Nvn

PERSBERICHT

6 april 2006

Rapport IGZ Prestatie Indicatoren 2004: sterftecijfers beroerte

De Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN) heeft met belangstelling kennis genomen van de cijfers die door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gepubliceerd zijn over de prestatie-indicatoren. Voor de neurologie gaat het ondermeer om het aantal mensen dat in 2004 in een ziekenhuis is opgenomen met een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en binnen 180 dagen is overleden. Het bestuur van de NVN is van mening dat publicatie van prestatie-indicatoren het de Inspectie mogelijk maakt om effectief de kwaliteit van de gezondheidszorg te bewaken. Indicatoren beginnen inzicht te bieden in de zorg zoals die in de Nederlandse ziekenhuizen door neurologen geleverd wordt. Zij zijn een belangrijk element in het permanente streven naar kwaliteitsverbetering van medische specialisten. De NVN is dan ook verheugd dat tweederde van de ziekenhuizen in staat was om getallen aan te leveren. Dit aantal moet uiteraard naar 100%.

De NVN ziet wel tekortkomingen in deze eerste poging tot algemene registratie van de indicator 'sterfte na een beroerte'. Ten eerste: de gehanteerde uitkomstmaat, sterfte na 180 dagen (een half jaar) zegt te weinig over de geleverde zorg in het ziekenhuis. Immers, de patiënt die de acute fase van een beroerte overleeft, verlaat het ziekenhuis na gemiddeld twee tot drie weken weken. Vervolgbehandeling vindt dan plaats vanuit huis, in een revalidatiecentrum of in een verpleeghuis. Uit de gepubliceerde cijfers wordt niet duidelijk waar de patiënten zijn overleden. De cijfers zeggen dan ook onvoldoende over de in de ziekenhuizen geleverde zorg. Ten tweede: voor goede statistische analyse zijn de aantallen overleden patiënten in de diverse ziekenhuizen te klein. Daardoor kan een enkel sterftegeval meer of minder het percentage overleden patiënten aanzienlijk beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn met name te vinden in de groep patiënten jonger dan 65 jaar. Ten derde: de belangrijkste factor die de uitkomst bepaalt, is de ernst van de beroerte en de toestand van de patiënt bij binnenkomst. Inzicht in deze factor is cruciaal bij de interpretatie van sterftecijfers, maar ontbreekt nu geheel. En als laatste: de getallen bieden geen inzicht in eventuele weloverwogen beslissingen om geen levensverlengende behandeling in te stellen. Deze beslissingen worden in overleg met de patiënt of diens familie genomen als er door de beroerte zeer ernstige invaliditeit is ontstaan en herstel is uitgesloten. Binnen de vereniging bestaan dan ook ernstige twijfels over de waarde van een simpele maat als 'sterfte na een beroerte' als indicator voor de kwaliteit van de geleverde zorg.

Voor 2005 en 2006 heeft de NVN dan ook in overleg met de Inspectie besloten om voorlopig de sterfte binnen 7 dagen na het herseninfarct of de bloeding te gaan registreren. Ook aan deze indicator kleven uiteraard enkele van de bovengenoemde bezwaren. De NVN bestudeert daarom de mogelijkheid om andere, betere uitkomstindicatoren toe te voegen aan de basisset die de Inspectie voor de Gezondheidszorg hanteert.