Radboud Universiteit Nijmegen
Hoogleraar Proefdierkunde in oratie: Meer onderzoek mogelijk met minder
dieren
Volgens Merel Ritskes, hoogleraar proefdierkunde in het UMC St
Radboud, kan veel medisch-wetenschappelijk onderzoek worden uitgevoerd
met minder proefdieren. Dit is mogelijk door gestandaardiseerd voedsel
te gebruiken, dieren individueel te voederen en de huisvesting,
verzorging en training van dieren te verbeteren. In haar oratie,
aanstaande vrijdag, stelt ze de vraag of overheid en maatschappij voor
die verbeteringen willen betalen.
Ritskes wijst in haar oratie op diverse zwakke plekken in het huidige
proefdieronderzoek. Zo is meestal niet bekend wat er exact in het
voedsel zit. Zelfs voer van dezelfde fabrikant verschilt voortdurend
van samenstelling. Ritskes haalt als voorbeeld een onderzoek aan naar
botontkalking bij ratten. Bepaalde voedingsbestanddelen
(fyto-oestrogenen) hebben invloed op botontkalking. Doordat die
bestanddelen in sterk wisselende concentratie in het voedsel zaten -
zonder dat de onderzoekers daar rekening mee hielden - werd het totale
onderzoek onbruikbaar. De boodschap van Ritskes: vervang zo'n
`variabel dieet' door synthetisch voer waarvan je de samenstelling
precies kent. Zo voorkom je nodeloos gebruik van proefdieren.
Overdaad schaadt
Vetzucht is een ander probleem. Om vetzucht te voorkomen worden alle
dieren beperkt gevoerd, behalve knaagdieren. Onbeperkt voeren van
knaagdieren leidt echter tot overmatige vetafzetting in het lichaam,
degeneratieve afwijkingen in hart en nieren, meer kanker en een
verkorte levensduur. Voor sommige onderzoeken moet je muizen en ratten
twee jaar lang volgen. Omdat veel knaagdieren binnen die tijd al
sterven aan vetzucht, heb je voor dergelijk onderzoek veel meer dieren
nodig dan strikt noodzakelijk.
Ritskes: "Je moet knaagdieren sociaal huisvesten, maar individueel
laten eten. Dat is mogelijk met een voerautomaat die momenteel
ontwikkeld wordt in Denemarken. Maar het ontbreekt aan de financiering
om zo'n systeem - inclusief het `chippen' van de dieren, het aanpassen
van de hokken, enzovoort - daadwerkelijk in te voeren.
Honderdduizend
Met een verbetering van de huisvesting, verzorging en training van
dieren kan het aantal gebruikte proefdieren nog verder worden
teruggebracht. Ritskes schat dat dergelijke maatregelen in de toekomst
tot een besparing kunnen leiden van misschien wel honderdduizend
knaagdieren. Maar dan moeten we die maatregelen wel doorvoeren.
In navolging van de medische wetenschap wil Ritskes ook in de
proefdierkunde meer meta-analyses uitvoeren. Door het combineren en
analyseren van de resultaten van eerder uitgevoerd onderzoek kunnen
meer betrouwbare, nieuwe en soms verassende conclusies worden
getrokken. Zónder dat daarvoor nieuwe proefdieren worden gebruikt.
Zo'n service-instituut voor meta-analyses wil Ritskes binnenkort in
Nijmegen oprichten.
Prof. dr. Merel Ritskes-Hoitinga is hoogleraar Proefdierkunde bij het
Centraal Dierenlaboratorium van het UMC St Radboud. Haar leerstoel
heeft tot doel door onderwijs en onderzoek het verantwoord gebruik van
proefdieren voor wetenschappelijke doeleinden te bevorderen. Ritskes
spreekt haar oratie uit op vrijdag 7 april aan de Radboud Universiteit
Nijmegen.