7-4-2006, NOS Gesprek met de minister-president, N2, 18.44 uur
VICE-PREMIER BRINKHORST TIJDENS HET WEKELIJKSE GESPREK MET DE MINISTER-
PRESIDENT NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD OVER DE PROBLEMEN BIJ AUTOFABRIEK
NEDCAR EN DE KANDIDATUUR VAN MINISTER VERDONK VOOR HET LIJSTTREKKERSCHAP
VAN DE VVD
PROBLEMEN BIJ AUTOFABRIEK NEDCAR
SCHILHAM:
Meneer Brinkhorst, bij autofabriek NedCar staan duizend banen op de tocht.
Veel werknemers vrezen dat daarmee het definitieve einde wordt ingeleid van
NedCar. Zijn de zorgen bij u ook zo groot?
BRINKHORST:
Ik vind natuurlijk allereerst heel vreselijk voor alle mensen waar het om
gaat. Duizend is niet zomaar iets, en het is natuurlijk een herinnering aan
het verleden, vroeger ging het om de staatsmijnen. En ook al is de situatie
onvergelijkelijk veel beter. Het is voor iedereen afzonderlijk die daar zit
een hele afschuwelijke zaak.
SCHILHAM:
En duizend van de drieduizend, het zou nog wel eens verder kunnen gaan de
komende jaren. Het zou het einde kunnen zijn.
BRINKHORST:
Ja, dat is het probleem. Er worden twee auto's gemaakt: de DaimlerChrysler
forfour, daar heeft DaimlerChrysler van gezegd: daar houden we mee op. En
dan kom je precies met het punt: en hoeveel blijft er over? Mitsubishi
heeft duidelijk gemaakt dat ze dus tot 2010 in ieder geval door willen gaan
met de Colt en hebben ook wel een signaal afgegeven dat ze een opvolger
voor de Colt willen. De vraag is hoeveel zullen dat zijn en is dat
voldoende om het economisch rendabel te houden?
SCHILHAM:
Nu is er vandaag een noodkreet gekomen vanuit Limburg, van Provinciale
Staten, richting kabinet met de vraag: kunt u nou niet alles in het werk
stellen om te zorgen dat die werkgelegenheid behouden blijft? Dat kunt u
niet negeren, lijkt mij.
BRINKHORST:
Nee natuurlijk niet. En we doen altijd alles om werkgelegenheid te
behouden.
SCHILHAM:
Er wordt gevraagd om een krachtig signaal van het kabinet.
BRINKHORST:
Ja dat begreep ik ook wel. Maar wat we niet kunnen doen, denk ik, dat is om
te participeren in de automaatschappij. In eerste instantie moet de
investering daar vandaan komen. Ik wil ook graag alles doen, ook
persoonlijke ontmoetingen met de betrokkenen om te ondersteunen. Maar de
vraag van het echt participeren in de investering in de automobielfabriek
is niet aan de orde. Wat we wel kunnen doen is te zorgen dat alles wat in
die hele omgeving aan kracht aanwezig wordt gebundeld. Dat heb ik ook
duidelijk gemaakt; er moet een sterkte/zwakte-analyse komen, de
automotorindustrie wat dus meer is dan alleen maar automobielen maken, dus
componenten van auto's die is sterk in die omgeving, die moet ook versterkt
kunnen worden, daar wil ik ook graag aan werken.
SCHILHAM:
Maar denkt u dat dat nou wordt opgevat als het krachtige signaal waar ze zo
met smart op zitten te wachten in Limburg? Een sterkte/zwakte-analyse, met
alle respect voor dat initiatief, maar ik denk niet.
BRINKHORST:
Nee, niet alleen maar analyse. Maar je kunt niet alle banen onder alle
omstandigheden garanderen. Automobielindustrie is een internationale
industrie en er is dus een structurele overcapaciteit wereldwijd en ook in
Europa en daar heb je rekening mee te houden. Dat is een onderdeel van de
nieuwe economie. Waar je als kabinet wel op kunt worden afgerekend is te
zorgen dat je zoveel alles doet om mensen aan het werk te houden, door
vervangende werkgelegenheid te krijgen, door ze om te scholen en daar doen
we ook echt alles aan. Niet voor niets is kenniseconomie onze toekomst en
in dat gebied en de dienstensector en de automotive maar ook de logistiek
zijn sterk en ik wil ook heel graag met de Limburgse overheid er aan werken
om te kijken wat we kunnen doen.
SCHILHAM:
Volgende week komt de top van Mitsubishi naar Nederland. Mitsubishi is
eigenaar van NedCar. Het lijkt mij wel een krachtig signaal als u met die
topmensen gaat praten.
BRINKHORST:
Ik wil heel graag dat ook bezien. En dat zeg ik even tegen de achtergrond
dat ik niet het signaal wil geven: ik kom met een zak met geld om
Mitsubishi een extra investering te gaan financieren.
SCHILHAM:
Dat u bang dat als u met die topmensen gaat praten dat ze denken: daar komt
geld uit Den Haag dus dat maakt onze investeringsnoodzaak minder groot?
BRINKHORST:
Ik heb vorig jaar oktober toen ik in Japan was, met de top van Mitsubishi
gesproken. Toen ging het er vooral om dat ze onhelder waren over hoe ver
gaan we nu. Ze zijn nu duidelijk een stap verder. Ze zeggen: de bestaande
Colt en ook en eventuele opvolger van de Colt kunnen we onder
omstandigheden laten werken want het is een moderne fabriek, goed
technologisch uitgerust. Alleen de vraag is hoeveel van die Colts zijn er.
Dat is denk ik de hamvraag. En bij die vraag staat in eerste instantie aan
de lat.
SCHILHAM:
U kunt niet zo heel veel als kabinet, want directe staatssteun aan
bedrijven dat doen we niet meer in deze tijd. U kunt wel in de vorm van
subsidies daaromheen nog wel wat doen, ook financieel.
BRINKHORST:
Wat we kunnen doen, ik heb dat ook al aangeduid, is om die sterktes die er
zijn te versterken om ook te zien in hoeverre we extra impulsen kunnen
geven om bijvoorbeeld die automotive te versterken, om ook wat aan die
logistiek te doen maar dat moet wel in samenhang zijn met de totale
werkgelegenheid in de omgeving.
SCHILHAM:
Wanneer zou dat moment in zicht kunnen komen, dat u daartoe besluit?
BRINKHORST:
Ik denk de komende weken moeten we meer helderheid krijgen. Dat lijkt mij
evident, maar het is nogmaals niet zo dat de overheid overweegt om te gaan
participeren financieel in .
SCHILHAM:
Nee, want dat is niet meer van deze tijd zegt u.
BRINKHORST:
Dat is niet van deze tijd, maar dat is ook niet de taak van de overheid.
Het gaat uiteindelijk toch ook om een relatie tussen de overheid en het
bedrijf waar het over gaat en de bedrijven met de werknemers. Dus ik hoop
heel erg dat we in dat bredere verband kunnen werken maar de
verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij het bedrijf waar het over
gaat.
SCHILHAM:
Is er eigenlijk nog toekomst in Nederland voor dit soort bedrijven, voor
bedrijven waar auto's gemaakt worden?
BRINKHORST:
Het is de enige autofabriek en daarom is het natuurlijk heel erg
afschuwelijk en nogmaals ook voor de betrokkenen een hele nare zaak is maar
je kunt niet zeggen dat alle werkgelegenheid in alle industrieën blijft
bestaan. Gelukkig creëren we steeds nieuwe werkgelegenheid daarom is dit
kabinet ook bezig de kenniseconomie te versterken, dus de toegevoegde
waarde te krijgen.
SCHILHAM:
Maar bedrijven waar hele concrete producten worden gemaakt zoals auto's, is
dat iets waarvan u denkt dat op termijn nog bestaat in Nederland? Want het
kan toch elders in de wereld toch veel goedkoper?
BRINKHORST:
Nogmaals: op zichzelf is NedCar niet een verloren fabriek. Het hangt van
deze concrete investering af. We maken ook schepen in Nederland, en de
scheepsbouw die tien jaar geleden in een moeilijke situatie was, heeft mede
dankzij de overheid weer een heel sterke positie. Er is dus helemaal geen
reden om e zeggen: de marktindustrie is aan zijn einde gekomen,
integendeel. Maar in deze specifieke situatie waar samenloop is van twee
ongelukkige ontwikkelingen geeft natuurlijk een extra probleem.
