VVD



Tweede-Kamerfractie
6-4-2006

Bij gratis bezoek rijksmuseum heeft iedereen baat

Waarom stelt niemand de vraag waarom rijksmusea entree heffen voor onze nationale kunstcollectie? Dat heeft VVD-Tweede-Kamerlid Annette Nijs wel gedaan en kom tot de volgende conclusie: het genieten van onze rijkscollectie zou gratis moeten zijn.

Als u het Rijksmuseum of het Van Goghmuseum in Amsterdam wilt bezoeken kost u dat 10 euro. De toegang tot Mauritshuis is anderhalf euro duurder en voor zeven euro kunt een kijkje nemen in het Catharijne Convent in Utrecht. Prima betaalbaar voor de een, voor anderen is het een te hoge drempel. Maar heeft u zich wel eens afgevraagd waarom deze rijksmusea voor onze nationale kunstcollectie entree heffen? Dat heb ik wel gedaan en kom tot de volgende conclusie: het genieten van onze rijkscollectie zou gratis moeten zijn.

Nederland heeft prachtig cultureel erfgoed. De overheid heeft de rijksmusea de taak gegeven om dit te beheren en tentoon te stellen. Daarvoor worden zij ook betaald. Via de belasting hebben we dus ons kaartje voor de rijksmusea al betaald! Waarom zijn rijksmusea dan niet gratis toegankelijk? Dit heeft te maken met de vraag of musea wel voldoende geld krijgen voor hun rijkstaak. Uit onze entreegelden betalen veel musea hun normale kosten. Zonder entreeheffing worden ze dus onrendabel.

Hieruit kan je de conclusie trekken: of de rijkssubsidie is te laag of de bedrijfsvoering klopt niet. Over beide valt wat te zeggen. De overheid gaat er vanuit dat rijksmusea niet op haar subsidie alleen, maar wel op haar subsidie plus entreegelden quitte, kunnen draaien. Daarnaast zouden sommige rijksmusea best wat ondernemender willen of kunnen worden. Deze twee zaken moeten uit elkaar gehouden te worden. De eerste is de overheidstaak, te weten het 'aanbesteden' van het beheer en tentoonstellen van ons cultureel erfgoed en het tweede is de ondernemende taak van het museum.

Wanneer de overheid een taak uitbesteedt gaan we ervan uit dat ze daarvoor gewoon betaalt. Zo zou, bijvoorbeeld, het land te klein zijn wanneer de overheid bij de aanleg van nieuwe wegen niet de hele rekening van de aanbesteding betaalt. Uiteraard kan je touwtrekken over de hoogte van de kosten. Maar het uitgangspunt moet zijn dat de overheid bepaalt wat het beheer en tentoonstellen van de rijkscollectie zou moeten kosten. Vervolgens steken de musea, die het voor die prijs willen doen, hun hand op en zij mogen de rijkscollectie gratis tentoonstellen.

Rijksmusea kunnen alleen ondernemend zijn wanneer ze daarin niet worden gehinderd. De ervaringen in Engeland laten zien dat ze geld kunnen verdienen met specifieke tentoonstellingen, in de museumwinkel en zelfs met goede koffie. Een ondernemende museale strategie geeft rijksmusea de mogelijkheid om zich te kunnen profileren en aantrekkelijk te maken voor verschillende groepen mensen.

Het staat vast dat rijksmusea een deel van hun inkomsten verliezen als we gratis hun vaste collectie mogen bewonderen (overigens is dat gemiddeld niet meer dan 12-15% van de totale inkomsten). Als we dat morgen doen zal een aantal rijksmusea er aan onder door gaan. We moeten ze dus een handje helpen.

Wanneer rijksmusea een interessante tentoonstelling met internationale stukken organiseren betalen ze zich blauw aan torenhoge verzekeringspremies voor het vervoer daarvan, het zogenaamde verzekeren van spijker tot spijker. De meerderheid van de Tweede Kamer heeft al eerder aangegeven dat de overheid garant moeten staan voor eventuele schade, zodat musea zich de verzekeringspremies kunnen besparen. Omdat de eisen van het vervoer van kunst behoorlijk streng zijn, zijn er niet veel claims te verwachten. In Engeland hebben ze hier dan ook goede ervaringen mee. Het zou de rijksmusea miljoenen besparen en het verlies aan entree voor de vaste collectie in een aantal gevallen zelf meer dan goed maken. Een voorbeeld: het Mauritshuis in Den Haag betaalt 1,5 miljoen euro aan verzekeringen en ontvangt 1,2 miljoen euro aan entree. Het wordt tijd dat het kabinet dit verzoek van de Tweede Kamer gaat uitvoeren!

Het op deze manier uit elkaar trekken van de rijkstaak en de ondernemende taak van musea zal een sterke impuls geven aan de museumwereld. U en ik kunnen dan gratis naar de kunstschatten van ons land en we betalen gewoon voor de tentoonstellingen met wereldberoemde stukken. En de overheid speelt een wat zuiverder rol: ze betaalt gewoon de rijksmusea voor de taak die ze hen vraagt uit te voeren. Deze omslag heeft wel tijd nodig. Een aanlooptijd van twee jaar zou voldoende moeten zijn. Laten we snel beginnen.

Het Nederlands cultureel erfgoed is te belangrijk en te interessant om achter een muur van entreegelden en ingewikkelde constructies verscholen te blijven. Open de deuren, voor meer museaal ondernemerschap, maar vooral voor het publiek! Zodat iedereen kan genieten van de schatten van het Rijksmuseum, het Van Gogh en de werken in het Catharijne Convent.

Annette Nijs, Tweede Kamerlid voor de VVD en oud-staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en Pepijn van Dijk, haar persoonlijk medewerker.



VVD