Recreatie maakt gevarieerd landschap
rendabel
6 apr 2006
Onderdeel: Plant Research International
Landbouw die ook waarde heeft voor de natuur en het landschap is voor
de individuele agrariër economisch niet aantrekkelijk, zo concluderen
onderzoekers van Plant Research International (PRI) van Wageningen UR.
Alleen door samenwerking met de recreatiesector kunnen de voordelen
van dit multifunctioneel landgebruik verzilverd worden.
In het voorbeeldproject Meervoudig duurzaam landgebruik in de omgeving
van Winterwijk experimenteerden de afgelopen tien jaar verschillende
boeren met alternatieve vormen van landgebruik. Zo vervingen ze het
gangbare raaigras door een mengsel met klaver of bloemrijk gras. Op
bouwland maakte maïs plaats voor landschappelijk aantrekkelijkere
gewassen als zomer- en wintergranen, aardappelen, koolzaad, gele
mosterd en zonnebloemen.
Alle multifunctionele graslandtypes leveren veel biodiversiteit en
landschapswaarde op, maar economisch doen de alternatieven het minder
goed. Alleen raaigras met klaver levert per saldo meer op dan gangbaar
raaigras. Grassenmix is nauwelijks lonend en bloemrijk grasland is
zelfs verliesgevend. In het voorbeeldproject werd dit verlies
ruimschoots goedgemaakt door een subsidie in het kader van de
Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN), maar hier kunnen alleen
boeren in een aangewezen SAN-gebied gebruik van maken.
Multifunctioneel bouwland scoort net als het onderzochte grasland goed
op biodiversiteit, landschap en milieu. Maar ook hier brengen de
alternatieven minder op dan bijvoorbeeld snijmaïs. Grasland beplanten
met bijvoorbeeld walnootbomen blijkt een investering voor de lange
termijn. Pas na vijf tot tien jaar komen er opbrengsten van walnoten
en na een jaar of veertig uit het hoogwaardige hout.
Al met al biedt multifunctioneel landgebruik winst voor natuur en
landschap in de regio, maar is het voor de individuele boer financieel
niet aantrekkelijk. Wel kan het, zo berekende het Landbouw Economisch
Instituut (LEI), de regio tientallen miljoenen opleveren aan inkomsten
uit toegenomen recreatie. Op 30 maart kwamen de onderzoekers en
belanghebbenden van het project bijeen in Winterswijk om de resultaten
van het onderzoek te bespreken en te discussiëren over de vraag hoe
de opbrengsten bij de boer terecht kunnen komen. Onderzoeker dr. Hein
Korevaar van PRI is daar duidelijk over. âIk pleit voor een
landschapsfonds dat grotendeels gevoed wordt door recreatieondernemers
en andere private partijen die voordeel hebben bij een aantrekkelijk
landschap. En hou vooral de overheid erbuiten, om problemen met de
Europese regelgeving te voorkomen, daar zijn veel fondsen op stuk
lopen.â Het bestuur van Waardevol Cultuurlandschap Winterswijk zou het
voortouw moeten nemen, vonden vrijwel alle betrokkenen.
Nog dit jaar start een vervolgproject, waar PRI en Alterra aan zullen
deelnemen, met weer nieuwe vormen van landgebruik.
Koen Moons
redacteur WB
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Wb, het
weekblad voor Wageningen UR. Het wordt u aangeboden door de afdeling
Corporate Communicatie. Meer informatie bij Pers- en
wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de Redactie van Wb, e-mail:
wb@cereales.nl. Zie meer nieuws en archief op http://www.wb-online.nl.
Contact
Meer informatie:
Hein Korevaar
hein.korevaar@wur.nl
LEI