Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : VD. 2006/1102
datum : 06-04-2006
onderwerp : Stand van zaken Aviaire Influenza
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

In vervolg op mijn brief van 16 maart jl. (TK vergaderjaar 2005-2006, 28807, nr. 104) wil ik u informeren over de huidige stand van zaken aangaande de ontwikkelingen van hoogpathogene Aviaire Influenza H5N1 (hierna vogelgriep of AI) in Europa en daarbuiten en over de bioveiligheidsmaatregelen, die als gevolg daarvan op EU-niveau en in Nederland zijn genomen. Verder geef ik u een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de preventieve vaccinatie en de buitengewone steunmaatregelen voor de pluimveesector. Ik sluit af met een kort overzicht van de stand van zaken inzake eerder gedane toezeggingen.

1. Stand van zaken Aviaire Influenza in de EU en mondiaal Op dit moment zijn in 13 lidstaten vondsten van besmette wilde vogels bevestigd en er worden nog bijna dagelijks besmette vogels gevonden. In twee lidstaten, Frankrijk en Zweden, is daarnaast een uitbraak bij gehouden pluimvee geconstateerd. In die twee gevallen heeft de uitbraak zich tot nu toe beperkt tot één bedrijf, beide gelegen in een insluitingsgebied waar een besmette wilde vogel was gevonden. Inmiddels heeft Frankrijk de maatregelen ten aanzien van het besmette bedrijf weer opgeheven. Op 5 april is een besmetting met H5N1 op een kalkoenenbedrijf in Duitsland in de buurt van Leipzig vastgesteld. Intussen is het bedrijf geruimd en zijn zones met beperkende maatregelen ingesteld.
Ook mondiaal neemt het aantal gevallen van vogelgriep nog steeds toe. Dit geldt zowel voor besmettingen van wilde vogels als voor besmettingen van gehouden pluimvee. In Europa betreft dit onder andere Turkije, Roemenië, Bulgarije, Oekraïne, Rusland en de landen op de Balkan. Verder zijn er meldingen van besmettingen vanuit bijna alle landen in de Kaukasusregio, een groot aantal landen in het Midden-Oosten, Azië en een toenemend aantal landen in Afrika.

2. Wijziging van tijdelijke bioveiligheidsmaatregelen Reagerend op de uitbraken van vogelgriep in vele derde landen en de vondsten van besmette wilde vogels in enkele EU-lidstaten is er op Europees niveau in het najaar van 2005 een aantal tijdelijke maatregelen genomen om verdere insleep en verspreiding zoveel mogelijk tegen te gaan.

Het is daarbij van belang om, zodra de situatie daartoe aanleiding geeft, deze maatregelen weer af te bouwen, echter zonder onnodige risico's voor de dier- en volksgezondheid te nemen. Ik heb daarom advies ingewonnen om te bepalen op welk moment, uiteraard onder voorbehoud van de feitelijke ontwikkelingen inzake vogelgriep, maatregelen kunnen worden ingetrokken.

Beëindiging van de afschermplicht
Op basis van de Europese beschikking 2005/734/EG waarin de bioveiligheidsmaatregelen zijn vastgesteld die tot 1 juni 2006 van kracht zijn, heb ik nader advies ingewonnen bij vogeltrekdeskundigen en veterinaire deskundigen voor het bepalen van de datum waarop de afschermplicht voor pluimvee met vrije uitloop, die per 20 februari jl. is ingegaan, kan worden ingetrokken. Op basis van de verkregen informatie kan geconcludeerd worden dat de piek van de vogeltrek vanaf 15 april 2006 achter de rug zal zijn. Voorts zijn er in de monitoring van wilde vogels in Nederland geen gevallen van besmetting met hoogpathogene Aviaire Influenza gevonden. Ik heb daarom besloten de afschermplicht in beginsel met ingang van 1 mei 2006 te beëindigen, op voorwaarde dat de omstandigheden ongewijzigd blijven. Hiertoe zal ik eind april de situatie opnieuw beoordelen en daarna besluiten of de afschermplicht daadwerkelijk per 1 mei 2006 kan vervallen. Vanaf medio augustus begint de najaarstrek. Gelet op de vogelgriepsituatie in de wereld is de kans groot dat dan de afschermplicht weer ingesteld moet worden voor al het niet-gevaccineerde pluimvee.

Continuering van extra reinigings- en ontsmettingsmaatregelen Op basis van de Tijdelijke Regeling ter wering van Aviaire Influenza II moeten vervoermiddelen die gebruikt zijn voor het transport van levend pluimvee of broedeieren in landen buiten de Europese Unie of in EU-landen waar een uitbraak van vogelgriep is bevestigd bij pluimvee, bij terugkeer in Nederland zo snel mogelijk voor een tweede keer worden gereinigd en ontsmet.
Gelet op het min of meer blijvende insleeprisico van vogelgriep ben ik voornemens om deze extra reinigings- en ontsmettingsmaatregelen voor transportmiddelen, die gebruikt zijn voor het transport van levend pluimvee of broedeieren in landen buiten de Europese Unie of in EU-landen waar een uitbraak van vogelgriep is bevestigd bij pluimvee, een permanent karakter te geven door deze op te nemen in de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's. Een vergelijkbare maatregel geldt reeds voor transportmiddelen van varkens en herkauwers.

Verlenging importverboden voor pluimvee, pluimveeproducten en siervogels
Op basis van de eerdergenoemde Europese beschikking 2005/734/EG is de import van pluimvee en pluimveeproducten uit een groot aantal derde landen en delen van lidstaten verboden vanwege de vogelgriepsituatie aldaar. Voorts is de import van onbewerkte veren uit alle derde landen verboden. Een besluit over opheffing van deze verboden kan alleen in Europees verband genomen worden. Deze maatregelen worden vooralsnog tot 1 juni 2006 gecontinueerd. Ook het importverbod voor siervogels uit derde landen geldt tot die datum. Door de snelle verspreiding van de vogelgriep in verschillende delen van de wereld is opheffing van de genoemde verbodsbepaling niet op korte termijn te verwachten.

Verzamelverbod
In verband met de risico's die voortvloeien uit contacten met vogels uit besmette landen en het gevaar van snelle verspreiding bij een uitbraak in eigen land is een verzamelverbod nog steeds noodzakelijk. Tentoonstellingen, shows en dergelijke met pluimvee, loopvogels of duiven zijn verboden. Alleen overdekte markten en overdekte tentoonstellingen van siervogels zijn op dit moment nog toegestaan. Wel wil ik de mogelijkheden voor ontheffing voor het verzamelen van vogels die uit Nederland afkomstig zijn, inclusief postduiven, opnieuw bezien. Hiervoor denk ik ook aan een ingangsdatum van 1 mei.

3. Stand van zaken preventieve vaccinatie hobbydieren en kippen vrije uitloop
Sinds 15 maart jl. is het mogelijk hobbymatig gehouden kippen, kalkoenen, eenden en ganzen en commercieel gehouden kippen met vrije uitloop te vaccineren tegen vogelgriep. De beschikkingen lopen voor hobbypluimvee en commercieel gehouden legkippen tot en met juni 2006 en voor commercieel gehouden opfokdieren tot 1 juli 2007. De afgelopen weken is gestart met de uitvoering van het vaccinatieplan.

Inmiddels heeft een groot aantal dierenartsen zich aangemeld voor registratie om deel te kunnen nemen aan de uitvoering van de vaccinatie. Verder neemt het aantal aanvragen voor vaccinatie van hobbypluimvee gestaag toe. Momenteel hebben zich ruim 1.400 hobbydierhouders aangemeld. Het aantal aanmeldingen van commerciële (biologische) pluimveehouders is vooralsnog zeer beperkt.

In overleg met betrokken partijen wordt een inventarisatie gemaakt van de knelpunten met betrekking tot de huidige vaccinatieregeling. Waar noodzakelijk en mogelijk worden reeds nu aanpassingen doorgevoerd. Zo wordt de termijn voor opheffing van de afschermplicht voor pluimvee van drie weken teruggebracht tot één week na de 2e vaccinatie. De eerste gevaccineerde hobbykippen kunnen dus al in april naar buiten.

Preventieve vaccinatie vormt voor buitenlopend pluimvee vooralsnog het enige duurzame alternatief voor de afschermplicht. Daarom wil ik bij de Europese Commissie pleiten voor een verlenging van de vaccinatieperiode op grond van een evaluatie van de eerste periode. Daarbij zullen ook de mogelijkheden voor aanpassing van de huidige regeling worden bezien.

4. Stand van zaken buitengewone steunmaatregelen pluimveesector Op 29 maart jl. heeft de Europese Commissie haar lang verwachte voorstellen gepresenteerd die crisissteun aan de pluimveesector mogelijk moeten maken. Als gevolg van de dreiging van vogelgriep is de Europese pluimveevleessector in ernstige moeilijkheden geraakt. De consumptie van pluimveevlees in de EU is, vanwege het inzakken van het consumentenvertrouwen, de afgelopen maanden fors gedaald (met gemiddeld circa 20%). In de Landbouw- en Visserijraad is de crisis uitgebreid besproken. Commissaris Fischer Boel heeft daarbij aangegeven dat het de commissie, afgezien van exportrestituties, ontbrak aan instrumenten om de sector te hulp te schieten. Om buitengewone marktmaatregelen te kunnen nemen moet daarom eerst een juridische basis worden verkregen. Hiertoe moeten de marktordeningen voor pluimveevlees en eieren aangepast worden.
De Commissie stelt voor om in zowel de basisverordening voor pluimveevlees als in die voor eieren een paragraaf toe te voegen die het mogelijk maakt om in geval van ernstige verstoring van de markt, die een direct gevolg is van een verlies aan het consumentenvertrouwen vanwege (vermeende) risico's voor de volksgezondheid of de diergezondheid, buitengewone marktmaatregelen te treffen. De commissie geeft hierbij aan dat eventuele steunmaatregelen, die genomen worden op verzoek van een lidstaat of lidstaten, net als de veterinaire maatregelen voor 50% nationaal medegefinancierd dienen te worden. Van belang is nu dat het EP de voorstellen snel van advies voorziet zodat deze in de Landbouw- en Visserijraad van 25 april a.s. formeel zouden kunnen worden goedgekeurd.

In een eerste overleg met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft de Nederlandse pluimveesector reeds aangegeven de hoogste prioriteit toe te kennen aan een tijdelijke vermindering van de productie door middel van het vervroegd slachten van moederdieren en het opkopen van broedeieren. Andere maatregelen werden echter niet uitgesloten. Nu er daadwerkelijk de mogelijkheid lijkt te komen om crisismaatregelen te nemen, zal verder overleg met de sector worden gevoerd over mogelijk te nemen maatregelen. Tevens zal een inschatting gemaakt moeten worden van de hiermee gepaard gaande kosten en zullen de mogelijkheden bekeken worden voor de 50% nationale cofinanciering, zoals het voorstel van de commissie voorschrijft.

5. Toezeggingen
In het Algemeen Overleg van 9 februari jl. heb ik de toezegging gedaan om de mate van bewustwording van de risico's van AI onder luchtreizigers naar risicogebieden nader te laten onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat de bekendheid met vogelgriep in het algemeen zeer hoog is. Vogelgriep is inmiddels een algemeen bekend verschijnsel. LNV blijft zich de komende tijd inzetten om de zichtbaarheid van de informatie vanuit LNV en de inzet van betrokkenen te vergroten. Zo is er een gesprek gevoerd met het Algemene Nederlands Verbond van Reisondernemingen (ANVR), de brancheorganisatie voor het reiswezen, om te zorgen dat ook de reisbureaus informatie over vogelgriep doorgeven aan reizigers. Verder heeft het overleg met Schiphol ertoe geleid dat de informatie vanuit LNV beter zichtbaar gemaakt is voor reizigers op de luchthaven. Daarnaast wordt op bepaalde vluchten de informatie van de flyer over vogelgriep door het cabinepersoneel in verschillende talen voorgelezen.
Ook de controles van passagiers komend uit risicogebieden vinden onverminderd plaats. Periodiek wordt deze maatregel samen met de douane geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman
Home | Actueel | Onderwerpen | Publicaties | Organisatie | Service | Contact | International homepage
© Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - Privacy statement
Abonneren op publicaties