KPMG
Financiële instellingen hebben nog onvoldoende zicht op gevolgen MiFID
10 april 2006
Financiële instellingen in Europa zijn zich nog nauwelijks bewust van
de gevolgen van de nieuwe Europese regels voor de handel in financiële
instrumenten. Deze Markets in Financial Instruments Directive - MiFID
- die vanaf 1 november 2007 van kracht wordt, moet binnen Europa
zorgen voor meer marktwerking en uniformiteit.
Uit Europees onderzoek van KPMG onder tweehonderd financiële
instellingen blijkt dat bijna de helft van de bedrijven op
bestuursniveau nog nauwelijks bekend is met de gevolgen van MiFID.
Veel Europese instellingen blijken zich onvoldoende te realiseren dat
MiFID meer is dan het voldoen aan regelgeving of het aanpassen van
IT-systemen. Van de onderzochte bedrijven heeft niet meer dan 29% een
apart project opgestart om zich op de nieuwe regelgeving voor te
bereiden. Toch zegt bijna 60% van de instellingen optimistisch te zijn
dat de nieuwe Directive zal leiden tot een grotere keuze in financiële
instrumenten, meer prijsconcurrentie en beter onafhankelijk advies aan
de consument.
Volgens Simon Sijbrands van KPMG Financial Services gaat het bij MiFID
in essentie om het maken van strategische keuzes. Sijbrands: Het gaat
om vragen als welke positionering kies ik in die veranderende markt,
wie worden mijn concurrenten, met welke partijen kan ik samen werken,
welke producten bied ik aan en op welke klant richt ik me. Vooral
investeringsbanken en vermogensbeheerders komen uit het onderzoek als
winnaars naar voren. MiFID biedt grote investeringsbanken een
verbeterde toegang tot handelsplatforms. Dit betekent dat zij mede
door hun ervaring met het creëren van schaalgrootte in
transactieverwerking via bijvoorbeeld in house matching een sterke
concurrentiepositie kunnen ontwikkelen in de slag om liquide
financiële instrumenten. Ook profiteert de groep vermogensbeheerders
van de nieuwe regelgeving. Mogelijke verklaringen hiervoor vormen de
vergrijzing, de individualisering van pensioenvorming en de toenemende
mobiliteit binnen de Europese Unie, waardoor groepen consumenten
ontstaan die behoefte hebben aan het maatwerk dat vermogensbeheerders
grensoverschrijdend kunnen leveren.
Bijna 40% van de onderzochte instellingen verwacht dat het
gemakkelijker wordt buiten de eigen landsgrenzen actief te worden.
Daarnaast denkt zon 30% dat vooral internationaal georiënteerde
instellingen zullen profiteren als gevolg van de uniforme standaarden
die zij kunnen hanteren. Een kwart van de bedrijven denkt dat het
aantal beleggingsproducten aan klanten buiten de thuismarkt
daadwerkelijk zal toenemen. Voor Nederland verwacht Sijbrands vooral
concurrentie van Britse handelaren. Sijbrands: De praktijk laat zien
dat de Britten MiFID vooral als een kans zien en niet louter als een
plicht om te voldoen aan nieuwe regelgeving. Ik merk dat aan het
aantal en de soort vragen die ik in dat kader vanuit Groot-Brittannië
krijg. Veel Nederlandse partijen bevinden zich wat dat betreft nog in
een fase waarin ze zich beperkt hebben tot een juridische analyse en
oriëntatie op de impact en lopen wat dat betreft toch wel wat achter.
Wel hebben de meeste grote Nederlandse spelers inmiddels een start
gemaakt met het projectmatig voorbereiden van de organisatie en het
betrekken van de business. Echter, het in kaart brengen van de
concrete gevolgen, zowel in eigen land als grensoverschrijdend, voor
zowel strategie als bedrijfvoering, staat nog aan het begin.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039
© 2006 KPMG Holding N.V., member of KPMG International, a Swiss
cooperative. All rights reserved.