Aanbiedingsbrief Tweede Kamer CBRN-voortgangsrapportage 2005
11 april 2006
Het voorkomen van terroristische aanslagen blijft onverminderd hoge
prioriteit houden. De aanslagen in Londen van juli 2005 bewijzen nog
maar eens dat waakzaamheid is geboden. Middels deze brief
biedt minister Remkes de Tweede Kamer de "Voortgangsrapportage 2005
CBRN-terrorismebestrijding / rampenbestrijding" aan de Tweede Kamer
aan.
---
Hierbij doe ik u toekomen de "Voortgangsrapportage 2005
CBRN-terrorismebestrijding / rampenbestrijding".
Het voorkomen van terroristische aanslagen blijft onverminderd hoge
prioriteit houden. De aanslagen in Londen van juli 2005 bewijzen nog
maar eens dat waakzaamheid is geboden.
Een sluitende garantie dat aanslagen in Nederland niet zullen
gebeuren, kan echter niet gegeven worden. Een specifiek soort
terroristische aanslagen zijn aanslagen met een Chemisch, Biologisch,
Radiologisch of Nucleair (CBRN-) middel, zoals de aanslag met sarin in
de metro van Tokyo in 1995. Hoewel de inlichtingendiensten de kans op
een dergelijke CBRN-aanslag in Nederland zeer laag achten, wordt dit
zeker niet uitgesloten. Al vanaf 2002 wordt de Tweede Kamer daarom
geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen ter bestrijding van
de aanslagen met CBRN-middelen (KST 27925, volgnummers 54, 99 en 180).
In deze voortgangsrapportages worden de genomen maatregelen over de
gehele veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie,
repressie/respons en nazorg) beschreven. In de voorliggende
CBRN-rapportage worden de ontwikkelingen en genomen maatregelen van
2005 beschreven.
De voorgaande voortgangsrapportages hadden als titel: "Het tegengaan
van terroristische aanslagen met Nucleaire, Biologische en Chemische
(NBC-) middelen". De huidige voortgangsrapportage spreekt in de titel
over CBRN-middelen. In voorgaande jaren werd de voorbereiding op
aanslagen met Radiologische middelen (de "ontbrekende" R) geschaard
onder de "N" van Nucleair, omdat de benodigde maatregelen en
procedures veelal hetzelfde zijn. Echter, om meer in de pas te lopen
met de internationaal gangbare terminologie is ervoor gekozen om vanaf
dit jaar ook in Nederland de term CBRN-middelen te gebruiken.
Vanwege het specifieke bestrijdingskarakter van CBRN-aanslagen heeft
in de eerste jaren de focus gelegen op de preparatie en responsfase.
In 2005 is de aandacht meer verschoven naar de pro-actie en preventie
van CBRN-aanslagen. Met de komst van de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding (NCTb) is de pro-actie en preventie krachtig
opgepakt. De NCTb en zijn medewerkers vallen onder de
verantwoordelijkheid van twee ministers: de minister van Justitie en
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De NCTb is
coördinerend voor de pro-actie en preventie (het voorkomen) van
CBRN-aanslagen. Het ministerie van BZK coördineert de preparatie en de
respons op daadwerkelijke aanslagen. Zoals in de voortgangsrapportages
is te lezen, is er al veel gebeurd op het gebied van het bestrijden
van een CBRN-aanslag. Toch zijn er nog enkele verbeterpunten
geïdentificeerd. Deze worden momenteel in een aparte projectstructuur
opgepakt en in verhoogd tempo (één à twee jaar) uitgevoerd.
Nieuwe CBRN-projectstructuur
De NCTb coördineert de projecten op het gebied van pro-actie en
preventie, het CBRN-terrorisme, waarvoor een aparte stuurgroep is
samengesteld om op korte termijn (binnen één jaar à twee jaar)
concrete resultaten te boeken. Door de NCTb worden in samenwerking met
uitvoerende diensten en betrokken departementale beleidsonderdelen
vier deelprojecten opgepakt. Deze deelprojecten richten zich op:
Ongeoorloofde verwerving van CBRN-agentia, CBRN-grenscontrole,
CBRN-intelligence en CBRN-voorlichting.
De eerste twee deelprojecten zijn gericht op de verdere
weerstandsverhoging van processen, organisaties, personen en andere
kennisdragers die met CBRN middelen in aanraking (kunnen) komen. Het
project CBRN intelligence is erop gericht om de inlichtingenvergaring
op het gebied van CBRN-terrorisme verder te versterken. Het project
CBRN-voorlichting richt zich met name op het informeren van publiek en
bestuur inzake CBRN-terrorisme in geval van een dreiging. Binnen deze
projecten wordt niet alleen gekeken naar de "klassieke"
strijdmiddelen, zoals zenuwgassen, maar wordt ook gekeken naar
potentieel gevaarlijke agentia, zoals die in de industrie of
laboratoria gebruikt worden.
Naast de stuurgroep CBRN-terrorisme is er een stuurgroep voor de
preparatie, repressie en nazorg, de CBRN-rampenbestrijding. Behalve
de meest betrokken departementen nemen ook hoge leidinggevenden vanuit
operationele diensten als brandweer, politie, Geneeskundige Hulp bij
Ongevallen en Rampen (GHOR) en het Openbaar Ministerie deel aan deze
stuurgroep. De stuurgroep CBRN-rampenbestrijding maakt afspraken over
de benodigde operationele procedures en protocollen ten tijde van de
bestrijding van de gevolgen van een aanslag. De projecten waarop deze
stuurgroep zich richt zijn: Besmettingsbeheersing, Kwaliteit
Materieel en Opleiden/oefenen.
Het eerste project richt zich op het veilig en goed kunnen behandelen
van besmette slachtoffers. Het project Kwaliteit Materieel onderzoekt
in hoeverre het huidige materiaal nog voldoet of dat er nieuw
materiaal moet worden aangeschaft. Met name op het gebied van
beschermende middelen en meetapparatuur gaan de ontwikkelingen snel en
periodieke evaluatie van de in gebruik zijnde middelen is dus
noodzakelijk. Een goede responsorganisatie staat of valt bij een goed
opleidings- en oefenbeleid. In het project Opleiden/oefenen worden
daarom speciale hulpmiddelen ontwikkeld, zodat de hulpdiensten in
voldoende mate beoefend worden en beoefend blijven.
Een gezamenlijk projectsecretariaat van BZK en NCTb bewaakt de
samenhang over de gehele veiligheidsketen. Onder deze twee
stuurgroepen valt het interdepartementale CBRN-afstemmingsoverleg, dat
op frequente basis bij elkaar komt en zorgt dat de verschillende
departementale initiatieven en procedures elkaar versterken. In het
afstemmingsoverleg nemen vertegenwoordigers deel vanuit de ministeries
van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, Defensie, Justitie, Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV), Verkeer & Waterstaat (V&W), Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS). Het ministerie van SZW is agendalid.
Activiteiten in 2005
In voorliggende voortgangsrapportage staan de in 2005 verrichte
activiteiten uitgebreid beschreven, maar toch wil ik hier enkele
punten uitlichten. Het jaar 2005 heeft vooral in het teken gestaan van
het operationeel maken en het testen van de procedures en afspraken
die eerder waren ontwikkeld. Daarbij is er breder gekeken dan alleen
het CBRN-vakgebied. Mede hierom zijn de leerpunten die zijn
voortgekomen uit grote oefeningen als "Bonfire" en de Nationale
Stafoefening nucleair (NSOn) goed bestudeerd. Aandachtspunten als de
wijze van advisering van bestuurders door inhoudsdeskundigen, de
informatievoorziening en coördinatie van bijstand zijn nog eens extra
tegen het licht gehouden.
De responsorganisatie goed voorbereiden, is een altijd voortdurend
proces. Vandaar dat in deze rapportage veel aandacht wordt besteed aan
de verrichte opleidings- en oefeninspanningen en de wijze waarop de
CBRN-activiteiten structureel verankerd worden in de verschillende
organisaties.
Rapportage lijn
De meeste CBRN-activiteiten zijn reguliere beleidsactiviteiten
geworden. Dit is dan ook de laatste rapportage in de huidige vorm. Bij
het versterken van bovengenoemde verbeterpunten wordt projectmatig
gewerkt. Volgend jaar zal daarom alleen nog over de aparte projecten
worden gerapporteerd. In de huidige rapportage wordt per onderwerp
aangegeven hoe de Kamer geïnformeerd blijft over de reguliere
CBRN-beleidsactiviteiten.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
J.W. Remkes
Rechts in het scherm kunt u de CBRN Voortgangsrapportage downloaden in
pdf-formaat.
***
Download het originele bericht in PDF-formaat.
Zie het origineel
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties