BredeSchoolNet
Opvoedingsondersteuning moet gewoon worden
Met 95 procent van de gezinnen gaat het goed. Maar de overige vijf
procent moet beter worden begeleid. Staatssecretaris Clémence Ross
pleit ervoor in haar Nota Gezinsbeleid.
In de nota wordt de balans opgemaakt van drie jaar gezinsbeleid van
dit kabinet. De Nota gezinsbeleid is een staalkaart van wat er in het
verleden is gebeurd, en wat nog gebeuren moet. De belangrijkste
conclusie: het gaat goed met de Nederlandse gezinnen. De nota plaatst
daar wel meteen een kanttekening bij. Met vijf procent van de gezinnen
gaat het helemaal niet goed. Voor die gezinnen zou meer kunnen worden
gedaan. Volgens Ross zou de vijf procent veel hebben aan
opvoedingsondersteuning. Dat mag best wat gewoner worden gevonden. Het
zou beter zijn als opvoedingsondersteuning steun-vooraf was, in plaats
van achteraf.
Gezinsbeleid gaat over opvoeding en ondersteuning; ontwikkelingen in
het gezin; opvoeding buiten het gezin: de rol van school, sport en
jeugd- en buurtwerk; waarden en normen; financiële positie van
gezinnen; en arbeid: kinderopvang, levensloopbeleid, vrijwilligerswerk
en mantelzorg.
De regie van de opvoedingsondersteuning hoort volgens Ross thuis bij
gemeenten. Hier komen de brede consultatiebureaus waar de
staatssecretaris eerder al voor pleitte, goed van pas. Een uitgebreid
consultatiebureau is een centraal punt in de wijk waar iedereen
terecht kan met vragen over opvoeden en opgroeien. Het
consultatiebureau kan daarmee uitgroeien tot een centrum voor jeugd en
gezin.
Nota Gezinsbeleid