Beantwoording vragen van Ormel over gevechten in Nepal
Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag Directie Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum7 april 2006BehandeldLouise Huijbens
KenmerkDAO-232/06Telefoon070-3485260
Blad1/1Fax070-3485323
Bijlage(n)1louise.huijbens@minbuza.nl
BetreftBeantwoording vragen van het lid Ormel over gevechten in Nepal
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ormel over gevechten in Nepal. Deze vragen werden ingezonden op 23 maart 2006 met kenmerk 2050610170.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Ormel (CDA) over gevechten in Nepal.
Vraag 1
Kent u de berichten over gevechten in Nepal tussen maoïstische rebellen en politiemensen, waarbij vele doden vallen? Is het waar dat de afgelopen 10 jaar meer dan 12.000 slachtoffers zijn te betreuren door gewapend conflict in Nepal? 1)
Antwoord
Ja, deze berichten zijn mij bekend. Ook het aantal genoemde slachtoffers komt overeen met de cijfers die mij bekend zijn.
Vraag 2
Wat vindt u van het 12 puntenplan dat zeven politieke partijen in samenwerking met de maoïstische rebellen hebben opgesteld? Kan dit plan bijdragen aan een oplossing voor de huidige gespannen situatie in Nepal?
Antwoord
De Europese Unie, waaronder Nederland, heeft vorig najaar positief gereageerd op het 12-puntenplan dat op 22 november 2005 tussen de Nepalese zeven-partijen Alliantie voor Democratie en de Communist Party of Nepal (Maoïsten) werd overeengekomen. Dit plan, gericht op herstel van de democratie, had een goede basis kunnen vormen voor het op gang komen van het vredesproces in Nepal. Helaas heeft de koning niet op dit plan gereageerd. Evenmin reageerde hij op een eenzijdig afgekondigd staakt-het-vuren voor de periode van drie maanden door de maoïsten in september 2005. Na een verlenging met een maand hebben de maoïsten het staakt-het-vuren begin januari jl. opgezegd. Het conflict heeft zich sindsdien voortgezet.
Op 19 maart jl. zijn de Nepalese zeven-partijen Alliantie voor Democratie en de Communist Party of Nepal (Maoïsten) het eens geworden over een tweede Memorandum of Understanding (MoU). Dit MoU is een vervolg op de eerste overeenkomst. Inzet is thans het mobiliseren van een breed draagvlak onder de Nepalese bevolking tegen de koning. Er zijn massa-demonstraties aangekondigd voor de periode van 6-9 april a.s.
Vraag 3
Op welke wijze laat u bij de Nepalese autoriteiten uw bezorgdheid blijken over de mensenrechtensituatie, het naar huis sturen van het parlement en het belemmeren van de vrijheid van meningsuiting door de koning?
Vraag 5
Op welke wijze zijn Nederland en de Europese Unie betrokken bij het zoeken naar een oplossing voor de crisis in Nepal?
Antwoord
De Europese Unie geeft regelmatig uiting aan haar zorgen over de politieke- en mensen-rechtensituatie in Nepal. Nederland nam in december 2004, als toenmalig voorzitter van de EU, het initiatief tot het uitsturen van een EU-troika missie naar Kathmandu om deze zorgen uit te dragen. Direct na de machtsgreep van de koning op 1 februari 2005 werden de ambassadeurs uit de EU-landen tijdelijk uit Kathmandu teruggetrokken. Tevens werden de ontwikkelings-samenwerkingsprojecten van de meeste donoren tegen het licht gehouden en werd de identificatie van nieuwe projecten en programma's tijdelijk stopgezet. In de VN-Mensenrechtencommissie 2005 in Genève werd - onder druk van Nederland/Europese Unie - een resolutie onder agendapunt 19 aangenomen. Nepal ging daarbij akkoord met het vestigen van een OHCHR-kantoor in Kathmandu. De Hoge Commissaris zal de komende jaren rapporteren over de situatie in Nepal aan zowel de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties als de VN-Mensenrechtencommissie
(straks de Mensenrechtenraad). Begin oktober 2005 heeft het VK een tweede EU-troika missie naar Kathmandu geleid. Daarnaast heeft de EU een aantal verklaringen afgegeven waarin Nepal wordt opgeroepen tot herstel van de democratie en verbetering van de mensen-rechtensituatie. Tot nu toe zijn al deze pogingen zonder effect geweest. Momenteel wordt in Brussel een notitie voorbereid over mogelijk door de Europese Unie te nemen stappen (inclusief sancties) richting Nepal.
Vraag 4
Acht u buitenlandse hulp noodzakelijk om te komen tot overeenstemming tussen de verschillende partijen en is Nepal bereid deze hulp te aanvaarden?
Antwoord
De Europese Unie, maar ook de VN heeft de mogelijkheid van bemiddeling door een derde partij onder de aandacht van de koning gebracht. Deze wil daar echter niet op ingaan. Conflicterende factor is dat buurland India tegen een bemiddelende rol van een derde partij is.
Vraag 6
Overweegt de Europese Unie een wapenembargo voor Nepal in te stellen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De Europese Unie heeft tot dusverre nog niet overwogen een wapenembargo voor Nepal in te stellen. Een formeel embargo zou geen meerwaarde hebben aangezien geen enkele EU-lidstaat thans wapens levert aan Nepal.
1) International Herald Tribune, 21 maart 2006.
Ministerie van Buitenlandse Zaken