RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
P/06/56
Brussel, 7 april 2006
8191/3/06 REV 3 (Presse 100)
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende
toegang voor humanitaire acties in Darfur
De Europese Unie neemt er met bezorgdheid kennis van dat
vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap recentelijk, en,
zeer onlangs, de onder-secretaris-generaal voor humanitaire zaken,
Jan Egeland, van de regering van Sudan geen toestemming hebben
gekregen om Darfur te bezoeken.
De humanitaire situatie in Darfur maakt een niet-aflatende bemoeienis
van de internationale gemeenschap nodig. Onder-secretaris-generaal
Egeland heeft hierin een cruciale rol.
De Europese Unie zal adequate steun en financiering voor humanitaire
activiteiten geven. De Unie herhaalt dat alle
humanitaire-hulpverleners in het veld van de betrokken actoren vrije
toegang moeten krijgen.
De regering van Sudan heeft een duidelijke verplichting om met de
Verenigde Naties en niet-gouvernementele organisaties samen te werken
en wij roepen Sudan op dit te doen met alle humanitaire agentschappen
die in Darfur actief zijn.
De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten
Turkije, Kroatië*,en de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en
mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië
en Montenegro en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen,
die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en
de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven
deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.
European Union