Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 31 maart 2006
door mw. mr. M.E. Leijten, voorzitter, drs. B.J. Brouwers, mw. E.H.C. Salomons en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.

X / E.T.W. Arends en de Volkskrant
Uitspraak: gegrond
In Volkskrant magazine is het artikel Wat zijn dit voor mannen? gepubliceerd. Daarin worden drie mannen aan het woord gelaten, die zijn veroordeeld in een zedenzaak met minderjarige slachtoffers en vertellen hoe ze tot hun misdaden zijn gekomen. Ter aanduiding van een van de mannen is de volledige naam van klager gebruikt. Aan het slot van het artikel, dat acht paginas telt, is vermeld dat de namen van de betrokkenen vanwege de privacy zijn veranderd.
Alhoewel de klacht is ingediend na de termijn van 6 maanden, is klager toch in zijn klacht ontvankelijk. Volgens de Raad zijn de door klager aangevoerde omstandigheden aan te merken als bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verontschuldigbaar doen zijn. (vgl. RvdJ 2005/65 en 2005/29)
Verder overweegt de Raad dat het journalistiek niet ongebruikelijk is om in reportages als de onderhavige een betrokkene aan te duiden met een pseudoniem. Hoewel een journalist zoveel mogelijk bij de feiten dient te blijven en een betrokkene veelal ook kan worden omschreven zonder gebruikmaking van enige naam, is het gebruik van pseudoniemen in beginsel niet journalistiek ontoelaatbaar. Dat neemt niet weg dat sprake kan zijn van bijzondere omstandigheden, die maken dat het gebruik van een bepaalde gefingeerde volledige naam journalistiek onzorgvuldig is ten opzichte van iemand met die naam. Daarbij moet worden bedacht dat een betrokkene in de regel niet voor niets heeft verzocht om hem aan te duiden met een andere naam dan zijn eigen naam. In dergelijke gevallen gaat het meestal, zoals ook hier, om een maatschappelijk gevoelig onderwerp.
De Raad acht het van belang dat verweerders niet van tevoren hebben geverifieerd hoe vaak de gebruikte naam voorkomt, om zich ervan te vergewissen dat geen verwarring zou kunnen ontstaan met een bestaande persoon. Er is verder kennelijk geen afweging gemaakt tussen enerzijds het belang van het gebruik van die naam in de publicatie en anderzijds het belang van iemand met die bewuste naam, dat door die publicatie zou kunnen worden geschaad. Verweerders hadden wellicht initialen of alleen een voornaam kunnen gebruiken ter aanduiding van de betrokken persoon, zonder dat afbreuk was gedaan aan de inhoud van de publicatie. Daarbij komt dat de naam van klager in het artikel herhaaldelijk voorkomt, om te beginnen prominent vooraan in de eerste regel, terwijl slechts in het onderschrift is vermeld dat sprake is van een pseudoniem. Verweerders hadden er ook voor kunnen kiezen om al in de intro aan de lezer duidelijk te maken dat zij gebruik hadden gemaakt van gefingeerde namen. Door zo te handelen en na te laten hebben verweerders ten opzichte van klager journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
Trefwoorden:

- Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
- Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2006/16

X / T. van Dijk en HP/De Tijd
Uitspraak: gegrond
De klacht is gericht tegen het artikel Moeder wist het dat in de rubriek Dag dokter is gepubliceerd. Het artikel gaat over een patiënte van klaagster en de rol van klaagster, de bedoelde verloskundige, bij de zwangerschap van haar patiënte.
De Raad overweegt dat tuchtzaken in zekere zin kunnen worden vergeleken met strafzaken. Bij tuchtzaken gaat het echter altijd om handelen van de betrokkene in de uitoefening van zijn beroep, de onderneming van de betrokkene, en niet om zijn persoon. Met de openbaarmaking van tuchtrechtelijk verwijtbare fouten door advocaten, artsen, notarissen en soortgelijke functionarissen in de uitoefening van hun beroep, is het algemeen belang gemoeid. Daarbij komt dat in dergelijke kwesties in het algemeen door de vermelding van de naam van de betrokkene wordt voorkomen dat verwarring met diens beroepsgenoten ontstaat. (vgl. RvdJ 2006/15)
In deze zaak is met name van belang dat klaagster voorafgaand aan de publicatie aan verweerders heeft bericht dat zij haar praktijk niet meer uitoefende. Daarbij komt dat zij haar praktijk uitoefende onder de verantwoordelijkheid van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam, van welke zijde geen bezwaar bestond tegen naamsvermelding van het AMC. Onder deze omstandigheden valt niet in te zien welk belang nog was gediend met het vermelden van de naam van klaagster. Verweerders hadden in dit geval de publicatie kunnen anonimiseren voor zover het de naam van klaagster betrof, zonder dat afbreuk zou zijn gedaan aan de inhoud en nieuwswaarde ervan. Door dit na te laten hebben verweerders de privacy van klaagster disproportioneel geschaad en derhalve de grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. (vgl. RvdJ 2006/9, 2005/54 en 2003/33)
Trefwoorden:

- Privacy: verdachten/veroordeelden, vermelding persoonlijke gegevens Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2006/17

mr. J.J.L. de Soeten / Oegstgeester Courant en Uitgeverij Verhagen Uitspraak: ongegrond
Klager maakt bezwaar tegen het feit dat zijn ingezonden brieven niet zijn geplaatst. Volgens het vaste oordeel van de Raad heeft de redactie in beginsel de vrijheid een ingezonden brief van een lezer al dan niet te plaatsen. Gelet op die vrijheid, dient de Raad het beleid van een redactie ter zake marginaal te toetsen. Het beleid van de redactie van de Oegstgeester Courant, zoals uiteengezet in een door klager overgelegde brief, is niet onaanvaardbaar. Dat beleid biedt enerzijds de lezer voldoende houvast en anderzijds de redactie de haar toekomende ruimte. Het besluit van verweerders om de brieven van klager niet te plaatsen, is niet in strijd met het beleid van de redactie. Verweerders hebben geen grenzen overschreden. (vgl. RvdJ 2003/5)
Verder heeft de Raad herhaaldelijk overwogen dat een redactie vrij is in haar selectie van nieuws. Daartoe behoort ook de vrijheid van de redactie om aan een bepaald onderwerp geen c.q. niet langer aandacht te besteden. Ook voor zover de klacht erop is gericht dat verweerders ten onrechte de discussie hebben gesloten, is de klacht ongegrond. Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: selectie van nieuws
- Rectificatie/weerwoord: ingezonden brieven Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2006/18

---