Voedingcentrum


Landelijke campagne âKijk op Diabetesâ is gestart!

6 april 2006

Momenteel hebben 850.000 mensen in Nederland diabetes. 250.000 daarvan weten niet dat ze het hebben. Overgewicht geeft een sterk verhoogd risico op diabetes. Drie miljoen Nederlanders van 45 jaar en ouder hebben overgewicht. Er is dus genoeg reden om campagne te voeren. Met medewerking van het Voedingscentrum is dan ook de campagne âKijk op diabetesâ gestart.

Doel van de campagne is om mensen te helpen die niet weten dat ze diabetes hebben. En om mensen met overgewicht bewust te maken van het risico op diabetes, want voor hen is de ziekte te voorkomen of uit te stellen door gezonder te leven.

Overgewicht en diabetes
Diabetes mellitus, ook bekend als suikerziekte, is een chronische stofwisselingsaandoening waarbij het bloedglucosegehalte (bloedsuikergehalte) ontregeld is. Diabetes verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Door overgewicht komt diabetes steeds vaker en op jongere leeftijd voor. Om diabetes te lijf te gaan en om mensen voor te lichten, is de campagne âKijk op Diabetesâ gestart. Deze campagne richt zich vooral op de mensen die het hoogste risico lopen: mensen van 45 jaar en ouder met overgewicht, zowel autochtoon als allochtoon.

Risicotest
âKijk op Diabetesâ wil de mensen die hoog risico lopen, bewust maken van dat risico. Dat gebeurt door de zogeheten diabetes-risicotest, een test met behulp waarvan het risico op diabetes wordt vastgesteld. Als blijkt dat dat risico daadwerkelijk verhoogd is, krijgt men het advies naar de huisarts te gaan voor een diagnose. De diabetes-risicotest is te vinden op www.kijkopdiabetes.nl
en is ook te verkrijgen bij onder meer de apotheek.

Gezonde leefstijl
âKijk op Diabetesâ wil de mensen met een hoog risico op diabetes ook aansporen te gaan werken aan een gezondere leefstijl. Dit om diabetes mogelijk te voorkomen of uit te stellen. Gezonder eten, meer bewegen en daarmee een gezond gewicht krijgen, staan daarbij centraal.

De campagne wordt gevoerd door de Nederlandse Diabetes Federatie, in samenwerking met het Voedingscentrum, het Nationaal Gezondheidsinstituut NIGZ en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen.