friese Merengebied door middel van kwaliteitsverbeteringen in de watersportinfrastructuur van
Fryslân. Daarbij staat voorop dat het speciale open karakter van het typische Fryske landschap, de
natuurlijke omgeving en de bijzondere karakteristieken van de dorpen en steden, worden behou-
den. Daarmee willen we bereiken dat dit gebied over 10 jaar zijn marktpositie in de sector recre-
atie en toerisme heeft versterkt.
Dit houdt in dat
· Er een groter vaargebied voor watersporters is ontstaan;
· Het bezoekersaantal blijft gehandhaafd;
· Het aanbod in de recreatiesector is verbreed;
· De kwaliteit van de bestaande voorzieningen is verbeterd;
· De kwaliteit van natuur en landschap, het waterbeheer en de waterkwaliteit zijn verbeterd in
samenhang met deze maatregelen;
· Er geen knelpunten meer zijn in de bevaarbaarheid;
· De belangrijkste recreatieve routes op de gewenste diepte zijn;
· De veiligheid op het water is verbeterd;
· Weg- en waterverkeer weinig tot geen hinder van elkaar hebben;
· In het gebied het nog steeds prettig wonen, werken en recreëren is.
Jaarverslag 2005
Gewenste resultaten
1 In de periode 2001 2012 is een totaal uitvoeringsprogramma van gerealiseerd van ca 345
mln. Dit budget is onderverdeeld in de opwaardering van 12 vaargebieden (trajecten), de aan-
leg van 5 aquaducten en een omvangrijk baggerproject. De realisatie zal plaatsvinden in samen-
werking met de Gemeenten, het Waterschap, het recreatieschap de Marrekrite, de natuurbehe-
rende instanties en het bedrijfsleven.
2 330-550 km vaarweg uitgediept;
40-50 km vaarweg opgewaardeerd;
53 bruggen opgehoogd;
17 knelpunten tussen land en water opgelost
(5 aquaducten aangelegd en 12 bruggen aangepast);
2000 aanlegplaatsen aangelegd;
5 watersportkernen opgewaardeerd.
Bereikte resultaten
1 De uitvoering van het Friese Meren programma ligt op schema met uitzondering van de trajec-
ten G (Drachten Leeuwarden) en J (Leeuwarden). Behoudens het project Rengerspôlle zijn er
voor traject G nog geen concrete plannen opgesteld. In het verslagjaar heeft de gemeente
Leeuwarden geen prioriteit gegeven aan de visie- en planvorming in traject J. Op basis van het
stadsconvenant is besloten hier in 2006 een start mee te maken. Tot en met 2005 is een
investeringsvolume van ca 196 mln. aan projecten in voorbereiding, in uitvoering of gereali-
seerd.
216 2 Circa 55 km vaarweg uitgediept;
15 bruggen opgehoogd;
2 knelpunten tussen land en water opgelost (1 aquaduct en 1 brug);
Circa 150 aanlegplaatsen aangelegd.
Toelichting op de resultaten is te vinden onder de programmaverantwoording, thema 6.4.
4.11.2 Kompasorganisatie
Achtergrond
Op 16 april 1998 werd een akkoord gesloten tussen het Kabinet en de provincies Drenthe,
Fryslân en Groningen, verenigd in het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), over de
ruimtelijk-economische ontwikkeling van het Noorden. Grondslag voor het akkoord vormde het
`Kompas voor het Noorden', waarin de visie van het samenwerkingsverband op de ruimtelijk-
economische ontwikkeling van het Noorden in (inter)nationale context is beschreven. Hierin
werd aangetoond, dat er een verschil bestond in arbeidsparticipatie (genoemd het `faseverschil')
tussen het Noorden en de rest van Nederland.
Hoofddoel
De hoofddoelstelling van de uitvoering van het Kompasprogramma is:
`het verkleinen van het faseverschil (tussen het Noorden en de rest van Nederland) door een ver-
sterking van de economische groei in samenhang met behoud en versterking van de natuurlijke,
landschappelijke en milieuwaarden'.
Gewenste resultaten
Om bovengenoemde doelstelling te bereiken dienen binnen het Kompasprogramma, met een
looptijd tot 2007, tijdig majeure projecten te worden ontwikkeld. De financiering van deze pro-
jecten komt ten laste van de Kompas-middelen van Economische Zaken of van de Europese Unie
(EU). Een en ander is terug te vinden in programma 6, thema's 1 en 2.
Het totaal te besteden bedrag aan EZ/EFRO-middelen bedraagt:
Jaarverslag 2005
te besteden toegekend
EZ/Kompas 412,0 miljoen 345,5 miljoen
EFRO doelstelling 2 341,6 miljoen 335,6 miljoen
EFRO Phasing Out 15,0 miljoen 16,0 miljoen
Totaal te besteden bedrag 768,6 miljoen 697,1 miljoen
De bestedingsgraad per 31 december 2005 ligt hiermee op 90,7%.
De te besteden en toegekende bijdragen zijn als volgt verdeeld:
te besteden toegekend
Bedrijfsgerichte regelingen 242,1 miljoen 219,4 miljoen
Noordelijke projecten 42,3 miljoen 38,5 miljoen
Provinciale projecten 484,2 miljoen 439,2 miljoen
Totaal 768,6 miljoen 697,1 miljoen
De toekenningen aan provinciale projecten zijn als volgt onderverdeeld:
Fryslân 134,5 miljoen
Drenthe 143,5 miljoen
Groningen 161,5 miljoen
Totaal 439,2 miljoen
Eén en ander moet ertoe leiden dat in 2010 de economische achterstand ten opzichte van de rest
van Nederland is weggewerkt, in combinatie met de instandhouding en verbetering van een aan- 217
trekkelijke woon- en leefomgeving.
4.11.3 Interreg (gedeelte onder programma 4)
De Europese Unie (EU) wil dat de regio's in de Europese landen zich harmonisch en duurzaam
ontwikkelen. Daarvoor heeft de EU Interreg als één van de middelen ingesteld: een programma
dat jaarlijks Europese subsidies verleent aan creatieve, vernieuwende ideeën en projecten op het
gebied van Europese ruimtelijke ontwikkeling. Interreg concentreert zich op de uitwisseling en
overdracht van kennis binnen de EU.
De provincie is momenteel betrokken bij 13 Interregprojecten. 11 projecten binnen het Interreg
IIIB Noordzee-programma en 2 binnen het Interreg IIIC West-programma. Van 7 projecten is de
provincie Lead-partner, van de overige 6 (sub)partner. Afhankelijk van het project wordt de
periode 2002-2008 bestreken.
De provincie is verantwoordelijk voor een totaal van 45 miljoen aan projectengeld. Hiervan
wordt 9 miljoen in Fryslân geïnvesteerd, met een provinciaal cofinancieringsdeel van 1,5 mil-
joen. Van deze 9 miljoen beslaat 5,5 miljoen materiële investeringen. De investeringen leve-
ren in de periode 2002-2008 een tijdelijke werkgelegenheid op van circa 55 manjaren in Fryslân.
Doel
1 Verbetering van de milieukwaliteit in Fryslân in samenhang met versterking van de economi-
sche positie van het Friese bedrijfsleven.
2 Verbetering van de milieukwaliteit in Fryslân door samenwerking met internationale partners.
Gewenste Resultaten
1 Verbetering van de milieukwaliteit in Fryslân door initiëren en uitvoeren van internationale
projecten.
2 Uitwisselen/uitdragen van kennis door initiëren en uitvoeren van internationale projecten.
Jaarverslag 2005
Bereikte resultaten
· Begin dit jaar is het IIIb project No regret, met als thema tekort aan oppervlakte- en grond-
water) goedgekeurd en opgestart. Hierin participeren wij samen met it Wetterskip Fryslân;
· De andere 11 lopende Interreg IIIb projecten bevinden zich grotendeels in de uitvoeringsfase;
· De 6 andere projecten waar wij Lead Partner van zijn lopen volgens planning;
· In één IIIb project waar wij partner in zijn, Urban Water Cycle, is de Deense partner uitgeval-
len. Samen met de Lead Partner en de regionale partners (Gemeente Leeuwarden, it Wetterskip
Fryslân) hebben we een (financiële) uitbreiding van het Friese onderdeel van dit project voor-
gesteld bij het Interreg Secretariaat;
· In 2005 namen we deel in 2 Interreg IIIC projecten. Van het European Waste Management
zijn wij Lead Partner en wij participeren in het project Hanse Network;
· In 2005 is meer capaciteit in Interreg gestoken dan oorspronkelijk begroot. Reden is dat wij
van de laatste mogelijkheid gebruik hebben gemaakt om binnen het Interreg IIIB programma
projectvoorstellen in te dienen. Een aantal strategische projecten is ingediend, waarmee we de
uitgangspositie voor het vervolgprogramma en voor andere toekomstige Europese programma's
op het gebied van milieu, technologie en innovatie beogen te versterken. Van 2 voorgestelde
projecten zijn wij Lead Partner (Facilitating Sustainable Innovation en Energize Regional
Economies), in 1 voorgesteld project nemen we deel als partner (Water Line Economy) en we
participeren als sub-partner van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden in een projectvoorstel
over toerisme (To Learn). Over deze projecten zal voorjaar 2006 worden beslist.
Interreg (gedeelte onder programma 1)
In 2002 is hebben de Staten een cofinanciering budget ingesteld voor het Interreg III B
218 Programma Noordzee in het kader van de Europese subsidieregeling Interreg III A en B (later
ook C). Programma Noordzee richt zich voornamelijk op de gebieden water, milieu, landelijk
gebied, toerisme en ruimte. Voorwaarde hiervoor is samenwerking met andere Europese regio's.
(De cofinanciering onder programma 1 richt zich met name op landelijk gebied en toerisme,Milieuprojecten en Water hebben
eigen cofinanciering voor Interreg programma's)
In 2003 is de cofinanciering ook opengesteld voor het programma Hanzepassage dat zich richt
op kennisuitwisseling op de gebieden:
· nieuwe vormen van bestuur
· sociaal-economische planning
· innovatie.
De projecten waaraan cofinanciering is toegekend zijn in verschillende stadia van uitvoering,
maar zullen uiterlijk halverwege 2008 zijn afgerekend waarna de programma's Noordzee en
Hanze Passage zullen worden afgesloten.
Voortzetting van de huidige programma's in de volgende financiële periode 2007-2013, ligt in
de lijn der verwachting.
4.11.4 Plattelânsprojekten
Plattelânsprojekten verwerft projecten en leidt deze door naar de betreffende beleidsafdelingen.
Hiermee is en zal een forse impuls gegegen worden aan de ontwikkeling van projecten voor het
platteland. Ook draagt Plattelânsprojekten hiermee bij aan de doelstelling van het thema platte-
landsontwikkeling van het programma Ruimte.
Doel
1 In stand houden van de leefbaarheid en vitaliteit van het platteland van Fryslân
2 Bevorderen van draagvlak en samenwerking in de plattelandsgebieden
Jaarverslag 2005
Gewenste Resultaten
1 In de periode 2002 2007 een totale omzet van 250-300 aan projectvoorstellen vallend
onder verschillende thema's. Voor het jaar 2005 wordt een omzet op 50 miljoen begroot.
Dit resutaat wordt in samenwerking met de overige teams behaald.
2 Verbetering van de kwaliteit van de projectvoorstellen en toename van het aantal integrale
projecten.
Bereikte resultaten
1 In 2005 is een omzet behaald van 39 miljoen verdeeld over verschillende thema's. Als
belangrijke thema's, waar de projecten betrekking op hebben, zijn te noemen: 6.4. Recreatie
en toerisme, 7. Sociaal beleid en zorg, 9.3. Plattelandsontwikkeling. De behaalde omzet heeft
bijgedragen aan de realisatie van de gewenste resultaten van deze thema's. In het betreffende
programma rapporteren wij over de mate waarin het doel van deze thema's is behaald.
De cumulatieve omzet bedraagt op 31-12-2005 247 miljoen. Hiermee is bijna het eindresul-
taat bereikt, ook al blijft de jaaromzet 2005 achter bij de begroting. Dit is onder andere toe te
rekenen aan het feit dat de belangrijkste budgetten uitgeput raken. Verder wordt de realisatie
van gemeentelijke cofinanciering steeds lastiger.
2 Het aandeel van grote integrale projecten (omzet > 1 miljoen) in de totale omzet is gestegen
en bedraagt 52%. Een gevolg hiervan is dat de doorlooptijd stijgt, de begeleiding en bemidde-
ling vergt namelijk vaak meer inzet.
In 2005 is veel aandacht besteed aan kennisverbetering. Hiermee is bereikt dat de kwaliteit van
de projectvoorstellen verbeterd zijn. Ook hebben de gebiedsplatforms apart en gezamenlijk 219
aandacht besteed aan hun veranderende adviesrol.
4.11.5 Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland (EU-POP 2000 t/m 2006)
Het POP is een Europees ontwikkelingsprogramma voor het platteland, uitgewerkt in diverse the-
ma's. Het ministerie van LNV is hiervoor beheersautoriteit. Landelijk is een POP-budget van circa
59 miljoen beschikbaar. Het budget wordt verdeeld over een `Rijksprogramma' en `Provinciale
programma's'. Het provinciale programma wordt uitgevoerd door de provincies. De provincie
Fryslân heeft haar budget samen met Groningen en Drenthe in één Noordelijk POP-programma
verenigd. De uitvoering van het POP vindt plaats in het kader van `Kompas voor het Noorden',
onder verantwoordelijkheid van de SNN-Bestuurscommissie Landelijk Gebied.
Jaarlijks is er voor Fryslân een POP-budget van circa 2,5 miljoen. Omdat in 2006 het huidige
POP-programma afloopt, zijn de budgetten voor 2005 en 2006 samengevoegd tot 5,1 miljoen.
Naast dit budget dient het Rijk of de regionale overheid (provincie, gemeente, waterschap) een
minstens even groot bedrag te investeren.
In de beleidsbegroting is de informatie over `POP' te vinden onder programma 5.
Doel
1 met de beschikbare EU-gelden een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling en uitvoe-
ring van plattelandsprojecten;
Gewenste resultaten
1 maximaal aandeel leveren aan het Friese beleid met betrekking tot de plattelandsontwikkeling;
2 een zo groot mogelijk deel van de landelijk beschikbare EU-POP-gelden in Fryslân inzetten.
Bereikte resultaten
Naast het reguliere budget van 5,1 miljoen is hier voor Fryslân in de loop van 2005 3,0 mln.
aan toegevoegd door gebruik te maken van EU-POP-budget dat in andere provincies en bij het
Rijk vrij viel. Inmiddels zijn vrijwel alle EU-POP-gelden toegewezen aan projecten en vastgelegd
in beschikkingen.
Jaarverslag 2005
Op kasbasis was er voor Fryslân in 2005 3,6 miljoen EU-POP-budget beschikbaar; gerealiseerd
is 3,7 mln.; het restant ad 4,4 mln. wordt gerealiseerd in 2006.
Voor provinciale cofinanciering POP is voor 2005/2006 1,8 miljoen beschikbaar. Hiervan is in
2005 0,5 mln. gerealiseerd. Door het vervallen van enkele projecten met relatief grote provin-
ciale cofinancieringen is er in 2005 een vrijval van circa 0,6 mln. provinciale cofinanciering
geweest. Het restant van de provinciale cofinanciering ad 0,7 mln. wordt gerealiseerd in 2006.
4.11.6 ICES-programma's Natte Natuur en Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer
De ICES-programma's `Natte Natuur' en `Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer' zijn bedoeld
voor versterking van de natuur- en landschapsstructuur in Noord Nederland. Een samenhangende,
goed ingerichte natuur-structuur en een aantrekkelijk en goed onderhouden landschap dragen bij
aan een aantrekkelijk en vitaal platteland en daarmee aan een gunstig vestigingsklimaat in Noord
Nederland. Daarnaast hebben natuur en landschap ook hun eigen intrinsieke waarde.
