ChristenUnie
Bijdrage debat VAO Syrische asielzoekers
donderdag 06 april 2006 09:26
Tineke Huizinga-Heringa:
Voorzitter. De afgelopen weken hebben wij een aantal malen met de
minister gesproken over de gang van zaken rond de Syrische task force,
omdat grote maatschappelijke onrust was ontstaan over het optreden en
de status van de delegatie. Via verschillende series schriftelijke
vragen, een debat in etappes en een vertrouwelijk overleg hebben wij
uiteindelijk met hangen en wurgen duidelijkheid gekregen van de
minister. Die duidelijkheid levert het volgende beeld op. De minister
heeft de Kamer onjuist geïnformeerd, omdat zij niet op de hoogte was
van het bestaan en de inhoud van gespreksverslagen die gemaakt zijn
naar aanleiding van de gesprekken met de delegatie. Ik zeg
"gespreksverslagen", maar dat is erg vriendelijk. De krabbels die wij
mochten inzien, verdienen die naam immers nauwelijks. De minister had
moeten en kunnen weten dat het asielverleden van de afgewezen
asielzoekers aan de orde kwam in sommige gesprekken.
De aanbeveling van de commissie-Havermans om vreemdelingen er vooraf
op te wijzen dat zij niet verplicht zijn om te antwoorden op vragen
die hun asielverleden betreffen, is niet opgevolgd. Door een
onzorgvuldige manier van uitnodigen waren sommige vreemdelingen in de
veronderstelling dat zij strafbaar waren wanneer zij niet zouden
antwoorden op de vragen van de delegatie. Ook de aanbeveling dat
IND-medewerkers te allen tijde bij de gesprekken aanwezig moeten
blijven, is terzijde geschoven. Dat was in dit geval echter heel goed
mogelijk geweest aangezien de gesprekken immers plaatsvonden op
Nederland grondgebied. Door onzorgvuldige verslaglegging, in de meeste
gevallen ook nog achteraf, is niet meer na te gaan welke vreemdelingen
voor hen schadelijke of gevaarlijke informatie hebben gegeven aan de
delegatie.
De minister heeft de Kamer er meermalen op gewezen dat het merendeel
van de gepresenteerde vreemdelingen afgewezen asielzoekers zijn van
wie de aanvraag zorgvuldig is getoetst door IND en de rechter. Dat is
waar. Ook afgewezen asielzoekers hebben echter rechten, zoals het
recht op een zorgvuldige behandeling bij uitzetting zodat hun
veiligheid niet in gevaar wordt gebracht bij terugkomst in het land
van herkomst. Bij deze vreemdelingen is daar niet voldoende rekening
mee gehouden. Zij kunnen in gevaar komen door deze onzorgvuldige gang
van zaken. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat niet is vast te stellen in hoeverre de bij de Syrische
delegatie gepresenteerde asielzoekers ondervraagd zijn over hun
asielrelaas door de Syrische delegatie;
overwegende dat zij niet op de hoogte zijn gesteld dat dergelijke
vragen niet behoeven te worden beantwoord;
overwegende dat zij daardoor in hun belangen zijn geschaad, omdat zij
daarmee een verhoogd risico lopen bij terugkeer naar Syrië te worden
geconfronteerd met sancties;
verzoekt de regering, gelet op deze onzorgvuldigheden, behoudens
voorzover contra-indicaties dat niet mogelijk maken, de begin dit jaar
gepresenteerde Syriërs alsnog een verblijfsvergunning te verschaffen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden
Huizinga-Heringa, Vos, Van der Staaij, Klaas de Vries en De Wit.
Zij krijgt nr. 1040 (19637).
Tineke Huizinga-Heringa:
Wij steunden de motie van afkeuring in de Congozaak omdat de minister
de ernst van de fouten niet inzag en die afdeed als administratieve
slordigheden. In deze zaak heeft de minister laten zien dat zij de
rechten en de veiligheid van vreemdelingen die worden uitgezet nog
steeds niet serieus neemt. De IND mag een lerende organisatie zijn. De
minister is echter geen lerende minister. Zij maakt dezelfde fout
opnieuw. Zij springt nog steeds onzorgvuldig om met vreemdelingen die
uit moeten worden gezet.
Zou de minister consequenties aan haar fouten willen verbinden, door
bijvoorbeeld de zo-even ingediende motie uit te voeren? Ik zou dat
toejuichen. De minister laat daarmee zien de ernst van haar fouten en
de ernst van de situatie in te zien. Helaas ken ik de minister. Ik
denk dan ook dat zij de motie niet zal uitvoeren. Daarom ontkomen wij
er niet aan om ook nu weer een motie van afkeuring te steunen.
De heer Visser (VVD): Begrijp ik goed dat mevrouw Huizinga-Heringa de
twee moties aan elkaar koppelt? Als de minister de zo-even ingediende
motie uitvoert, steunt zij motie van de heer De Wit niet?
Tineke Huizinga-Heringa:
Als de minister zegt de mensen met wie zo onzorgvuldig is omgegaan een
verblijfsvergunning te geven, verbindt zij consequenties aan haar
fouten. Zij laat daarmee zien dat de situatie ernstig is en dat het in
de toekomst absoluut anders moet. Dat zou ons vertrouwen geven in de
minister. Ik denk echter dat zij de motie niet zal uitvoeren. Dan
moeten wij opnieuw een motie van afkeuring steunen over een onderwerp
waarover een aantal maanden geleden ook een motie van afkeuring is
ingediend.
Ik kom bij het individuele geval waarover is gesproken, de familie
Abdullahad. Over die familie is veel onduidelijk. Er is zo goed
mogelijk onderzoek gedaan door Buitenlandse Zaken. Dat onderzoek heeft
geen bevredigende helderheid opgeleverd. Onze zorgen zijn niet
weggenomen. Vandaar de volgende motie.
De voorzitter: Zeker bij een motie moet ik u vragen om de familie met,
in dit geval, alleen de letter A aan te duiden.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er onduidelijke en soms onderling tegenstrijdige
berichten zijn binnengekomen over het wedervaren van de familie A. na
hun gedwongen terugkeer naar Syrië begin dit jaar;
overwegende dat het van belang is om goed vast te stellen of deze
familie inderdaad gevrijwaard is en blijft van represailles die
rechtstreeks te maken hebben met de omstandigheid dat zij in het
buitenland asiel hebben aangevraagd (non-refoulementbeginsel);
verzoekt de regering, het wedervaren van de familie A. nog langere
tijd te volgen en daarover de Kamer te rapporteren indien daartoe
aanleiding is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden
Huizinga-Heringa, Van der Staaij en Klaas de Vries. Naar mij blijkt,
wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 19637 (1041).
* 10 april - Treitershow Talpa is smakeloos
* 06 april - Bijdrage debat Nieuwe Geneesmiddelenwet en Wijzinging
Wet...
* 06 april - Bijdrage debat Wijziging wet Lijkbezorging
* 06 april - Inbreng Algemeen overleg Wet op Onderwijstoezicht