Ministerie van Algemene Zaken

Speech van de minister-president van Nederland, dr. Jan Peter Balkenende, voor de Universitas Islam Negeri, Jakarta, Indonesië, 7 april 2006

Dames en heren,

Het is een eer en een genoegen om bij u te gast te zijn, op de Universitas Islam Negeri. U bent als studenten de representanten van een nieuwe generatie. Uw ideeën en idealen zullen mede vorm geven aan het Indonesië van de 21ste eeuw. Ik waardeer het dan ook bijzonder dat uw universiteit mij de gelegenheid biedt tot een ontmoeting met u.

Academische vorming begint met de vrije uitwisseling van ideeën, ook over grenzen heen. Die internationale oriëntatie proef ik hier sterk. In het mission statement van uw universiteit staat dat zij mensen wil opleiden 'with competitive competence in the global context'. Uw universiteit ziet het ook als haar taak bij te dragen aan 'the improvement of the quality of social life'. Dat zijn uitgangspunten die mij zeer aanspreken.

Graag wil ik met u van gedachten wisselen over de rol die religie speelt in ons leven, in ons handelen, en in de manier waarop we samenleven.

Het thema 'samenleving en religie' loopt als een rode draad door de geschiedenis van mijn land. Het is de laatste tijd opnieuw bijzonder actueel. Ik wil u graag iets vertellen over mijn achtergrond en over Nederland. Een land dat zich bijzonder betrokken voelt bij Indonesië door de nauwe band die er eeuwenlang tussen ons bestond. We delen een bewogen geschiedenis met pijnlijke episoden. Het is goed dat de herinnering daaraan een intensieve samenwerking niet meer in de weg staat. Nederland ondersteunt de nationale eenheidsstaat van Indonesië en ziet Indonesië als een belangrijke politieke, economische en culturele partner. We willen ons samen op de toekomst richten.

Ik ben ervan overtuigd dat de dialoog met Indonesië ons Nederlanders veel te bieden heeft. Ook daarom ben ik hier: om te horen hoe ú tegen religie en samenleving aankijkt. Als studenten aan een islamitische universiteit heeft u daar ongetwijfeld ideeën over.

Dames en heren, geloof speelt in mijn leven een belangrijke rol. Ik ben een christen. Mijn geloof is voor mij een bron van inspiratie en van steun. Elke dag weer. Het geeft me houvast. Het toont me wat er in het leven echt toe doet. Naastenliefde, rechtvaardigheid, betrokkenheid bij het lot van andere mensen, dichtbij en verder weg.

Ik kom uit een protestants gezin uit een klein dorpje in Zuidwest Nederland. Ik ging naar een protestantse middelbare school, in de stad zeven kilometer verderop. Elke dag op de fiets heen en terug. Op die school was veel aandacht voor religie. Niet alleen voor het christendom, maar ook voor andere religies. Het boeddhisme. Het hindoeïsme. De islam.

Ook op de universiteit waar ik later ging studeren - de protestants- christelijke Vrije Universiteit in Amsterdam - werd veel gesproken over de grote wereldgodsdiensten.

Die lessen en gesprekken maakten veel indruk op me. Ik besefte dat er miljarden andere mensen op de wereld zijn voor wie religie belangrijk is. Dat er prachtige religieuze tradities bestaan die anders zijn dan de mijne. Dat godsdienst iets heel persoonlijks is, maar tegelijkertijd iets wat je met andere mensen kunt delen. Oók over de grenzen van religieuze gemeenschappen heen. In mijn jeugd heb ik geleerd dat je met hart en ziel kunt geloven en tegelijkertijd respect kunt hebben voor het geloof van een ander.

Dames en heren, mijn land is al vele eeuwen lang een land waarin groepen met een verschillende levensovertuiging samenleven. Misschien mag ik u heel kort iets over onze geschiedenis vertellen. De basis voor het huidige Nederland werd gelegd in de zestiende eeuw. De Nederlandse gewesten werden toen beheerst door Spanje. Dat was een katholieke mogendheid, die geen enkele ruimte bood aan mensen met een andere overtuiging. Zij werden beschouwd als ketters en werden te vuur en te zwaard bestreden. Velen in Europa eindigden hun leven op de brandstapel.

Tegen die dwang kwamen de Nederlandse gewesten in opstand. In onze streken woonden immers niet alleen katholieken, maar ook calvinisten, joden, doopsgezinden en lutheranen. De Nederlandse gewesten bundelden hun krachten aan het eind van de zestiende eeuw in de strijd tegen de Spanjaarden. Ze vormden een nieuw, vrij land: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een bont geheel van regio's en steden, allemaal met hun eigen karakter, hun eigen subculturen. En allemaal bijzonder gehecht aan hun eigen vrijheid.

De Nederlandse Republiek was in die tijd bijzonder. Niemand werd vervolgd om zijn godsdienst. Er was vrijheid van geweten. Wel was het zo dat één godsdienst - de gereformeerde - een bevoorrechte positie had. Andere religies hadden het soms moeilijk. Katholieken bijvoorbeeld moesten op veel plaatsen gebruik maken van schuilkerken in woonhuizen. Maar toch: er was geen geloofsdwang.

De mate van tolerantie was voor die tijd ongekend. Vandaar dat de Nederlandse republiek een vrijhaven werd voor mensen uit heel Europa die om hun overtuiging werden vervolgd. Devies van de Republiek was: 'Eendracht maakt macht'. Maar binnen die eendracht was een grote diversiteit mogelijk.

Dames en heren, het devies van Indonesië is 'Bhinnéka tunggal ika' Unity in Diversity.

Dat motto past uitstekend bij dit prachtige, uitgestrekte land, met zijn grote verscheidenheid aan mensen, gemeenschappen, culturen en religies. Indonesië is het land met de grootste moslimgemeenschap ter wereld. De islam kent hier een rijke variatie aan tradities en schakeringen. Daarnaast leven in dit land ook miljoenen christenen, hindoes en boeddhisten.

Die variatie doet me sterk denken aan mijn eigen land. De christelijke traditie is in Nederland nog steeds heel belangrijk. Maar Nederland heeft altijd opengestaan voor mensen met andere overtuigingen. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw zijn er veel mensen uit Turkije en Marokko in Nederland komen wonen en werken. In de Europese Unie is Nederland na Frankrijk het land met in verhouding de grootste moslimgemeenschap. Bijna zes procent van onze bevolking is moslim. Nederland telt ruim 400 moskeeën, en dat aantal groeit elk jaar.

Nederland kent - net als Indonesië - een scheiding van kerk en staat. Politici mogen zich door hun geloof laten inspireren. Maar kerk en moskee schrijven de staat niet de wet voor. De taak van politici is om op een democratische en toekomstbestendige manier vorm te geven aan dat wat het volk - in al zijn diversiteit - wil.

Dames en heren, hoe kun je het beste samenleven in een land waarin mensen soms sterk van elkaar verschillen? Naar mijn overtuiging is daarvoor nodig dat je op zoek gaat naar een gezamenlijk fundament. Naar basiswaarden die iedereen kunnen inspireren, maar die tegelijkertijd ook vrijheid geven, zodat mensen niet in een keurslijf worden gedwongen.

Immers: als er niets is wat je deelt, is een 'unity in diversity' onmogelijk.
Maar 'unity in diversity' veronderstelt óók: de vrijheid om persoonlijke keuzes te maken.

In de zoektocht naar gezamenlijke waarden laat Indonesië zich onder meer inspireren door de vijf beginselen van de Pancasila: menselijke waardigheid, democratie, nationale eenheid, sociale rechtvaardigheid en geloof in God. Waarbij de verschillende godsdiensten een gelijke positie hebben.

Ook Nederland heeft gedeelde waarden: vrijheid, sociale rechtvaardigheid, respect voor de regels van de rechtsstaat, tolerantie ten opzichte van mensen met een andere overtuiging.

Er was een tijd - in de laatste decennia van de 20ste eeuw - dat er nauwelijks nog over die waarden werd gesproken. De tolerantie waarom Nederland altijd bekend heeft gestaan, was verworden tot onverschilligheid. Tot een gevoel van 'ieder voor zich'. Er was een beeld ontstaan van de samenleving als een verzameling losse individuen.

Dat is niet mijn kijk op de samenleving. Dat beeld past ook niet bij mijn geloof. Het leven van een mens krijgt immers pas zin en betekenis in de relatie tot anderen. Mensen zijn sociale wezens.

Ik heb dan ook mijn best gedaan om het thema waarden en het samenleven van mensen in Nederland opnieuw bespreekbaar te maken. Met succes. Er wordt weer volop over gediscussieerd. Het staat hoog op de agenda van burgers en politici. Ook in Europa, waar Nederland zich heeft ingespannen voor een discussie over Europese waarden.

Veel aandacht gaat uit naar het samenleven van mensen met een verschillende levensovertuiging of religie. Een thema dat ook hier in Indonesië veel mensen sterk bezig houdt.

Is godsdienst iets wat mensen van elkaar scheidt? Naar mijn diepste overtuiging niet. Godsdienst is juist iets wat mensen kan verbinden. Religie is een positieve kracht. Een bron van inspiratie. Een uitnodiging en aansporing om anderen te ontmoeten en de hand te reiken. Geloofsgenoten, maar ook mensen die anders denken dan jij.

Godsdienst gaat niet over angst, maar over bemoediging. Niet over mensen uitsluiten, maar over mensen welkom heten. Niet over geweld en dwang, maar over overtuigingskracht en dialoog.

Daarom doet het me pijn als een religie, zoals de islam, door mensen wordt gezien als een bedreiging. De islam is geen bedreiging. Mensen die de islam misbruiken om terreur te zaaien zijn een bedreiging.

U bent in Indonesië geconfronteerd met gruwelijk terroristisch geweld. Ook in andere landen in Azië, het Midden-Oosten en Europa en in de Verenigde Staten heeft terroristisch geweld aan duizenden mensen het leven gekost. De meeste slachtoffers van dat geweld waren moslims.

Militante onverdraagzaamheid treft ons allemaal. Mannen, vrouwen en kinderen. Moslims, christenen, joden en mensen met een andere levensovertuiging.

Ruim een maand geleden, opende uw president - dr. Susilo Bambang Yudhoyono
- hier in Jakarta een conferentie over internationale samenwerking tegen terrorisme.

Hij zei toen: "This is a battle for the 'hearts and minds'. This is a battle that requires us not just to advance freedom, but also to spread tolerance. I have found that sometimes there is too much emphasis on freedom but not enough on tolerance."

Ik ben zeer geïnteresseerd in úw visie op het thema tolerantie.

President Yudhoyono zei ook: "It is important for the leaders and citizens of any given country to take part in the great battle of ideas, and to help spread the value of tolerance and respect for diversity. We must erase the dividing line that is often said to exist between the west and the Islamic world."

Dat vind ik bijzonder interessant. Omdat het zo goed aansluit bij wat wij in Nederland - op nationaal en lokaal niveau - doen. Ook in mijn land bestaan spanningen. Anderhalf jaar geleden werd de Amsterdamse filmmaker Theo van Gogh om zijn ideeën vermoord. De dader was een jongeman die zijn geloof aanvoerde als rechtvaardiging van zijn misdaad. De emoties in Nederland liepen hoog op.

Geloof mag geen barricade zijn van waarachter je anderen verkettert. We doen er in Nederland alles aan om te voorkomen dat groepen mensen verstarren in onbegrip en haat. Door te wijzen op het gezamenlijke fundament van waarden, dat iedereen vrijheid van godsdienst en van meningsuiting geeft, maar ook de plicht die vrijheden op verantwoordelijke wijze te gebruiken.

Handhaving van de regels van de rechtsstaat is cruciaal. Maar, zo hebben we in Nederland geleerd, het is niet genoeg. Daarom mobiliseren we alle mensen van goede wil - en dat zijn er héél veel. We organiseren bijeenkomsten waarin mensen met verschillende overtuigingen met elkaar in gesprek gaan. We bestrijden discriminatie. We besteden aandacht aan burgerschap in het onderwijs. We steunen lokale projecten waarin mensen elkaar ontmoeten.

Moslims komen ook zelf in actie. Ik was bijvoorbeeld erg onder de indruk van het initiatief van veel moslim-gezinnen in Nederland om tijdens de Ramadan hun deur open te zetten voor landgenoten om samen de Iftar-maaltijd te gebruiken.

Al die acties hebben - stap voor stap - succes.

Ook de wetenschap helpt mee. Zo is er aan de protestants-christelijke Vrije Universiteit waaraan ik studeerde een leerstoel Islam en een leerstoel christen-moslimrelaties.

Ik weet dat Indonesië ook werkt aan het vergroten van de sociale samenhang en aan veiligheid, openheid en verdraagzaamheid in het land. Ik ben er trots op dat we op die gebieden intensief samenwerken. Bijvoorbeeld in het Jakarta Centre for Law Enforcement. Maar ook in het onderwijs, het bestuur en in sociale projecten in dit land.

Daar moeten we intensief mee doorgaan. Maar er is méér nodig. Ieder van ons zal zelf - als christen, als moslim - moeten bepalen waar hij staat.

Ik ben ervan overtuigd dat godsdienst een deel van de oplossing is, en niet een deel van het probleem.
Onze godsdienst is niet wat ons ten diepste scheidt. Onze godsdienst is wat ons ten diepste kan verbinden. Maar dan moeten we wel ons hart durven openstellen en elkaar met open vizier tegemoet treden. Dan moeten we interesse tonen in elkaars cultuur en achtergronden.

President Yudhoyono heeft gezegd: "We need to intensify interfaith dialogue so that we may further tear down the walls of misunderstanding and mistrust".

Ik ben bijzonder benieuwd naar uw visie daarop.