Openbaar ministerie
Vervolgonderzoek in Deventer moordzaak
Op vrijdag 7 april 2006 is door de Hoofdofficier Zwolle-Lelystad de concept-eindrapportage van het oriënterend vooronderzoek naar de gang van zaken rondom de Deventer moordzaak aan het College van procureurs-generaal aangeboden.
Op verzoek van het College is eind januari dit oriënterend vooronderzoek gestart. Doel van het vooronderzoek was na te gaan of er sprake is van relevante feiten en/of omstandigheden in het opsporingsonderzoek die, als ze aan het Openbaar Ministerie en de rechter bekend waren geweest, mogelijk tot een ander oordeel van de rechter hadden geleid.
Op 28 maart heeft het onderzoeksteam o.l.v. de Hoofdofficier parket Zwolle-Lelystad verslag gedaan aan het College over de stand van zaken in het onderzoek. Het team heeft toen onder meer aangegeven in het onderzoek de resultaten mee te willen nemen van de second opinion die op verzoek van de advocaat van de veroordeelde door het Engels forensisch instituut FSS is verricht naar uitkomsten van eerder DNA-onderzoek door het NFI.
Het onderzoeksteam heeft naar aanleiding van de nu voorliggende concept-eindrapportage een aantal aanvullende vragen geformuleerd. Voor de beantwoording daarvan zijn nadere onderzoekshandelingen nodig. Daarbij kan worden gedacht aan het horen van personen en het (laten) verrichten van (forensisch) technisch onderzoek. Het College heeft ingestemd met een vervolgopdracht om deze nadere onderzoekshandelingen te verrichten. Doel van dit vervolgonderzoek is in het kader van objectieve en eerlijke waarheidsvinding vragen en onduidelijkheden die in deze zaak nog bestaan, zoveel als mogelijk beantwoord te krijgen dan wel weg te nemen.
Het team is gevraagd binnen een termijn van 6 tot 8 weken aan het College zijn bevindingen over het vervolgonderzoek te rapporteren.
In dit stadium van het onderzoek bestaat bij het OM geen twijfel aan de juistheid van het rechterlijk oordeel in deze zaak.
In de Deventer moordzaak werd op 25 september 1999 een weduwe in Deventer vermoord in haar woning aangetroffen. In verband met deze zaak is een verdachte na een herziening en verwijzing door de Hoge Raad onherroepelijk veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf.
---