Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech minister Dekker bij Opening nieuwe gebouw OTB Delft,

Delft, 6 april 2006

"Tevredenheid en vertrouwen"

Rector Fokkema, Directeur Boelhouwer, Dames en heren, Allereerst van harte proficiat met het 20-jarig bestaan van OTB! Het is een groot genoegen dit jubileum extra glans te geven met de opening van de nieuwbouw van uw Onderzoeksinstituut. Een investering die getuigt van vertrouwen in de toekomst. Maar daarover zometeen meer. Met mijn aanwezigheid zet ik een traditie voort. De opening van het OTB in 1985 werd immers verricht door mijn voorganger Pieter Winsemius. Destijds had de financiële steun van VROM voor de na-doctorale beroepsopleiding Planning en Beheer van de Gebouwde Omgeving een belangrijk aandeel in het opstarten van het OTB. En in 1995 gaf Margreeth de Boer de aftrap bij het congres ter ere van het 10-jarig bestaan van het OTB. Mijn aanwezigheid, en die van mijn voorgangers, kwam voort uit vertrouwen en tevredenheid.

Om te beginnen met de tevredenheid. In ruim twee decennia heeft het OTB ruimschoots zijn sporen verdiend als souffleur en inspirator van mijn ministerie. En als evaluator van beleid. De eerste klap was daarbij overigens een daalder waard. Want uw onderzoek voor de parlementaire enquetecommissie Bouwsubsidies was alleszins politiek heet en maatschappelijk relevant.

De kennisoverdracht van wetenschap naar beleid heeft in de jaren daarna gestalte gekregen in vele tientallen publicaties, congressen, seminars, studiedagen en colloquia. Of het nu ging om de individuele huursubsidie of om stedelijke verieuwing en herstructurering - steevast waren de bijdragen van het OTB van een hoog niveau. En bovendien uitermate bruikbaar.

Ik denk daarbij ook aan uw gedegen internationale vergelijkingen van woningmarkten. Of aan de monitoring van nieuwe woningen - opgezet in samenwerking met VROM en met partijen uit de markt. Ik denk natuurlijk ook aan de samenwerking tussen VROM en OTB binnen Nethur. Hierbij heeft u state of the art wetenschappelijke kennis ingebracht bij de ontwikkeling van beleid. Ik acht deze samenwerking nog steeds van groot belang. Daarom wordt er nu gewerkt aan een nieuw arrangement om de relatie tussen mijn ministerie en de academische wereld wat breder vorm te geven.

Uw eigen hoofddoelstelling - het bevorderen van duurzame stedelijke ontwikkeling en het helpen oplossen van maatschappelijke problemen - staat wat mij betreft dus als een huis. Sterker nog, met de aanstelling van Directeur Boelhouwer als lid van de VROM-raad vorig jaar, halen we uw kennis en expertise ook letterlijk in huis! Een verhuisbeweging die in het verleden door meer OTB'ers is gemaakt. Overigens, de vraag wat duurzame stedelijke ontwikkeling is, is niet van controverse vrij. Mijn eigen beleid op dit terrein ligt nogal eens onder vuur omdat de nadruk te veel op het fysieke liggen zou. Maar wat blijkt?

Nemen we het recente proefschrift van Reinout Kleinhans over de sociale implicaties van herstructurering en herhuisvesting. Wat mij betreft een mooi voorbeeld van de maatschappelijke relevantie van OTB's wetenschappelijke arbeid. Kleinhans benadrukt het belang van fysieke investeringen voor de sociale kwaliteit van een wijk. Voor mij maakt dit maar weer eens duidelijk dat we beslist nog niet klaar zijn met de herstructurering. Stilstand op dit moment zou gelijk staan aan achteruitgang.

Het is goed zo'n mening verwoord te zien door een relatieve buitenstaander. Iemand die zich niet mee hoeft te laten slepen door de hectiek en retoriek van het politieke bedrijf. Want wie verder kijkt dan zijn of haar neus lang is, komt soms voor verrassingen te staan. Zo is er vaak hevig verzet tegen stedelijke vernieuwing omdat er eerst moet worden gesloopt voordat nieuwe huizen kunnen worden gebouwd. Omdat de woonduur gezien wordt als bepalend voor het sociale kapitaal van een wijk, zou herstructurering contraproductief zijn. Echter, Kleinhans concludeert dat woonduur op zich niet zo'n grote rol speelt als vaak gedacht. Blijvers en nieuwkomers beschikken over het algemeen over even veel sociaal kapitaal.

Kleinhans doet dan ook de aanbeveling om te kijken wie precies de geherstructureerde buurt in de jaren na de ingreep verlaat. En welke factoren daarin meespelen. Ik deel zijn wens.

Dames en heren,

Ik ben blij vandaag het oude nieuwe pand van OTB te mogen openen. Oude zeg ik, want het is een gerenoveerd pand dat eerder onderdak bood aan de faculteiten Scheikunde en Industrieel Ontwerpen. De verbouwing van de afgelopen twee jaar is grondig geweest. Maar dankzij die investering wordt een oud pand getransformeerd tot een werkomgeving die u hopelijk ook in de volgende 20 jaar inspireren kan. Ik heb teruggeblikt op een samenwerking tussen VROM en OTB die twee decennia lang vruchtbaar was. Ik gebruikte aan het begin van mijn toespraak al de term tevredenheid. Maar ik sprak ook van vertrouwen. En dan bedoel ik natuurlijk vertrouwen in de toekomst. Vertrouwen dat uw nieuwe pand u goed bevallen zal. Vertrouwen vooral dat onze samenwerking ook de komende twintig jaar wederzijds bevredigend zal zijn.

In dat vertrouwen breng ik nu graag een toost uit.

Nogmaals - van harte proficiat!