Persbericht
Nog te weinig slachtoffers doen beroep op Schadefonds
Geweldsmisdrijven
10 april 2006
Het aantal slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven dat een beroep
doet op het Schadefonds Geweldsmisdrijven stijgt nauwelijks. Dat
blijkt uit het jaarverslag over 2005, dat minister Donner van Justitie
aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Vorig jaar deden ruim 6.000 mensen
een beroep op het fonds.
Het Schadefonds Geweldsmisdrijven heeft in 2005 elf miljoen euro
uitgekeerd aan slachtoffers van geweldsmisdrijven, ongeveer evenveel
als het jaar ervoor. In totaal ontvingen circa 4.000 mensen een
uitkering van het fonds. Aanvragers zijn vooral het slachtoffer van
mishandeling, diefstal met geweldpleging en misdrijven tegen de zeden.
Bij ruim 600 aanvragers was er sprake van een misdrijf tegen het leven
gericht.
Duurde de behandeling van aanvragen van slachtoffers in 2004 nog
gemiddeld 10 maanden, in 2005 is die behandeltijd teruggebracht naar
gemiddeld 5 maanden. De reorganisatie en wijziging van de werkwijze in
2004 hebben hier duidelijk vruchten afgeworpen. Slachtoffers die geen
tegemoetkoming krijgen of die te laag vinden, kunnen daar bezwaar
tegen maken. In totaal maakten 470 slachtoffers daar gebruik van en
177 zaken werden gegrond verklaard.
Europa
Speerpunt voor het komende jaar is een grotere bekendheid te geven aan
het Schadefonds Geweldsmisdrijven, zodat meer slachtoffers het fonds
weten te vinden en er een beroep op kunnen doen. Om die reden is het
Schadefonds een nauwe samenwerking met Slachtofferhulp Nederland
gestart.
Het Schadefonds Geweldsmisdrijven biedt ook hulp aan mensen die
slachtoffer zijn geworden in één van de EU-landen. Het Nederlandse
schadefonds ondersteunt hen bij de aanvraagprocedure voor een
tegemoetkoming bij het Schadefonds van het betreffende EU-land.
Ministerie van Justitie