Rechtbank vernietigt WAO premiedifferentiatie kleine werkgevers
Breda, 6 april 2006 - De rechtbank Breda heeft op 4 april 2006
uitspraak gedaan in verband met de vaststelling van de WAO-premie
2005, die ten laste komt van de kleine werkgevers in de sector
Detailhandel en Ambachten. De rechtbank is van oordeel dat het UWV met
de berekening van de voor de sector geldende premieopslag zijn
bevoegdheden te buiten is gegaan. De rechtbank is met name van oordeel
dat door de wetgever aan het UWV niet de bevoegdheid is toegekend om
bij de vaststelling van de opslag rekening te houden met de indirect
aan de werkgevers in de sector toe te rekenen uitkeringslasten. Dit
betreft WAO-uitkeringen aan werknemers die arbeidsongeschikt zijn
geworden tijdens een dienstverband bij een werkgever die in 2005 niet
meer bestond. In de sector Detailhandel en Ambachten zijn de indirect
toe te rekenen lasten hoger dan de direct aan de werkgevers toe te
rekenen uitkeringslasten. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking
genomen dat de indirecte uitkeringslasten bij de berekening van de
opslag voor grote werkgevers buiten beschouwing blijven.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het besluit tot vaststelling
van de opslag voor deze sector onverbindend is. De rechtbank heeft het
UWV de opdracht gegeven een nieuwe beslissing op het bezwaarschrift te
nemen. Naar verwachting zal door het UWV hoger beroep worden ingesteld
bij de Centrale Raad van Beroep.
Het betrof een proefproces waarbij een werkgever optrad namens een
groot aantal werkgevers die lid zijn van een zestal
brancheverenigingen in de detailhandel. Vanaf 2003 wordt voor kleine
werkgevers de premiedifferentiatie per sector berekend en niet per
werkgever, zoals bij grote werkgevers nog wel het geval is. In de
beroepszaak is de wijze van berekening van de opslag voor het jaar
2005 voor de sector Detailhandel en Ambachten aangevochten.
LJ Nummer
AV8798
Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 6 april 2006