IP/06/446
Brussel, 5 april 2006
Vrij verkeer van goederen: stappen van de Commissie tegen België, Hongarije
en Spanje en stopzetting van de procedures tegen Oostenrijk en Frankrijk
De Europese Commissie heeft verdere stappen gezet in de
inbreukprocedures tegen drie landen (België, Hongarije en Spanje)
wegens belemmering van het vrije verkeer van goederen op de interne
markt. De inbreuken houden verband met de handel in producten met
plantaardige stoffen in Spanje en de parallelimport van biociden in
België en pesticiden in Hongarije. Tegelijkertijd heeft de Commissie
de procedures tegen Oostenrijk en Frankrijk stopgezet, aangezien beide
landen de belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen hebben
opgeheven.
"De Commissie moest in actie komen om ervoor te zorgen dat de Europese
consument ten volle kan profiteren van de voordelen van de interne
markt. Tegelijkertijd is succes geboekt in het werk met Frankrijk en
Oostenrijk. De drie inbreukprocedures tegen deze landen konden worden
gestaakt", aldus de vice-voorzitter van de Commissie met de
portefeuille Ondernemingen en industrie, Günther Verheugen.
België - parallelimport van biociden
De Commissie heeft de Belgische autoriteiten om uitleg over de
wetgeving voor de parallelimport van biociden verzocht. Na eerste
stappen van de Commissie heeft België reeds wijzigingen in die
wetgeving aangebracht. Er bestaan nog steeds twijfels over de vereiste
gemeenschappelijke oorsprong van de producten en de gevolgen daarvan.
In het kader van het vrije verkeer van goederen is het parallel
importeren van geneesmiddelen en pesticiden wettelijk toegestaan.
Biociden zijn net als pesticiden bestrijdingsmiddelen. In België is de
geldigheidsduur voor de toelating van parallelimporten voor biociden
niet langer aan die voor het referentiemiddel gekoppeld en hoeft de
biocide niet langer geheel identiek te zijn aan het reeds toegelaten
product. Voor de vereenvoudigde toelatingsprocedure wordt in de nieuwe
Belgische regeling evenwel een gemeenschappelijke oorsprong vereist,
wat waarschijnlijk in strijd is met de jurisprudentie van het Hof van
Justitie van de Europese Gemeenschappen.
Hongarije - parallelimport van pesticiden
Hongarije hanteert een omslachtige toelatingsprocedure voor de
parallelimport van pesticiden. Omslachtig zijn ook de criteria voor
het vaststellen van de gelijkheid, resp. vergelijkbaarheid van het
parallel geïmporteerde product met het reeds toegelaten product. De
Commissie heeft de Hongaarse autoriteiten eraan herinnerd dat zij
verplicht is om op de opmerkingen van de Commissie in de officiële
ingebrekestelling te reageren. Indien er binnen zes weken geen
bevredigend antwoord op tafel ligt, kan de Commissie de
inbreukprocedure voortzetten en een met redenen omkleed advies
uitbrengen.
Spanje - handel in plantaardige producten
Spanje belemmert de handel in producten met plantaardige stoffen die
legaal als voedingsmiddelen en -supplementen in andere lidstaten op de
markt gebracht en/of geproduceerd zijn. Al vanaf 2004 komen er
klachten van ondernemingen bij de Commissie binnen die in Spanje
producten met plantaardige stoffen op de markt willen brengen. De
Spaanse autoriteiten behandelen deze producten als geneesmiddelen. Zij
halen ze van de markt en onderwerpen ze aan de zware
toelatingsprocedures voor geneesmiddelen. De Commissie is van mening
dat het ontbreken van passende beoordelingsprocedures voor de
vermeende risico's voor de volksgezondheid van deze legaal in andere
lidstaten op de markt gebrachte producten met plantaardige stoffen een
niet te rechtvaardigen belemmering voor de handel in de Gemeenschap
is.
De Commissie heeft besloten om de volgende inbreukprocedures te
staken:
Door wijzigingen in de Franse verzekeringswetgeving (`le code des
assurances') wordt het gebruik van uit andere lidstaten afkomstige
bouwmaterialen in Frankrijk niet langer belemmerd.
Bij de vergoeding van in andere lidstaten gemaakte medische onkosten
ondervinden Franse burgers geen problemen meer. Frankrijk heeft de
desbetreffende wetgeving gewijzigd.
Oostenrijk heeft afgezien van het voornemen om een rijverbod in te
voeren voor zware vrachtwagens op de A12-snelweg in Tirol. De
Commissie was van mening dat een dergelijk verbod in strijd zou zijn
met het evenredigheidsbeginsel en het vrije verkeer van goederen zou
belemmeren. Zij werd daarin gesteund door het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen.
Background
The EC Treaty requires the Commission to ensure that EU law is
correctly implemented. The Commission has been granted powers to do so
under the infringement procedure laid down in Articles 226 and 228 of
the Treaty. The main purpose of this procedure is not to bring
infringement proceedings before the Court of Justice, but to bring the
Member State back into line with EU law during a pre-litigation phase.
The main steps of the pre-litigation procedure are:
1. Letter of formal notice
The letter of formal notice represents the first stage in the
pre-litigation procedure, during which the Commission requests a
Member State to submit its observations on an identified problem
regarding the application of Community law within a given time limit.
The Commission does not make an accusation but offers the Member State
the opportunity to give its explanation regarding an alleged
infringement. The Member States is given two months to reply.
2. Reasoned opinion
The reasoned opinion gives a detailed statement, based on the letter
of formal notice, of the reasons that have led the Commission to
conclude that the Member State concerned has failed to fulfil one or
more of its obligations under the Treaty or other EU legislation. The
Member State has two months to reply.
3. Decision to refer a case to the Court of Justice
Referral to the Court of Justice of the European Communities opens the
litigation procedure.
European Union