Radboud Universiteit Nijmegen
Helft voormalige kankerpatiënten is chronisch vermoeid
Cognitieve gedragstherapie effectief middel tegen vermoeidheid na kanker
Cognitieve gedragstherapie is bijzonder effectief bij de behandeling
van chronische vermoeidheid na kanker. Dat blijkt uit onderzoek dat
onderzoeker/psycholoog Marieke Gielissen van het UMC St Radboud
aanstaande vrijdag presenteert tijdens een symposium van het Nijmeegs
Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid (NKCV). De helft van alle
genezen verklaarde kankerpatiënten heeft na een jaar nog last van
chronische vermoeidheid. Met cognitieve gedragstherapie verdwijnt die
vermoeidheid bij driekwart binnen een half jaar.
Vijftig procent van alle patiënten die zijn genezen van kanker hebben
een jaar later nog altijd last van chronische vermoeidheid. Na drie
tot vier jaar functioneert een op de vier patiënten nog steeds niet
normaal vanwege een ernstige vermoeidheid. Marieke Gielissen,
onderzoeker in het UMC St Radboud, toont op basis van eigen onderzoek
aan dat veel van deze patiënten baat hebben bij cognitieve
gedragstherapie. Gielissen volgde ruim honderd chronisch vermoeide
ex-kankerpatiënten, die gemiddeld vijf jaar daarvoor genezen waren
verklaard. De helft van hen kreeg een half jaar cognitieve
gedragstherapie aangeboden. Na afloop van de therapie had driekwart
van de patiënten in deze groep geen last meer van de chronische
vermoeidheid.
Behandeling is maatwerk
De therapie bestaat uit ongeveer vijftien bezoeken aan de psycholoog,
waarbij vooral wordt gewerkt aan het veranderen van de gedachten en
gedragingen die aan de klachten verbonden zijn. "De behandeling is
maatwerk, omdat de vermoeidheid heel verschillende oorzaken kan
hebben", vertelt Gielissen. "Sommige mensen zijn bijvoorbeeld heel erg
bang voor een terugkeer van de kanker. Dan analyseren en bespreken we
die angstgedachten. Andere mensen wijten hun vermoeidheid aan de
chemotherapie die ze gehad hebben. Dan proberen we de irreële,
niet-helpende gedachten om te zetten in een meer realistische kijk.
Ook het slaap-waakritme kan ontregeld zijn en soms is een patiënt nog
altijd bezig met de verwerking van wat hem is overkomen. In de
behandeling proberen we deze problemen samen aan te pakken en op te
lossen, omdat ze anders de vermoeidheid in stand houden."
Eerste signalen
"Dit onderzoek laat zien dat vermoeidheid na kanker een ernstig
probleem is dat serieuze aandacht verdient", stelt klinisch psycholoog
prof. dr. Gijs Bleijenberg van het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische
Vermoeidheid. "Maar we weten nu ook dat behandeling mogelijk is. En
dat is volstrekt nieuw."
Tijdens het symposium worden niet alleen de opmerkelijke
onderzoeksresultaten van Gielissen gepresenteerd, maar komen ook
patiënten aan het woord. Daarnaast is er een workshop voor psychologen
en wordt verpleegkundigen van oncologische afdelingen getoond hoe ze
eerste signalen kunnen oppakken. Het onderzoek van Gielissen is
uitgevoerd binnen het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid
van het UMC St Radboud.
Uitgebreide informatie over het symposium `Vermoeidheid na kanker' is
te vinden op de website www.umcn.nl/nkcv