DE KANDIDATUUR VAN MINISTER VERDONK VOOR HET LIJSTTREKKERSCHAP VAN DE VVD
SCHILHAM:
Het was niet alleen de week van NedCar maar ook van de VVD en de interne
strijd daar om het lijsttrekkerschap tussen uw collega Verdonk en uw
collega Mark Rutte. Het raakt u natuurlijk wel als vice-premier van dit
kabinet. U geeft mede leiding aan dit kabinet. Omdat er een strijd is
ontstaan tussen twee leden van het kabinet. Dat ging niet helemaal lekker
de afgelopen week.
BRINKHORST:
Dat behoort tot de democratie maar nogmaals het kabinet gaat daar niet over
zo lang de leden van het kabinet zich aan de spelregels houden dat ze goed
met elkaar samenwerken en dat ze het kabinetsbeleid niet voor de voeten
lopen, dan is er niets aan de hand.
SCHILHAM:
Maar heeft mevrouw Verdonk u daarvan overtuigd vandaag in de
kabinetsvergadering?
BRINKHORST:
Wij hebben daar even over gesproken. Zij heeft daar gezegd dat ze met het
oog op de toekomst gesproken heeft en als kandidaat-lijsttrekker heb je
daar een zekere ruimte voor nodig maar tegelijkertijd is ook vastgesteld
dat ze op geen enkele manier afstand heeft willen nemen en ook genomen
heeft van het kabinetsbeleid.
SCHILHAM:
Maar nou heeft ze geroepen bij die presentatie in de RAI van haar
kandidatuur: ik wil niet meer dat in Nederland in verpleeghuizen vier
mensen op een kamer liggen. Dat lijkt me een klap in het gezicht van, en
dat was het ook, van haar en uw collega Hoogervorst die daar
verantwoordelijk voor is. Die overigens zei dat het niet waar is.
BRINKHORST:
Collega Hoogervorst heeft ook heel duidelijk gemaakt dat dat niet het geval
was. Ik denk dat je moet zegen dat in haar enthousiasme is om nog beter te
zijn in de toekomst die opmerking heeft gemaakt. Maar nogmaals: ze heeft
ook gezegd er is geen sprake van dat ik afstand neem van het
kabinetsbeleid, en collega Hoogervorst heeft toen duidelijk gemaakt dat er
echt enorme verbeteringen juist door dit kabinet plaatsvinden en dat dus
ook echt voor die ouderen in die verpleegsituaties een veel betere situatie
is ontstaan dan de afgelopen periode.
SCHILHAM:
En toch wek je de indruk als je zoiets zegt dat je wel afstand neemt van
het kabinetsbeleid. Je bent medeverantwoordelijk voor de situatie in
verpleeghuizen als minister en je zegt ik wil niet meer dat het zo is als
het nu is.
BRINKHORST:
Nou ja, nogmaals: zij heeft denk ik een compassie voor de ouderen en dat is
op zichzelf wat je kunt loven. Maar haar uitspraken moet je zien in het
perspectief van haar toekomstige rol en daar gaat het kabinet niet over en
nogmaals: daar heeft ze ook geen afstand van genomen door te zeggen: het
beleid waar het kabinet mee bezig is, daar kan ik me niet mee verenigen.
SCHILHAM:
Zou u zeggen dat het misschien niet zo gelukkig was die uitspraak?
BRINKHORST:
Er is kort bij stilgestaan, er is gezegd er moet enige ruimte zijn, zeker
op weg naar de verkiezingen maar er is geen sprake van dat individuele
leden de ruimte moeten hebben om afstand te nemen van het kabinetsbeleid en
mevrouw Verdonk weet dus heel goed waar ze aan toe is.
SCHILHAM:
Want het zou ook bij uw eigen partij kunnen gaan spelen als straks minister
Pechtold en fractieleider Lousewies van der Laan daar gaan strijden om het
lijsttrekkerschap, ja dan krijg je ook politici die zich gaan manifesteren
en een van hen is dan minister.
BRINKHORST:
Iedere dag heeft zo zijn eigen punten.
SCHILHAM:
Maar u bent er nu van overtuigd dat dit geen problemen gaat opleveren en
dat het kabinet dit aankan? Dat er in twee van de coalitiepartijen zo'n
strijd gaat woeden de komende tijd?
BRINKHORST:
Ik begrijp heel goed dat er altijd een poging wordt gemaakt om tweedracht
te zaaien. Dat doet u niet speciaal maar dat is een beetje de algemene
teneur. Dit is een sterk kabinet, wij zitten ervoor om tot het einde door
te gaan en er moet nog heel wat gedaan worden inclusief door mevrouw
Verdonk.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, EB)
Ministerie van Algemene Zaken