European Union



IP/06/464

Brussel, 6 april 2006

EU-telecomwetgeving: Commissie zorgt dat de hulpdiensten weten waar een noodoproep vandaan komt

De Europese Commissie is deze week gestart met een nieuwe ronde van inbreukprocedures tegen elf lidstaten omdat in deze landen de locatiegegevens van de beller niet beschikbaar zijn voor de hulpdiensten. In vier andere zaken tegen België, Frankrijk, Polen en Slovenië, die de Commissie al eerder aanhangig had gemaakt, heeft zij deze week een met redenen omkleed advies doen uitgaan (stap twee van de inbreukprocedure ex artikel 226 EG). Tegelijkertijd heeft de Europese Commissie negen zaken uit eerdere rondes van inbreukprocedures afgesloten omdat de betrokken lidstaten inmiddels de EU-telecomvoorschriften inmiddels correct toepassen.

"We zijn stappen gaan nemen op een voor de Europese burger heel belangrijk terrein, namelijk de plaatsgegevens van bellers van het alarmnummer 112", zei EU-commissaris voor Informatiemaatschappij en media Viviane Reding. "Als mensen in nood kunnen worden opgespoord kan dat mensenlevens redden en daarom dring ik er bij de lidstaten op aan geen tijd meer te verliezen en de nodige aanpassingen door te voeren, zodat deze procedures en alle andere aanhangig gemaakte zaken kunnen worden afgesloten."

In deze nieuwe ronde heeft de Commissie dertien zaken geopend. Elf daarvan hebben betrekking op het feit dat in Griekenland, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Portugal en Slowakije de locatiegegevens van de beller nog niet beschikbaar zijn voor de hulpdiensten. De aanleiding hiervoor was de publicatie van het 11e Tenuitvoerleggingsverslag (zie IP/06/188), waarin was aangekondigd dat onmiddellijk actie zou worden ondernomen als de lidstaten niet met een oplossing voor dit probleem zouden komen.

In twee andere gevallen is hetzij het kennisgevingsmechanisme (de zogenaamde artikel 7-procedure) voor ontwerpbesluiten die gebaseerd worden op een analyse van de concurrentie op de verschillende markten voor elektronische communicatie, niet volledig in nationale wetgeving omgezet (Letland), hetzij het referentieaanbod van de gevestigde exploitant voor andere aanbieders, dat deze laatste in staat moet stellen hun eigen apparatuur in lokale centrales aan te sluiten op de abonneelijnen (ontbundeling van het aansluitnet), niet compleet (Estland).

De Commissie heeft deze week bovendien besloten een met redenen omkleed advies te richten tot België en Polen omdat deze landen de Europese Commissie nog niet in kennis hebben gesteld van eventuele marktanalyses die zij in het kader van het van 2002 daterende het regelgevingskader voor elektronische communicatie hebben verricht. Deze analyses zijn nodig om te bepalen of er op de telecommarkten echte concurrentie is. Daarom is de Commissie in oktober 2005 tegen een aantal lidstaten een inbreukprocedure gestart (zie IP/05/1269 en MEMO/05/372). De Commissie ziet nog steeds nauwlettend toe op het kennisgevingsproces voor Cyprus, Letland, Luxemburg, Tsjechië en Estland, die na de start van de procedures in oktober hun eerste kennisgevingen hebben ingediend.

Slovenië krijgt een met redenen omkleed advies omdat nummerportabiliteit (het meenemen van het telefoonnummer bij verandering van aanbieder) daar nog niet volledig beschikbaar is (zie IP/05/875).

Een verder belangrijk element van de nieuwe serie inbreukprocedures van deze week is de naleving van de EU-voorschriften inzake de universele dienst in de telecomsector. Deze moeten garanderen dat alle consumenten toegang hebben tot een aantal basisdiensten (aansluiting, telefoneren op een vaste locatie, telefooncellen, telefoongids en inlichtingendienst, evenals eventuele voorzieningen voor gehandicapten) waarbij minimumeisen worden gesteld aan beschikbaarheid en betaalbaarheid. Daartoe kunnen de lidstaten een of meer bedrijven aanwijzen die deze universele dienst moeten leveren en de richtlijn bepaalt dat geen enkele aanbieder bij voorbaat mag worden uitgesloten van deze mogelijkheid. In juli 2005 had de Commissie laten weten er niet van overtuigd te zijn dat dit principe in Hongarije, Finland en Frankrijk correct in nationaal recht was vertaald (zie IP/05/875). De Commissie heeft nu besloten de inbreukprocedure tegen Hongarije te staken, omdat dit land de verzekering heeft gegeven dat de afzonderlijke universele dienstverplichtingen door verschillende aanbieders kunnen aangeboden. Wel zal de Commissie de toepassing van deze voorschriften in Hongarije op de voet blijven volgen. Finland heeft in een reactie op de formele ingebrekestelling laten weten de nationale wetgeving te zullen aanpassen om rekening te houden met de kritiek van de Commissie met betrekking tot de universele dienst. Blijft nog over de zaak tegen Frankrijk. De Commissie heeft deze week besloten een met redenen omkleed advies tot dit land te richten, omdat de Franse autoriteiten de mogelijkheid van inschrijving op de universele dienst al bij voorbaat beperken tot exploitanten die in staat zijn deze op nationale schaal aan te bieden.

Behalve de zaak tegen Hongarije heeft de Commissie nog acht andere procedures gestaakt omdat de betrokken lidstaten corrigerende maatregelen hebben genomen. Vier zaken tegen Griekenland werden gesloten nadat deze lidstaat de Commissie in kennis had gesteld van de maatregelen die waren getroffen om het regelgevingskader voor elektronische communicatie in nationale wetgeving om te zetten (zie IP/04/510). Na de vaststelling van nieuwe wetgeving door Oostenrijk werd een van de wegens niet-naleving aanhangig gemaakte zaken ingetrokken (zie IP/05/430). Ook afgesloten worden de zaken tegen Slovenië en Estland in verband met de handhaving van overgangsbepalingen tot de omzetting van het EU-regelgevingskader is afgerond (zie MEMO/05/478), evenals een zaak met betrekking tot de onafhankelijkheid van de nationale toezichthouder in Finland (zie IP/05/1585).

Een uitvoerig overzicht van de stand van zaken bij de inbreukprocedures in de telecomsector is te vinden op de webpagina van DG Informatiemaatschappij en media over de tenuitvoerlegging en handhaving van het regelgevingskader:

http://europa.eu.int/information_society/policy/ecomm/implementation_e nforcement/index_en.htm

Zie ook MEMO/06/158