Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

herstel van kwetsbare wijken kwestie van lange adem

Duurzaam herstel van kwetsbare wijken kwestie van lange adem

6 april 2006

De 30 grootste steden doen het op het fysieke terrein (wonen, leefbaarheid) goed. Op economisch gebied volgen de steden de conjunctuur en qua objectieve veiligheid ontwikkelen ze zich grosso modo positief. Dit blijkt uit het Jaarboek Grotestedenbeleid 2000 - 2004 dat minister Pechtold naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
---

Het jaarboek geeft een beeld van het ondernemersklimaat, de leefbaarheid, wonen, werk, arbeidsmarkt en veiligheid. Elke stad heeft zijn eigen plus en minpunten. Binnen een groot aantal steden (waaronder Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Hengelo, Tilburg) halen aandachtswijken op een aantal punten hun achterstand in ten opzichte van de andere wijken in de stad. In alle steden is de toenemende jeugdwerkloosheid en de groei van het aandeel jonge werklozen met maximaal een VMBO-diploma reden tot zorg. In de steden slaat deze ontwikkeling krachtiger toe dan in Nederland als geheel.

De steden blijven een belangrijke motor van economische dynamiek: de groei van het aantal bedrijfsvestigingen in de steden tussen 2000 en 2004 is groter dan landelijk (1,0% t.o.v. 0,7%) en ook het aantal startende bedrijven groeit (0,3% tussen 2001 tot 2004) terwijl dit landelijk daalt (-5,2%). De woningmarkt vertoont positieve ontwikkelingen: er zijn meer koopwoningen (van 37% in 2002 naar 40% in 2004) en het aantal huishoudens met midden en hogere inkomens is gegroeid van (50% in 2000 naar 51% in 2002). Steden zijn dus aantrekkelijker geworden voor bewoners. Dat blijkt ook uit de bevolkingsonderzoeken van de steden: de rapportcijfers die mensen geven voor hun woonomgeving zijn gestegen. Landelijk stijgt het veiligheidsgevoel. Ondanks de vele stedelijke problemen is het veiligheidsgevoel in steden stabiel gebleven. Het aantal stedelingen dat slachtoffer is geworden van criminaliteit is gedaald. Vermogensmisdrijven gingen tussen 2000 en 2004 van 48% naar 47%, geweldsdelicten van 5,8% naar 5,3% en vernielingen en verstoring van de openbare orde 13% naar 11%.

De toenemende jeugdwerkloosheid (van 8,5% in 2002 tot 12% in 2005) en de groei van het aandeel jonge werklozen met maximaal een VMBO-diploma (49% in 2003 tot 61% in 2005) in de 30 grote steden is reden tot zorg. In de steden slaat deze ontwikkeling krachtiger toe dan in Nederland als geheel (resp. van 7,0% tot 7,5% en van 58% tot 57%). In het merendeel van de steden herstellen de aandachtswijken in het Grotestedenbeleid zich in vergelijking met andere wijken in de stad. In 26 van de 30 steden stegen de huizenprijzen tussen 2000 en 2004 in aandachtswijken sneller dan in de steden gemiddeld. In de gehele G30 stegen de prijzen met 26% ten opzichte van 23,6% in heel Nederland. Ook daalde in 15 van de 18 gemeten steden het aantal bijstandsuitkeringen. Tegelijkertijd zijn er meer mensen uit etnische minderheidsgroepen gaan wonen en is de werkloosheid in deze wijken gestegen.

Aandachtswijken blijken eens te meer bij een laagconjunctuur extra kwetsbaar. Duurzaam herstel in kwetsbare wijken was in 2004 nog niet bereikt. Deze hardnekkige achterstandspositie laat zien dat Grotestedenbeleid een zaak van lange adem is. Het jaarboek geeft een overzicht van de ontwikkelingen in de tweede convenantperiode en brengen de steden de ontwikkelingen in de aandachtsgebieden van het Grotestedenbeleid in kaart. Het rapport over de evaluatie van het Grotestedenbeleid tussen 2000 en 2004 volgt later dit jaar. Op basis van de doelstellingen geeft dit jaarboek een beeld van de ontwikkeling die steden hebben doorgemaakt in vergelijking met de gemiddelde ontwikkeling in de G30.

Rechts in de kantlijn kunt u de bijlages en evaluatierapporten downloaden.


***
Download het originele bericht in PDF-formaat. Zie het origineel