6-4-2006
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft negatief
beslist op een verzoek om voorlopige voorziening van de Stichting
Greenpeace Nederland. Greenpeace had dit verzoek ingediend tegen twee
vergunningen, die door staatssecretaris Van Geel waren afgegeven aan
de bedrijven Transnubel N.V. en Railion N.V. De vergunningen maken het
beide ondernemingen mogelijk om door te gaan met het transport van
bestraalde splijtstof van de kerncentrale Borssele (KCB) naar Cogéma
in Frankrijk
De zitting is gehouden op 28 maart 2006. Greenpeace diende niet alleen
bezwaar in tegen de vergunningen, maar verzocht de Afdeling
bestuursrechtspraak ook om een voorlopige voorziening te treffen. Een
voorlopige voorziening is een uitspraak van de rechter in een
spoedprocedure, die geldt totdat de bodemprocedure is afgerond.
De voorzitter kwam op 5 april 2006 met de uitspraak in de
voorlopige-voorzieningprocedure. De voorzitter overweegt onder andere
het volgende: '... is niet komen vast te staan dat de Afdeling in het
geding in de bodemprocedure het bestreden besluit onrechtmatig zal
achten. De Voorzitter neemt verder in aanmerking dat de mogelijke
nadelige gevolgen van de transporten als zodanig, naar moet worden
aangenomen, door de vergunningen en de daaraan verbonden voorschriften
voldoende worden beperkt. Bij afweging van de betrokken belangen
bestaat er naar zijn oordeel geen onverwijlde spoed die vergt dat de,
overigens reeds vele jaren plaatsvindende, transporten worden
stopgezet in afwachting van de behandeling van het geding in de
bodemprocedure.'
Download
* De volledige uitspraak (pdf, 32 KB)
Zie ook
* Nieuwsbericht 'Vergunningen voor vervoer bestraalde splijtstof
naar Frankrijk' (27 maart 2006)
* Dossier Straling
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer