Het Koninklijk Huis
---
Toespraak van Prinses Laurentien der Nederlanden, 6 april 2006
tijdens het Nationaal OSB-Schoonmaakcongres in Ede
Goedemiddag dames en heren,
Al sinds 17de eeuw staat Nederland internationaal bekend als een
schoon land waar men dagen achtereen de ramen lapt, de vloeren veegt
en de muren sopt. Het is het land van `de grote schoonmaak'.
Schoonmaken zit ons dus in het bloed. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat juist de schoonmaakbranche in Nederland zo
ondernemend is.
Vandaag, aan het begin van het voorjaar - de tijd van de traditionele
grote schoonmaak - is dan ook een perfect moment om uw 25-jarig
bestaan feestelijk en inhoudelijk te vieren. Het is ook een perfect
moment in het jaar om stil te staan bij uw branche en bij de mensen
die uw branche hebben gemaakt tot wat het vandaag is en betekent voor
Nederland. Het is ook een goed moment om stil te staan bij één van de
meest hardnekkige en complexe problemen van onze samenleving waar ook
uw branche mee te maken heeft: laaggeletterdheid.
Ik zal u later meer over deze problematiek vertellen door in te gaan
op de impact, de omvang en aanpak van laaggeletterdheid in Nederland
binnen uw branche. Maar eerst iets over de stille kracht binnen
organisaties.
Ik moet toegeven dat ik mij pas ter voorbereiding van vandaag ten
volle realiseer hoe belangrijk de mensen in deze branche zijn als
stille kracht binnen de duizenden bedrijven, instellingen en
organisaties binnen onze maatschappij. Zonder uw branche zou onze
economie, en onze samenleving in zijn algemeenheid, nergens zijn.
Dankzij uw werk zijn mensen in ziekenhuizen, op scholen, in
congrescentra, hotels, advocatenkantoren en overheidsinstellingen in
staat zich iedere dag weer te richten op hun eigen werk. Maar zoals
het geval is met zovele waardevolle zaken, wordt ook het geweldige
werk van uw medewerkers, te vaak voor lief aangenomen. Doktoren,
leerkrachten, hotelgasten, advocaten en anderen gaan er als
vanzelfsprekend vanuit dat hun bureau, hun kantoor en de ontvangsthal
iedere dag weer glanst en straalt. Uw medewerkers zijn naast stille
kracht daardoor ook hét visitekaartje van deze organisaties. Het is
goed dat de stille en ondergewaardeerde krachten van uw branche - de
140.000 medewerkers die door u worden vertegenwoordigd - tijdens dit
congres in de schijnwerpers staan.
Ik realiseerde mij ter voorbereiding op deze dag ook dat het eigenlijk
niet verwonderlijk is dat juist een branche, die zo verankerd is in
het hart van ons dagelijks werk, de eerste branche is die van plan is
de handen ineen te slaan voor de aanpak van een probleem dat ons in
het hart van de samenleving raakt.
Uw programma vandaag draait om mensen en ondernemen. In het geval van
de schoonmaakbranche zijn deze onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Mensen ís ondernemen; ondernemen ís mensen. Ik kan weinig sectoren
bedenken waarin mensen zo'n centrale plaats innemen als in de uwe.
Maar dat brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee, als het
gaat om de ontwikkeling van deze mensen.
Om dit te illustreren, vertel ik u graag over een spontane, hartelijke
vrouw van 53 jaar die ik een jaar geleden heb ontmoet. Ik noem haar
Marjan. Marjan is getrouwd en heeft een zoon en een dochter. Zij werkt
in uw sector. Dit is de korte versie van haar verhaal, in haar eigen
woorden. Zij gaf mij toestemming om haar verhaal te gebruiken.
Ik had nooit veel plezier op school. Leren vond ik moeilijk. Mijn
ouders vonden het ook niet echt belangrijk. Zij wilden eigenlijk dat
ik zo snel mogelijk ging werken. Lezen en schrijven heb ik hierdoor
nooit goed geleerd. Met rekenen had ik ook veel moeite. Ik begon als
schoonmaakster op een advocatenkantoor. We werkten met z'n drieën.
Mijn collega's wisten niet dat ik moeite had met lezen en schrijven.
Briefjes die werden neergelegd door de mensen op kantoor, nam ik mee
naar huis. Mijn man en zoon hielpen mij dan bij het lezen van de
briefjes. Ik weet precies hoe alle schoonmaakmiddelen ruiken, daarom
hoef ik de etiketten niet te lezen. Ik zorgde er altijd voor dat
anderen formulieren invulden.
Mijn man las in een personeelsblad een artikel over mensen zoals ik,
die moeite hebben met lezen en schrijven en die weer naar school zijn
gegaan. Hij heeft mij gestimuleerd dat ook te doen. Nu ga ik twee keer
per week naar school. Mijn baas betaalt mijn opleiding. Lezen en
schrijven gaat steeds beter. Ik kan al etiketten lezen, de
werkinstructies zijn soms nog moeilijk. Volgend jaar begin ik met een
rekencursus. En ik wil ook op computerles.
Wat staat centraal in dit verhaal? 4 aspecten springen bij mij in het
oog. Allereerst gaat het natuurlijk over de grote handicap van Marjan
van het niet kunnen lezen en schrijven. Een handicap waardoor zij
geheel afhankelijk is in haar functioneren van de steun van haar man
en zoon.
Ten tweede: de moeite van Marjan om haar handicap te verbergen. Ten
derde: het belang van de omgeving. Zonder de oplettendheid van haar
man, zou Marjan nu niet naar een cursus gaan en met zoveel
enthousiasme vertellen over alle andere cursussen die zij gaat doen
die haar helpen ontwikkelen - als werknemer én als mens.
En ten vierde, de positieve rol van haar werkgever. Deze werkgever
ziet het nut ervan in om te investeren in de ontwikkeling van zijn
mensen. Gelukkig maar voor Marjan.
Heel normaal, zegt u misschien. U heeft gelijk. Maar helaas is het nog
steeds een feit dat het wel als normaal wordt gevonden dat een bedrijf
investeert in dure opleidingen van hoogopgeleiden, maar dat er bij
laagopgeleiden vaak de bekende vraag wordt gesteld: "en wie moet dat
betalen?". Begrijp mij niet verkeerd, investeren in de ontwikkeling
van hoogopgeleiden is óók belangrijk voor zowel de individuen zelf als
voor onze economie. Óók en dus niet uitsluitend. Om succesvol te
opereren als bedrijf in een dynamische markt met veel concurrentie
heeft u ál uw werknemers nodig. Oud, jong, man, vrouw en ja,
hoogopgeleid én laagopgeleid. Klantgerichte werknemers, die informatie
snel en goed kunnen verwerken, die kunnen communiceren met elkaar en
met klanten zijn hierbij onmisbaar.
Het verhaal van Marjan is typerend voor de vele verhalen die ik van
voormalig laaggeletterden heb gehoord. Verhalen van mensen die de
kracht hebben gevonden hun probleem te erkennen én aan te pakken. Dit
zijn de moedige verhalen van de mensen achter de cijfers. Cijfers
zeggen niet alles, maar schetsen wel de context: 1,5 miljoen mensen
in Nederland hebben zoveel moeite met lezen en schrijven dat zij niet
goed kunnen functioneren op het werk, thuis, in hun direct omgeving.
Zij zijn laaggeletterd ofwel functioneel ongeletterd. Van deze groep
zijn één miljoen mensen in Nederland geboren, opgegroeid en naar
school gegaan. Ook verontrustend is dat zo'n 28% van onze ouderen
laaggeletterd zijn.
Zo'n 380.000 werkenden en bijna 70.000 werklozen zijn laaggeletterd -
dat is zo'n 18% van het totaal. Door het taboe op het onderwerp, is
het binnen bedrijven ook vaak een onbekend, stilgezwegen probleem.
Laaggeletterden zullen hier niet openlijk over spreken. Zij kunnen
het, net als Marjan, vaak goed verbergen en doen van alles om maar
niet te hoeven lezen en schrijven.
Stelt u zich eens voor wat deze cijfers betekenen voor onze
samenleving. Het probleem van geletterdheid gaat niet alleen naar het
hart van de economie, maar ook naar de zo essentiele sociale dimensies
van onze samenleving - zoals het versterken van de sociale cohesie,
het terugdringen van jeugdwerkloosheid, employability met name van
ouderen, en het belang om zoveel mogelijk mensen aan het werk te
hebben én te houden. Deze thema's kunnen alleen worden opgelost als
ook laaggeletterdheid wordt aangepakt.
Wij leven in een tijd waarin eigen verantwoordelijkheid, leven lang
leren en ondernemerschap centrale thema's zijn die overal opduiken.
Inspirerende thema's die om concrete invulling vragen. In zo'n tijd
kunnen wij het ons toch niet veroorloven dat zoveel mensen aan de kant
blijven staan vanwege een serieuze achterstand in lezen en schrijven?
Duurzaam ondernemen betekent naar mijn mening onder andere dat u niet
om deze belangrijke thema's heen komt.
U wordt aangezet door de razendsnelle ontwikkelingen in wet- en
regelgeving rond milieu, veiligheid en gezondheid, de toenemende
concurrentie en hogere eisen van klanten. Deze kunnen in sommige
gevallen obstakels vormen. Maar meer als kansen voor uw mensen en voor
uw ondernemingen. Scholing, inclusief alfabetiseringscursussen, nemen
hierin een centrale plaats in.
Ik zei het al eerder, in uw branche gaat op: "mensen = ondernemen". U
investeert al veel in ontwikkeling van uw mensen door het certificeren
van competenties, het bieden van opleidingen. Investeren in
geletterdheid is pure winst. Pure winst op belangrijke terreinen zoals
productiviteit, motivatie, loyaliteit en het terugdringen van
ziekteverzuim - pure winst voor de ondernemingen in uw branche én dus
pure winst voor onze economie en maatschappij als geheel.
Mooi, denkt u. Wij zijn nemen onze mensen inderdaad heel serieus, en
willen de problematiek binnen onze branche aanpakken. Geweldig. De OSB
is zal hiermee de eerste branchevereniging in Nederland zijn die als
branche meebouwt aan de weg naar een geletterde samenleving. U heeft
hiermee een belangrijke voorbeeldfunctie.
Laat een actieve aanpak van laaggeletterdheid binnen uw branche dan
ook niet een stille kracht zijn: ik hoop er veel over te horen en dat
het nog vele andere branches aanzet om uw voorbeeld te volgen.
Maar u denkt misschien ook: "waar begin ik" in de concrete aanpak? Een
begrijpelijke vraag, maar ik kan u gerust stellen dat hoewel u de
eerste branchevereniging bent, er al veel bekend is over wat wel en
niet werkt. Bijvoorbeeld: hoe creeert u draagvlak bij het management,
HR-adviseurs én direct leidinggevenden; wat moet u doen om een
effectieve communicatie binnen het bedrijf te organiseren en hoe
creërt u een veilige omgeving voor het opleiden van werknemers op het
gebied van alfabetisering. Stichting Lezen & Schrijven staat hierin u
en de OSB graag bij. Het Ministerie van Sociale Zaken is al bij de
Stichting betrokken, dus wellicht kunnen wij de krachten bundelen als
het gaat om alfabetiseringsscholing binnen uw branche.
In het kader van Mensen én Ondernemen, betekent de aanpak van
laaggeletterdheid voor mensen als Marjan, het erkennen van het
probleem van de handicap, het helpen doorbreken van het taboe, het
betrekken van de sociale omgeving én het bieden van
opleidingsmogelijkheden als werkgever. Met de ondernemingszin die uw
branche zo kenmerkt, heb ik er het volste vertrouwen in dat u zal
slagen in uw aanpak.
Dank u wel.
© RVD