Medici uit ontwikkelingslanden trekken massaal naar het westen: 'Laat rijke
landen betalen voor buitenlands zorgpersoneel!'
In haar jaarrapport dat vandaag op Wereldgezondheidsdag verschijnt,
luidt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de noodklok over het
tekort aan zorgpersoneel in ontwikkelingslanden. Het vertrek van
zorgverleners naar westerse landen is een belangrijke oorzaak van het
probleem. Mike Rowson, redacteur van het alternatieve
wereldgezondheidsrapport Global Health Watch 2005-2006, zei vandaag
tijdens een symposium van Stichting Wemos in Utrecht dat die situatie
onhoudbaar is: 'Westerse landen die zorgpersoneel aantrekken uit
ontwikkelingslanden, moeten daar een compensatie voor betalen.'
Ghana telt ongeveer 20 miljoen inwoners en 2.000 artsen. Nederland
telt 16 miljoen inwoners - en maar liefst 52.000 artsen. Rowson laat
zien hoe oneerlijk zorgpersoneel over de wereld is verdeeld. De
vergelijking wordt nog pijnlijker als hij de sterftecijfers onder
jonge kinderen erbij pakt. Van de 1.000 jongens sterven er in Ghana
106 voordat ze vijf jaar worden. In Groot-Brittannië zijn dat er
slechts 7. Met andere woorden: zorgverleners zijn in Ghana veel harder
nodig dan in Groot-Brittannië. Toch werft Groot-Brittannië jaarlijks
honderden Ghanese artsen en verpleegkundigen voor haar eigen
gezondheidszorg.
Meer geld
Volgens de WHO besteden de 24 rijkste landen ter wereld jaarlijks 12
miljard dollar aan ontwikkelingshulp voor de gezondheidsector. In haar
rapport pleit de WHO ervoor om een kwart van dat geld te gebruiken om
het tekort aan zorgpersoneel te verkleinen. Rowson vindt dat de
westerse wereld er dan te makkelijk vanaf komt en daarom een stap
verder moet gaan. 'Door zorgpersoneel in het buitenland te werven,
hoeven rijke landen zelf minder te investeren in opleidingen. Alleen
al dankzij Ghanese zorgverleners heeft Groot-Brittannië in totaal 103
miljoen pond bespaard. Als we alle Afrikaanse landen meetellen, heeft
Groot-Brittannië zelfs 2,5 miljard pond bespaard!' Deze situatie
vergroot de reeds bestaande gezondheidsverschillen tussen rijke en
arme landen, betoogt Rowson. Hij vindt dat westerse landen
ontwikkelingslanden moeten compenseren door geld terug te betalen, dat
vervolgens geïnvesteerd kan worden in opleidingen voor zorgpersoneel.
Investeren in gezondheidssystemen
Wemos, een Nederlandse organisatie die zich wereldwijd inzet voor het
recht op een optimale gezondheid, juicht het toe dat het WHO-rapport
de aandacht richt op het personeelsprobleem in ontwikkelingslanden.
Anke Tijtsma van Wemos: 'De WHO benadrukt dat het aanpakken van de
problemen rond zorgpersoneel vraagt om een gezamenlijke aanpak door
overheden, donoren, publiek-private partnerschappen,
niet-gouvernementele organisaties, werkgevers en zorgprofessionals.
Daar is Wemos het mee eens. We willen daarnaast dat maatregelen die op
nationaal en internationaal niveau genomen worden, goed op elkaar
worden afgestemd en dat rijke landen meer geld beschikbaar stellen om
personeelstekorten te dichten. Zorgpersoneel vormt het kloppende hart
van een gezondheidssysteem. Investeren in personeel is dus essentieel
voor een goede gezondheidszorg - én voor het behalen van de
millenniumdoelen.'
---
Stichting Wemos