ICES-middelen zijn Rijksmiddelen die worden beheerd door het Rijk (Dienst Landelijk Gebied,
DLG). Het ICES-budget is in één Noordelijk ICES-programma verenigd. De uitvoering van het
ICES-programma vindt plaats in het kader van `Kompas voor het Noorden', onder verantwoorde-
lijkheid van de SNN-Bestuurscommissie Landelijk Gebied.
De ICES-programma's lopen vanaf 1999 en lopen uiterlijk in 2008 af.
Fryslân heeft voor de jaren 2005 t/m 2008 3,8 miljoen ICES-budget beschikbaar. De ICES-sub-
sidie ligt tussen 50 en 75%; daarnaast dragen provincie, gemeente, waterschap of natuurbeheers-
instantie bij.
In de beleidsbegroting is nadere informatie over `ICES' te vinden onder programma 5.
220
Doel
1 met de beschikbare ICES-middelen bijdragen aan de verwerving en inrichting van natuurgebie-
den in, maar vooral ook buiten de `Ecologische Hoofdstructuur' (EHS) en bijdragen aan
Agrarisch natuur en landschapsbeheer voorzover niet vallend binnen de EHS.
Gewenste resultaten
1 met de beschikbare ICES-budgetten de uitvoering van natuur- en landschapsprojecten, met
name buiten de EHS, stimuleren.
2 uiterlijk 2005 de beschikbare budgetten in beschikkingen vastleggen voor uit te voeren projec-
ten.
Bereikte resultaten
In 2005 zijn alle beschikbare ICES-budgetten ad 3,8 miljoen toegewezen aan projecten, die
uiterlijk in 2008 worden uitgevoerd. Inmiddels is er, door meevallende kosten, een klein budget
weer vrijgevallen dat, in overleg met het ministerie van LNV, ingezet kan worden voor een
reserveproject.
Van het beschikbare budget van 3,8 mln. is 1,3 mln. in 2005 uitbetaald; het restant staat
gepland voor 2006 en 2007.
Voor provinciale cofinanciering van het ICES-programma is voor de jaren 2005 t/m 2007
0,8 miljoen beschikbaar. Hiervan is 0,1 betaald in 2005. Ook is door meevallende kosten
circa 0,1 mln. vrijgevallen; het restant staat gepland voor 2006 (0,5 mln.) en 2007
(0,1 mln.).
4.11.7 Majeure projecten infrastructuur
Voor de stand van zaken van strategische infrastructurele projecten, waaronder de projecten
Rijksweg A7 Sneek, Centrale As, Aquaducten Friese Meren, Haak om Leeuwarden en de N381
Drachten Drentse grens, verwijzen wij naar de toelichting in programma 2, Verkeer en
Vervoer, thema's 2 `Verbetering provinciale infrastructuur' en 6 `Rijksprojecten'.
Jaarverslag 2005
5 Bijlagen
221
Jaarverslag 2005
5 1 Overzicht subsidies instellingen
BUDGETSUBSIDIES Realisatie Begroot Realisatie Verschillen
Bedragen × 1.000 2004 2005 2005 2005
Thema Onderwerp + /
Lasten ×1.000
4.11 St. Friese Milieufederatie 375 378 378
5.2 St. Landschapsbeheer Friesland 691 694 695
5.2 Instituut voor natuurbeschermings-
educatie district Friesland 175 177 177
6.2 Federatie Friesland van Sportvisserij
verenigingen 1 1 1
7.2 St. Sport Friesland 504 511 511
7.2 Sneek-Week Comité Sneek 0 4 4
7.3 Humanitas, afdeling Friesland 14 14 14
7.3 Solidair Friesland 15 15 15
7.3 Protestant Dienstencentrum Fryslân 28 28 28
7.3 St. Samenwerking Dorpshuizen Friesland 170 172 172
7.3 Fries Samenwerkingsverband
Uitkeringsgerechtigden/WAO beraad 170 167 131 36
7.3 St. Sociaal Cultureel Centrum voor Doven 74 74 148 73
7.3 St. Partoer 2.546 2.474 2.474
7.3 Jeugdvoorlichting samenwerkend verzet 0 1 0 1
7.3 Instellingen Feriening lytse doarpen 149 150 150
7.4 Tumba 107 149 149
7.4 Emancipatiebureau Friesland 464 467 467
222 7.4 St. Bevrijdingsfestival Fryslân 6 6 6
7.4 Anti Discriminatie bureau 64 0 0
7.4 Instellingen COC-Fryslân 47 48 48
7.4 Instellingen Anna Blamanhuis 24 24 24
7.4 Federatie van ouderverenigingen voor
verstandelijk gehandicapten 1 6 4 2
7.4 St. Vakantieactiviteiten Geestelijk
Gehandicapten in Friesland (Stichting TOF) 26 27 27
7.5 Stichting SOS-Telefonische Hulpdienst 175 176 176
7.6 E.H.B.O., District Friesland 1 1 1
7.6 Provinciale Patienten/Consu-menten Platform 302 304 304
7.7 Kadervorming ouderen 24 24 24
8.1 Fryske Akademy 997 1.101 1.068 33
8.2 St. Keunstwurk 2.161 1.612 1.272 340
8.2 Ver. voor instellingen voor kunstzinnige
vorming in Friesland (VIKVF) 4 0 0
8.2 Fries Centrum voor Film 57 58 58
8.2 Frysk Festival 48 48 0 48
8.2 St. Frysk Jeugdorkest 15 15 15
8.2 St. Utjouwerij Frysk Toaniel 16 17 17
8.2 St. Stimulearring Fryske Toanielskriuwerij 4 4 4
8.2 De Citadel 30 31 31
8.2 Tryater, jeugdteaterselskip 145 147 147
8.2 St. Het Fries Museum 2.125 2.171 2.187 15
8.2 St. de Kanselarij 232 209 209
8.2 St. Fries Landbouwmuseum 176 129 114 15
8.2 Fries Natuur Museum 508 549 549
8.2 Fries Scheepvaartmuseum 289 297 302 5
8.2 Federarie Friese Musea en Oudheidskamers 0 27 27
8.3 Fryske Side 116 118 118
8.3 Fr. Literêr Tydskrift "De Moanne" 37 51 51
Jaarverslag 2005
Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Realisatie Begroot Realisatie Verschillen
2004 2005 2005 2005 2004 2005 2005 2005
+ / + /
Baten ×1.000 Saldo ×1.000
0 0 0 375 378 378
384 407 326 81 307 287 369 81
0 0 175 177 177
0 0 0 1 1 1
0 0 0 504 511 511
0 0 0 0 4 4
0 0 0 14 14 14
0 0 0 15 15 15
0 0 0 28 28 28
0 0 0 170 172 172
0 0 0 170 167 131 36
0 0 0 74 74 148 73
0 0 0 2.546 2.474 2.474
0 0 0 0 1 0 1
0 0 0 149 150 150
0 0 0 107 149 149
0 0 0 464 467 467
0 0 0 6 6 6 223
0 0 0 64 0 0
0 0 0 47 48 48
0 0 0 24 24 24
0 0 0 1 6 4 2
0 0 0 26 27 27
0 0 0 175 176 176
0 0 0 1 1 1
0 0 0 302 304 304
0 0 0 24 24 24
0 0 0 997 1.101 1.068 33
0 0 0 2.161 1.612 1.272 340
0 0 0 4 0 0
0 0 0 57 58 58
0 0 0 48 48 0 48
0 0 0 15 15 15
0 0 0 16 17 17
0 0 0 4 4 4
0 0 0 30 31 31
0 0 0 145 147 147
0 0 0 2.125 2.171 2.187 15
0 0 0 232 209 209
0 0 0 176 129 114 15
0 0 0 508 549 549
0 0 0 289 297 302 5
0 0 0 0 27 27
0 0 0 116 118 118
0 0 0 37 51 51
Jaarverslag 2005
BUDGETSUBSIDIES (vervolg) Realisatie Begroot Realisatie Verschillen
Bedragen × 1.000 2004 2005 2005 2005
Thema Onderwerp + /
Lasten ×1.000
8.3 Frysk Literêr Tydskrift "Hjir" 17 20 9 11
8.3 Frysk Bernetydskrift "Switsj" 15 15 15
8.3 Frysk Jongereintydskrift "Link" 15 15 15
8.3 St. It Fryske Boek 236 228 241 13
8.3 It Skriuwersboun 3 3 2 2
8.3 Ried fan de Fryske Beweging 25 18 -3 21
8.3 Algemiene Fryske Underrjocht Kommisje
(A.F.U.K.) 545 457 548 91
8.3 Fryske Rie 4 4 4
8.3 Europees Bureau voor kleine talen 25 13 13
8.3 Stellingwarver Schrieversronte 98 98 98
8.3 St. Ons Bildt 4 10 4 6
8.3 Instellingen: IFAT 9 9 9
8.3 GCO/Skoalleradio/TV 126 127 127
8.4 Omrop Fryslân 8.397 7.768 7.768
8.4 Commissariaat van de Media 0 0 0
8.4 Centrale Bibliotheekdienst voor Friesland 3.139 3.159 3.159
8.4 Afdelingen Fries aan openbare bibliotheken 77 77 77
8.4 Tresoar 2.693 2.707 2.685 22
8.5 Monumentenwacht 190 190 250 60
224 8.5 Frysk Erfskip evenement 95 61 15 46
8.5 St. de Fryske Mole 105 106 106
8.5 St. Alde Fryske Tsjerken 109 109 109
8.5 St. Steunpunt Monumenten zorg Fryslân 87 89 90 1
9.4 Groepswonen voor ouderen 2 2 2
9.4 Provinciale vrouwenadvies-commissie voor
de woningbouw in Friesland 3 3 3
Totaal lasten 29.132 27.964 27.643 325
Jaarverslag 2005
Realisatie Begroot Realisatie Verschillen Realisatie Begroot Realisatie Verschillen
2004 2005 2005 2005 2004 2005 2005 2005
+ / + /
Baten ×1.000 Saldo ×1.000
0 0 0 17 20 9 11
0 0 0 15 15 15
0 0 0 15 15 15
0 0 0 236 228 241 13
0 0 0 3 3 2 2
0 0 0 25 18 -3 21
0 0 0 545 457 548 91
0 0 0 4 4 4
0 0 0 25 13 13
0 0 0 98 98 98
0 0 0 4 10 4 6
0 0 0 9 9 9
0 0 0 126 127 127
0 0 0 8.397 7.768 7.768
3.881 3.929 3.929 -3.881 -3.929 -3.929
0 0 0 3.139 3.159 3.159
0 0 0 77 77 77
169 0 0 2.524 2.707 2.685 22
0 0 0 190 190 250 60
0 0 0 95 61 15 46 225
0 0 0 105 106 106
0 0 0 109 109 109
0 0 0 87 89 90 1
0 0 0 2 2 2
0 0 0 3 3 3
4.434 4.336 4.255 81 24.698 23.628 23.388 244
Jaarverslag 2005
5 2 Begrippenlijst
Accountantsverklaring
Schriftelijke mededeling van de accountant waarin deze een oordeel geeeft over de getrouwheid
van de (financiële) verantwoording (i.c. de jaarrekening) en een oordeel over de rechtmatigheid.
Begroting
Het overzicht van de geraamde (verwachte) kosten en opbrengsten in een bepaald jaar, opgezet
volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De begroting
wordt vastgesteld door Provinciale Staten.
Begrotingswijziging
Een aanpassing van begrotingsramingen tijdens het begrotingsjaar.
Behoedzaamheidsreserve
Gedeelte van de algemene uitkering uit het Provinciefonds dat het rijk reserveert voor de uitlich-
ting uit het Provinciefonds wegens verwachte onderuitputting van de rijksuitgaven.
Doeluitkering (specifieke uitkering)
Door een ministerie aan de provincie verstrekte gelden ter uitvoering van een specifieke taak (bij-
voorbeeld onderwijs, jeugzorg etc); een doeluitkering is dus niet vrij besteedbaar.
Dualisering
Dualisering is strikt genomen de ontvlechting van de taken en bevoegdheden tussen Provinciale
Staten en het college van Gedeputeerde Staten. Het statenlid concentreert zich meer op kaderstel-
ling, controle en volksvertegenwoordiging, terwijl het college bestuurt.
Garantie
Zekerheidsstelling door de provincie ten behoeve van derden die een lening aantrekken. Bij der-
den valt te denken aan bijvoorbeeld gezondsinstellingen. Ingeval van wanbetaling zal de provincie
de resterende schuld aflossen.
226 Leges
Leges worden geheven ter dekking van de kosten van provinciale dienstverlening.
Planning en control cyclus
De jaarlijks terugkerende werkzaamheden die samenhangen met het opstellen de kaderbrief,
begrotingen, jaarstukken en managementrapportages.
Provinciefonds
Uitkering van het rijk die de provincie in principe vrij mogen besteden. Dit ter onderscheid van
doeluitkeringen met ene gebonden besteding.
Rekening
Overzicht van de in een bepaald jaar gerealiseerde kosten en opbrengsten; de jaarrekening dient
ter verantwoording. Tevens wordt in de jaarrekening de stand van de provinciale vermogensposi-
tie opgemaakt.
Reserve
Reserves zijn eigen vermogen en kunnen worden ingedeeld in algemene en bestemmingsreserves.
Aan bestemmingsresereves wordt door Provinciale Staten een bepaalde bestemming gegeven, hoe-
wel Provinciale Staten kunnen besluiten over een andere aanwending.
Risicoparagraaf
Door het college verstrekt overzicht van alle bekende risico's tot het moment van het aanbieden
van de begroting, meerjarenraming en de jaarrekening.
Specifiek uitkering
Zie Doeluitkering.
Treasury
Het geheel van activiteiten in verband met de financiering.
Verslagevingsvoorschriften (BBV)
Wettelijk bepaalde voorschriften voor inrichting van de provinciale begrotingen en jaarstukken.
Voorziening
Voorzieningen zijn vreemd vermogen en geven een schatting van voorzienbare lasten in verband
met risico's en verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per de balans-
datum min of meer onzeker zijn.
Daarnaast worden middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is geclassificeerd
onder de voorzieningen.
Jaarverslag 2005
5 3 Afkortingenlijst
A-7 zone Gebied rond de snelweg A7
ADB Anti Discriminatiebureau
ATF Afval Transport Friesland
AWB Algemene Wet Bestuursrecht
BANS Bestuurs Akkoord Nieuwe Stijl
BAP Bagger Actie Programma
BBV Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (opvolger
comptabiliteitsvoorschriften)
BCF BTW Compensatie Fonds
BCS BNG Consultancy Services (onderzoeksafdeling BNG)
BDU Brede Doel Uitkering
BGM Bijdrageregeling Gebiedsgericht Milieubeleid
BHV BedrijfsHulpVerlening
BIM BedrijfsInterne Milieuzorg
BKF Byldzjende keunst en Foarmjowing (nota 1999-2004)
BLOW Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie
BOR-F Bestuurlijk Overleg Rioleringen Fryslan
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CdK Commissaris der Koningin (niet officieel)
CHK Cultuurhistorische Kaart (zie ook Famke)
COS Centrum OntwikkelingsSamenwerking
DLG Dienst Landelijk Gebied
EHS Ecologische Hoofd Structuur (Natuurbeheer)
ESF Economisch Structuur/Sociaal Fonds
EU Europese Unie 227
FA Fryske Akademy
FAMKE Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (zie ook CHK)
FBE Fauna Beheer Eenheden
FF-wet Flora en Faunawet
FLD Feriening Lytse Doarpen
FMF Friese Milieu Federatie
FMP Friese Meren Project
FYLG Frysk Ynvestearringsbudzjet Lanlik Gebiet
FSU Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden (was Fr WAO-beraad)
FVO Federatie van Ouderverenigingen
GGB Gebiedsgericht Benutten
GDU Gebundelde Doel Uitkering
ICES Interdepartementaal Centrum voor Economische Samenwerking
ICT Informatie en Communicatie Technologie
ILG Investeringsbudget Landelijk Gebied
IPO Inter Provinciaal Overleg
IPWA Interprovinciaal Windpark Afsluitdijk
ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
IVN Instituut voor Natuurbescherming educatie
KLPD Korps Landelijke Politie Diensten
KRW Kaderrichtlijn Water (van de Europese Unie)
LBOW Landelijk Bestuurlijk Overleg Water
LNV Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit
LLW Lân, Loft en Wetter
MAN Milieu Alarm Nummer
MER Milieu Effect Rapportage
MKZ Mond en Klauwzeer
MPI Meerjarenprogramma Infrastructuur (provinciaal)
NHI Neue Hanze Interregio
Jaarverslag 2005
NHL Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
NME Natuur en Milieu Educatie
NME21 Rijksprogramma ter versterking NME: Leren voor duurzaamheid
OV Openbaar Vervoer
OVVF Overleg Verkeer en Vervoer Fryslan
PBOW Provinciaal Bestuurlijk Overleg Water
PCPF Patiënten en Consumenten Platform Fryslân
PDC Protestants Diensten Cemtrum
PKB Planologische kernbeslissing
PMP Provinciaal Milieubeleidsplan (2000-2003)
PMP Provinciaal Meerjarenprogramma (landelijk gebied)
PM-kanaal Prinses Margrietkanaal
POP Plattelands Ontwikkeling Plan
PSHW Provinciale Subsidieregeling Herstructurering Woningvoorraad
PVVP Provinciaal Verkeer en Vervoers Plan
PW Provinciaal Waterstaat
ROM Ruimtelijke Ordening en Milieu
SDF Stichting Samenwerking van Dorpshuizen in Friesland
SEB Sociaal Economisch Beleid
SEB Sociaal Economische Beleidsnota
SGB Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid
SGM Subsidiebesluit Gebiedsgericht Milieubeleid (oud, nog doorlopend)
SIF Sociaal Investeringsfonds
SMB Strategisch Milieu Beoordeling
228 SNN Samenwerkingsverband Noord Nederland (gemeenschappelijke regeling)
SOM Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit
SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TOF Stichting Tegearre op Fakânsje
UILNN Uitvoeringsprogramma Innovatie in de Landbouw in Noord Nederland
VEC Verkeers Educatie Centrum (in oprichting in Smallingerland)
VHR-gebied Vogel- en Habitat Richtlijn
VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten
VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
VRI Verkeersregelinstallatie
VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WRO Wet Ruimtelijke Ordening
ZZL Zuiderzeelijn
Jaarverslag 2005
5 4 Indicatoren Provinciemonitor
Inleiding
In april 2005 heeft het IPO-bestuur ingestemd met de eerste stappen op weg naar een
Provinciemonitor, met als doel om zo een bijdrage te leveren aan een zichtbaar en presterend
middenbestuur. Voor de beleidsterreinen Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, Jeugdzorg,
Milieu en Water zijn (totaal circa 30) indicatoren benoemd die door alle provincies in hun
provinciaal jaarverslag 2005 zullen worden opgenomen.
Door de Kring van Provinciesecretarissen is opdracht gegeven voor het implementatietraject voor
de eerste fase. Hiertoe is een implementatieteam met vertegenwoordigers uit alle provincies
samengesteld. Het implementatietraject is in september 2005 gestart en zal in voorjaar 2006
resulteren in de presentatie van de Provinciemonitor in de provinciale jaarverslagen en verder
gebundeld in een boekje (met toelichting en analyse) en via de IPO-website.
Voorjaar 2006 start op basis van de eerste resultaten een evaluatie- en leerprocesproces gericht op
onderlinge vergelijking, realisatie van "best practices" en waar nodig bijstelling/aanvulling van de
gekozen indicatoren.
De bedoeling is, de Provinciemonitor de komende jaren tot een volwaardig instrument uit te
bouwen door opname van andere, in het kader van de doelstelling relevante, beleidsterreinen
en/of onderdelen daarvan en bijbehorende indicatoren.
229
Jaarverslag 2005
Beleidsterrein WONEN en RUIMTELIJK BELEID
Thema Indicator Eenheid 2004 2005
WONEN
1.Woning- · Aantal gereedgekomen Aantal woningen 3.010 2.387
productie nieuwbouwwoningen
· Netto toevoeging/onttrekking aan Aantal woningen +2.122 +1.848
woningvoorraad
· Aantal in de periode 2005-2009 aan Aantal Geen 852
de woningvoorraad toegevoegde gegevens
woningen (cumulatief) als percentage Percentage 85%
van het geplande aantal woningen
Procentueel 16%
2005-2009
2.Woning- · Het verwachte woningtekort per 1-1- Aantal en Geen
tekort 2010, in procenten en absolute percentage gegevens
aantallen. beschikbaar
· Het verwachte woningtekort per 1-1- Aantal en
2010 voor starters, in procenten en percentage
absolute aantallen
· Het verwachte woningtekort voor Aantal en
senioren, in procenten en in percentage
absolute aantallen
RUIMTELIJK BELEID
3.Bestemmings- · Het aantal besluiten m.b.t. bestem- Aantal 87 89
230 plannen mingsplannen (goedgekeurd, goed- besluiten
keuring onthouden of gedeeltelijk
goedgekeurd).
· De gemiddelde doorlooptijd in weken Aantal weken
van een goedkeuringsprocedure van · zonder bezwaar 11,3 12,0
een bestemmingsplan · met bezwaar 22,0 20,9
4.Strategische · Het aantal strategische ruimtelijke Aantal projecten 4 4
ruimtelijke ontwikkelingsprojecten, waarbij de
ontwikkelings- provincie de rol van `territoriaal · Fries Merenproject
projecten regisseur' heeft · Centrale As
· A7 Sneek
· Streekplan glastuinbouw
Jaarverslag 2005
Beleidsterrein JEUGDZORG
Thema Indicator Eenheid 2004 2005
1.Aanmel- · Het aantal aanmeldingen bij de Percentage 1,74% Nog geen
dingen Bureaus Jeugdzorg uitgedrukt als gegevens
percentage van het totaal aantal beschikbaar
jeugdigen in de provincie.
2.Geïndiceerden · Het aantal geïndiceerden voor Percentage 148% Nog geen
jeugdzorg uitgedrukt als percentage gegevens
van het aantal aanmeldingen bij de beschikbaar
Bureaus Jeugdzorg.
3.Wachttijd · De gemiddelde doorlooptijd tussen Gemiddeld 42 dagen Nog geen
datum aanmelding en datum eerste aantal dagen gegevens
indicatiebesluit. wachttijd beschikbaar
Beleidsterrein WATER
Thema Indicator Eenheid 2004 2005
1.Veiligheid · Het percentage primaire waterkeringen Percentage onbekend, 14%
dat voldoet aan de veiligheidsnorm. 5-jaarlijkse (68%
toetsing onbekend)
in 2005
· Het percentage secundaire water- Percentage 31% 39% 231
keringen dat voldoet aan de veilig-
heidsnorm.
2.Wateroverlast · Het aantal inwoners dat woont in Aantal 5.000 5.000
gebieden die niet voldoen aan de inwoners
normen voor (het voorkomen van)
wateroverlast.
· Het percentage door de betrokken Percentage 99% 99%
gemeenten voor waterberging aan- bestemmings-
gepaste bestemmingsplannen gedeeld plannen
door het door de provincie vastge-
stelde aantal voor wijziging te
wijzigen bestemmingsplannen.
3.Water- · Het percentage oppervlaktewater dat Percentage stikstof: stikstof:
kwaliteit voldoet aan de geldende normen meetpunten 67% 80%
m.b.t. stikstof en fosfaat. fosfaat: fosfaat:
58% 65%
· Het aantal zwemlocaties waarvoor een Percentage 0% 0%
zwemverbod heeft gegolden als zwemlocaties
percentage van het totale aantal
zwemlocaties
4.Verdroging · Aantal hectares verdroogd Aantal hectares Geen
(natuur)gebied gegevens
beschikbaar
· Aantal hectares verdroogd Aantal hectares Geen
(natuur)gebied dat is hersteld gegevens
beschikbaar
Jaarverslag 2005
Beleidsterrein MILIEU
Thema Indicator Eenheid 2004 2005
1.Vergunningen · Het percentage binnen de Percentage 58% 78%
wettelijke termijn verleende vergunningen
vergunningen op grond van
de Wet milieubeheer.
· Het percentage volledige en Percentage 88% schatting:
actuele vergunningen op grond vergunningen 90%
van de Wet Milieubeheer. (opgemerkt hierbij dat een
vergunning wel ouder kan
zijn dan vijf jaar, maar dat
wil nog niet zeggen dat
deze niet actueel is)
2.Handhaving · Het aantal gerealiseerde preventieve Controles/ 624 controles 601 controles
controles t.o.v. het aantal inrichtingen. inrichtingen op bestand op bestand
van 309 van 307
bedrijven: bedrijven:
624/309 = 601/307 =
2,02 1,96
· Het aantal gerealiseerde repressieve Controles/ 164 controles 264 controles
controles t.o.v. het aantal inrichtingen. inrichtingen op bestand op bestand
van 309 van 307
bedrijven: bedrijven:
164/309 = 264/307 =
232 0,53 0,86
3.Bodem · Aantal afgeronde saneringen Aantal saneringen 60 locaties 79 locaties
· Concrete werkvoorraad Aantal saneringen 24.935 Niet bekend
4.Duurzaam- · Het aantal kilotonnen uitstoot CO2 Aantal kilotonnen 4.899 kton (voor Friesland,
heid emissie naar lucht, 2002)
· Het percentage opgesteld vermogen Percentage 104 MW 121 MW
aan windenergie gedeeld door de opgesteld
provinciale opgave aan op te stellen vermogen 208% 242%
vermogen. (opgave) (opgave)
52% 61%
(ambitie) (ambitie)
(Opgave van 200 MW is
aangepast naar 50 MW na
niet doorgaan van IPWA
(Afsluitdijk). Ambitie blijft
wel 200 MW.)
5.Overlast · Het aantal geluidsbelaste woningen Aantal geluids- Geen gegevens beschikbaar
bedrijven door industrielawaai. belaste woningen
Jaarverslag 2005
---- --
Provincie Friesland